Dag 82 , zaterdag 24-12-2005 (F)
Stung Treng - Kratie (149km)

Tijdens het ontbijt besluiten we om toch maar niet het junglepad westwaarts naar Tbeng Meanchy te nemen (een idee van de hoteleigenaar) en voor de relatief veilige optie naar het zuiden (O’Krieng) te kiezen. Hier weten we tenminste dat er voldoende overnachtingsmogelijkheden zijn en bovendien hebben van dit gebied wel een goede kaart. Loes wil bovendien nog niet teveel risico’s nemen met haar pijnlijke knie (die steeds beter gaat). Onze Belgische vrienden doen het rustig aan en regelen een busje naar Kratie. We nemen afscheid van de vriendelijke Kim, Jasper en Geoffrey.
Rond een uur of negen beginnen we aan de 70km naar O’Krieng. We rijden over een zeer stoffige gravelweg en steeds als we een vrachwagen horen aankomen gaan de stofkapjes op en knijpen we onze ogen half dicht. Na een paar minuten zitten we volledig onder het rode stof. De weg rijd best lekker en net als in de etappe van gisteren komen we veel wegwerkers tegen. Overal wordt aan de weg gewerkt. De bomen langs de weg zijn allemaal gekapt wat het geheel een troosteloze uitstraling geeft. Tegen het middaguur bereiken we O’Krieng. We hebben het eigenlijk al behoorlijk gehad met de warmte, het oninteressante verlaten landschap en het stof en staan op het punt om een bus naar Kratie te nemen. Als we informeren blijkt de bus al vertrokken te zijn (1 bus per dag!) We hebben de keuze om de rest van de dag in het stoffige dorpje te blijven, of… om helemaal door te fietsen naar Kratie. In een vlaag van verstandsverbijstering kiezen we voor het laatste.
De rest van de dag rijden we ons helemaal leeg op het stoffige gravel. Met een driedubbele hongerklop komen we in het donker achterstevoren op onze fiets Kratie binnen. We nemen het eerste hotel dat we zien en zijn eigenlijk te moe om nog trek te hebben. We eten een snelle rijsthap en een soepje en dan gaat het licht uit. We voelen ons op deze kerstavond als Jozef en Maria en zijn het er over eens: 149km onverhard is net iets teveel van het goede.

Dag 83, zondag 25-12-2005 (L)
Kratie – Chhlong (70)

Genoten van een voedzaam kerst ABF (American Breakfast) in een restaurantje dat gerund wordt door een bijzondere Amerikaan met kerstmuts op, vandaar dus. Toch ebt het kerstgevoel snel weg zo zonder familie en zonder sneeuw (hier 30C!).
We besluiten om eerst dolfijntjes te gaan kijken en na de middag pas verder te fietsen. Met de boot dolfijnen kijken valt niet in Kratie te regelen dus vertrekken we met de fiets naar de spotplek. Een leuk, levendig en drukbewoond weggetje. We zien typische Cambodjaanse dingen als de ossenkar, het ponywagentje, vrouwen met krama’s (Cambodjaanse hoofddoek) en de handgeschilderde uithangborden. Bij de spotplek vinden we een bankje onder een boom en besluiten daar een uur te gaan zitten en als we niets zien een bootje te nemen. Maar al na vijf minuten spotten we de eerste irriwady (bedreigde zoetwaterdolfijn) en dat gaat zo nog wel een tijdje door. Na zo’n 20 rugvinnen gezien te hebben vinden we het welletjes en fietsen terug voor een lekkere lunch bij de kerstman om daarna op weg naar Chhlong te gaan. Een leuke route over een goede, smalle gravelweg door allerlei dorpjes. Hier kennen ze het zondagrustdag gevoel niet (en kerstgevoel al helemaal niet), veel mensen zijn gewoon aan het werk. Zo af en toe zien we zelfs groene rijstvelden! Van sommige akkertjes halen ze dus meerdere oogsten per jaar. Ook een verschil met Laos. Verder zijn de Cambodjanen ook net wat spontaner en hebben een duidelijk ander (Khmer) uiterlijk.
Chhlong is een iets groter dorpje met een guesthouse, wij nemen onze intrek in de oorwurmkamer (maar daarkomen we later natuurlijk pas achter) en gaan op zoek naar een restaurantje. Boven het water genoten van ons kerstdiner: een rauwe vleessalade! Tsja, dat heb je als je geen woord Khmer spreekt en de mensen geen woord Engels. Daarna de rundvleessoep in kleipot als hoofdgerecht gekozen (handig als er naast je wordt gegeten, kun je iets aanwijzen) De buurvrouw heeft al wat biertjes op en vindt die barangs wel grappig. Na twee keer proosten en een heel onverstaanbaar verhaal aangehoord te hebben vertekt ze en is het opeens stil. Op de terugweg komen we langs drie aggregaten die een bruiloft moeten voorzien van elektriciteit. En dat je je dat kunt veroorloven moet het hele dorp kunnen horen…dat betekent hele harde valse kareokemuziek…en niemand die danst, want een bruiloft is een serieuze aangelegenheid dus je zit braaf aan een tafeltje. Lijkt me heel gezellig als je elkaar niet kunt verstaan!

