Dag 36 Dinsdag 08-11-2005 (F)
Chiang Khong - XiengKok (boot)

Om 10:00 wagen we de Mekong-oversteek van Thailand naar Laos. De fietsen kunnen gewoon mee achterin de kleine sloep en na de nodige stempels en serieuze blikken van hoge petten dragende officials zijn we in Laos. In het straatje vanaf de douane omhoog worden we meteen benaderd door handelaren die ons een bootreis aanbieden. “Willen jullie naar PakBeng en Luang Prabang?” Euhh, nee naar XiengKok, kan dat ook? Moeilijke blikken, …6000Bat (120euro). We besluiten nog even verder te lopen en in de hoofdstraat is bij een andere tent de prijs al gezakt naar 4000bat. Als de eigenaresse echter haar man erbij haalt om alles te regelen blijkt dit de man te zijn van de 6000bat. Gezichtsverlies als hij ons nu de boottrip voor 2000 minder verkoopt. Hij loopt strak langs ons heen en begint te overleggen met de vrouw. Er wordt wat heen en weer gebeld en vervolgens komt hij met een prijs van 4500bat. We voelen ons belazerd en doen moeilijk. Er valt echter niet meer te onderhandelen en we fietsen vriendelijk lachend weg…ook dit heeft geen effect.
In het boekje van Bernadette Speet (tips voor fietsreizen in Laos)hadden we gelezen dat er 3km ten noorden van Huay Sai een aanlegsteiger is voor speedboten naar het noorden. We gaan op de fiets een kijkje nemen en na wat navraag vinden we het bij een klein busstationnetje. Hier is de prijs wel 4000bat (nog steeds veel geld, maar vooruit, het is volgens de LonelyPlanet reisgids wel de normale prijs). De fietsen worden met een lang stuk touw vastgesjord aan de geel rode speedboot en nadat de bootsman nog even overlegd heeft met de dame van het busstation (over zijn betaling) vertrekken we. Een GIGANTISCH kabaal breekt los. De motor is er een van het powerboot type en dat zullen we weten ook! We vliegen over de Mekong rivier die er van dichtbij toch een stuk wilder uitziet dan vanaf de kant. Draaikolken, rotspartijen, ze schieten langs ons heen. Bij de stroomversnellingen zie je soms het het hoogteverschil in het water, wij vliegen er tegenop. Loes baalt als een stekker dat ze haar herriestoppers is kwijtgeraakt en ik baal als een stekker dat ik niet iets warmers heb aangetrokken. Het begint immers te regenen en met 60 km/u waait het behoorlijk hard. Klappertanden in de tropen, het kan dus.
Dan een harde klap en een schurend geluid gevolgd door een stilte. De boot minders vaart en we drijven naar de zijkant van de rivier. De bootsman spring overboort en vraagt mij de boot even vast te houden. Er blijkt een stuk schroef afgebroken te zijn…Geen nood, er wordt een spoedreparatie uitgevoerd en binnen no-time varen we verder met een nieuwe schroef. Het landschap is overweldigend en maakt veel goed. We zien dorpjes die alleen met de voet (en over water) bereikbaar zijn. Verder is het een grote ongerepte wildernis zowel aan de kant van Laos als die van Birma. Opvallend zijn de vele Chinese goederenboten die we passeren, ongelofelijk dat die schippers met zulke grote schuiten de draaikolken en stroomversnellingen kunnen trotseren. Echte watercowboys. Na ruim drie uur stuiteren leggen we aan bij een klein dorpje. Dorpelingen kijken ons verbaasd aan terwijl wij met suizende oren de wielen in de fietsen klikken. Als de tassen er eenmaal goed op zitten komt er een dame op ons af. Zoeken jullie een slaapplek vraagt ze in gebarentaal? We lopen met haar mee en huren een houtenhutje op een vrijwel verlaten graslandje langs de rivier. Als ‘s avonds het noodaggregaat aangaat eten we een karige rijsthap in “Het wapen van XiengKok” een schaarsverlichte schuur/restaurant. Met een Beerlao ernaast smaakt het ons prima. We wisselen nog wat woorden frans met een dronken Lao die vertelt dat zijn vriendin in Vientiane woont. Op de achtergrond rijden er regelmatig vrachtwagens langs zowel met als zonder verlichting. In de reisgids lezen we dat deze plaats een berucht centrum is voor de handel in amfetamine en opium. We kunnen het ons goed voorstellen gezien de afgelegen locatie tussen China, Birma (Myanmar) en Thailand. We zitten nu dus in de echte goudendriehoek!

Dag 37 , woensdag 09-11-2005 (L)
XiengKok – Muang Sing (72 km)

Na een onrustige nacht heel rustig gewacht tot het stopte met regenen. Xieng Kok is een bijzonder dorp maar om er een rustdag te houden is een beetje veel van het goede. Gelukkig stopte het om half tien met regenen en konden we weg. Het is niet meer zo warm als in oktober, dus de middag kunnen we gewoon doorfietsen. De route was makkelijk te vinden, er gaat welgeteld een weg uit Xieng Kok! Deze weg staat als een rode, dikke (snel)weg op onze kaart aangegeven maar het is toch echt een gravelweg met behoorlijke stukken steenslag en modderpoelen. In het regenseizoen is er dus helemaal geen weg naar dit dorpje, dan kun je alleen met de boot. Dat is even wennen voor ons in Utrecht wonende Nederlanders!
In Xieng Kok vielen we ls falangs al behoorlijk op, maar in de dorpjes er vlakbij nog veel meer. Hier komen waarscijnlijk niet zoveel fietsers. De eerste dorpjes moeten we wel even slikken, Laos is echt veel armoediger dan Thailand. Mensen wonen en gevlochten hutjes op palen van 2 bij 3 meter, ik vraag me af hoeveel mensen er maximaal in zo’n hutje kunnen slapen. Veel kinderen die we zien hebben geen kleren aan, kinderen die wel een kledingstuk aan hebben, hebben vaak hetzelfde aan. Er worden hier gelukkig nog wel hulppakketten afgeleverd! De eerste paar dorpjes zijn het armoedigste en zien we de meeste aphatische mannen. Volgens de LP is een op de 10 mensen in dit gebied opium verslaafd, dit zijn vrijwel alleen mannen. In deze dorpjes maken we ook voor het eerst mee dat kinderen niet alleen uit lol met ons meerennnen maar ook handjes uitsteken en op de tassen tikken, bedelen dus.
Na ongeveer 35 km fietsen we door een groter dorp. Hier is een school en zien we kinderen in uniformen naar school lopen, aan de andere kant van de weg lopen meisjes van dezelfde leeftijd in klederdracht met zwaar beladen hangmanden aan hun hoofd. Fijn om te zien dat kinderen weer kleding hebben en dat er sommigen naar school gaan, maar jammer dat dit niet voor iedereen geldt. Het kan ook niet anders in een land met een analfabetisme van 47.2% en waarvan meer dan de helft van de bevolking onder de armoedegrens leeft. Echt honger hebben we overigens gelukkig niet gezien, kleefrijst is er genoeg en dat is voedzaam.
Na Muang Long blijft het arm, maar minder troosteloos als de eerste dorpjes. Meer lachende en spelende kinderen, meer mensen die groeten. De dorpjes langs de weg hebben hier ook een dorpskraan waar iedereen water vandaan haalt en zich wast. We hebben het gevoel door een openluchtmuseum te fietsen. De mensen hebben geen klederdracht aan voor de toeristen want die komen hier vrijwel niet, maar omdat ze nog echt op deze wijze leven. We zien ook nu duidelijke verschillen tussen de klederdrachten. Veel zwarte stof met verschillende kleuren borduursels en banden, de hoofddeksels zijn totaal verschillend. In de dorpjes zien we regelmatig meisjes borduren, al deze kleding is natuurlijk handwerk. Ook zien we in een aantal dorpjes meerdere vrouwen in topless klederdracht. Wel grappig dat de men de toeristen vertelt om vooral blote knieen en schouders te vermijden ;-) Ik besluit bij deze om in heel Laos niet moeilijk te doen en gewoon in fietsbroek (met blote knieen!) te fietsen.
Na zo’n 50 km zijn we het stuiteren op de fiets en vele modderplassen wel zat, wat fietst dat langzaam zeg! Maar we komen gelukkig ruim voor het donker aan in Muang Sing, weer een heel andere wereld dan de kleine dorjes. Dit plaatsje heeft meerdere guesthouses en restaurantjes en er is ook nog een een of andere feestweek, dus dubbel pret. Maar we zijn goed versleten na deze dag zwaar fietsen en de vele nieuwe indrukken die we hebben gekregen. We genieten van een bord fried rice en nog meer van de Beer Lao en daarna hobbelen we naar ons bed voor die nacht.

Dag 38 Donderdag 10-11-2005 (F)
Muang Sing (rustdag)

Na de enerverende tocht van gisteren besluiten we even lekker uit te slapen. Het regent ook lichtjes en dat is voor ons het perfecte excuus. Ik pruts wat aan de fietsen en ‘s middags doen we nog een dutje. Rond een uur of vier fietsen we nog even naar een nabijgelegen tempel op een heuveltop en bekijken we het dorpsleven. Er is een soort van kermis in Muang Sing en ook hier zien we de grote (Thaise) eenvormigheid. De hele straat is gevuld met dezelfde attractie! Pijltjes gooien naar een ballonnenmuur. We eten bij een klein restaurantje aan de straat als ik plotseling psss hoor. Ik kijk op en zie een groezelige Hmong (bergvolk)man. Ik probeer hem te negeren maar hij blijft me indringend aankijken. Ik kijk terug en hij maakt een zuigend gebaar met zijn mond, “opium?”. Ik knik nee en neem nog een hap rijst. Als ik op kijk is hij verdwenen. Tegen het eind van de maaltijd komt ere en andere man naast de tafel staan. Hij tuurt naar het bodempje soep wat nog in mijn kom zit en gebaart of hij het mag hebben. Op dat moment wordt er nog een schaal mini-loempiaatjes gebracht die we ook nog hadden besteld. We geven de man de restanten soep en een loempiaatje. Hij hurkt neer bij de weg en eet het op. Deze man heeft niets meer te verliezen. We voelen ons echt rot.

Dag 39 , donderdag 11-11-2005 (L)
Muang Sing – Luang Nam Tha (60 km)

We zijn benieuwd hoe deze tweede fietsdag eruit zal gaan zien. Informatie over het wegdek hebben we al; oud en soms opgelapt asfalt. Als we Muag Sing uitfietsen is het inderdaad even hobbelen, maar al snel wordt het heerlijk sjeesasfalt. De weg is blijkbaar net flink onder handen genomen! We kunnen dus onbezorgd om ons heen kijken en genieten van de eerste bergen die we zien (wellicht zijn het heuvels, om te fietsen zijn het bergen;-). Vrijwel overal waar we kijken zien we groene beboste bergen. Er is bijna geen verkeer, de mensen die op het veld werken gaan lopend met de werktuigen in de hand. Als we verder fietsen komen we een enkel trekkerkarretje tegen, overvol beladen met mensen natuurlijk. Dan denk je dat het heerlijk stil is zo zonder bebouwing en verkeer, maar nee, de brulkikkers en brulkrekels zijn aanwezig en doen hun naam eer aan. De weg slingert door de heuvels/bergen langs een riviertje, de Nam (=rivier) Tha. De naamgeving is wel grappig, voor de naam van iedere rivier, dorp of stad zetten ze ook het woord river, dorp en stad. En bijna iedere provincie heeft als hoofdstad een plaats met dezelfde naam (vaak overigens ook de enige stad van die provincie). Deze dag fietsen we dus door de Luang Nam Tha provincie naar de stad Luang Nam Tha. Deze provincie bestaat voor 99% uit jungle. Dat geloven we wel, zo af en toe zie een een dorpje tegen een bergwand geplakt of soms langs de weg. Hele kleine dorpjes en heel natuurlijk, vrijwel alles is van hout en riet gemaakt. De huizen natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld de watertoevoer, de waslijn en de voetbal bestaat uit deze materialen.
Dichterbij Luang Nam Tha worden de dropjes groter en zien we weer wat brommers en een enkele bejaarde pickup op de weg. En dan zien we opeens een supersonische stuwdam! Dat is wel even anders dan de houten hutjes die we op de uren daarvoor hebben gezien. Laos schijnt de batterij van ZO Azie te willen worden en krjigt daarvoor ook financiele hulp. Klinkt wel goed, dan is het misschien ook wel te regelen dat de Laotianen zelf ook elektriciteit krijgen.
We komen lekker vroeg aan in Luang Nam Tha, dus hebben alle tijd om even Luang Nam Tha te verkennen. Luang Nam Tha heeft zowaar internet, wel heel duur en heel langzaam, maar weer even contact is altijd weer erg leuk. In het internetcafe is alleen een computer met internet dus we mailen even om en om. In de tussentijd praten we wat met de jongen die er werkt en verbazend goed Engels spreekt. Het internetcafe blijkt van zijn broer te zijn en hijzelf is student engels en informatica en woont in Luang Prabang. Hij is bijna klaar met informatica, hier kan hij goed aan zijn scriptie werken. Hij komt duidelijk uit een familie die het aardig voor elkaar heeft. Hij heeft overigens ook een verdacht Chineez uiterlijk en vraagt ruim 5 dollar voor 2 uur mailen, met hem komt het ook wel goed!

