Hollestelle

Onderzoek en publicatie

In de jaren '20 en '30 was David Marinus (D.M.) Hollestelle (Goes 1902) al bezig met genealogisch onderzoek naar de familienaam Hollestelle. In de jaren '30 heeft hij contact gehad met de Thoolse gemeente-archivaris C. Hollestelle. Deze had hem een overzicht gestuurd van de genealogie van de voorouders van D.M. Dit overzicht ging terug tot Hoek in Zeeuwsch-Vlaanderen in 1695. Verder had hij er bij geschreven: "... maar ik geloof toch dat de oudste stam te zoeken is in de omgeving van Borssele en Ellewoutsdijk, waar men de Hollestellepolder vindt". Archivaris Hollestelle had het echter te druk met zijn eigen werkzaamheden om uitgebreid genealogisch onderzoek te doen. Uit de aantekeningen van D.M. blijkt dat hij regelmatig contact heeft gehad met Cornelis en dat deze zelf ook al genealogisch onderzoek had gedaan naar de familienaam.

Na zijn terugkeer uit Nederlands Indië zette D.M. het onderzoek voort. Omdat de doop-, trouw- en begraafregisters van de plaatsen Ellewoutsdijk, Oudelande, Borssele en Heinkenszand als gevolg van hun vernietiging door het bombardement op Middelburg van 17 mei 1940 niet meer aanwezig zijn, heeft D.M. ook met behulp van secundaire bronnen geprobeerd de genealogieën samen te stellen. Naarstig doorzocht hij de oud-rechterlijke archieven van deze plaatsen. Deze archieven, bestaande uit de lokale vierschaar en weeskamerarchieven, leverden het nodige op. Het nadeel van deze secundaire bronnen is dat personen alleen worden genoemd als ze een bepaalde zaak moesten afhandelen ten overstaan van het gerecht, zoals koop, verkoop, leningen, voogdij en testamenten. In DTB-registers komt iedereen voor, omdat geboorte en overlijden en in de meeste gevallen ook huwelijk voor iedereen opgaat.

Met de hulp van de mensen van de Genealogische Werkgroep Zeeland probeerde hij zoveel mogelijk namen te achterhalen. Hij had daartoe in die tijd contacten met de oprichters van de Genealogische Werkgroep Zeeland, de heren P.A. Harthoorn en G.E. op 't Hof. Ook had hij contact met J.J. Polderman, die in Gens Nostra een stukje had geschreven over de geslachtsnaam Hollestelle. Harthoorn meldde in 1964 dat de Genealogische Werkgroep Zeeland van plan was om binnen korte termijn onder meer de genealogie Hollestelle te publiceren. In het boekje Honderd Zeeuwse Families (1967) beschrijft hij ook de familienaam Hollestelle en het genealogisch onderzoek dat D.M. heeft verricht. Harthoorn noemt D.M. zelfs een enthousiaste beoefenaar van de Zeeuwse genealogie en een serieuze medewerker van de Genealogische Werkgroep Zeeland. Behalve zijn eigen familienaam verzamelde hij ook aantekeningen van de familienaam van zijn grootmoeder (De Schipper), haar moeder (Oranje) en andere familienamen van zijn kwartierstaat. Tijdens zijn onderzoek naar zijn eigen familienaam hield D.M. ook rekening met het feit dat de familienamen Hollestelle en Hollepolder en Verstelle elkaars varianten waren, maar sluitende bewijzen kon hij daarvoor toch niet vinden.

Uit zijn aantekeningen blijkt dat D.M. in de jaren 1951-1953 zich het meest intensief met het onderzoek heeft beziggehouden. Zijn nicht Johanna (Jo) Hollestelle (Breda 1915) sloot zich in die tijd bij hem aan. Zij hield zich voornamelijk bezig met het samenstellen van de genealogieën B en D. Na het overlijden van
David Marinus in 1957 en na haar promotieonderzoek over de steenbakkerij in Nederland ging zij verder met deze groepen. In de jaren '70 zocht zij contact met personen van deze groepen. Uit deze contacten bleek dat enkelen van hen ook al incidenteel bezig waren geweest met het verzamelen van gegevens over hun voorouders. Haar broer Hendrik heeft de gegevens van Genealogie E op stencil gezet en vermenigvuldigd.