Dag 84 , maandag 26-12-2005 (F)
Chhlong – Kompong Cham (96km)

Na een rumoerige nacht met veel te harde Khmer bruiloftsmuziek worden we na drie uur slaap wakker van een oorverdovend luidsprekergeschal. Het lijkt alsof er een heel servies van de tafel valt maar kennelijk is dit muziek. We staan maar op. Als ik de ontbijt broodjes open snijd kijk ik in een mierenhoop. Ik veeg de mieren weg en kwak een dikke laag jam op het broodje. Loes heeft geen trek meer. In een lange stoet scholieren fietsen we Chhlong uit. De weg langs de Mekong wordt al snel slechter en slechter. We slalommen om de diepe kuilen en hebben (met 1 oog op de weg gericht) nauwelijks tijd om van de omgeving te genieten. Er wonen veel moslims in dit gebied en we passeren regelmatig moskeeen. Een bijzondere gewaarwording om opeens hoofddoekjes en baarden te zien! De mensen zijn heel erg enthousiast als we langs fietsen. Ze roepen ons hard na en vaak moeten ze hard lachen, wie gaat er nou fietsen over zo’n slechte weg? En de weg wordt ook steeds slechter. Opgedroogde ribbelstructuren van modder, diepe kuilen, koeienpoep en overal mensen. Langs vrijwel de hele weg zien we bebouwing. Houten huizen op palen met een ossenkar en kokospalmen in de voortuin. Tussen de middag stoppen we op een willekeurige plek om even een broodje te eten. We worden meteen omsingeld door een twintigtal kinderen. Met grote ogen kijken ze hoe wij op een boomstam broodjes gaan zitten smeren. Ik haal mijn fototoestel te voorschijn en schiet een plaatje van ze. Een succes als ze zich vervolgens zelf kunnen bekijken op de display. Allemaal willen ze nu op de foto. Ik berg na een tijdje de camera weer op en even later hebben ze wel door dat er verder niet zoveel meer gaat gebeuren. Na een kwartier zijn we weer alleen.
Later op de middag wordt de weg nog smaller en op een gegeven moment staan we bij een visser in de achtertuin. Het pad houdt hier gewoon op. Gelukkig spreekt de oude man een beetje Frans en weet hij de weg naar Kompong Cham. We fietsen nu dwars door een akker naar een zandpad langs de afgekalfde rivieroever. We moeten een beetje lachen dat dit paadje als een doorgaande weg op de kaart staat. We raken die middag nog vaker het pad kwijt, we blijven echter globaal de rivier volgen en zijn uiteindelijk behoorlijk opgelucht als we aan de andere kant van de rivier Kompong Cham zien liggen. Loes heeft weer behoorlijk last van haar knie gekregen wat ook niet verwonderlijk is als je uren aaneen over een hobbelweg bonkt. We kruisen de Mekong over een nieuwe brug en wanen ons ineens in een grote stad. Een behoorlijk contrast met de agrarische moslimdorpjes waar we de hele dag doorheen zijn gereden. We besluiten na deze onverwacht zware rit de volgende dag een rustdag te nemen. Bij het hotel ontmoeten we een vriendelijke Maleisische fietser (ja ze bestaan echt!). ‘s Avonds gaan we met z’n drieen hamburgers eten en komen de verhalen los. Hij blijkt een fysiotherapeut te zijn en hij geeft nog wat knie-adviezen mee.

Dag 85, dinsdag 27-12-2005 (L)
Kompong Cham rustdag

Vandaag staat in het teken van de batterij opladen. Dat is wel nodig na de afgelopen volle fietsdagen en zeker aangezien we in twee dagen naar Siem Raep willen fietsen.
Dus de dag gestart met uitslapen op ons heerlijke harde matras en daarna een XXXL ontbijt genuttigd. Vervolgens was het geld op en besloten we een miljoen riel op te nemen bij de plaatselijke bank. Ook al voelen we ons soms zwervers, we zijn hier miljonair ;-) Deze stijgende lijn zetten we door; we besluiten onze fietsen weer eens flink onder handen te nemen. We fietsen de hoek om en stoppen bij de eerste de beste autowasserette. Ze weten meteen wat we willen, twee mannen beginnen gelijk onze fietsen met de hogedrukreiniger af te spuiten. Daarna komen er een heleboel doekjes tevoorschijn om de fietsen nog schoner te maken. De fietsen hebben in geen tijden zo geglommen, er zit zelfs geen druppel olie meer op de ketting! Na een kwartiertje toekijken maken we de poetsers gelukkig met 20 dollarcent en fietsen wij ook weer gelukkig en voldaan naar het hotel.


Dag 86 , woensdag 28-12-2005 (F)
Kompong Cham – Kompong Thom (140km)

Als we de stad uitfietsen moet ik even wennem aan het chaotische verkeer. Er wordt veel getoeterd, hard- en spookrijden is heel normaal. We manouvreren de fietsen door het drukke verkeer en worden ingehaald door overvol geladen pick-ups en busjes. De menselijke pyramides op de daken en in de laadbakken doen denken aan acrobatiek. De mensen lijken het de gewoonste zaak van de wereld te vinden om met 90km/u in de laadbak te staan. Tussen al dit verkeers geweld rijden er ook nog ossenkarren en lopen er koeien los langs de weg. Er is heel veel te zien en we genieten van alle details.
We nemen een koffiepauze bij het stadje Skuon. De toeristische trekpleister is hier dat je er spinnen kan eten. We zien inderdaad af en toe een toeristenbusje stoppen. Er komen meteen verkoopsters op af met schalen gegrilde spinnen van het model vogelspin. We voelen ons nog niet zo hongerig. We lopen na de koffie een rondje over de markt en zien daar tot onze verbazing geen enkele spin. De lokals hebben klennelijk niet zo’n voorliefde voor spinnen als de toeristen! Nou ja, wel een creatieve manier om een beetje extra geld te verdienen.
Halverwege de middag komen we aan in Kompong Thom.
’s Avonds eten we eerst in het hotel, dan op de markt (goedkoop en lekker) en vervolgens weer in het hotel. Van fietsen krijg je trek!