Dag 40 Zaterdag 12-11-2005 (F)
Luang Nam Tha - Udomxai (120 km)

We fietsen het provinciehoofdstadje uit door de velden. Iedereen druk in de weer met het uitslaan van de rijst. De weg is niet al te best met vele stukken aangekoekte blubber en steenslag. Na enkele km’s wordt de weg volledig onverhard en zien we “werk in uitvoering” borden. Chinese arbeiders zijn bezig met het metselen van nieuwe muurtjes en afwateringsgootjes. Wij hobbelen verder over de funderingslaag. Af en toe passeren er grote “Kamaz” vrachtwagens die ons achterlaten in een rode stofwolk. Het landschap is geweldig mooi en wordt steeds heuvelachtiger. We klimmen geleidelijk. Als deze weg eenmaal klaar is moet het teen genot zijn om hier te fietsen. Op een gegeven moment rij ik door een half meter diep uitgesleten bandenspoor en kom plotseling klem te zitten met mijn voortassen. Het stuur klapt om en met een sierlijke duik beland ik in de berm. Ik he been lelijke snee boven mijn enkel die meteen begint te bloeden. Loes spuit de wond schoon met water uit het bidon en na een dike laag betadine zalf gaat ere en pleister overheen. Door het zweet en de stof vliegt de pleister binnen een paar km weer los. Nog meer tape eromheen, dat werkt! Tussen de middag komen we aan in het (bijna) grensplaatsje Nateuy. Een stukje China in Laos waar we voor het eerst onze chinees Nederlandse taalgids kunnen uitproberen. Het guesthouse is hier niet veel soeps, smerig en naast een noodaggregaat, dus na een vettige Chinese rijsthap besluiten we door te fietsen naar Muang Namo. We zetten er nu echt de vaart in en karren zonder al te veel woorden door. Het Guesthouse in Muang Namo is ook erg smerig, waar we al voor gewaarschuwd waren). Een putlucht en kakkerlakken die zich zelfs overdag laten zien. We willen ons niet voorstellen wat er ‘s nachts allemaal nog meer rond het bed loopt hier. We glimlachen vriendelijk naar de eigenaresse en besluiten dan toch maar helemaal door te fietsen naar Oudomxai (de geplande etappe van morgen). We moeten nu echt hard door rijden om voor het donker binnen te zijn het is imers al drie uur ‘s middags. Terwijl de zon langzaam begint te zakken beginnen wij aan een klim van 15km. We komen veel bergmensen tegen die allemaal afdalen naar hun dorpjes na een dag werken op het veld. Ze reageren meestal eerst verbaasd en daarna enthousiast. De tienermeisjes moeten vooral heel hard giechelen als we voorbij zijn. In de dorpjes die we passeren staat iedereen zich bioj de centrale pomp te wassen. Ik voel me af en toe een beetje een voyeur als ik al die half naakte meiden zie staan. Toch roepen ze en lachen ze vrolijk als ik passeer. Op de top maken we een paar foto’s van het overweldigende landschap. We kunnen kilometers ver kijken en de ondergaande zon maakt het nog mooier. Het begint nu al echt donker te worden en we moeten ons haasten om op tijd in Oudomxai te zijn. Een lange afdaling over goed wegdek, de km’s vliegen voorbij. Uiteindelijk rijden we de laatste drie kwartier door de duisternis. De Petzel hoofdlampjes gaan op en met toegeknepen ogen (vanwege alle nachtinsecten die opeens rondvliegen) bereiken we uiteindelijk Oudomxai. We zijn behoorlijk afgepeigerd van de heftige fietstocht en zijn dan ook erg blij met de warme kop thee die we krijgen van de vriendelijke Chinese hoteleigenaar. Douchen, eten en slapen.

Dag 41 Zondag 13-11-2005 (F)
Oudomxai (rustdag)

Na de heftige rit van gisteren doen we vandaag lekker rustig aan. Een beetje ontbijten bij verschillende huiskamer restaurantjes en een beetje rondslenteren en fotootjes maken in het plaatsje. Er is een kleine markt waar allerlei produkten verkocht worden van schoenen tot grillapparaten en elektrische rijstkokers. Met mijn zoomlens maak ik nog gemerkt en ongemerkt nog wat fotootjes van het leven op straat. Tegen het eind van de middag bezoeken we het tempeltje bovenop de heuvel. We worden hier meteen aangesproken door jonge monnikken die iedere kans aangrijpen om hun engels te oefenen. Het wordt een leuk gesprekje over “wat wil je later worden” en over het leven als monnik. Veel van de kinderen worden monnik om zo gratis onderwijs te krijgen. Allemaal willen ze, als dat zou kunnen Engels gaan studeren in Vientiane om zo een leuke baan als reisleider te krijgen. Reisleider is het hoogst bereikbare daar zijn ze het over eens.

Dag 42 Maandag 14-11-2005 (F)
Oudomxai – Pak Nam Noi (66 km)

Bij het monument van de grote Lao communisten leider Kaysone (in ieder stadje staat zo’n identiek monument) slaan we rechtsaf. We belanden in een optocht van middelbare scholieren. Allemaal keurig in donkerblauw en witte schooluniformen gekleed lopen ze vrolijk kletsend naar school. Een grappig gezicht. We laten nu de stad achter ons en fietsen over goed wegdek door een mistig en bosrijk heuvellandschap. Af en toe zien we nog sporen van de Indochina oorlog. Drietalige borden, Chinees, Lao en Frans als aanduiding voor de begraafplaatsen in de jungle langs de weg. De oorlog staat in schril contrast met de rust die het gebied nu uitstraalt. Ik probeer me voor te stellen hoe het geweest moet zijn om hier te vechten, maar kan me er eigenlijk niets bij voorstellen. Rond het middaguur komen we aan in Pak Nam Noi. Een klein dorpje op een driesprong. De jeugd loopt uit als wij de fietsen parkeren voor een eenvoudige bamboehut met opschrift “Guesthouse”. We pakken het Lao woordenboekje erbij en proberen wat te praten met de weinig toeschietelijke kinderen. De buurman komt er ook bij en is iets communicatiever.
Het “guesthouse” bestaat uit 1 slaapkamer met een driepersoons bed. De gevlochten bamboe muren zijn ooit beplakt geweest met een soort van behangpapier. Het bed ziet eruit alsof de familie er normaal zelf in slaapt. Dit blijkt ‘s avonds ook het geval te zijn als alle kinderen op de grond in de kamer naast ons gaan liggen.
We hebben het idee steeds bekeken te worden door de familie en zijn eigenlijk verbaasd dat ze een bord “guesthouse” hebben hangen. ’Komen hier ooit wel eens gasten?’, we vragen het ons af. We voelen ons eigenlijk indringers in andermans huis. De eigenaresse en haar familie blijven ons stug aanstaren bij alles wat we doen en onze vriendelijk bedoelde glimlach wordt niet beantwoord wat het geheel nog beklemmender maakt.
We lopen een rondje door het dorpje en komen er achter dat er niet veel te eten is. Een bak rijst en een kop rijstnoodlesoep en dan proberen om te slapen. ‘s Nachts vliegen de ratten tussen het afgebladderde behangpapier en de bamboemuur door. We slapen kort en slecht.

Dag 43 , dinsdag 15-11-2005 (L)
Pak Nam Noi – Boun Tai (80 km)

Na een typische ‘de-ratten-vliegen-om-je-oren-nacht’ worden we gewekt door de hanen in het dorp die tegenelkaar opkraaien. Dit horen we overigens in ieder dorpje, en het lijkt wel alsof hoe meer hanen er zich in het dorpje bevinden hoe vroeger ze beginnen. Maar om vijf uur vinden we het welletjes en pakken onze tassen alvast in . Als ik me opfris bij de dorpskraan is dat blijkbaar heel vreemd en kijkt het halve dorp me glazig aan. De mensen zijn niet vijandig en ook niet vervelend ofzo, maar je voelt je er wel ongemakkelijk door. We besluiten maar eerst een paar km te fietsen en dan te ontbijten. Pal op de kruising wordt het wegdek gelijk al slecht. We hebben gelezen dat het een zandweg/gravelweg zou moeten zijn maar dit is toch echt steenslag...best pittig dus! De omgeving is ongelofelijk groen en rustig, maar door de slechte weg vergeet ik welkeens om me heen te kijken. Een enkele vrachtwagen en songtheuw haalt ons in, veel verbaasde gezichten en bemoedigende duimen. Zo af en toe rijden we door een dorpje, ook hier komen niet veel toeristen en sowieso niet veel verkeer. Kippen met kuikens, varkens met biggetjes, koeien met kalfjes, honden, katten, kinderen en noem maar op scharrelen onverstoorbaar over de weg. In een dorpje zit een klein kindje midden op de weg, als we langsfietsen begint het accuut heel hard te huilen...onschuldig kijken en doorfietsen maar...
De weg blijft 80 km slecht. Ongelofelijk, dit is de enige weg naar de provinciehoofdstad Phongsali! We hebben ook nog de pech dat Phongsali op een berghelling ligt, dat betekent dat we meer klimmen dan dalen. En klimmen over steenslag houdt in regelmatig een spinnend achterwiel, en geloof me, op zo’n moment vind je dat heel zonde van de energie! Maar goed, na klimmen krijg je altijd wel een afdaling, en ja hoor, na zo’n 60 km begint de afdaling. Afdalen over steenslag betekent een goede test voor je fiets en voor je onderarmen (zwaar remmen). Door alle kuilen en stenen kunnen we niet harder dan 15 km per uur, en ja, dan duurt het afdalen ook lang. Uiteindlijk doen we zo’n 10 uur over 80km en zijn we werkelijk kapot en hebben we megahonger. We hebben ons behoorlijk vergist in de weg en de voedselvoorziening van de dorpjes, zelfs kleefrijst was niet te koop! Water gelukkig wel en koekjes over datum ook wel, gedroogde rat hebben we niet uitgeprobeerd (dus de honger viel achteraf gezien best mee).
Maar na zo’n rit geniet je ontzettend van een bord fried noodles met een blikje cola (dat inmiddels anderhalf jaar de houdbaarheidsdatum heeft overschreden).