De achterneef van D.M., Leendert Marinus (Leo) Hollestelle (Goes 1964) raakte door het beschikbare overzicht van zijn genealogie al op jeugdige leeftijd in het onderzoek geïnteresseerd en ging ook op onderzoek uit. Na zijn opleiding aan de archiefschool gaf Johanna in 1986 haar gegevens aan hem over met het verzoek het onderzoek te voltooien. In die tijd was hij werkzaam als hoofd studiezaal van het Rijksarchief in Zeeland te Middelburg en het genealogisch onderzoek was voor hem dagelijkse praktijk.

Met vlagen werkte hij aan het completeren van de vele gegevens die het onderzoek van de twee voorgangers had opgeleverd. Als archivaris zit hij boven op de bronnen en dat leverde vele interessante (aanvullende) gegevens op. Ook tips van collega's en genealogische bezoekers van de studiezalen gaven de nodige aanvullende informatie. De aanschaf van een personal-computer en het genealogieprogramma HAZA-DATA stimuleerden het afronden van het onderzoek enorm.  Door het invoeren van alle gegevens kreeg hij een beter overzicht van de leemten in het onderzoek, terwijl de gegevens gemakkelijker kunnen worden teruggevonden.

In de zomer van 1994 was het onderzoek zover dat er via een mailing een vragenlijst kon worden gezonden aan alle personen met de achternaam Hollestelle in Nederland. Met behulp van telefoonboeken en familie-advertenties in kranten werden zo'n 180 adressen aangeschreven. De vragenlijsten bevatten vragen
over de eigen persoon, de partner, de ouders, kinderen en broers en zusters. Daarnaast waren er nog twee vragen over interessante gebeurtenissen of vermeldingen en oude foto's van voorouders. De mensen kregen drie maanden de tijd om het formulier in te vullen. Heel geleidelijk werden de ingevulde formulieren teruggezonden. Een aantal reageerde eerst telefonisch.

Tevens werd in september 1994 via de computer van de Genealogical Society van de Mormomen informatie opgevraagd over Hollestelle's in de Verenigde Staten, Duitsland en Frankrijk. Helaas leverde dit niets op. Om toch Amerikaanse Hollestelle's op te sporen werd contact gelegd met de werkgroep 'In den Vreemde' die beschikt over de Centrale Registratie Nederlandse Emigrantenfamilies. Dit contact leverde geen concrete informatie op. Met behulp van het telefoonboek van de Verenigde Staten van Amerika (op Cd-rom) werd met twintig naamgenoten contact gezocht, vijf personen reageerden.

In december 1996 was de afronding van het boek zo ver dat alle Hollestelle's in Nederland in de gelegenheid werden gesteld het boek te bestellen. Middels een wervende folder werden meer dan 200 personen opgeroepen een of meerdere exemplaren te bestellen. Er werd de naamgenoten twee uitvoeringen van het boek aangeboden: een gebrocheerd exemplaar voor de prijs van 55 gulden en een ingebonden exemplaar met zilveren letters voor 90 gulden. In eerste instantie werd er uitgegaan van een oplage van 100 exemplaren, maar de respons was zo groot dat het aantal te drukken exemplaren op 250 werd gesteld. In juni 1997 was het boek klaar en konden de verkoop en de verspreiding beginnen.

Intussen was internet opgekomen en daarmee de mogelijkheid om genealogische gegevens via het worldwideweb te publiceren. In 2003 maakte Leo Hollestelle een website op basis van gegevens van het boek. Een website maakt het ook mogelijk snel en eenvoudig mutaties en aanvullingen toe te voegen. Mede door de Wet op de privacy van 2001 werden gegevens van nog levende personen, jonger dan vijftig jaar niet opgenomen.
In 2007 werd de website gerestyled en verder uitgebreid.