Dag 87, donderdag 29-12-2005 (L)
Kompong Thom – Siem Raep (150)

De fietsenwachter en zijn onafscheidelijke vriend van ons hotel hebben gisteren goed opgelet en ze denken het ingenieuze system van onze fietstassen door te hebben…helaas zitten na een paar minuten de voortassen op de achterdragers…typisch voor hier, iedereen is heel aardig en vriendelijk maar omdat iedereen elkaar voor de voeten loopt schiet het allemaal niet op (vind ik als Hollander dan). We bedanken de man voor de hulp en de goede oppasdienst en gaan op weg. De route lijkt erg op die van gisteren. Veel ossenkarren en ponykarretjes en menselijk vrachtverkeer. Langs de weg veel moerasgebied, dat betekent veel visvijvers en rijstvelden. Mensen staan tot boven hun middel in de modderpoelen netten uit te zetten en op de rijstvelden wordt het rijststro verzameld en op de kar geladen. Zo af en toe een dorpje met huizen op gigantisch hoge palen en met voor ieder huis weer een visvijver met lotusbloemen. Verder zien we veel krekelvangsystemen, een plastic zwembadje met een lamp erboven. ‘s Avonds gaat de lamp aan en komen de insecten daarop af en belanden hulpeloos in het water. Ik weet niet precies wat ze hier allemaal eten, maar we zien regelmatig mensen die sprinkhanen en krekels oppeuzelen. Na 50 km wordt het tijd voor een ontbijt en proberen we de eerste geleerde woorden Khmer. Dit blijkt geen success, gelukkig is er iemand uit Siem Raep die fantastisch Engels spreekt. Hij wacht in dit dorpje op een aantal toeristen die hij met zijn busje naar Siem Raep brengt. We hebben al veel van die busjes gezien, blijkbaar is dit de doorgaande weg van Pnom Phen naar Siem Raep. Maar gelukkig komen ze niet zovaak de busjes uit zodat we ons toch nog barangkoning en -koningin voelen op deze weg. Mensen zijn erg enthousiast en roepen van alles naar ons, soms de volwassenen nog meer dan de kinderen! In de dorpjes hebben we nog geprobeerd de kinderen de ‘elfstedenhighfive’ te leren, Dit was niet echt een succes. Of ze waren er bang voor (dat ik echt zou meppen) of ze hielden m’n hand net iets te lang vast (en probeer dan maar eens op de fiets te blijven zitten!) Op deze route kwamen alwel in de Angkorstemming; regelmatig fietsten we over oude bruggetjes met de herkenbare oude Khmerachitectuur (naga’s enzo). Na zo’n 120 km kwamen we tot de conclusie dat we wel weer toe waren aan een rustdag, allebei last van een beurs ztivlak en de hitte. Maar als je weet dat er een fruitshake en andere lekkere dingen over een paar km te krijgen zijn dan wil je wel doorfietsen…dus eenmaal aangekomen in Siem Raep eerst genoten van een hamburger en bord pasta om daarna pas onder de douche te stappen.

Dag 88 , vrijdag 30-12-2005 (F)
Siem Raep (rust)

Vandaag doen we rustig aan. We doen boodschappen en gaan wat internetten. Het is duidelijk dat iedere toerist die naar Cambodja gaat hier komt en dat heeft een magneetwerking op arme mensen die hun kinderen hier laten bedelen.
Tegen het eind van de middag fietsen we naar de hoofdingang van Ankor Wat om kaartjes te kopen voor de komende dagen. We mogen meteen het complex in en bekijken de zonsondergang vanaf het hoogste plateau van de machtige Ankor Wat tempel. Een schitterend gezicht en een mooie opwarmer voor de komende drie dagen die we hier kunnen besteden.

Dag 89, zaterdag 31-12-2005 (L)
Siem Raep (Angkor 1)

Voor ons doen heel vroeg op, 5.30 staan we al in de file met de vele brommers en tuktuks! We zijn duidelijk niet de enige die de zonsopgang willen zien. We besluiten wat verder te fietsen naar een minder bekende tempel, hopelijk zijn daar wat minder toeristen. En inderdaad, met zo’n 10 man genieten we van een mooi meer waar je zeker een mooie zonsopgang zou kunnen zien ware het niet dat het precies op deze dag ontzettend bewolkt was…
Na een kwatiertje naar het rechthoekige meer gekeken te hebben wordt het tijd voor tempelen. De eerste tempel is werkelijkwaar fantastisch. We zijn de enige mensen die er rondstruinen in deze grote tempel. En daarbij is de zon nog niet helemaal door, zo in het ochtendschemeren voelen we ons echt Indiana Jones. Als we op een muurtje zitten te ontbijten komt pas de volgende toerist. Daarna doen we een heel rijtje temples, allemaal bijzonder groots, bijzonder oud en heel bijzonder goed bewaard gebleven. Even voor de eigen administratie (veel temples met lastige namen, dat outhoud je niet 123)
1. Sra Srnag meer, 2. Banteay Srei, 3. Pre Rup, 4. Banteay Samre, 5. Ta Som, 6. Preah Neak Pean, 7. Preah Khan, 8. Terrace of Elephants
en toen sloeg de tempelmoeheid en de hitte toe. We waren de afgelopen dagen inmiddels wel gewend om peentjes te zweten maar als je om tempels struint worden dat bij wijze van spreken wortels.
Om oudjaarsdag toch nog een beetje te vieren gaan we lekker uit eten en drinken nog wat na in een heuse Ierse pub. Toch krijg je dat pure, rauwe Ierse gevoel niet zo snel als suikerzoete meisjes je bedienen. Om tien uur vielen we bijna om van de slaap en maakten elkaar wijs dat we wel tot 0.00 op de kamer wakker konden blijven…om vervolgens om 0.00 wakker te worden van sms’jes!