Dag 44 Woensdag 16-11-2005 (F)
Bountai – Phongsali (92 km)

We rijden Bountai uit met het idee dat we vandaag het zwaarste aan het begin krijgen. Dezelfde weg als gisteren maar vandaag slechts 30Km. We hobbelen en klimmen maar al snel blijkt dat we meer omlaag dan omhoog rijden en dat het wegdek aan de randen waar het zand zich als een walletje heeft opgehoopt behoorlijk lekker doorrijd. Bij het plaatje Ban Yo komt dan uiteindelijk de verlossing, een strak geasfalteerde weg! We genieten van iedere centimeter.
Na een korte bananenstop beginnen we aan een lekkere klim door de jungle. Opvallend hoeveel vlinders we hier zien rondfladderen. Ik fiets stevig door en ben een kwartier eerder op de top dan Loes. Ik ga midden op de weg een banaantje zitten eten. Het verkeer kan ik toch van een kilometer afstand horen aankomen en het afgelopen uur heb ik geen auto gezien. Het is heerlijk koel op de top en zelfs een beetje fris als we aan de afdaling naar Boun Neua beginnen. We komen door wat kleine dorpjes en ik maak nog wat fotootjes van de schoolkinderen die allemaal uitlopen om de fietsende falangs te zien. Na een noodlesoepje in Boun Neua, ook zo’n typisch chinees dorp in Laos (ze verkochten er zelfs FutureCola) beginnen we aan de klim naar het bergstadje Phongsali op 1500m hoogte. De omgeving is een van de mooiste van onze reis tot nu toe. Beboste heuvels zover het oog rijkt. Hier hebben ze nog niets gekapt, een bijzonder gezicht zeker met de dalende zon die lange schaduwen trekt over het landschap. We worden er stil van. Een paar kilometer verder zijn ze bezig de weg te voorzien van een nieuwe teer en grindlaag. De chinese wegwerkers vinden ons wel een grappig gezicht. Ze nihao’en naar ons en eentje maakt met z’n telefoontje zelfs een foto terwijl we passeren.
Eind van de middag zien we Phongsali al op een heuveltop liggen. We klimmen het stadje binnen en zien dat er hard gewerkt wordt aan de bouw van een heus tankstation. Waarschijnlijk ook een chinese investering. De “stedelingen” kijken ons of stug, of vol bewondering aan dat we de klim hebben volbracht.
In het hotel komen we een Fransman (Germaine) tegen die Noord-Laos op de motor doet. We wisselen nog wat tips uit. Als we iets later alle tassen hebben uitgepakt komen we er achter dat het dagboek weg is.... Gelukkig is Germaine van plan om de volgende dag langs Bountai te rijden (daar hebben we voor het laatst geschreven) zodat hij het boek kan ophalen en in Luang Prabang (waar wij later ook langs komen) kan afgeven. Probleem opgelost! We drinken er met z’n drieen een biertje op en gaan slapen. Het is ‘s nachts zo koel dat we onze donzen slaapzakken voor het eerst tevoorschijn halen!

Dag 45 Donderdag 17-11-2005 (F)
Phongsali (rustdag)

Tijdens het ontbijt begint het licht te regenen en even voelt het aan als een echte novemberdag. Koud, nat en nevelig. We lopen een rondje door Phongsali. Het is echt een godverlaten oord. Toch heeft het plaatsje een vvv kantoortje waar we informeren naar de vertrektijden van de boot naar het zuiden. Het kantoortje heeft een paar vergeelde posters waarop ecotrekkings worden aangeboden in de omgeving. Het geheel doet een beetje troosteloos aan. Vervolgens slenteren we langs het Kaysone monument. De grote roerganger van Laos heeft hier een buste van middelgroot formaat, Phonsali is immers een provinciehoofdstad. (De kleinere plaatsjes hebben een kleine Kaysone buste en in de grote steden Luang Prabang en Vientiane staan de echte loeressen van het formaat meer dan levensgroot.) Het is duidelijk dat de regering het belangrijk vind om deze man tot een icoon van de natie te maken. Dan door naar de bibliotheek. In een statig gebouw is een zaaltje ingericht met een boekenkast. Nouja je zou eigenlijk beter kunnen spreken van een tijdschriftenrek met vergeelde blaadjes. We hebben geen enkele harde kaft gezien en ook niets literairs. De bibliotheek heeft enkel als doel om voorlichting te geven over de meest uiteenlopende zaken. We bladeren door tijdschriftjes over de verschillende manieren om borstvoeding te geven en door enigzins propagandistische lees- en reken boekjes voor de jeugd. Heel erg leuk om dit te zien, we voelen ons een beetje Boudewijn Buch.
Ook veel informatie over de vele samenwerkingsprojecten die de Lao regering de laatste decennia heeft ondernomen. De aanleg van een goed wegennet en de ontwikkeling van de plattelandsgebieden. Veel europees, chinees en amerikaans geld. Dat doen ze toch handig! Ook artikelen over de rol die Laos in de toekomst wil gaan spelen als de batterij van Zuid Oost Azie. Hiermee bedoelen ze hun grootschalige waterkrachtprojecten.
Het beeld van Laos wat wij tot nu toe hebben gezien is dat van een primitieve agrarische samenleving met nog veel jagers en verzamelaars.
We lopen verder door het dorpje en komen langs een poort met olympische ringen erop. Het is het toernooiveld. Van sport is echter weinig te merken. De was hangt te drogen onder de beschutting van de vervallen hoofd tribune en de 400 meter atletiekbaan doet meer denken aan een crossfiets parcoers. Alles doet een beetje kunstmatig aan hier...

Dag 46 Vrijdag 18-11-2005 (F)
Phongsali – Hat Xa (20 km) - Meuang Khua (boot)

Het is nog even zoeken in de ochtend nevel om de juiste weg naar Hat Xa te vinden, maar als we eenmaal op het goede pad zitten gaat het alleen nog maar omlaag, en hard ook! We vliegen met 40 km/u over steenslag en ingereden modderweg omlaag door de jungle. We rijden door de wolken en worden kletsnat van alle kleine druppeltjes. Veel te vroeg komen we in Hat Xa aan waar volgens de LonelyPlanet een boot valt te regelen naar het zuiden. Eerst even ontbijten met Pho (lokale noodlesoep) en een bakje Lao Koffie gesponsord door mijn ouders. Als de bus vanuit Phongsali eenmaal is gearriveerd blijkt dat wij de enigen zijn die naar het zuiden willen over de rivier. Er zit niets anders op dan de gehele boot te betalen. Een lang en hard onderhandelingsproces begint. Het eerste bod van de kant van “de piraten” is 80,-US dollar voor de hele boot. Wij zetten in op 30,- US dollar. Een uur en vele banaantjes en sigaretten later komen we uit op 50,- dollar en de toestemming om dorpelingen in tussengelegen nederzettingen ook mee te mogen nemen. We varen weg en een kwartiertje later stappen de eerste dorpelingen al bij ons in de boot. Grote zakken rijst, mandjes met kippen en groenten, alles komt erbij. Als ze een paar dorpjes later uitstappen is het duidelijk dat ze iets van 20 cent moeten betalen voor de trip.
Halverwege stoppen we bij een iets grotere nederzetting. Vanonder de kapiteinsstoel komen er een paar bruine kartonnen doosjes met russisch opschrift tevoorschijn. Het blijken kogels die al snel verkocht worden aan enkele onguur uitziende figuren aan wal, waarschijnlijk de lokale jagers/stropers? We varen door naar Meuang Khua en krijgen nog een paar flinke plenzen “Nam Ou” water over ons heen. We stappen uit de piratenboot en checken in bij een eenvoudig Guesthouse. Het ziet er uit als een 3 dollar kamertje en na onderhandelen komen we uit op 4. Als we ons willen douchen komt er echter geen druppel water uit de kraan en als we het licht aan doen gebeurt er ook niets. De lamp wordt vervangen maar het water blijft een probleem. Loes laat zich van haar harde kant zien en bedingt dat als er voor negen uur nog geen water is, we maar de helft betalen. Om half tien vallen we ongedoucht in slaap.

Dag 47 Zaterdag 19-11-2005 (F)
Meuang Khua – Pak Mong ( bus )

Tijdens het ontbijt in het dorpje worden we plotseling opgeschrikt door luid gezang. Een vreemd uitziende jongen komt hard zingend op ons afgelopen en gaat pal naast mij op het bankje zitten. Ik lach vriendelijk naar hem en hij begint nog harder te zingen en mij ook nog te masseren. Dit gaat toch wel een beetje te ver en ik duw hem weg. Nu wil hij geld zien, maar daar heb ik met mijn ochtend humeur niet zoveel zin in.
Terug bij het guesthouse moeten we gaan afrekenen en ook daar hebben we niet zoveel zin in. We hebben geen water gehad en dat was niet de afspraak. Loes betaalt 2 dollar aan het meisje van het guesthouse die vervolgens het geld teruglegt in de handen van Loes. Nog een keer het briefje op tafel. Nee nee dat kan echt niet het moet 4 dollar zijn. We maken duidelijk dat de kamer niet volgens afspraak was en lopen we gewoon weg. We kijken nog even achterom maar gelukkig worden we niet achtervolgd, mooi! Na alle “rip offs” van de dag ervoor eindelijk gerechtigheid! Een beetje kinderachtig, maar zo voelt het wel.
Snel naar het busstation om de bus naar Oudomxai te regelen. De fietsen gaan op het dak en wij nemen plaats tussen de andere reizigers, de rijstzakken en de kippenmandjes. Halverwege de ochtend stoppen we nog bij een klein dorpje waar de vrouwen bezig zijn met het grillen van een rat. Eerst het haar eraf schroeien en vervolgens kaal krabben. Het is geen prettig gezicht. De penetrante rook van het schroeiend rattenhaar brandt nog in onze neuzen als we weer weg rijden.
In Oudomxai stappen we over bij het streekbusstation. De tweede tocht gaat per pickup naar PakMong. De fietsen gaan weer op het dak en wij nemen plaats in de cabine van de truck. Op het laatse moment schuift een bejaarde Amerikaan er ook nog bij. De zeventig jarige Jim blijkt een fervent Bush hater te zijn zoals het een goede democraat betaamd. Het wordt een grappig gesprekje over politiek, rassenrellen, planologie en agnosticisme en voor we het weten zijn we al in Pakmong.
We nemen een zeer eenvoudige kamer in een chinees guesthouse en lopen een rondje door het dorpje. Morgen weer lekker fietsen!

Dag 48 Zondag 20-11-2005 (F)
Pakmong – Luang Prabang (112 km)

Als we het chinese hotel uitstappen zien we de weg al voor ons. Route 13, de enige grote doorgaande weg van Laos die Noord en Zuid met elkaar verbindt. Pakmong dankt zijn bestaansrecht aan deze verkeersader. Er wordt van alles (o.a Lays extra-bbq chips, onze favoriet!) verkocht aan de passerende passagiersbussen en vrachtwagens en er rijden (voor Lao begrippen) ook behoorlijk dure auto’s rond. Met de weg komt de welvaart dat is hier duidelijk zichtbaar.
Mijn voordrager maakt vandaag een raar geluid, er blijkt een schroefje verdwenen. Nieuwe schroef erin en het avontuur gaat door.
De route is makkelijk te fietsen. Licht glooiend en over goed wegdek. Het valt ons op dat alle, maar dan ook echt ALLE kinderen langs deze route SABAADIIiIiiiii roepen en high fives (klaphandjes) willen geven. Na drie uur fietsen heb ik het wel een beetje gehad. Leuk die kids maar dit is een beetje teveel van hetzelfde. Tussen de middag pauzeren we vlak voor een dorpje. In de berm langs de weg. Na een kwartiertje hebben de dorpskinderen ons ontdenkt en komen ze op hun fietsjes (hee de kinderen hebben hier fietsen!!)) vrolijk schreeuwend en bellend op ons af. We zijn omsingeld en eigenlijk vinden het ook wel grappig al die enthousiaste gezichten. Ik haal mijn camera tevoorschijn en maak een leuk groepsportretje. De kiddies zijn dol enthousiast als ze het resultaat zien en er begint een ware fotoshoot nadat we petten en brillen hebben gewisseld. Allemaal poseren ze in “coole” poses a-la James Bond of op z’n japans met het V-teken.
Tegen het eind van de middag komen we in Luang Prabang aan. Qua inwonertal de vierde stad van Laos, qua toeristen de eerste stad van Laos lijkt het wel. Overal restaurantjes en overnachtingsmogelijkheden. We kiezen er eentje aan de rand van het oude centrum op loopafstand van het koninklijk paleis en de avondmarkt.
Na de douche lopen we een rondje door de stad en verbazen ons over de dorpse stedelijkheid van deze stad. Er is nauwelijks verkeer op de brede wegen toch doet het geheel behoorlijk welvarend aan met grote terrassen en zelfs nachtclubs. De backpackers industrie heeft zelfs een heel eigen wijkje hier met bioscoop fietsen en brommerverhuur en guesthouses. Na het arme noorden is dit onze eerste kennismaking met het rijke Laos. Grappig ook om te merken dat de Laotianen nu eens niet verbaasd naar ONS kijken (toeristen zijn ze hier wel gewend) maar verbaasd naar onze FIETSEN kijken. Die vinden ze wel erg exotisch.

