Home (klik hier)

I-nieuws (klik hier)

Artikelen (klik hier)

Dossiers

Bibliotheek

Vacatures (klik hier)

Nieuwsbrief (Klik hier)

Contact (klik hier)

Links (klik hier)

Hoofdstuk 1

INLEIDING

"Je kunt Internet het best visualiseren als een eindeloze hoeveelheid lege vaten die met elkaar in verbinding staan. Het gaat erom wat je erin stopt. Met de juiste software kun je op Internet alles laten gebeuren. De mogelijkheden zijn alleen begrensd door onze fantasie."

- Vinton Cerf in NRC Handelsblad, 9 juli 1999 -

Index

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 8

Bibliografie

De mediageschiedenis lijkt zich te herhalen. Een paar eeuwen geleden werd de boekdrukkunt uitgevonden. Het lezen en maken van boeken en pamfletten was niet meer voorbehouden aan een kleine, elitaire groep. De grote massa kon gaan genieten van het werk van geleerden, romanschrijvers en oproerkraaiers. Voordat het echter zover was, moesten eerst de techniek en distributiemethoden verfijnd worden.

Dezelfde ontwikkeling doet zich nu voor bij nieuwe media als het internet. De technische mogelijkheden zorgen al een paar jaar voor roering in veel branches. Velen weten niet hoe ze zich op moeten stellen ten opzichte van het medium: is het een kans of een bedreiging? Vooralsnog profiteren vooral de bedrijven die in de informatietechnologie werkzaam zijn; de technisch faciliterenden. Maar wat is techniek als het niet kan worden aangewend voor ‘algemeen nut’?

De inhoud die op internetsites geboden wordt, zal het succes van het achterliggende bedrijf gaan bepalen. Zoekmachines renderen niet meer alleen vanwege de zoekcapaciteiten. Mensen komen terug naar dit soort sites, omdat ze er lokaal nieuws, weer en verkeer on line kunnen volgen. Daarnaast kunnen ze uitgaanstips vinden, het woningaanbod in de regio bekijken of een vakantie plannen en boeken. Kortom, de techniek maakt het mogelijk op één plaats op het web unieke, functionele inhoud te vinden. Wanneer deze informatie gekoppeld wordt aan persoonsprofielen worden ontelbare persoonsgerichte toepassingen mogelijk. 

Het web vormt op dit moment voor vooral uitgevers een bedreiging. Het verspreiden van informatie is niet meer voorbehouden aan deze (in aantallen) kleine groep. Op het internet is iedereen in potentie een uitgever. Het verschil ligt in de (vak)technische know-how en de financiele slagkracht. Uitgevers experimenteren al ruime tijd met hypertekst- en multimediamogelijkheden. Artikelen worden aan elkaar gelinkt wanneer dat relevant lijkt. Soms wordt redactionele inhoud al gekoppeld met audio-visueel materiaal. De toename van de beschikbare bandbreedte zal deze mediaconvergentie alleen maar versnellen. On-line nieuwsdiensten zoals CNN.com en News.com maken veelvuldig gebruik van de linkmogelijkheden van het web. 

Tijdens mijn studie zag ik me dagelijks geconfronteerd met het feit dat dit soort nieuwsdiensten hun publicaties voorzien van hyperlinks naar aanverwante artikelen: ‘related stories’. Dat deed de vraag rijzen naar de waarde van deze verwijzingen. Verrijken ze de tekst of leiden ze juist de aandacht af van de hoofdtekst? Zorgen hyperlink voor een vollediger beeld van een nieuwsfeit of verwarren ze de lezer met een overdaad aan informatie? Deze en andere vragen leidden tot het formuleren van de onderzoeksvraag. 

De onderzoeksvraag in deze scriptie luidt: "Ontstaat er verschil in tekstbegrip, en daarmee in het bereiken van het leesdoel, wanneer een informatieve tekst in een hypertekstuele structuur wordt aangeboden met verschaffing van de context van een bericht en zonder verschaffing van de context."

Deze vraag zal in deze scriptie worden uitgewerkt en beantwoord. Hiertoe zullen twee deelonderzoeken worden gedaan. Het eerste onderzoek bekijkt of artikelen die als aanverwante worden gekenmerkt daadwerkelijk aan elkaar gerelateerd zijn. Onderzocht zal worden of de verschillende verhalen elkaar inhoudelijk overlappen. Wanneer dat het geval is, zal worden gekeken op welke gebieden en in welke mate deze zich voordoen en of ze relevant zijn. Met het tweede deelonderzoek zal getracht worden een antwoord te vinden op de vraag of het leesdoel in gelijke mate vervuld wordt bij wel en niet gecontextualiseerde artikelen. Hiermee kan worden aangetoond, dat het verschaffen van hyperlinks in de marge van een artikel te rechtvaardigen is vanuit functioneel oogpunt.

In de twee hierop volgende hoofdstukken wordt in ruwe lijnen het umfeld geschetst waarbinnen het onderzoek zich afspeelt. "Bestaat er zoiets als ‘de informatiemaatschappij’, hoe veranderen de huidige media onder invloed van nieuwe technologieen? en hoe maken oude media gebruik van nieuwe technieken?". Deze en andere vragen komen in de hoofdstukken 2 en 3 aan bod en worden met voorbeelden geïllustreerd. 

Als onderzoeksobject worden nieuwsberichten van on-line media genomen. Daarom zal in hoofdstuk 4 een analysemodel voor krantenberichten worden uitgewerkt. Als uitgangspunt hiervoor dient een universeel model voor nieuwsberichten van Teun van Dijk. Dit zal op twee niveau’s worden geconcretiseerd omwille van het onderzoek: de syntactische en semantische betekenis van de constituerende elementen. 

Waar hoofdstuk 4 de basis vormt voor het onderzoek naar overlappingen in teksten, richt hoofdstuk 5 zich op tekstbegrip en het vervullen van het leesdoel bij beeldschermteksten. Dit is de basis van het tweede deelonderzoek. Hier wordt aandacht besteed aan het formuleren van leestaken, het managen van zoektaken, het ontstaan van tekstbegrip en hoe dit leidt tot het vervullen van het leesdoel. Vervolgens zal op basis van deze informatie de opzet van de onderzoeken worden geconcretiseerd (hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 worden de resultaten weergegeven. Het laatste hoofdstuk (8) is ingeruimd voor de conclusies en discussie. 

Met deze scriptie is getracht een actuele benadering van (het lezen van) van webteksten te geven. De focus ligt hier niet op coherentie en cohesie, interface-aspecten of (infra)structurerende elementen van beeldschermteksten. Er is gekozen voor een benadering waarbij multimediale en hypertekstuele aspecten van webteksten en de bijbehorende mogelijkheden worden belicht. Hierbij is gewerkt met zo recent mogelijke literatuur.