Dag 90 , zondag 01-01-2006 (F)
Siem Raep (Angkor 2)

Na een stevig “FatBoy” nieuwjaarsontbijt (goed voor BMI!) en het lezen van de nieuwjaars sms’jes gaan we weer tempelen. Voor de administratie:

9. Terrace of the leper king, 10. Phimeanakas, 11. Preah Palilay, 12. Baphuan, 13. Bayon, 14. Ta Prohm, 15 Ankor Wat zonsondergang

Als we in het donker weer bij de fietsen terugkomen is mijn fietscomputer weg. De dief heeft het kabeltje doorgesneden en de sensor op de voorvork laten zitten. Hij weet waarschijnlijk niet dat je zonder sensor niets aan een fietscomputer hebt, wat op zich niet zo verwonderlijk is. Ik vind het wel jammer maar niet heel erg. Het is mijn tweede goedkope HEMA fietscomputer die gestolen wordt. De eerste verdween twee jaar geleden in het Zuid Franse Les Saintes Maries de la Mer...benieuwd waar mijn volgende computer zal worden gestolen…

Dag 91, maandag 02-01-2006 (L)
Siem Raep (Angkor 3)

De meeste tempels op het complex hebben we nu wel gehad, vandaag kunnen we kiezen uit de Roulos tempelgroep of de tempel Banty Srei. De laastgenoemde is bijzonder beroemd vanwege de mooie reliefs. Aangezien we al zeer onder de indruk waren van de Bayon reliefs gaan we voor de laatstgenoemde. Na een tijdje komen we erachter dat de 16 km die we ergens op de kaart in de LP hadden zien staan niet vanaf het beginpunt gerekend zijn…er komen er nog ruim 16 bij! Maar goed, zonder bepakking gaat het snel en er is weer genoeg te zien langs de dichtbevolkte route.
Eenmaal bij de tempel worden we weer belaagd door schattige verkopertjes, leuk als je zwetend een warme sarong om probeert te doen. De denkwijze van deze kiddies is soms wel aandoenlijk. Een 7 jarig (schatting) sarongverkoopstertje ziet dat ik al een sarong heb en dat gegeven overtuigt haar ervan dat ik die dingen leuk vind en er dan vast nog wel een of meer wil kopen…Ook het hoofdstdentruukje is wel grappig. Eerst vragen ze je wat bijvoorbeeld de hoofstad van Madagaskar is (na hard nadenken kom ik erachter dat ik een gat in mijn algemene ontwikkeling heb) waarna ze poeslief vragen of je het wilt weten (en ja, dat wil je natuurlijk wel) en vervolgens moet je eerst wat kopen voordat je het antwoord krijgt. Diezelfde avond als we genieten van een Indiase Thali komen we erachter waar deze ongeschoolde straatschoffies hun kennis vadaan halen…op de muur hangen alle vlaggen van bekende en onbekende landen met naam en hoofdstad eronder.
Maar goed, uiteindelijk lukt het ons om de tempel binnen te komen en hij is inderdaad heel klein maar heel fijn. Daarna nog even genoten van landmijnmuziek. Je ziet hier in heel Cambodja ongelofelijk veel mensen die een ledemaat missen vanwege de vele landmijnen die nog er nog zijn.Deze mensen hebben dan natuurlijk een gigantisch inkomenprobleem. Dus veel worden boekenverkoper, bedelaar of muziekmakers. Die laatste groep spreekt me het meeste aan moet ik zeggen, al is de Aziatische muziekstijl niet mijn favoriet…
Weer even voor de eigen fotoadministratie: 16. Bantey Srei, 17. Thommanon, 18. Angkor Wat reliefs.
Bij de laatste een monnik tegengekomen van 26 jaar die een maand in Siem Raep bij een monnikvriend logeert om zo met de toeristen zijn Engels te oefenen. Het is goed te merken dat hij heel fanatiek woordjes heeft geleerd maar geen idee heeft hoe hij het uit moet spreken. Op onze vraag of hij niet oud is voor een monnik antwoord hij dat hij door de burgeroorlog veel jaren schooling gemist heeft en dat hij die nu aan het inhalen is. Afgelopen jaar heeft hij zijn highschool diploma gehaald. En dan krijgt hij waterige ogen en beginnen we maar over het lekkere Cambodjaanse eten…

Dag 92 , dinsdag 03-01-2006 (F)
Siem Raep (rustdag)

Vandaag een kaartje voor de boot naar Battambang geregeld en wat geinternet. Verder nog wat boodschappen gedaan.