Dag 50 Dinsdag 22-11-2005 (F)
Luang Prabang (rust)

Vandaag meteen een tegenvaller. Tijdens het ontbijt bij bakkerij JoMA (beste koffie van de stad!) klopt onze franse motorvriend Germaine opeens aan. Hij heeft helaas slecht nieuws over het dagboek. In BounTai was er geen spoor van te bekennen en navraag bij SomSuk, de eigenaresse, leverde ook niets op. We zijn het dagboek dus echt kwijt, BALEN...
Germain moet er weer snel vandoor om zijn motor voor 9.00 terug te brengen. En weg is hij. We lopen naar het Koninklijk paleis dat helaas dicht is op dinsdagen. We zitten nog steeds met het dagboek in onze maag en besluiten een reconstructie te maken van alles wat er vanaf ChiangMai gebeurd is. Op een vel papier tekenen we alle dagen en beginnen met het invullen van de herinneringen, dit blijkt best een leuk werkje te zijn en na 2 uur zijn we weer helemaal bij! Vervolgens nog even langs de bank om geld op te nemen met de creditcard en de rest van de middag ge-internet.
Na het avondeten lopen we een rondje over de toeristische avondmarkt waar we het oude communisme in de verkoop zien. Veel rode T-shirts en vlaggen met hamers en sikkels, maar gelukkig ook veel niet propagandistische handgemaakte bergvolkspulletjes. We herkennen wat we de afgelopen weken langs de weg zijn tegengekomen aan kleren en kleuren. Grappig is ook te zien dat er oude bankbiljetten met afbeelding van de oude koning worden aangeboden ( nog van voor de tijd van de communistische machtsovername in 1975.) De Laotianen hebben nog altijd veel respect voor de oude koning Sisavang Vong. Grappig genoeg reppen ze met geen woord over zijn zoon en opvolger Sisavang Vatthana (hun eigenlijke koning na de dood van Vong in 1959) Deze Vatthana werd door de communisten in 1979 met vrouw en kinderen in een heropvoedingskamp gestopt en is daar begin jaren tachtig bezweken aan malaria. De cultus rond de vader van Sisavang Vatthana (de oude koning Sisavang Vong) laten de communisten verder redelijk ongestoord omdat deze ver genoeg afstaat van de recente geschiedenis. In de koningsstad LuangPrabang staat er dan ook een groot standbeeld van de oude koning en de hoofdstraat is sinds enkele jaren weer naar hem vernoemd. Over Vatthana wordt er in de volksmond vooral veel gezwegen of kwaad gesproken (het zou een lafaard zijn.) Het is wel duidelijk wie er baat heeft bij deze negatieve uitlatingen.
Het koninklijk huis en de communistische partij zijn in dit land op een gekke manier met elkaar vervlochten.
Een van de grondleggers van de partij was prins Souphanouvong de neef van koning Sisavang Vong. Door buitenlandse diplomaten destijds ook wel De Rode Prins genoemd. En tot halverwege de jaren tachtig was de halfbroer van Souphanouvong, ook een prins dus, een belangrijk adviseur van het politbureau. Communistische adel, het blijft een raar fenomeen....terug naar het fietsen!

Dag 51 , dag 23-11-2005 (L)
rustdag Luang Prabang

De grote vraag was natuurlijk of vandaag het Royal Palace wel open zou zijn, aangezien gisteren het spontaan dicht bleek te zijn. Maar gelukkig konden we naar binnen om het paleis te bekijken. Floris had net een heel schema gemaakt van alle koningen met familie van Laos, die kennis kwam wel van pas aangzien troonopvolging hier vroeger vaak anders werd geregeld. Het paleis stelde niet veel voor, eerder een groot huis, maar de kamer met giften van communistische vrienden en kapitalistische soort-van-vrienden was wel grappig om te zien. En om het legendarische gouden buddahbeeldje van 80 cm te zien was natuurlijk ook een gedenkwaardig moment. Verder is het opvallend hoe makkelijk de regering de koninklijke elementen weghaalt en niet iets voor in de plaats zet. Op wat ouder geld bijvoorbeeld zie je gewoon een lege plek waar ooit het hoofd van de koning heeft gestaan, gewoon even gegumd dus. Naast het Royal Palace was ooit een Royal theatre, dat is nu het theatre. Er is geprobeerd om het woord Royal weg te halen, maar met rode verf lukt dat natuurlijk niet zo goed...

Al deze informatie hebben we laten bezinken onder het genot van een veel te lekkere lunch om daarna de klusjes die moeten gebeuren toch maar te gaan doen. Kortom, we hebben weer geld, we zijn weer wat spullen kwijt (opgestuurd) en we kunnen weer de straat op met onze schone tassen en fietsen.

Dag 52 Donderdag 24-11-2005 (F)
Luang Prabang - Kiou Ka Cham ( 82 km)

In alle vroegte terwijl de monniken nog aan het bedelen zijn fietsen wij de stad uit. Het gaat meteen omhoog en dat zal het de rest van de dag ook veelal blijven gaan. Het mooist zijn de twee lange klimmen, eentje van 16 km en eentje van 22km met 1100 hoogtemeters. De rit van vandaag zou niet onder doen voor een pittige alpen-etappe uit de Tour de France. De uitzichten zijn geweldig wijds en afgezien van enkele passerende toeristenbusjes zijn wij zowat de enige weggebruikers. In de dorpjes worden we met veel SABAAIIDIEEEEEESSSS begroet. Ze zijn hier op route 13 duidelijk fietsers gewend. In de afdaling na de eerste klim komen we en franse fietser tegen waar we een praatje mee maken. Hij geeft ons een goede tip voor een prima guesthouse in Kiou Ka Cham. Even later komen we nog een Nederlands stel tegen, weer een praatje maken. Na weken waarin we nauwelijks fietsers zijn tegengekomen vinden we dit erg leuk.
Er blijkt aan het eind van de dag, zoals de fransman al zei, een prima guesthouse te zijn in Kiou Ka Cham en we zitten nog niet achter de maaltijd of er komt nog een nederlands stel aangefietst. Het is vandaag echt bingo met de ontmoetingen. Met Anneke en Robbert wisselen we wat fiets- en vakantie-ervaringen uit en ondertussen gaan er minimaal 3 porties fried noodles (pp) doorheen. ‘s Avonds lopen we nog een klein rondje door het kleine plaatsje, hier zijn we binnen 4 minuten mee klaar. Kiou Ka Cham is een populaire stop voor busreizigers tussen VangVieng en Luang Prabang en de gehele middenstand is hierop ingericht. Veel eet en drink stalletjes dus.
We zitten hier redelijk hoog zo rond de 1400meter dus het koelt behoorlijk af. We duiken weer lekker in de donzen slaapzakken.

Dag 53 , dag 25-11-2005 (L)
Kiou na Cham - Kasi (100km)

Zo koud als gisteravond hadden we het nog niet gehad en zo koud als vanochtend al helemaal niet. dus eindelijk die winterkleren die we al zo lang meezeulen aan kunnen trekken. Het meisje met gele creme op haar gezicht (daar wordt je wit van en dat is heel mooi) heeft helaas geen gekookte eieren, maar als ik vraag om gebakken ei zijn er opeens wel eieren. grappige logica, maar ben allang blij met zo'n goed fietsontbijt.
Eerst een heerlijke afdaling over perfect wegdek, dus lekker goed om ons heen kunnen kijken. De omgeving ziet eruit als een grote pruttelpot, de wolken borrelen als het ware in de bergen. Dan een klim en kunnen de extra lagen weer uit. We dalen meer dan dat we klimmen, dubbel genieten dus!
Behoorlijk door wat dorpjes gefietst en waar een huizen staan daar zijn kinderen, heel veel kinderen. De bevolkingspiramide van Laos is waarschijnlijk die van Nederland maar dan ondersteboven. Na veel dalen en af en toe klimmen wordt het steeds warmer en vlakker. Maar wel met hele mooi Karstpukkels, bizar om daar tussen te fietsen. rijstvelden en vlakke wegen tussen kale bergen, vele kodak-momenten weer vandaag!
's Avonds genoten van een noodlesoepje en gesproken met een 16-jarige jongen die verassend goed Engels sprak. Hij wilde graag zijn school laten zien maar wij voelden onze benen en zaten veel te lekker op de tuinstoeltjes dus kletsten er een beetje overheen. Na de tweede keer vragen vonden we dat we toch maar sportief en beleefd moesten worden en zijn meegelopen naar de overkant van de straat. en jawel, daar zaten zo'n 15 van die schatjes op ons te wachten, ze wilden graag hun Engels oefenen. Na mijn vraag aan de leraar of een interview een idee was liep hij heel snel weg en we hebben hem ook niet meer gezien, dat was geen engels volgens het boekje ;-) de kids kwamen gezellig om ons heen zitten (de jongens bij Floris en de meisjes bij mij) en stelden een voor een dezelfde vragen (uit het boekje) Deze vragen worden door heel Laos aan ons gevraagd, blijkbaar is er maar een methode Engels. Maar goed, natuurlijk vinden we Laos mooi, het eten lekker en de mensen aardig en hoeveel we verdienen zeggen we niet.

Dag 54 Zaterdag 26-11-2005 (F)
Kasi - Vang Vieng ( 60 km)

Na een weinig voedzaam soep-ontbijtje bij het guesthouse met de kindertuinstoeltjes (waar laat ik mijn benen?) laten we Kasi achter ons. De route voert ons langs een grillig karst landschap. In de vlaktes tussen de bergwanden wordt hard op het land gewerkt, rijst zo te zien. Er wordt nog steeds veel GESABAIDEEED door de kinderen en de landwerkers zwaaien vrolijk als we passeren. We klimmen nog een klein beetje en dalen vervolgens richting VangVieng. Het laatste stuk is zo goed als vlak. Rond het middaguur komen we het stadje binnen en het eerste dat ons opvalt is de immense betonvlakte. Volgens de reisgids een vliegveld. Maar als we eroverheen fietsen voelt het zo hobbelig aan dat we nauwelijks kunnen geloven dat hier ooit nog een vliegtuig landt. De vorige avond hadden we in de reisgids ook al het beste guesthouse opgezocht in dit behoorlijk toeristische plaatsje. Tussen 2 internetcafees in en tegenover de bakkerij, wat wil je nog meer? Vang Vieng is DE plek waar alle backpackers langs komen als ze Laos doen. Dit is duidelijk te merken als we ‘s middags in een bamboo chill-out hut aan de rivier liggen en vele tientallen raftende?ofwel op een tracktor binnenband voorbij drijvende falangs zien. Een leuk gezicht maar wel een groot contrast met de landwerkers van eerder op de ochtend. Er hangt bij de Bamboobar zelfs een bordje dat als je drugs wil, dat te regelen is via de eigenaar. Slim genoeg hebben ze deze tekst alleen in het engels geschreven zodat de lokale politie het niet kan lezen. Wij houden het bij een colaatje en een biertje en genieten van lekkere loungemuziek de ondergaande zon en elkaar!

