






| |
Cornelis GRIEP (1896-1983)
Huisarts te Heinkenszand en Goes,
oprichter ziekenfonds Zuid- en Noord-Beveland |
 |
Cornelis
(Kees) Griep wordt geboren op 29 augustus
1896 te Rilland-Bath, als oudste zoon van Willem
Griep en van Adriana
Verplanke. Zijn ouders wonen in het gemeentehuis van Rilland-Bath,
en daar brengt Kees zijn jeugd door.
Na de lagere school bezoekt hij de H.B.S. in Bergen op Zoom. Destijds was
de reis van Rilland naar Bergen op Zoom een hele onderneming. Aangezien er
nog geen weg langs de Kreekrakdam liep, was men aangewezen op vervoer per
spoor. Er gingen echter maar vier treinen per dag richting Bergen op Zoom,
dus als Kees de trein had gemist betekende dat een modderige wandeling
langs de voet van de Kreekrakdam, met de fiets aan de hand. |
VAN PROVINCIE
NAAR DE GROTE STAD
In 1914 wordt Kees ingeschreven
als student geneeskunde aan de Gemeente-universiteit van Amsterdam. Hij is
hiermee waarschijnlijk de eerste Griep die gaat studeren.
De overgang van het dorp Rilland
naar de stad Amsterdam is uiteraard groot, en om beter thuis te raken in
het studentenwereldje en mensen te leren kennen wordt hij lid van de
studentenvereniging U.S.A. (Unitas Studiosorum Amstelodamensium)
Nadat hij de kennismakingstijd met goed gevolg doorstaan heeft, wordt hij
op 31 oktober 1914 als lid opgenomen.
Op 24 mei 1922 wordt hem het
artsendiploma uitgereikt.
|
Het studentenleven tijdens de
eerste Wereldoorlog.
Diner ter ere van de eerste dies natalis van de
U.S.A, 26 februari 1915. |

|

Dat Kees ook ten
volle van het studentenleven genoten heeft blijkt uit bovenstaand stukje
uit de U.S.A. almanak van 1919. |
 |
'Geslaagd voor het kandidaatsexamen !'
Kees mag het kaartje voor de fotograaf vasthouden. |
Tijdens zijn studie raakt
hij bevriend met Paul Duinker, afkomstig van Vlieland. In het huis van de
familie Duinker aan de Overtoom 309 te Amsterdam ontmoet hij zijn toekomstige
echtgenote, de zus van Paul.
Cornelia
Anna Duinker (Corrie,
Cor) is op 26 november 1896 geboren te Vlieland als dochter van Nanning
Willem Duinker en van Maria Rab.
Corrie Duinker heeft zich , na de H.B.S. te Harlingen te hebben voltooid,
ingeschreven aan de Kweekschool te Amsterdam. Na het afronden van deze
opleiding, in 1917, gaat ze nog enige tijd werken als onderwijzeres in
Oudendijk. Het valt haar niet mee om op afstand van haar geliefde te wonen, en
in die periode schrijven Cor en Kees elkaar vrijwel dagelijks een brief of een
kaartje.
En maand na het afstuderen van Kees is het echter zover: op 27 juni 1922 trouwt
Cornelis Griep te Amsterdam met Cornelia Anna Duinker.