Dag 93, woensdag 04-01-2006 (L)
Siem Raep - Battambang

Na maanden cola drinken was ik gisteren helemaal gelukkig met een fles appelsap van 2.4 liter...die hebben we dan ook zo ongeveer in een teug opgedronken...helaas maakte ik m'n darmen daar niet gelukkig mee. Dus niet veel geslapen, maar goed, vandaag 11 km fietsen en daarna bootje varen. Dat is nog wel te doen. Als we 's ochtends vroeg Siem Raep uitfietsen zien we steeds armere mensen. We fietsen richting het water, dus veel vissers. Daar is maar net van te leven. Ongelofelijk hoe weinig deze mensen hebben. Letterlijk alleen maar een dak (golfplaat) en eten (rijst en vis). De weg naar de haven is al snel een en al moerasgebied, we fietsen over een soort dijkje. Groene rijstvelden met drijvende huisjes en vissersbootjes en een opgaande zon, prachtig! Als we bij de haven zijn kost het ons moeite de verkopers en behulpzame mensen op afstand te houden en dat lukt dan ook niet. Voor ik het doorheb is er een jongen zo behulpzaam om mijn fiets aan boord te tillen, en die daar dan natuurlijk geld voor wil hebben. Dit zijn we al vaker tegengekomen, hoezo verborgen werkloosheid?
De boot zit gezellig vol, zo vol dat er meer mensen dan zitplaatsen zijn. Maar gelukkig is er een dak met mooi(er) uitzicht op de omgeving. En dat uitzicht is bijzonder mooi! Eerst varen we een stukje over een meer en daarna over een rivier met overal bebouwing en drijvende dorpjes. Deze dorpjes hebben zelfs een drijvende Wat en een drijvende school met gymzaal op het dak. Ook worden de varkens en kippen drijvend vetgemest. Sommige mensen leven in een drijvend huis, anderen wonen gewoon in een boot. Onvoorstelbaar klein met toch alles erop en eraan wat je nodig hebt. Overal haken en touwen met pannen en teilen. Deze teilen worden door de kids ook gebruikt als vervoermiddel, even spelen met de buurjongen! Het jongetje dat we in een teil zien is niet blij met ons, door de golven van onze boot slaat hij om...we zien overigens weer veel kinderen deze hele dag op de boot. En dat op een woensdag. Kortom, het is een bijzonder arm vissersgebied met net zoals langs de Mekong veel moslims.
Na zo'n acht uur varen met flink veel getoeter door kleine riviertjes komen we dan aan in Battambang. Natuurlijk hier ook mensen die ons met de fietsen willen helpen e.d. We zijn blij als we op ons gemak zelf een hotel kunnen uitzoeken. Dit keer mag het wel een beetje luxe, we hebben zelfs een zittoilet ;-)

Dag 94 , donderdag 05-01-2006 (F)
Battambang - Pursat (108km)

Loes voelt zich na de misselijkheid van gisteren weer goed genoeg om op de fiets te stappen. We rijden om half acht Battambang uit onder het toeziend oog van een kolossaal boedhabeeld dat van achteren door de laagstaande zon wordt verlicht. Het silhouet tekent zich hard af in het tegenlicht terwijl het verkeer in een grauwe stofwolk langs de voeten van het beeld raast.
De weg is recht en de mensen zijn vriendelijk. We fietsen nog een hele tijd met een scholier die vertelt over het leven in het dorp waar hij woont. Zijn oom en tante hebben een kinderopvang zodat iedereen die op het land gaat werken de kinderen daar kan brengen. Grappige details die weer een andere kijk geven op het leven van de "gewone" Cambodjaan.
Na 12:00 wordt het eigenlijk te heet om nog normaal te kunnen fietsen. Als we om kwart over een aankomen in Pursat voelen onze hoofden aan als gekookte eieren. We drinken een paar liter water en eten een rijsthap met extra veel zoute maggi. Nadat we het ijscoapparaat hebben getest is het tijd om te gaan soigneren. Beentjes omhoog, beetje slapen, tv kijken of lezen op de hotelkamer. Als we wakker worden is het al donker buiten. We maken nog een wandelingetje door Pursat. Het is een klein stadje met de nadruk op klein. Nadat we straat nr 1 en straat nr 2 hebben doorlopen hebben we alles gezien.

Dag 95 , vrijdag 06-01-2006 (F)
Pursat - Kompong Chhnang (95km)

Weer ouderwets vroeg op zodat we om 12:00 op de plaats van bestemming zullen zijn. Een goed idee, helaas werkt de wind vandaag niet echt mee. Harde wind tegen over een open rijstvlakte. Het weinige verkeer dat we hier tegenkomen rijdt plankgas en dat gaat zelfs met een gare toyota nog best hard!
Af en toe zien we hier (net als in Laos) "cartoons" op de weg. Witte kalklijnen die de plaats van gebotste auto's en brommers laten zien. Een goede motivatie om goed op te blijven letten. De motivatie om door te trappen halen we uit het besef dat het na 12 uur door de hitte ondoenlijk wordt om door te rijden. We nemen korte stops om gefrituurde banaantjes te eten en cola te drinken en gaan dan weer door. Rond twaalven komen we aan in Kompong Chnnang. Als we na de middag dut om 17:00 een restaurantje binnenstappen ligt daar bijna iedereen nog te pitten. Oma is gelukkig nog wakker en zij neemt de bestelling op. We wachten heel lang op het eten, niet erg: we hebben alle tijd en bestellen later op de avond voor de tweede ronde.

Dag 96, zaterdag 07-01-2006 (L)
Kompong Chhnang - Pnom Penh (95km) - Sihanoukville (bus)