Dag 55 , zondag 27-11-2005 (L)
Vang Vien - Vientane (155 km)

Van lieflijk heuvelachtig landschap naar een drukke pannenkoek gefietst vandaag. In het begin nog gestopt voor foto's maar na het zogenaamde uitzichtpunt (was het nu even niet want er was een bruiloft gaande) lekker doorgetrapt en op de automatische piloot sawadie geroepen en gezwaaid. Wat een mensen en wat een verkeer! gelukkig is highway 13 een brede sjeesweg dus we kunnen lekker doortrappen. Bij de afslag naar de rustigere highway 10 kunnen we ook rechtdoor naar Vientane, nog zo'n 70 km. Waarschijnlijk net niet voor het donker te halen maar het betekent wel koffie voor Floris en een yoghurtontbijt voor mij morgen...dus we fietsen rechtdoor. Floris trekt eens goed het gas open zodat we het misschien net voor het donker halen, en ja, met 30 per uur lukt dat natuurlijk wel. Vientane is een ontzettende grote, drukke stad, opletten met die zigzaggende brommertjes! Eenmaal in de stad is het nog een behoorlijk eind naar het centrum dus uiteindelijk fietsen we toch in het donker maar gelukkig zit er op de Lao LA-fiets standaard geen verlichting, ze zijn het hier wel gewend.
In een groot, oud en bijna leeg Frans gebouw een kamer gevonden, gedoucht en in de LP het meest sjiek-de-friemel-restaurant uitgezocht om daar in afritsbroek naar toe te gaan. Heerlijke pasta gegeten met echte wijn en een kaasplateautje toe. Eenmaal buiten moesten we wel heel erg lang nadenken waar ons bed ook alweer stond, dat was gelukkig niet al te ver weg...

Dag 56 Maandag 28-11-2005 (F)
Vientiane (rust)

Vandaag op de eerste rustdag in Vientiane gaan we langs de Cambodijaanse ambassade om het visum te regelen. Na betaling van 20 dollar is het vervolgens drie dagen wachten voordat het papiertje gereed is. Als we van de ambassade terugfietsen naar het centrum van Vientiane zien we opvallend veel rode spandoeken. Van de teksten begrijpen we niet veel maar het getal 30 zegt veel. Over een paar dagen bestaat de LAO Peoples Democratic Republic precies 30 jaar (communistische machtsovername 02-12-1975) het is voor ons alleen nog onduidelijk hoe het gevierd gaat worden. In het verleden werden er nog wel eens communistische parades gehouden maar in een boekje over de geschiedenis van Laos las ik dat de laatste parade al weer van 1995 dateerde. In 2000 koos het politbureau ervoor het geld op een zinvollere manier te spenderen. We gaan de komende dagen maar eens informeren wat het programma is. De rest van de dag slenteren we wat langs de Mekong boulevard en bevestigen we onze retourvlucht vanuit Peking. Op 1 mei vliegen we terug naar Nederland, een raar idee om nog zoveel tijd te heben.

Dag 57 Dinsdag 29-11-2005 (F)
Vientiane (rust)

Communistische Uber bombast! dat staat vandaag op het programma met een bezoekje aan het Kaysone memorial. In dit protserige tempelachtige gebouw aan de rand van de stad staat alles in het teken van de grote Laotiaanse communistenleider Kaysone. Niet geheel tot onze verbazing zijn we de enige bezoekers in het grote museum dat vol hangt met foto’s en memorabillia van de grote leider. Dit varieert van zijn leesbril tot een kompleet nagebouwde grotwoning waar hij zijn dagen doorbracht in tijden van crisis. Erg vermakelijk zijn de teksten die ten opzichte van de “imperialistische Fransen en Amerikanen” niet al te objectief geschreven zijn. In de middag brengen we een bezoekje aan de Patuxai (de lokale versie van de Arc de triomf) die gebouwd zou zijn met geld dat eigenlijk bestemd was voor de aanleg van een vliegveld. Er zit in iedergeval genoeg beton in de monsterlijke triomfpoort om een middelgroot vliegveld mee te bedekken. Vervolgens door naar het enige echte monument van Laos, de That Luang. Deze goudkleurige tempel staat symbool voor Laos zoals de bloembollenvelden dat voor Nederland zijn en inderdaad het is een erg mooie tempel. We maken wat foto’s van de goudkleurige torens die mooi oplichten in het licht van de ondergaande zon.

Dag 58 Woensdag 30-11-2005 (F)
Vientiane (rust)

Vandaag opzoek naar een reisgids van Cambodja. Op de stadsmarkt (Thalat Sao) vinden we in de wirwar van kraampjes helaas niet wat we zoeken. Wel worden er lekkere kokospannenkoekjes broodjes pate en bananenbeignettes verkocht, ook fijn!
In de middag komen we onze fietsvrienden uit Kiou Ka Cham (Robbert en Anneke) nog tegen. Na het uitwisselen van wat fietservaringen gaan we naar een internetcafe om verder te werken aan ons dagboek. Rond een uur of vier halen we ons visum op bij de Cambodjaanse ambassade. Op de terugweg maken we een stop in de duurste supermarkt van de stad. We gaan ons te buiten aan pure chocolade, snickers M&M’s en al het andere snoep dat we gemist heben.
Met volle zakken fietsen we terug naar het internetcafe om als een stelletje echte nerds door te gaan met het typewerk. Het is buiten al donker als we eindelijk het dagboek ge-upload hebben naar Peter. Met een voldaan gevoel eten we wat aan de Mekong boulevard in een van de talrijke voedselstalletjes. Het eten is niet al te best en veel te weinig voor hongerige fietsers tijdens hun rustdag.

Dag 59 Donderdag 01-12-2005 (F)
Vientiane (rust)

Ontbeten (zoals iedere ochtend in Vientiane) bij de beste bakkerij van de stad: JoMa. Echte koffie en goddelijk lekkere kaneelbollen.
Vandaag op de valreep ons visum voor Laos met 2 weken verlengd. (We waren het eigenlijk vergeten maar een brainwave van Loes heeft ons gered.) We hebben nu nog tot 23 december de tijd om het zuiden van Laos te verkennen.

Dag 60 Vrijdag 02-12-2005 (F)
Vientiane - Thabok ( 95 km)

De eigenaar van het guesthouse ligt nog te snurken op de bank als wij iets over zessen wegfietsen. Het is vandaag de nationale feestdag en dat betekent PARADE!!! We verheugen ons op een ouderwets communistische parade met tanks, overvliegende straaljagers en veel soldaten zoals we het in onze jeugd op tv zagen... Het is op straat echter angstvallig stil. Pas bij de Patuxai (een soort van Arc de Triomf) zien we dat de straat is afgezet. Via kleine binnendoorweggetjes komen we even later bij het monument van de gevallen soldaat terecht. De aanwezige veiligheidsmensen doen een beetje moeilijk als we aanstalten maken om het paradeterrein op te fietsen. We moeten langs de kant van de weg wachten. Na een half uur hebben we nog niets gezien en besluiten we met de fiets aan de hand door te lopen. Dit mag kennelijk wel van de soldaten.. Uiteindelijk weet ik nog behoorlijk dicht bij de ceremonie te komen. Inderdaad veel soldaten die allemaal luisteren naar een toespraak van de president. De hele samenleving (schoolkinderen, millitairen, plattelandsvrouwen en arbeiders) is vertegenwoordigd. Ze staan keurig in het gelid te luisteren naar de monotoon mompelende president die het geheel vanaf zijn net iets te brede balkon bekijkt. Het volledige politbureau aan zijn zijde en de hamers en sikkels vrolijk wapperend in de wind. Het geheel doet aan als een toneelstukje uit vervlogen tijden. Wel erg leuk om een keer gezien te hebben!
Rond een uurtje of tien is de hele ceremonie afgelopen en worden alle soldaten in de gereedstaande trucks geladen. Het levert nog een paar leuke foto’s op.
We fietsen weg uit Vientiane en worden de eerste km’s regelmatig ingehaald door joelende soldaten. Met name Loes valt erg in de smaak. Een blonde godin op de fiets, dat hebben ze nog niet vaak gezien...
De rest van de dag fietsen we door over een warme saaie weg. Af en toe een redelijk welvarend dorpje (kinderen hebben hier zelfs speelgoed!). Tegen het eind van de middag nemen we een kamer in een bijzonder schoon guesthouse in Thabok. In het dorpje is de menukaart behoorlijk beperkt, maar een dubbele portie kleefrijst en een omelet met veel maggi gaan er goed in!

Dag 61 , zaterdag 03-12-2005 (L)
Thabok – Ban Vang Kham (150 km)

Deze ochtend de laatste restjes Vientianees bruin brood op, bij de een na laatste hap natuurlijk pas de schimmel ontdekt. Toch blijft het heerlijk spul om op te fietsen. De weg is niet zo druk als gisteren maar het blijft een groot verschil met het noorden. Veel glimmende pick-ups en toeristen-minibusjes en overvol beladen local-bussen. Een bijzonder gezicht, het is helaas vrijwel onmogelijk om op tijd de camera te voorschijn te halen (we proberen het nog steeds). De dorpjes langs highway 13 zijn groter, en hoe groter de dorpjes hoe rijker de mensen. Veel gezelligheid langs de weg en genoeg stalletjes om bij te tanken. We fietsen door een dorpje dat zichtbaar leeft van de vele bussen die dit dorpje als drinkstop inlassen. Er is zelfs een restaurant met menukaart, dat moesten we natuurlijk uit proberen! We komen daar een oudere Laotiaan tegen die vertelt dat hij in 1974 naar Parijs gevlucht is en sinds een aantal jaar weer in Laos woont. Een nieuw leven met een nieuwe vrouw, want het moet natuurlijk wel gezellig blijven. En dan fietsen we weer een heel stuk langs de Mekong, altijd leuk en is weer een tijd geleden. Aan het einde van de dag proosten we met een Beer Lao op de ‘bruggenetappe’, de zijriviertjes van de Mekong waren niet op twee handen te tellen.

Dag 62 Zondag 04-12-2005 (F)
Ban Vieng Kham – Lak Sao ( 102 km)

De dag begint goed als we om 04:00 's nachts wakker worden van hard getimmer op de deur. De vrienden van onze buurman zijn kennelijk vergeten in welke kamer hij zat en nu kloppen ze gewoon overal aan. Na deze subtiele actie kunnen we de slaap niet echt meer vatten. Niet veel later staan we op om ons voor te bereiden op een stevige dag fietsen. Terwijl de zon net een beetje op begint te komen fietsen we weg. Nog een klein stukje over de hoofdweg (route 13) en dan een zijweg in, richting de Vietnamese grens. Het valt ons op dat de dorpjes meteen weer een stuk armoediger en primitiever worden. De weg klimt geleidelijk en we krijgen een paar mooie uitzichten op de grillige karstformaties. Halverwege worden we nog ingehaald door een vrachtwagen die tot de nok toe volgeladen is met zwerfhonden in veel te kleine kooitjes. Een zielig gezicht en vooral ook een zielig geluid het gepiep van de doodsbange hondjes galmend tussen de rotswanden. Al fietsend speculeren we over wat er met de arme beestjes gaat gebeuren...een sateetje hond?
In de loop van de ochtend steekt er een stevige wind op, ...tegen helaas. Tot onze grote verbazing rijden we rond het middaguur langs een welvarend nieuwbouwdorp. Het blijkt dat de Lao-electriciteitsmaatschappij een grote waterkrachtcentrale heeft neergezet en de werknemers moeten natuurlijk ook ergens wonen. Een schril contrast met de armoedige boerendorpjes van eerder op de dag. Deze nieuwe welvaart komt ons grappig genoeg goed uit want er blijkt zelfs een restaurant met europees eten te zijn (waarschijnlijk voor de buitenlandse gasten). Na een goeie hap klimmen we verder richting Lak Sao. Het is bloedheet en ik stap voor het eerst van mijn fiets omdat ik een beetje duizelig begin te worden. Een paar minuten in de schaduw staan is gelukkig voldoende en het briesje dat opsteekt doet wonderen. De rest van de middag vechten we tegen de wind en de heuvels maar maken de mooie vergezichten veel goed. We zijn redelijk sufgefietst als we tegen zonsondergang aankomen in het koele (ong 1000m hoogte) en winderige LakSao. Volgens de reisgids is dit stadje niet helemaal pluis (van handel in illegaal gekapt hout en bedreigde diersoorten tot aan mensensmokkel.) Ook al oogt het geheel als een cowboydorpje (met zijn net iets te brede stoffige weg en vervallen gebouwen), we zien niets wat niet door de beugel kan. We genieten onder het knalharde geluid van de karaokeinstallatie van de avondmaaltijden (3 stuks pp). Met zure benen en een opkomende verkoudheid duiken we vervolgens in bed.

