Home

Content Nieuws

Artikelen

Dossiers

Bibliotheek Vacatures (klik Vacatures)

Nieuwsbrief

E-mail de redactie

home -> overzicht artikelen -> Artikel
Web content is gratis, maar hoe lang nog?

8 augustus 2000 – Vorige maand werd in Los Angeles het symposium Internet Content West gehouden. Leveranciers van contenttechnologie en uitgevers kwamen hier samen om over de toekomst van webcontent te praten. Concrete voorspellingen voor de toekomst konden niet gedaan worden. Wel was duidelijk dat de manier waarop internet content geleverd wordt, zal veranderen. De meeste inhoud van websites is nog steeds gratis, maar dit zal niet langer meer duren. Dat was het algemene opvatting.

“Als content echt gratis zou zijn, dan zou er geen content zijn”, aldus het stevige statement van John Schwartz, CEO van Reciprocal (digital rights management). Content is duur om te produceren, maar toch wordt van uitgevers en sitebeheerders verwacht dat inhoud gratis blijft. Simpelweg, omdat het op het web staat. 

Toch hoeven de belanghebbenden niet te vrezen. Als het aan de deelnemers van het symposium ligt, zal Fase Eén van de interneteconomie snel achter de rug zijn. Met  Fase Eén wordt de tijd bedoeld, dat dotcoms veel geld hadden (van lucratieve IPOs en venture capitalists) en ze nog geen geld hoefden te verdienen. In die fase was gratis content geen probleem, zo lang er maar verkeer naar de websites uit voortkwam. Nu de geldkranen nauwkeuriger in de gaten worden gehouden, ligt het meer de voor hand dat uitgevers (terug)betaald willen worden voor wat ze maken. 

Onlangs werden bij Oxygen, CBS en Salon bijvoorbeeld tientallen procenten van het redactioneel personeel ontslagen. Het produceren van content blijft een specialisme op zich waar geld aan en mee verdiend moet worden. Iets dat enkele Nederlandse contentprofessionals van naam zich ook realiseerden. Zij richten begin juli Entopic op; een (in de volksmond) contentfabriek. 

Content is software

Eén van de panelleden van de conferentie, Brian Bedol van Fuscient (content delivery), maakte duidelijk dat webcontent meer is dan lettertjes op een beeldscherm. “Je keuze voor een bepaald publishingsysteem is cruciaal voor het commercële resultaat van uitgeefactiviteiten, het is meer dan noodzakelijk kwaad.” Uitgeven is meer dan alleen tekst omzetten naar HTML.

Publiceren op het web brengt tegenwoordig veel met zich mee. Gedacht moet worden aan XML (NewsML), personalisatiemogelijkheden en dynamische gegenereerde pagina’s. Deze mogelijkheden zijn niet goedkoop om te implementeren. Veel uitgevers houden echter vast aan de gedachte, dat uitgeven op het web goedkoper is dan in print. Echter, kwaliteitsinhoud is uiteindelijk even duur om te produceren en te verspreiden als niet-webinhoud.

Denk bijvoorbeeld eens aan een belangrijk aspect als het labelen en indexeren van de informatie. Op dit moment is het erg moeilijk om specifieke content (snel) te vinden vanwege het feit dat er zo weinig is geïndexeerd. Hierdoor is een uitgever ervan verzekerd dat zijn publicaties tussen de 230.873. andere zoekresultaten van Yahoo! terecht komen. Als met content geld verdiend moet worden, moet het eenvoudig te vinden zijn. 

Er zijn bedrijven die hier handig op in springen. Het Ierse consultancybedrijf Nua heeft zich op gespecialiseerd in het indexeren en labelen van informatie. Hiervoor heeft ze de suite Nuapublish ontwikkeld.

Inkomstenmodellen voor de toekomst

Syndicatie, pay-per-view en abonnementenverkoop zijn de drie voornaamste modellen die uitgevers aan kunnen wenden om inkomsten te genereren uit webcontent. Hiermee worden sponsor- en advertentiemodellen (deels) losgelaten. 