Tijdens de studie te Amsterdam |

Cornelia Anna Duinker op
Vlieland, 1921 |


|
HUISARTS
TE HEINKENSZAND
Enkele
dagen na zijn huwelijk, op 1 juli 1922, vestigt Cornelis Griep zich als
huisarts te Heinkenszand. Als gemeentearts van Heinkenszand wordt hem een
jaarwedde van fl 1000,- toegekend, met een pensioengrondslag van fl 750,-.
Naast zijn praktijk
is hij al spoedig actief op het gebied van het medische verenigingsleven
en van de maatschappelijke gezondheidszorg. Hij en zijn echtgenote werken
mee aan de plaatselijke Moeder- en Bakercursus, en hij is een van de
eerste Zeeuwse artsen die een consultatiebureau voor zuigelingen opent.
Daarnaast is hij een
van de oprichters van de Vereniging voor Ziekenhuisverpleging (later ZHV)
en (samen met zijn collegae Looijen en Planteijdt) van het Ziekenfonds
voor Noord- en Zuid-Beveland.
Tevens wordt hij voorzitter van de plaatselijke muziekvereniging 'Euterpe',
en voorzitter-regisseur van de toneelvereniging "Kunst naar
Kracht" (opgericht in 1926).
Moeder- en Bakercursus te Heinkenszand,
1923
|
DE
PRAKTIJK GEMOTORISEERD
De patiënten in het dorp
Heinkenszand zelf zijn te voet bereikbaar, maar veel mensen wonen op de
boerderijen in de (wijde) omtrek van het dorp.
De meeste dorpsdokters maken in die tijd nog gebruik van een koetsje, maar
Kees houdt niet van paarden, en koopt al snel een motorfiets.
Op de onverharde dijken
is zo'n ongeveerde motorfiets niet het meest comfortabele vervoermiddel.
Zeker in de winter niet, als het glad is.
Als hij na een slip onderaan de dijk terecht gekomen is vindt zijn vrouw
het genoeg geweest. De eerste auto wordt aangekocht, een Ford model T. Het
persoonlijk kenteken is K-3418.
Een rijbewijs "halen" is in die tijd slechts een administratieve
handeling, een rijexamen is niet nodig.
Afgezien van twee
uitstapjes naar het merk Opel (volgens Kees: "rotauto's") blijft
hij de rest van zijn leven een trouwe Fordrijder.
Voor de autoliefhebbers
onder ons: klik hier
om naar een pagina te gaan met foto's van de Ford's die Cornelis Griep
tijdens zijn leven versleten heeft.
|

|

Het huis aan het Clara's Pad te
Heinkenszand, 1937
(voor het hek staat de 4-jarige Willem Griep)
BUITENLANDSE
REIZEN
In
tegenstelling tot zijn ouders is Kees behoorlijk reislustig. De praktijk
gunt hem niet veel vrije tijd, maar een of twee maal per jaar worden de
koffers in de auto geladen en trekken ze over de grens.
Al in 1926 schrijven ze zich in voor een reis met de Nederlandse
Reisvereniging naar Parijs en Grenoble. De jaren daarna reizen ze naar België, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk en Italië. Regelmatig bezoeken
ze de zus van Cor, Nettie Duinker, die getrouwd is met Wilhelm Hergesell,
en in Duitsland woont.
De foto hiernaast is genomen rond 1930, vlak voor de Brennerpas.
|

|

Cornelis Griep en
zijn echtgenote Cornelia Anna Duinker,
met hun dochters Attie (1928) en Iet (1923)
21 maart 1929 |
Cornelis Griep en Cornelia Anna
Duinker krijgen, te Heinkenszand, vijf kinderen:
Maria Adriana (Iet, 1923-2004), Willem
(1925, na 14 dagen overleden), Adriana
Nanette Maria (Attie, 1928), Nanette Willy (Nannie,
1929) en Willem (Pim, 1933). |
DE TWEEDE WERELDOORLOG
Bij het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog wordt er in de openbare lagere school van Heinkenszand een
noodhospitaal ingericht. Cornelis Griep krijgt de leiding hierover, en mag zich
gedurende enige jaren 'ziekenhuisdirecteur' noemen.
Al snel sluit hij zich aan bij de estafette van het Medisch Contact, en bij de
ondergrondse. Als arts heeft hij een relatief grote bewegingsvrijheid, en hij
weet meerdere Engelse piloten een onderduikadres te bezorgen op een van de
boerderijen in de omgeving.