Dag 63 , maandag 05-12-2005 (L)
Lac Sao rustdag

Bij het afgaan van de wekker voel ik m’n spieren nog van de afgelopen fietsdagen, dus dat kan nog leuk worden. Maar gelukkig is Floris verkouden, we zijn dus allebei wel toe aan een dagje lezen, slapen en puzzelen (ja,we gebruiken onze hersencellen nog zo af en toe;-) Daarbij was het veel te koud en winderig om te fietsen of om iets anders buiten te doen. Pas rond een uur of drie kwamen we de kamer uit om het dorpje eens te verkennen. We krijgen weer het handtekeningen gevoel, we vallen hier duidelijk uit de toon met ons uiterlijk en ons vervoer. Op de markt nog even flink stokbrood en kleefrijst ingeslagen voor de komende dagen en natuurlijk de altijd amuserende vleesafdeling verkend. Dit keer de keuze uit verse dode rat, gegrilde rat of de gedroogde rat en nog een paar kipgevallen. Duidelijk een niet al te welvarend dorpje/stadje. Overigens jammergenoeg geen pepernoot kunnen vinden.
‘s Avonds weer gegeten in het restaurant ‘Only One’, we zijn er nog niet uit of het restaurant zo heet omdat het het enige restaurant is (want dat is het niet) of omdat we de enige gasten zijn (dat zijn we hier al voor de derde keer). Iedere keer zijn ze in ieder geval blij als we komen want dan kan de karaoke dvd weer aan...

Dag 64 Dinsdag 06-12-2005 (F)
Lak Sao – Nakai ( 70 km)

Het waait 's ochtends nog steeds hard, gelukkig wel vanuit de goede richting. Bovendien gaan we vandaag meer dalen dan klimmen en dat is wel zo prettig met mijn verkouden hoofd.
De route gaat de eerste km's over een stoffige gravelweg om vervolgens de jungle in te gaan. Hier word de weg wat smaller en vooral veel heuvelachtiger. Bij de aanleg hebben ze niet al teveel gelet op stijgings- en dalingspercentages want deze zijn uitzinnig!!! Op een gegeven moment staat Loes volledig geparkeerd tegen een helling. Een paar meters lopen tegen 23% is de enige optie, gelukkig zijn het maar korte klimmetjes. Het moet een hel zijn om deze weg te rijden in het regenseizoen. De stukken door de dichte jungle zijn soms bijzonder stoffig. Als we worden ingehaald door een vrachtwagen bijft het fijne stof soms minuten lang tussen de dichte begroeiing hangen. Na verloop van tijd zien we alle porieen op onze huid, kleine donkerrode stipjes van samengeklonterd stof.
Begin van de middag wordt het landschap wat meer open. Er is hier al veel hout weggekapt wat resulteert in een treurig en meteen ook winderig open decor. We fietsen een dorpje in (Nakai) waar volgens mijn kaart een guesthouse zou moeten zijn. We stoppen en worden meteen omringd door de locals. Van het guesthouse is geen spoor te bekennen. De dorpelingen, jong en oud staan vriendelijk zwijgend toe te kijken hoe wij met fietsrouteboekjes en kaarten in de weer zijn. We besluiten na kort overleg om door te fietsen om te zien of er in het volgende dorpje misschien een onderdak is. En jawel na 15 km komen we in het echte Nakai terecht. In Laos zijn ze niet al te creatief met de plaatsnamen, maar twee dorpjes naast elkaar met dezelfde naam is toch wel erg verwarrend. We nemen een betonnen kamer in een gastenverblijf (soort van bungalowpark) voor arbeiders van de nabijgelegen stuwdam. De rest van de middag sleutelen we aan onze fietsen (eerst gaat de fiets onder de douche, lang leve de betonnen badkamer!!! vervolgens gaat de derailleur uit elkaar, worden de voorbladen ontkoekt van alle olie en stof en vervolgens wordt alles weer gesmeerd.) Een leuk klusje dat we uitvoeren onder het deskundig toeziend oog van de kinderen die ook in het gastenverblijf wonen. Kijken en zwijgen....Privacy is in Laos een onbekend begrip en grappig genoeg zijn wij hier al snel aan gewend. Het levert nog een paar hilarische momenten op als de stoere tieners een rondje maken op mijn fiets waarvan het zadel zo’n 30cm te hoog staat.

Dag 65 , woensdag 07-12-2005 (L)
Nakai – Tha Kaek (90?)

Het belooft een zware dag te worden volgens de informatie van twee Nederlandse brommerbestuurders. Dus onder het sfeervolle geluid van hanengekraai samen met de werknemers die ook in dit complex slapen lekker vroeg op om aan de arbeid te gaan. De weg is inderdaad flink beroerd, maar gelukkig gaat de weg ook flink omlaag en dat maakt voor het fietsgemoed behoorlijk wat uit. Al stuiterend een paar mooie stuurkunstjes uit gehaald, de weg is werkelijk veel te steil, smal en slecht voor al die trucks die langskomen. Allemaal te zwaar beladen met zand of arbeiders voor het Nam Theum II project. Na zo’n 10 km afdalen zijn we beiden een stoflong en een roetlong rijker, tijd voor de kapjes. We hebben in Laos vaak het gevoel alsof we van Mars komen, nu kunnen we dat ons best voorstellen dat de locals dat denken. Zwarte fiets met knalgele/knalrode tassen met een bestuurder met pet en zonnebril en stofmasker, dan ben je of een gekke falang of je komt van Mars, toch?
Langzaamaan wordt de weg steeds vlakker, fijn voor de armen en achterwerk, maar ook stoffiger, soms zien we werkelijk niets meer als er een truck voorbij komt. En na een tijdje komen we dan echt bij het Nam Theum II project. In de Vientane Times wordt iedere uitgave uitgebreid aandacht besteed aan dit project. En het is inderdaad ook erg groot. Er worden wegen voor aangelegd, dorpen voor de arbeiders gebouwd en je ziet falang ingenieurs af en aan rijden in auto’s met NTII-logo. Dit is wel een ander Laos dan dat we tot nu toe gezien hebben. Maar als je je bedenkt dat dit dus het enige grote project is dat Laos rijk is valt het wel weer mee. Maar goed, waarschijnlijk staan er meer van dit soort projecten op de gepland, hoe wil je anders de batterij van heel ZO Azie worden terwijl nu zo ongeveer de helft van de Lao’s zelfs geen electriciteit heeft?
Al met al toch genoten van de route, we kregen zelfs een beetje heimwee naar Nederland toen we de wind door de bomen hoorde ruisen (meewind, vandaar) en het karstlandschap veranderde in een vlak rijstpolderlandschap. In Tha Khek eerst heel lang voor de spiegel gestaan om daarna nog langer onder de douche te gaan staan cq boenen. De kleding maar onderin de fietstas gestopt. Daarna lekker gaan eten en fietsverhalen uitgewisseld met een Duitse fietsvriend en nog wat fietswedstrijdjes gedaan met de kiddies om daarna dan toch echt uitgefietst te zijn.

Dag 66 Donderdag 08-12-2005 (F)
Tha khek – Savannaket ( 150 km)

We kiezen voor een (op de kaart) leuke route langs de Mekong. Na een paar kilometers hobbelen over stoffige gravel langs de dichtbebouwde oevers hebben we het eigenlijk al wel gezien, dit gaan we geen 120km volhouden. Tenminste niet met een glimlach op het gezicht... Na 25km besluiten we een doorsteek te maken naar route 13. Er volgt een avontuurlijke route over een door Zweden gesponsorde weg. Voor bruggetjes was het budget kennelijk niet toereikend. Bij de riviertjes hebben de lokals een paar bamboevlotten aanelkaar vastgebonden en ziedaar EEN BRUG! Op een gegeven moment staan we in the middle of nowhere voor een t splitsing. We gokken links en dat blijkt aardig in de richting te zijn. Op het kompas fietsen door en uiteindelijk op 48km zien we de verlossing. Het strakke asfalt van Route 13!
We ontmoeten langs de weg nog twee Nederlanders Dirk en Marieken (www.waarzijnjullienu.nl) die met hun zelfgebouwde landrover van Nederland naar Australie rijden. Aardige mensen en erg leuk om hun stoere verhalen te horen. Voorzien van de nodige Vietnam en China-tips rijden we verder. De ketting gaat (handmatig) op het buitenblad en blijft daar de rest van de dag vrolijk liggen.
De laatste 30 km tot aan Savannaket worden we uit de wind gehouden door een Vietnamese ijsco verkoper. Hij vertelt ons in zeer gebroken engels zijn levensverhaal. Sinds 1986 van school, oefent sindsdien zijn engels met buitenlanders en leeft gescheiden van vrouw en kinderen in Savannaket.
Savannaket blijkt een typisch vervallen Mekongstadje te zijn. Oude Franse koloniale huizen met afgebladderde gevels en luchtvervuiling door de vele brommertjes.

Dag 67 , vrijdag 09-12-2005 (L)
Savannakhet - Paxong (70)

Eigenlijk best jammer dat we alweer doorgaan, Savannakhet is een leuk stadje (met goed restaurant, wat wil je nog meer). Maar het zuiden belooft nog leuker te worden dus gaan we verder route 13 af. Eerst nog even flink fietsvoedsel ingeslagen (dachten we, maar vrijwel alles wat we hebben gekocht was niet goed meer blijkbaar heeft de eigenaar zelf een datumstempel)
Het is een mooie, zonnige fietsdag zonder beschutting, we komen er weer eens achter uit hoeveel porien je wel niet kunt zweten. Rond het middaguur kiezen we een superdeluxe rijsthutje uit om te gaan navelstaren. Na zo’n drie uur komen we tot de conclusie dat we er zo niet veel verder komen en gaan weer fietsend verder. In Paxong een kamertje geregeld met eigen badkamer waar Floris zeer blij mee was want die kreeg accut last van zijn darmen. Dus vroeg naar bed om weer beter te worden, helaas was het s nachts een levendig guesthouse (ook al waren we de enige gasten), blijkbaar worden de kamers ook per uur verhuurd.

Dag 68 Zaterdag 10-12-2005 (F)
Paksong – Pakse ( bus )

Na een onrustige nacht in het guesthouse/afwerkplek wordt ik wakker met een rommelende maag. Kennelijk iets verkeerds gegeten en zo slap als een dweil. We besluiten de bus te nemen naar Pakse en wachten vervolgens 2 uur voordat er een bus langskomt. Nog nooit heb ik zoveel mensen in 1 bus gezien. Alles stoelen zijn bezet, het gangpad staat helemaal vol en er hangen zelfs mensen uit de deur. Het is duidelijk dat wij er niet bij passen. We besluiten op de volgende bus te wachten. Anderhalf uur later hebben we een dejavu. We gaan ook zeker niet in deze bus zitten. Dan nog maar even wachten, we zijn inmiddels dikke vriendjes geworden met de meloenenverkoper en een geremigreerde amerikaan die voor ons nog een deal probeert te maken met de lokale tuktuk drivers. Deze vragen helaas teveel geld om ons naar Pakse te brengen (ze moeten immers de kosten voor de terugweg ook doorberekenen) en dus wachten we en wachten we en groeit de vriendschap met de locals met de minuut. Een zeker mr Bounyoung wordt na een paar biertjes helemaal amicaal en het kost me steeds meer moeite om zijn biertjes af te slaan. (Alcohol op een lege rommelende maag is geen goed idee) Tegen half vijf in de middag komt de volgende bus pas langs en dit keer zetten we al onze bezwaren aan de kant. We proppen ons tussen de menigte en vinden nog een plekje naast de versnellingspook van de bestuurder en in het gangpad. De fietsen gaan op het dak en na een afscheidsgroet naar onze nieuwe vrienden rijden we weg.
De duisternis valt over het vlakke saaie landschap. In Savannaket aangekomen blijken alle hotels in het centrum volgeboekt vanwege een congres. Ook dat nog... Na wat heen en weer gebel blijkt er toch nog een kamer te zijn in een hotel aan de rand van de stad. De ruimte is zo groot als een half basketbalveld en er staan drie bedden. Gelukkig valt de prijs van 12 dollar nog erg mee.
Ik eet een broodje en val in slaap terwijl Loes nog even de stad in gaat voor een snelle rijsthap.