We hebben inmiddels zo'n zin in nixen op het strand dat we een supersnel plannetje hebben bedacht om er eerder aan te komen: 's Ochtends fietsen naar Pnom Penh en vanaf daar nemen we de middagbus naar Sihanoukville. Dat betekent vroeg opstaan en doortrappen. Gelukkig voor ons is de wind gedraaid, we hebben nu schuin mee en dat scheelt! In het begin ziet de omgeving er hetzelfde uit als de vorige dagen maar als we rechtsaf slaan fietsen we over een dijkje met lintbebouwing. Veel vissers, dus weer een bijzonder arme mensen. Maar hier hebben ze wel meer dan de vissers die we tijdens de boottocht hebben gezien. We zien veel huizen op palen met daaronder de kweekvijvers. Ziet er wat profesioneler uit. Ook zie je op de smalle dijk aardig wat verkeer, er is geld voor brommers en benzine. Hier maken we het eerste ongeluk mee in Cambodja. Een fietser vanuit tegengestelde richting ziet ons en slaat over de kop. Hoe hij dat voor elkaar kreeg weten we niet maar hij kon er gelukkig om lachen en zat al snel weer op de fiets. Na deze dag weten we ook waar de padaek (ofwel rottevissaus) vandaan komt. Overal langs de weg zien we visjes en garnaaltjes die liggen te drogen/rotten in de zon. Men neemt niet eens de moeite ze te verspreiden, soms liggen ze gewoon op een hoop te stinken. Persoonlijk vind ik het spul al niet te eten, en deze lucht is ook bijna niet te harden. De combinatie chocoladekoekjes en padaeklucht smaakte in ieder geval niet best, maar je fietst er wel hard op. Eenmaal vlakbij Pnom Penh is het uitkijken geblazen, veel verkeer en getoeter, maar vooral de overbelading maakt het soms behoorlijk gevaarlijk. De vervoermiddelen stellen hier al niet veel voor, en dan stapelen ze er ook nog zoveel rijst, vis en mensen op...
In no time zijn we bij het busstation en hebben we kaartjes geregeld voor de middagbus. Met de kaartjes in de hand lopen we naar een eetstalletje, 2 mannen lopen met ons mee, ruzieend wie ons buskaartjes 'mag' verkopen. We moeten ze de kaartjes een aantal keer voor de neus houden voor ze het doorhebben dat we al kaartjes genoeg hebben. Maar dat merken we vaker, als je laat zien dat je al iets hebt zegt dat ook dat je misschien wel meer van hetzelfde wilt kopen...maar buskaartjes?
De busrit is waarschijnlijk zoals alle busreizen, voornamelijk warm en saai en slecht voor de oren. Een jongetje naast me is misselijk en kotst netjes in het gangpad en tegen mijn broek. Als we met uitstappen belaagd worden door mensen die ons eten willen verkopen, mensen die ons voor een bepaald guesthouse willen strikken en mensen die heel graag willen helpen met de fietsen in elkaar zetten maar daar totaal geen verstand van hebben en een jongen die gewoon onze zak chips pakt en begint te eten en dan ook nog om een dollar vraagt, spreekt Floris' gezicht boekdelen. Eenmaal op de fiets kunnen we erom lachen, we vinden al snel een prima guesthouse 50 m van het strand en dan kan het nixen beginnen!

Dag 97 , zondag 08-01-2006 (F)
Sihanoukville (rust)

We beginnen vol goede moed aan ons "To Do"-lijstje. Eerst langs het Vietnamese consulaat om daar met de spoedservice een visum te regelen. Het consulaat ligt er verlaten bij en we komen al snel tot de conclusie dat het zondag is. We leven niet meer met de dagen van de week. Het tweede punt van de lijst, geld halen, komt nu ook meteen te vervallen. Dan maar door met het derde punt, Elly mailen om te vragen in welk guesthouse ze zit en om een afspraak te maken om elkaar te ontmoeten. Vervolgens gaan we naar het strand.
We hebben net een luie loveseat uitgezocht in de schaduw van een palmboom als de eerste verkoopstertjes zich al beginnen op te dringen. Kinderen van een jaar of acht met zelfgemaakte boekenleggers, schilderijen en ander prullaria dat we onmogelijk in onze fietstassen kwijt kunnen. Ze nemen geen genoegen met dit excuus en blijven alle charmes in de strijd gooien om toch iets te verkopen. Uiteindelijk zegt Loes dat we misschien morgen wat kopen. Ook dit excuus kennen ze natuurlijk. De reactie van een van de jonge verkoopster is wel erg grappig. "Morgen?" zegt ze verontwaardigd "Morgen moet ik naar school hoor!". Mooi om te weten en het werkt ook nog: Met een mooi geacteerd pruillipje loopt ze weg.
Aan het eind van de middag halen we Elly op. Grappig om na zoveel tijd weer eens familie uit Nederland te zien. Ze ziet er erg bruin uit. We gaan 's avonds eten met een Nederlands stel dat Elly eerder die dag ontmoet had op een tochtje naar een natuurpark. Het blijken ook fietsers te zijn en het gesprek gaat al snel over mooie routes.

Dag 98, maandag 09-01-2006 (L)
Sihanoukville rustdag 2

Vanochtend door Floris wakker gezongen met een verjaardagsliedje (altijd leuk, vooral om 8.00 's ochtends ;-) en er snel uitgegaan om geen zonnestraal te missen op 9 januari. Weer eens wat anders dan een bibber/kachelverjaardag, daar moet je van genieten natuurlijk! Eerst ontbeten en familiebezoek ontvangen (waar bleef de rest toch;-) om vervolgens op zoek te gaan naar een rustiger stukje strand zonder verkopertjes. En dat is natuurlijk leuker over het strand dan over de weg en als het strand verandert in rotspartijen dan klauter je daar gewoon overheen met je teenslippers en als de rotsen nat zijn dan zijn ze glad en als rotsen glad zijn dan doet dat zeer. Dus Elly is flink gevallen en flink doorgegaan maar na twee rotsen verder zag het er wel erg acrobatisch uit. Floris wilde wel de held uithangen maar ik vreesde dat mij dat niet zou lukken en onder het mom van 'er moet ijs op Elly's pols' ben ik samen met Elly op ijszoektocht gegaan. Al snel kwamen we uit bij een bijzondere Amerikaans-Cambodjaanse vrouw die wel ijs en een stuk stof voor Elly had en bovendien heerlijke fruitshakes kon maken. Wij waren wel even zoet daar en inmiddels was Floris ons kwijt natuurlijk. En toen wij enigszins laat op het strand aankwamen was er geen Floris meer te bekennen. Na drie uur liggen kletsen ben ik toch maar op onderzoek uitgegaan, want de rotsen zagen er tenslotte niet al te makkelijk uit. Bij de eerste de beste strandtent de held compleet met biertje en al gevonden en daarna toch nog met z'n drieen op het strand gelegen om van de zonsondergang te genieten.