Het pay-per-view-model wordt steeds vaker geaccepteerd door contentsites. Hierbij wordt afgerekend per gelezen bericht. Het perfectioneren van systemen voor financiële afrekening en rechtenbeheersing en het nauwkeurig kunnen meten van het daadwerkelijk gebruik liggen hieraan ten grondslag. De distributie en gebruik van webinhoud zijn hierdoor goed te monitoren. Bedrijven die dit soort contentmanagement leveren zijn: Qpass, Contentguard, Intertrust en Digital Owl

Het syndicatie-model is erop gebaseerd content ‘versnipperd’ aan te kunnen bieden. Uitgevers kunnen uit een grote vergaarbak met tienduizenden artikelen exact aangeven wat ze uit welke rubriek willen gebruiken. De vergaarbak verzorgt de afrekening met zowel de auteurs als met de uitgevers. Velen geloven heilig in dit distributiemodel. Niche-spelers kunnen nauwkeurig voldoen aan de informatiebehoefte van hun lezers. 

Allison Hartsoe van iSyndicate is overtuigd van de kracht van het syndicatie-model. “Uiteindelijk komt het allemaal wel neer op het indexeren en labelen van informatie. Content voor niche-sites is het belangrijkste dat er is. Je moet echter wel in staat zijn de informatie op het juiste moment, op de juiste manier, aan de juiste mensen te kunnen presenteren. Dat hangt dus af van het onderliggende technische systeem.”

Dit benadrukt weer het belang van goede publishingsystemen. Dit soort prijzige systemen is uiteraard niet voor iedere sitebeheerder weggelegd. 

Het abonnement-model is op het web nooit met veel enthousiasme ontvangen, al zouden uitgevers dat het liefst anders zien. Dit systeem vertoont de grootste overeenkomsten met modellen uit de ‘traditionele’ uitgeefwereld. Mensen nemen niet graag een internetabonnement. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de poging die de New York Times een aantal jaar geleden hiertoe ondernam. Het werd één grote flater. 

Er zijn echter ook successen. De Wall Street Journal heeft meer dan 500.000 abonnees. De WSJ biedt hen een aantal opties, variërend van een dag- tot een jaarabonnement. 

Thomas Baker van Dow Jones Interactive verklaart het succes van de WSJ als volgt. “We besloten eerst, dat iets dat dagelijks vijf- tot zeshonderd mensen kost om te maken, niet gratis zou zijn. Daarna bleven we gewoon eigenwijzer dan iedereen en drukte onze wens om dit model te laten slagen door.” 

Er zijn nog twee bepalende factoren volgens Baker. Mensen zijn erg bezorgd om hun geld en alle informatie daaromtrent. Ze betalen graag om op de hoogte te blijven. Ten tweede is de WSJ een uiterst sterk merk. Dit laatste is een ijzersterk argument voor het abonnement-model. 

Maar wat is het beste?

De uitgeefmarkt is nog steeds sterk in beweging. Uitgevers zoeken constant naar het meest werkbare en werkzame inkomstenmodel. Hét antwoord is nog niet gevonden. Websites zijn meer dan alleen mooie plaatjes. Kwalitatief hoogstaande en doelgerichte content is dus een vereiste voor het slagen van webinitiatieven. De definitie, verspreiding en exploitatie van dit soort content is echter anders dan een decennium geleden.

(dit is een vertaling en bewerking van een artikel van Luke Cavanagh, Seybold)


Vorige artikelen

Nieuwe site IB Groep stelt gebruiker centraal
Internet ondermijnt alle media
Bruikbare sites zijn goud waard
Veranderende journalstiek
Interview met Jakob Nielsen
(meer)


Stay tuned: ontvang de nieuwsbrief

Regelmatig verschijnen er nieuwe artikelen en dossiers op deze site. Wil je niet onnodig terugkeren op zoek naar een up-date? Abonneer je op de gratis nieuwsbrief

In deze nieuwsbrief staat kort nieuws, een beschrijving van nieuwe artikelen en interessante hyperlinks over media, usability en e-publishing.


Tips? Reacties?

Reacties van lezers leiden vaak tot leuke discussies. Vragen, op- en aanmerkingen zijn altijd zeer welkom.

Daarom is de nieuwsbrief tevens een gemodereerde discussielijst. Wanneer geplaatst, wordt feedback altijd anoniem weergegeven.


<Terug naar artikelenindex>
<Terug naar de homepage>