Dag 69 , zondag 11-12-2005 (L)
Pakse (rustdag)

Werkelijk waanzinnig goed geslapen (klokje rond) op een matras van wel 10 cm dik! Toch gaan we voor een iets goedkoper alternatief voor de volgende nacht omdat we anders wel weer erg snel terug zijn in Nederland. Gelukkig is het vliegtuig Thai weer gevlogen en hebben we zo een leuke kamer geregeld. Onder het mom van Floris moet beter worden hebben we allebei maar rustig aan gedaan. Later op de dag nog een rondje gefietst, weer eens een Laotiaanse brug uitgeprobeerd en gekeken wat de locals zoal doen op zondag. Wat jeux des boules, wat gezellig eten praten met de buurman en als er een klant in de winkel komt even wat werken. Verschilt dus niet veel met een normale doordeweekse dag ;-)
Nog genoten van de grote markt, wat afwasmiddel gescoord om de tassen bidons en fietsen eens goed schoon te maken en besloten om dat de volgende dag te doen.

Dag 70 Maandag 12-12-2005 (F)
Pakse ( rust )

De ochtend wat gelezen en geluierd en in de middag het nieuwe ”Shopping Center” van de stad bekeken. Een warenhuis met zowaar roltrappen!!! Uniek in een land als Laos. We gaan een paar keer op en neer en zien dat de bovenverdieping van het warenhuis nog helemaal leeg is. Wel een gebouw, geen koopwaar.
’s Avonds eten we Indiaas in de hoofdstraat. Voordat we het eten krijgen ligt er al weer een laagje rood stof op onze borden en kruipen de 7 cm lange kakkerlakken onder de tafels door, Loes zit met opgetrokken benen te genieten van haar curry! (die zeer goed is!)

Dag 71 , dinsdag 13-12-2005 (L)
Pakse – Paksong (km 70)

Na een gezellig ontbijt, dat natuurlijk altijd uitloopt, de fietsen weer eens opgezadeld voor een serieuze fietsdag. Een lange klim naar het bolavenplateau. Daar hebben we dit keer beiden zin in omdat het daar lekker koel schijnt te zijn en omdat het daar dankzij de vele koffieplantages naar koffie ruikt. Bovendien een leerzame etappe, na het honderdste kleed met witte dingetjes waar we langs fietsen komen we erachter dat dit geen rijst is maar koffiebonen zijn! Die dingen zijn dus wit voordat je ze brandt, nogal logisch. En daarbij weten we nu ook hoe je een bamboeschutting maakt en een mand vlecht en dat we met deze temperatuur zeker niet in de schoenen van de smeden hier willen staan. Veel ambachten hier op het plateau dus, waarschijnlijk allemaal uitgevoerd door minderheden maar die hebben zich vandaag blijkbaar verkleed. Halverwege de route komen we langs de Tat Fane watervallen. Niet heel groots maar wel een ontzettende hoge waterval, ongeveer 100 meter. mooi om te zien en mooi om een hapje te eten in het restaurant er tegenover. Gezellig gekletst met Duitse fietsvrienden die er net 5 maanden door Amerika en Canada op hebben zitten en nu bezig zijn met een paar maanden ZO Azie. Blijkt dat ze de halve wereld al per fiets hebben ontdekt, aanstekelijke verhalen. Wij weten inmiddels wat onze volgende fietsvakantiebestemming wordt ;-)
Eenmaal in Paksong is het inderdaad goed koud, we doen eens wild en gaan dit keer voor een kamer met warm water.

Dag 72 Woensdag 14-12-2005 (F)
Paksong – Attapeu ( 120 )

Vroeg vertrokken voor een rit naar de andere kant van het Bolavenplateau. 2km buiten Paksong laten we de geasfalteerde hoofdweg achter ons en meteen is het een stuk rustiger. We rijden lekker door over een goede gravelweg die geleidelijk daalt. Naarmate we dichter bij de rand van het plateau komen wordt de begroeiing steeds dichter totdat we echt tussen de lianen door de jungle fietsen. De weg wordt steeds slechter en mijn linker achtertas vliegt er (ondanks extra bevestiging met spanbanden) twee keer vanaf!!! We stuiteren van het plateau af en ontmoeten in de afdaling nog een Engelse wandelaar die met en truckconvooi mee kon rijden. We geven hem de tip zo snel mogelijk uit te stappen want er zijn dorpjes op loopafstand en de natuur is echt overweldigend mooi. Tussen de middag bereiken we de pas geasfalteerde weg naar Attapeu. We sjezen met de wind mee langs de oostrand van het Bolavenplateau. De armoedige dorpjes vormen een groot contrast met de gloednieuwe weg en aan de reacties te zien komen hier nog niet veel fietsers.
In Attapeu nemen we onze intrek in het beste hotel van de stad. Een betonnen oostblok kolos met grote kamers en ruime (goed fietsbare) gangen.
Als we een rondje door de stad lopen zien we dat het stratenplan volledig vierkant is. Attapeu is tijdens de Vietnam oorlog volledig van de kaart geveegd als onderdeel van de Ho Chi Minh route dus alles wat we zien is na die tijd gebouwd.
Er rijden regelmatig pick-ups voorbij van allerlei mijnenveeg projecten. (herkenbaar aan het opschrift UXO (UnExploded Ordenance.) Het gebied ten zuiden en oosten van het Bolaven Plateau ligt nog steeds vol met onontplofte munitie uit de oorlog. Zolang je echter op de paden blijft is er niets aan de hand, zegt de Lonely Planet.

Dag 73 , donderdag 15-12-2005 (L)
Attapeu (rustdag)

Dan vandaag de prachtrit over highway 18...maar bij het afgaan van de wekker voel ik me helemaal niet prachtig en we besluiten deze prachtige dag maar een dagje uit te stellen. We duiken de bruisende stad Attapeu in en komen erachter dat alle restaurantjes die de LP noemt verdwenen zijn of in sommige gevallen het personeel verdwenen is. Maar gelukkig is er de markt, altijd leuk en altijd iets eetbaars te krijgen. Bij zonsondergang nog een romantisch afzakkertje gedaan met uitzicht op een Nam waar ik de naam niet meer van weet en gekeken naar spelende kids langs de oever en het veerpontje (is het beste te omschrijven als een houten catamaran, heel solide ;-)
Een brutaal lokaaltje heeft het lef om ons iets in het Lao te vragen, we verstaan alleen het woord fiets en willen het taalgidsje erbij pakken maar dan is hij al weg op MIJN fiets! (mocht er een fiets gejat worden dan zal dat de mijne zijn want op die van Floris past de langste Lao nog niet). Dan denk je nog, wat schattig, daar ga ik een foto van maken maar na een tijdje ga je dan toch maar weer gaan zitten om in het taalgidsje op te zoeken wat het verschil is tussen lenen en hebben...maar na een half uurtje kwam het jongetje alweer lachend aanfietsen in het donker, die heeft even de blits gemaakt bij zijn vriendjes.

Dag 74 Vrijdag 16-12-2005 (F)
Attapeu - Champassak ( 158 )

Vandaag is het dan zover. We gaan de gevreesde route 18 fietsen, bijnaam: Highway to Hell. Ooit (in de franse tijd) was dit een goed begaanbare jungleweg. Toen de route tijdens de Vietnam oorlog gebruikt werd als bevoorradingsroute voor de communisten (onderdeel van de Ho Chi Minh route) besloten de Amerikanen dat de weg maar moest verdwijnen. Er werden een paar bomtapijten gelegd en sindsdien heeft er nooit meer een auto gereden en is de weg overwoekerd door de jungle.
Op internet hebben we een verslag gelezen van een stel Nederlanders die deze route een paar jaar geleden hebben gefietst en dit als een van de zwaarste etappes van Laos beschouwden. Er zijn geen bruggen en de weg is in het regenseizoen volledig onbegaanbaar vanwege de modderige gaten waarin je tot je hoofd toe weg kan zakken. Dit moeten we meemaken!
We besluiten om zo vroeg mogelijk te vertrekken. Om 04:30 gaat de wekker en om 05:30 zitten we op de fiets, het begint langzaam licht te worden terwijl wij de eerste 35 km over redelijk begaanbare gravelweg fietsen. Met een houten vlot laten we ons overzetten bij een riviertje, dan begint het survivalparkoers. Er ligt een grote boomstam over de weg die ieder autoverkeer onmogelijk maakt en tussen de struiken door zien we, achter de boomstam, een klein wandelpaadje. Dit moet het zijn!
Het wegdek is onbeschrijfelijk slecht. Opgedroogde modderwalletjes van zo’n 20 cm zorgen voor een pijnlijk wasbord effect en overal moet je uitkijken om niet verstrikt te raken in laaghangende lianen en takken. We voelen ons Indiana Jones op de fiets. Regelmatig moeten we kleine stroompjes doorwaden en het duurt niet lang voordat de vettige modder tussen onze tenen en sandalen onsmakelijke slurpgeluiden begint te maken. Na een paar kilometer loopt Loes’ fiets vast. Een dikke modderklont tussen band en spatbord blokkeert iedere beweging. Na wat gepeuter met een takje weten we de modder, bladeren en takken uit het spatbord te halen en vervolgen we de tocht. Plotseling worden we ingehaald door een jongetje op een gammele stalen fiets zonder versnellingen!!! Als een geroutineerd mountainbiker manouvreert hij zijn fiets tussen de kuilen, lianen en plassen door en weg is hij. We voelen ons opeens een stuk minder stoer... Even later worden we zelfs ingehaald door een oudere man op een brommer die met vol gas door de soms wel 50cm diepe modderplassen rijdt. Het is duidelijk dat de locals zich niet laten weerhouden door deze „onbegaanbare“ weg, het leven gaat gewoon door. Na een paar kilometer zien we trouwens het snelle jongetje langs de kant van de weg staan. Zijn ketting is eraf gelopen, maar dat is snel verholpen een paar minuten later haalt hij ons weer in en vervolgens loopt zijn ketting er weer af.
De weg blijft slecht en de riviertjes die we moeten oversteken worden steeds groter. Op een gegeven moment staan we voor een riviertje waarvan het snelstromende water bijna een meter diep is. Na al die jaren kunnen we eindelijk eens de waterdichtheid van onze fietstassen testen. De lucht in de tassen zorgt voor een goed drijfvermogen en zo „zweven“ de fietsen door het riviertje en kunnen wij er gemakkelijk naast lopen. Na zo’n 12 riviertjes komen we jammer genoeg weer in de bewoonde wereld terecht. De fietsen maken inmiddels allemaal rare geluiden en smeken om een beetje olie op de ketting. We hebben allebei een super goed gevoel dat we het gered hebben en nog ruim voor het donker ook!
Het plan is om door te fietsen naar een nabijgelegen natuurpark waar er bungalows te huur zouden zijn. Kennelijk zijn we in ons enthousiasme iets te hard door gereden want opeens staan we (veel te ver westelijk) weer bij route 13. Na een snelle cola besluiten we er maar een echte monster etappe van te maken en door te rijden naar Champassak, een etappe die eigenlijk voor de volgende dag stond gepland. Kennelijk is ons gezichtsvermogen een beetje aangetast door de inspanningen want ook hier missen we weer een afslag. We rijden uiteindelijk nog zo’n 16km extra om vervolgens volledig zuurgefietst in het donker bij het veer naar Champassak aan te komen. Loes maakt (niet van plezier) nog een mooie koprol in het mulle zand bij het veer. We hebben het helemaal gehad voor vandaag.

Gelukkig vaart er nog een bootje en zijn we zo aan de overkant van de Mekong. In het guesthouse bestellen we vierdubbele porties bij de eigenaar die het allemaal wel grappig vindt. We slapen erg goed die nacht!