Op 29 augustus
1944 wordt hij echter door een van zijn dorpsgenoten verraden, en als politiek
gevangene overgebracht naar de gevangenis in Middelburg. Ook de vriend van zijn
dochter Iet, Geert van Dijke, die toevallig aanwezig is, wordt gevangen genomen.
Het huis van de familie Griep aan het Clara's Pad wordt gevorderd door de
bezetter, en zijn vrouw en kinderen vinden tijdelijk onderdak bij vrienden, de
familie Mes (Mr. Dr. A.J.J.M. Mes was in die tijd burgemeester van Heinkenszand).
Gebruik makend van de verwarring op Dolle Dinsdag (5 september 1944) weet hij te
ontsnappen, en vlucht te voet van Middelburg, over de Sloedam naar Lewedorp.
Daar komt hij een van zijn patiënten tegen, die hem een fiets leent. Per fiets
bereikt hij zo Heinkenszand, en duikt zelf onder.
Op 27 oktober 1944 is het dan
eindelijk zo ver !
Heinkenszand wordt door de Royal Hamilton Light Infantry van het Canadese
leger, onder bevel van Lt. Col. W.D. Whitaker, bevrijd.
Voor Kees, die al werkt als
keuringsarts bij 'Centraal Beheer' (zie hieronder), een dag die
hem om meerdere redenen lang zal heugen.
Als gevolg van de beschietingen zijn er een aantal gewonden gevallen. Zijn
opvolger in Heinkenszand, P. Staverman, heeft echter veel last van een
maagzweer, en om die reden springt Kees bij. Terwijl Piet Staverman een
bevalling doet bij de familie van Biezen, probeert Kees buiten het dorp de
gewonden te verzorgen. De heenweg verloopt zonder problemen, maar als hij
onder hevige beschietingen probeert terug te keren
heeft hij minder geluk. Hij wordt getroffen door een granaatscherf en
breekt zijn been.
Hij wordt met veel moeite vervoerd
naar het ziekenhuis in Goes, maar daar heeft men geen
operatiefaciliteiten. Pas na een barre tocht naar het Gasthuis in
Middelburg (waarbij hij de Sloedam weer passeert, maar nu gedragen op een
brancard) kan hij geopereerd worden, en is het ergste leed geleden !
|

|
CONTROLEREND
GENEESHEER

In 1942 doet hij, om
persoonlijke redenen, de praktijk over aan dokter Staverman, en wordt
controlerend geneesheer bij Centraal Beheer. Hij krijgt ook een "auto van
de zaak", een Fiat, die in verband met de schaarste aan brandstof uitgerust
is met een gasgenerator. Het aanvangssalaris wordt bepaald op fl. 7000,- per
jaar, te verhogen met fl 500,- per jaar.
Klik hier
voor het dankwoord dat hij uitspraak bij zijn afscheid op 1 augustus 1942. De
toespraak had misschien iets korter gekund, maar geeft wel een aardig inzicht in
de gedachtewereld en de ideeën van Kees Griep.
Het werk als controlerend
geneesheer bevredigt hem echter maar weinig, hij voelt er niets voor om steeds 'politieagent' te spelen.
In 1945, Zeeland is dan al bevrijd, verhuist het gezin van Heinkenszand naar
Goes, naar de Wilhelminastraat 3. Op dit adres huisvest het gezin Griep nog
verschillende malen ingekwartierde militairen, onder meer van de Irene Brigade.
De onderstaande foto is gemaakt toen twee militairen nog eens langskwamen op hun
oude inkwartieradres.

Voor het huis aan de
Wilhelminastraat 3 te Goes, 1946
 |
HUISARTS
TE GOES
Als hij in 1947 de
praktijk van dokter Looijen kan overnemen, grijpt hij deze kans met beide
handen aan.
Het gezin verhuist van de Wilhelminastraat naar de praktijkwoning aan de
Ganzepoortstraat 6 te Goes.
Direct na de oorlog
wordt hij voorzitter van de afdeling 'Noord- en Zuid-Beveland van de
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunde' (KNMG).
Van 1964 tot 1970 is hij voorzitter van 'zijn' ziekenfonds.
Ook geeft hij E.H.B.O.-
lessen, en is vele jaren lang werkzaam als examinator.
Ganzepoortstraat 6 te Goes
|
De huur van de woning aan de
Ganzepoortstraat te Goes wordt opgezegd, en Kees ziet zich genoodzaakt een
andere (praktijk)woning te
zoeken. In 1958 verhuizen ze naar de Stationsweg 29 (later F.Q. den
Hollanderlaan 29), een fraai ruim huis met voldoende ruimte voor spreek- en
wachtkamer.
In 1964 neemt zoon Willem Griep de praktijk over. Willem woont vanaf 1963, na
zijn afstuderen, met zijn echtgenote en twee kinderen enige tijd bij zijn ouders
in, totdat deze een nieuwe flat aan de Valckeslotlaan 113 te Goes betrekken.
Kees blijft als keuringsarts nog wel spreekuren doen in het huis van zijn zoon.
Als het spreekuur van zijn zoon 's ochtends wat uitloopt kan het soms spitsuur
zijn in de wachtkamer !