Dag 99, dinsdag 10-01-2006 (F)
Sihanoukville rustdag 3

We gaan vandaag op eilandtour. Met een stuk of twintig toeristen, een paar zakken eten en snorkelspullen worden we op een bootje gezet. Na een halfuurtje varen komen we bij het eerste eilandje. We kunnen er snorkelen, maar helaas is er niets te zien. Snel door naar het tweede eiland waar we wat langer bliiven. Terwijl wij liggen te dobberen in het azuurblauwe water wordt de barbecue opgestookt en belanden de eerste vispakketjes op het vuur. Na de lunch maken we een wandelingetje over het eiland en zien we hoe ananas en cashewnoot groeit. Na een kwartiertje staan we aan de andere kant van het eiland waar we al weer toe zijn aan een duik. Later op de middag varen we naar het derde eiland. Hier gaan we echt snorkelen. Er zwemmen kleine visjes tussen het koraal en we zien veel zee-egels met lange stekels. Om deze zeer ontspannen dag goed af te sluiten gaan we 's avonds lekker uiteten. Ik ga dit keer voor een typisch en zeer smakelijk Khmer visgerecht, Amok!

Dag 100, woensdag 11-01-2006 (L)
Sihanoukville rustdag 4

Twee dagen geleden met Elly al gezien hoe luxe het enige vijf sterren hotel van Cambodja is...LUXE! Daar hebben wij zwervers wel weer eens zin in. Voor een paar dollar mag je van het zwembad, bar in zwembad, restaurant, strand, strandstoel en handdoek gebruik maken en er is zelfs nog een meneertje die er voor zorgt dat we niet lastig worden gevalen door langskuierende koeien en verkopertjes op het strand. Dat klinkt perfect en dat was het dan ook. Met zand tussen de tenen genoten van de zonsondergang en vervolgens naar het beste Italiaanse restaurant gelopen en het lekkerste gerecht van de kaart besteld...en toen nog een...
En daarna was het tijd om afscheid te nemen van Elly, die Bangkok en Myanmar nog gaat ontdekken. Daar is nu weer energie voor!

Dag 101, donderdag 12-01-2006 (F)
Sihanoukville rustdag 5

Zo'n zes kilometer buiten Sihanoukville ligt het nog niet ontwikkelde Otres Beach. Als we er naartoe fietsen valt ons op dat de grond al verdeeld is ook al staat er nog geen enkel resort. Loslopende koeien staren ons glazig aan als we langsfietsen. Overal staan betonnen muurtjes die de aan het strand grenzende percelen van elkaar scheiden. Het lijkt alsof we door een groot doolhof rijden. Na een paar kilometer kiezen we een schaduwrijke plek uit langs het verlaten strand. Het voelt een beetje vreemd, alsof we in een reclamedecor zijn gestapt. Blauwe zee, palmbomen een wit strand en geen mens te bekennen. We vragen ons af hoe het er hier over een jaar of vijf uit zal zien. Waarschijnlijk net als Thailand.
Een paar uur later worden we ontdekt door een groepje dorpsjeugd. Ze gaan pal naast ons staan en lachen een beetje. Ze hebben echter meer oog voor het stel dat in de tussentijd 80 meter verderop is komen zitten. Een westerse man met een jong Cambodjaans meisje, ze spelen samen in zee en omhelzen elkaar. Dat is natuurlijk een stuk interessanter dan twee fietsers.

Dag 102, vrijdag 13-01-2006 (L)
Sihanoukville - Kampot (105km)

Om de warmte te vermijden gaan we maar weer vroeg op pad (valt vies tegen na een paar dagen flink uitslapen) maar precies vandaag is het 's ochtends om 6.00 al lekker broeierig warm weer. En dan ga je peentjes zweten, en als het na twaalven is worden dat bij wijze van spreken wortels...Gelukkig houden na een tijdje de heuvels het voor gezien en fietsen we over een vlakke weg waarlangs van alles te zien is. En als je dan niet te snel gaat en veel drinkt is het allemaal wel te doen. Net na de middag komen we aan in Kampot en gaan we na een douche op zoek naar het lekkerste visrestaurant. Daar heeft zojuist een enorm feest/slagveld plaatsgevonden. Eten, servetten, servies en tafellakens liggen op de grond. Het personeel ziet het blijkbaar niet zitten om op te ruimen want dat ligt in de hangmat. Maar als we binnenkomen gaan ze gelijk aan de slag en we krijgen ons eten bijzonder snel. Ziet er lekker uit maar helaas zitten er echt teveel mieren in om het op te eten, ondanks dat we inmiddels echt wel wat gewend zijn. Na een een-dollar-knip-en scheerbeurt van Floris doen we boodschappen voor de volgende dag en gaan we nog een keer op zoek naar het beste restaurant van Kampot. Voor het eerst in ons leven eten we echt Sri Lankaans eten, daar willen we nu ook wel naar toe ;-)

Dag 103, zaterdag 14-01-2006 (F)
Kampot - Bokor hill station - Kampot (85km)