Dag 75 , donderdag 17-12-2005 (L)
Champasak (rustdag)

Dan ben je al zo’n 12 uur in de koningsstad Champasak en dan heb je er nog niets van gezien...daar zijn we accuut Wat aan gaan doen. Even genoeg van het fietsen, we besluiten om een tuktuk te regelen om naar Wat Phu (10 km buiten de stad) te gaan. Maar na een tijdje onderhandelen houden we spontaan weer heel erg veel van onze fietsen en besluiten heel zuinig om te gaan fietsen. Natuurlijk genoten van het vlakke sjeesasfalt en van onze fietsen zonder bepakking.
Wat Phu is een oude Khmertempel, heel klein en heel oud en dat is natuurlijk bijzonder. Wij hebben vooral genoten van de schaduw en het uitzicht en van de mensen die moeite hadden met de trap.
Eenmaal weer beneden nog wat gegeten en gedronken met een aardige dronken Belg die vertelt over het idiote rijgedrag van de gemiddelde Laotiaan en vervolgens op de motor stapt...ik kom op de weg liever een gemiddelde Laotiaan tegen dan deze dronken Belg...
Op de terugweg de koningsstad Champasak verkend, na een rondje om de droogstaande fontijn blijkt dat we het centrum hebben gezien. Als laatste proosten we met een Beer Lao op deze actieve dag en op de actieve dagen die nog gaan komen.

Dag 76, zondag 18-12-2005 (F)
Champasak – Don Kong (95)

We nemen de gammele veerpont naar de andere oever van de Mekong. Er komen steeds meer vrachtwagens en busjes bij totdat de pont volledig volgeparkeerd is. Van alle voertuigen worden de wielen vastgezet met stukken hout zodat ze niet zomaar kunnen gaan rollen. Tijdens de korte overtocht worden er goede zaken gedaan. Een klein charmant meisje, van een jaar of acht, heeft binnen drie minuten haar hele voorraad frisdrank verkocht en loop trots terug naar haar moeder. Die staat met een chagerijnig gezicht te kijken. Zij heeft nog niets verkocht. De tocht gaat vandaag helemaal over route 13 en dat betekent weinig tot geen verkeer. We rijden op het midden van de nieuwe weg terwijl de wind ons de goede kant op blaast. Het landschap is vlak en een beetje saai en de eerste km’s komen ons nog bekend voor van een paar dagen geleden. Er wonen weinig mensen in dit gebied. Al met al valt er weinig te zien vandaag dus kletsen we wat over vroeger en van alles en nog wat. Rond het middaguur komen we bij de veerpont naar het eiland Don Kong aan. De fietsen gaan aan boord van het motorbootje dat ons afzet voor het restaurant/guesthouse. We schuiven meteen aan tafel voor een gefrituurde vis en vervolgens kiezen we (na subtiel aandringen van de gastvrouw) een mooie kamer uit met balkon en uitzicht op de rivier. Eind van de middag fietsen we nog een rondje over het eiland. Veel droge rijstvelden. We passeren een paar kleine dorpjes met spelende kinderen en koeien op straat. Een jongetje rent een stukje met ons mee en ik bied hem een lift aan. Hij springt achterop en zwaait vrolijk naar zijn familie.
Als we ‘s avonds gaan eten zijn wij de enige twintigers onder de toeristen.

Dag 77, maandag 19-12-2005 (L)
Don Kong - Don Det (48)

Het grote eiland Don Khong (of Khong Island) viel een beetje tegen, de omschrijving ‘ toeristenbussenvoloudemensen’ zegt wel genoeg denk ik. Hopen dat Don Det anders is, in ieder geval snel foetsie van dit eiland.
Het is altijd weer spannend als je een boottochtje wilt regelen. Als eerste natuurlijk de onderhandelingen en een redelijke uiteindelijke prijs eruit krijgen is een kunstje dat wel inmiddels al wel enigszins beheersen, maar ook hoe je zo’n geval op en af komt is een hele onderneming. Werkelijk alles wat kan drijven wordt ingeschakeld als boot cq veerpont. Geweldig om naar te kijken maar minder geweldig om mee over te varen… maar dit keer hebben we geluk, we mogen de autoveerpont nemen. Dan betaal je een redelijke prijs en zo’n geval ziet er behoorlijk stabiel uit. Maar het lijkt wel of het altijd voller kan hier. Ze wachten nog een tijdje, en jawel hoor, er komen nog een bus, cementwagen, wat auto’s en een handvol brommers bij. Voor het gemak laten ze de klep naar beneden, dan kan er nog eentje bij. Op de een of andere manier lijkt het wel alsof ze het nog leuk vinden ook!
Dan bevinden we ons al snel weer op route 13, dat betekent weer windje in de rug en vooral het stuur recht houden. Al vrij snel komen we bij het volgende veerpontje naar DonDet. De meneer geeft in het Engels de prijs (die prijzig is) en als we vragen of het een bootprijs of persoonprijs is (dus willen onderhandelen) spreekt hij opeens geen Engels meer. Dan heb ik het goed gehad met bootsmannen en besluiten we eerst de watervallen van Phapeng te bekijken. Dat scheelt ons weer twee overtochten het is toch een korte fietsdag dus die 18 km kunnen er wel bij.
De watervallen zijn behoorlijk spectaculair, schijnen de grootste van ZO-Azie te zijn en in de regentijd hebben ze meer water te verwerken dan de Niagara watervallen! We geloven het allemaal wel, ze zijn in ieder geval leuk om te bezoeken. Als we wat willen eten zien we pas hoeveel toeristen hier op afkomen, of beter gezegd, zouden moeten komen. We zien zo’n 15 identieke bussenrestaurants met natuurlijk allemaal dezelfde menukaart, waar hebben we dat eerder gezien…
En dan moeten we toch nog naar DonDet, gelukkig komen we nog een veerpont tegen. Helaas is deze net iets duurder dan de eerste maar de mensen zijn een stuk aardiger (ofwel, Hollands eergevoel wint het van de zunnigheid) en daarbij geven ze aan dat we kunnen wachten op andere mensen omdat dan de prijs pp minder wordt. Dus we pakken het praatboekje erbij en babbelen wat, er worden nog wat baby’s geshowd door trotse oppasoma’s met rode tanden (van het betelnoten kauwen) en wel lezen wat we wel niet allemaal op DonDet kunnen doen (en dat komt neer of vrijwel niets, heerlijk!) na een klein uurtje komt er inderdaad een toeristenbusje vanuit Cambodja en betalen we uiteindelijk minder dan de eerste prijs, ook de zunnigheid heeft gewonnen! Op de punt van DonDet vinden we ook nog een mooie schone bungalow met veranda en twee hangmatten. Gigantisch weids uitzicht en mooie zonsondergangen bekijken dus, onze dag kan werkelijk niet meer stuk!

Dag 78 , dinsdag 20-12-2005 (F)
Don Det (rustdag 1)

We worden veel te vroeg wakker vandaag, waarschijnlijk door ons fietsritme van de voorgaande dagen. Het is tot onze verbazing koud en bewolkt weer en het waait hard. De fleecetruien gaan aan als we zitten te ontbijten. Het heeft meer weg van een waddeneiland dan van een tropisch eiland in de Mekong.
We maken een wandelingetje over het eiland en volgen het traject van een spoorlijntje dat de Fransen hier nog hebben aangelegd. De rails is verdwenen maar het grint ligt er nog. In de backpackershoek van het eilandje wisselen we nog wat boeken om. De oude LP (Lonely Planet reisgids) van Thailand en een boekje over Laotianse politiek zijn goed genoeg voor een nieuwe LP van Cambodja. Op de terugweg naar onze hangmatten ontmoeten we twee Belgische jongens die ook op de fiets reizen. Ze zijn net als wij van plan om Cambodja in te rijden over een paar dagen. We wisselen nog wat fietservaringen uit over Laos en de rest van de dag brengen we lezend en drinkend door in onze hangmatten.

Dag 79, woensdag 21-12-2005 (L)
Don Det (rustdag 2)

Weer onnodig vroeg op om per fiets de beide eilanden te bekennen. Een deel kwam al bekend voor en het andere deel was niet echt bijzonder. Er wonen weinig mensen en de rijst is al van het land dus ziet er droog en dor uit. Op de punt van Don Kong nog even de Franse takel bekeken. Hier werden vroeger de goederen overgeladen van boot naar trein of andersom zodat de boot niet volbeladen door de stroomversnellingen hoefde. Deze spoorlijn van zo’n 5 km is de enige in Laos! (die gebruikt is tenminste) Als bewijs staat er nog een superkleine en verroeste stoomlocomotief. De spoorlijn is inmiddels veranderd in een hobbelpad, het hout en het ijzer konden op een betere manier gebruikt worden vonden de bewoners kennelijk. Ik krijg spontaan last van m’n knie, waarschijnlijk te lang in een verkeerde houding in de hangmat gelegen ;-)
Op de terugweg nog even watervallen/stroomversnellingen bekeken en een hapje gegeten bij een enorm leergierige vrouw. Kwam na het koken gewoon gezellig bij ons zitten om wat Duits te oefenen!
’s Middags voor het huisje lekker met de fietsen bezig geweest onder toeziend oog van drie zusjes die officieel de bungalow naast ons aan het verven waren maar onofficieel ons 2 uur in de gaten hielden en regelmatig overvallen werden door een giechelbui. Wie haalt nou zijn hele fiets uit elkaar om hem schoon te maken, dat kan alleen maar een falang zijn natuurlijk… Na 2 uur poetsen waren de fietsen schoon en konden wij wel weer een poetsbeurt gebruiken.

Dag 80 , donderdag 22-12-2005 (F)
Don Det (rustdag 3)

Ook vandaag flink gesoigneerd (= geluierd) Gelukkig gaat de pijnlijke knie van Loes al weer wat beter. We hebben met de Belgische fietsvrienden afgesproken om samen Cambodja in te rijden. Terwijl wij lagen te navelstaren in de hangmatten werd de was gedaan. Toch nog een nuttig gevoel.

Dag 81, vrijdag 23-12-2005 (L)
Don Det – Stung Treng (79)

En dan juist vandaag zitten we in het rustritme…wakker worden van de wekker en niet uit bed te krijgen. Toch nog aardig snel ingepakt en hadden zelfs nog tijd voor ontbijt. Helaas voor ons was er net een groep Thai gearriveerd (waar hebben we dat eerder meegemaakt…) die ook ontbijt wilden, en daar zijn de drie zusjes niet op berekend natuurlijk. Gelukkig hadden de Belgen ook wat vertraging en waren we toch tegelijkertijd aan de overkant. Met z’n vijven op weg naar de grens vielen we wel op als peleton falangfietsers. De grensovergang staat bekend als lastig, gelukkig konden wij ons bij een groep bustoeristen aansluiten. Dan zijn we niet de enigen die de grens overgaan en hoeven we dus minder ‘fee’ te betalen. En inderdaad, 2 dollar aan beide zijden vonden de douaniers genoeg bijverdienste en we mochten door.
Benieuwd naar de weg fietsten we verder…bomkraters, steenslag en andere ellende konden we verwachten. Blijkt dat de Asian Development Bank een lening heeft verstrekt voor een nieuwe weg! Niet dat we over een nieuwe, verharde weg rijden (een weg die 30 jaar geleden gebombardeerd is en nooit enig onderhoud heeft gehad is niet een twee drie opgeknapt natuurlijk) maar in ieder geval wel over een aardige vlakke gravelweg.
De omgeving is bijzonder saai, de jungle die we hadden verwacht is een tijd geleden gekapt en ervoor in de plaats staan nu wat struiken. Verder woont er geen kip, een enkele keer zien we een armoedig hutje. Maar gelukkig zijn er de wegwerkers, toch nog gezelligheid voor ons en afleiding voor hen.
Voordeel bij een oninteressante weg is dat je lekker door kunt trappen, we zijn lekker op tijd bij de veerpont die ons naar Stung Treng brengt. Kim blijkt een goede onderhandelaar en halveert de prijs even. Aan de overkant is al een hoteleigenaar gealameerd en wacht ons op. Hij blijkt verbazingwekkend goed Engels te spreken en heeft een paar goede route-ideeen voor ons. En natuurlijk een goedkope kamer, wel met raam met uitzicht op een huiskamer en een badkamer met ontzettend snelle beestjes en water dat opeens op is, maar we zitten onder ons dagbudget ;-)
’s Avonds het provinciehoofdstadje bekeken, dit is zo ongeveer het armste en dunstbevolkte gedeelte van Cambodja maar toch zien we meer welvaart dan in Laos. Veel brommertjes en ander verkeer, veel plastic zwerfafval en veel meer aanbod in de winkels. Hier zijn zelfs broodjes pate en popcorn te koop!