Frans den Hollanderlaan
29 |

Kerstmis 1963
(v.l.n.r. Cornelia Duinker, Cornelis Griep,
Maatje de Graag, Willem Griep en kleinzoon Cornelis).
|
GOESE OPERETTE
VERENIGING
In 1959 pakt Kees
een van zijn hobby's weer op: hij wordt regisseur van de Goese Operette
Vereniging.
Het boekje 'Een Genotvolle Avond - Goese Operette Vereniging
1945-1995' van Frans P.J. Doeleman bevat de volgende passage:
"Hij was bezeten van operette", weet Annie Wijnands te
vertellen, "hij nodigde ons mee te gaan naar de operette in
Antwerpen. Die auto stonk altijd naar de sigarenrook. Hij wist er wel wat
van hoor, maar hij kon zich niet zo goed uiten, zei de dingen soms zo
ongelukkig, dat je dacht, oh, hij meent het niet zo als hij het
zegt".
Leo van Loenhout, die in 1961 als jongetje voor het eerst meedeed, legt
uit: "Dokter Griep gaf aanwijzingen als: zeg dinge, als jij nou van
dinge naar dinge loopt, ja, ik bedoel jou, Annie".
Zijn eerste regie betrof "Madame de Pompadour" van Leo Fall.
In 1970 houdt hij het, met het oog op zijn leeftijd, voor gezien. Hij
wordt als dank voor zijn inzet benoemd tot erelid van de GOV. Ook na die
tijd heeft hij, samen met zijn echtgenote, nog menig voorstelling van de
Goese Operette Vereniging bijgewoond.
Hiernaast is hij lid van de Goese
sociëteit 'Van Ongenuchten Vrij', (opgericht in 1806) alwaar
hij, eerst in het Schuttershof, en later in het ZLM-gebouw aan de Grote
Markt, graag een spel bridge speelt.
|

|
HULDIGING
Op 30 april 1969 wordt
Cornelis Griep, vanwege zijn maatschappelijke verdiensten, benoemd tot Ridder in
de Orde van Oranje-Nassau.
In 1970, hij is dan 73 jaar oud, beëindigd hij al zijn bestuursfuncties, en gaat
het wat kalmer aan doen. Hij blijft dan nog werken als keuringsarts voor een
aantal bedrijfsverenigingen. In 1972 viert hij zijn 50-jarige artsjubileum.
Bij de opening van het nieuwe ziekenfondskantoor
van het ziekenfonds Midden-Zeeland in Middelburg, in 1975, wordt in
de hal een bronzen borstbeeld onthuld van de oprichter van het ziekenfonds
Zuid- en Noord-Beveland. Het beeld krijgt een plaats naast dat van dokter Staverman, chirurg uit Vlissingen, die lange tijd voorzitter van het
ziekenfonds Walcheren was geweest. Het kunstwerk is vervaardigd door de
Middelburgse beeldhouwer Peter de Jong. |

|

Feest ter ere van het 50-jarig huwelijk van
Cornelis Griep en Cornelia Anna Duinker,
27 juni 1972, gevierd in Slot Ostende te Goes
(rechts naast Kees zit zijn moeder, Adriana Verplanke, dan 91 jaar oud)

De 80ste verjaardag
van Kees Griep,
29 augustus 1976, in de flat aan de Valckeslotlaan.
Er zullen overigens niet veel mensen zijn wiens 80ste verjaardag
bijgewoond wordt door hun moeder !
De bruine kleur van de oorspronkelijk witte muren is veroorzaakt door een
andere liefhebberij van Cornelis:
Agio 'Gouden Oogst' sigaren.
|

Op 29 december
1981 wordt, omwille van zijn daden tijdens de Tweede Wereldoorlog, aan
Cornelis Griep het Verzetsherdenkingskruis toegekend. |
Cornelis Griep, 1969 |
DE
MOEILIJKE LAATSTE JAREN
Cornelia
Anna Duinker begint
steeds meer tekenen van dementie te vertonen, en moet opgenomen worden in
verpleeghuis 'Ter Valcke' in Goes. Na een lang ziekbed overlijdt
ze daar, op 30 december 1979.
Aangezien Kees problemen heeft met de steile trap naar zijn flat aan de
Valckeslotlaan, verhuist hij na het overlijden van zijn vrouw naar een
serviceflat in "De Horst" te Goes. Als gevolg van een val breekt
hij zijn heup, en ook hij moet uiteindelijk opgenomen worden in 'Ter
Valcke'.
Hij overlijdt op 87-jarige leeftijd, op 29 oktober 1983. Evenals zijn
echtgenote wordt hij gecremeerd te Middelburg.
|
Deze
pagina is voor het laatst gewijzigd op 1 augustus 2007. © C. Griep. |