We hebben de mieren uit het brood geklopt, ontbeten en zijn vroeg vertrokken voor het "Bokor Hardcore Adventure". Althans, zo staat de fietstocht van vandaag in de Cycling Lonely Planet reisgids beschreven. Een tocht naar het verlaten vakantieoord Bokor (op ruim 1000m hoogte) dat in de jaren twintig door de Fransen is aangelegd. We komen er al snel achter dat er sinds deze tijd ook nooit meer iets aan de weg is gedaan en zijn blij dat we vandaag zonder baggage fietsen. Het asfalt dat de stenen ooit bij elkaar moet hebben gehouden is volledig verdwenen en de losliggende stenen schieten onophoudelijk weg onder onze wielen. We vallen om de paar kilometer wel een keer van de fiets. Gelukkig valt het stijgingspercentage nog wel mee en wordt het naarmate we hoger komen steeds iets koeler. De omgeving, waar we helaas niet te veel naar kunnen kijken is adembenemend mooi. Metershoge reuzenvarens, wilde bananenbomen en lianen onder een soundtrack van exotische vogelgeluiden. Na twintig kilometer klimmen bereiken we het verlaten zwarte paleis van koning Sihanouk. Gebouwd aan het begin van de jaren zestig maar nooit volledig afgemaakt vanwege de burgeroorlog. De Rode Khmer hield het plateau tot in de jaren negentig als een strategische locatie in haar greep. Nu geeft de geplunderde ruine (de helft van de zwart marmeren vloertegels is verdwenen) een naargeestige indruk. Het is mistig en fris bovenop het plateau.
We fietsen door over een nog slechtere weg. De zwaarste klim hebben we gehad maar het (ontbrekende) wegdek is zo beroerd dat fietsen eigenlijk onmogelijk wordt. Af en toe lopen we een stukje. We worden ingehaald door een groepje toeristen dat opeengepakt in de laadbak van een terreinwagen staat. Ze kijken ons (terecht) meewarig aan terwijl wij met slippende en wegschuivende wielen vooruit proberen te komen.
Na anderhalf uur trillen, bonken en ploeteren zien we vanuit de mist opeens de kerktoren (door de Fransen neergezet) van Bokor hillstation opdoemen. Ik stel me voor hoe deze kerk per ongeluk uit de lucht is komen vallen op een totaal verkeerde plek. Een bizar gezicht. Van de andere gebouwen zijn alleen de lege kapotgeschoten casco's over. Het resultaat van een jarenlange burgeroorlog. Als we de stilte op ons hebben laten inwerken zijn we wel toe aan een flinke hap eten. Op het plattegrondje van Bokor zoeken we het restaurant en fietsen er naartoe. Dit blijkt helaas ook een ruine te zijn... In het kantoortje van de parkwachter, dat het enige bewoonde gebouw blijkt te zijn, kunnen we uiteindelijk een noodlesoepje en een blikje cola krijgen. Een schrale troost. We hadden deze plek een stuk toeristischer verwacht. We spreken nog een Zwitserse man die de afgelopen nacht hier heeft doorgebracht. Hij vertelt ons dat hij een voorliefde heeft voor afgelegen plekken en dat hij midden in de nacht door de ruine van het casino heeft gedwaald. Bijzondere plekken trekken bijzondere mensen.
In de afdaling terug naar Kampot krijgen we het nog flink te verduren. Door al het getril kneus ik mijn pink en ringvinger (ik weet nog steeds niet hoe ik het voor elkaar heb gekregen) en schuur ik op dezelfde hand een blaar open. Loes heeft het met haar fietshandschoentjes beter voor elkaar en daalt behendig als een waar off-road specialiste. De lol in het fietsen is er nu wel vanaf en we zijn blij als we net voor het donker de voet van het plateau bereiken. Voor een keer had de Cycling Lonely Planet het bij het rechte eind. Het was inderdaad een "Hardcore adventure".

Dag 104, zondag 15-01-2006 (L)
Kampot - Kep (24 km)

Nog goed beurs van gisteren besluiten we om naar Kep te fietsen en dan het fietsen voor vandaag voor gezien te houden. Het is een bijzonder leuke route over een onverharde weg. Vrijwel geen verkeer, wat (toeristen)brommertjes maar vooral ossenkarren en ponykarretjes en leuke lokale mensen. Nog met een middelbare scholier Engels geoefend tijdens het fietsen, altijd leuk!
Kep is een bijzonder plaatsje. In de Franse koloniale tijd was het vooral een strandoord voor de Fransen. Dat is nog te zien aan alle verwaarloosde Franse villa's langs de boulevard. Grootse ruines die grootse ruines staan te wezen of waar een Cambodjaans gezin intrek in heeft genomen. Veel toeristen komen er niet maar het ziet er naar uit dat dat ook hier gaat veranderen. Er worden zo te zien in snel tempo hotels bij gebouwd. Als ze van het steentjesstrand dan ook nog een zandstrand maken trekt het wat meer mensen waarschijnlijk. Nu hebben we al wel een heerlijk bamboehutje gevonden met hangmat en uitzicht op zee. En dat naast ons guesthouse...wat wil je nog meer!


Dag 105, maandag 16-01-2006 (F)
Kep - Takeo (120 km?)

We zijn weer redelijk hersteld van het hardcore adventure van eergisteren en maken ons op voor een gewone rit over asfalt. De onderarmspieren van Loes voelen beter aan en mijn pannekoekenhand van de kneuzing begint ook al te slinken waardoor het vastehouden van mijn stuur al weer wat minder pijnlijk is dan gisteren.
We fietsen de eerste kilometers over een hobbelige gravelweg. Ik verbaas me iedere ochtend weer dat alle schoolkinderen toch zulke stralend witte overhemden dragen. Dit terwijl wij na een paar uur fietsen al volledig onder het rode stof zitten. Misschien is het verschil wel dat zij niet zweten en wij wel...
Loes raakt in gesprek met een jongen die in perfect engels weet te vertellen dat hij pas sinds twee maanden engels spreekt. Een doorzichtige manier van naar complimentjes vissen, het is echter maar een kleine moeite om een complimentje te geven en dat doen we dan ook. We fietsen verder over een nieuwe weg die nog weinig gebruikt wordt. Onderweg stoppen we voor een broodje pate. De onvermijdelijke mensenmassa staat binnen een paar minuten om ons heen. Een klein jongetje raakt Loes aan en rent snel weg naar de rok van zijn moeder. Iedereen moet lachen en de sfeer is heel ongedwongen.
Tussen de middag pauzeren we in een wegrestaurant op een drukke kruising. Als we de rekening krijgen schrikken we van de prijs. Oplichterij! De rijsthap was lekker en had de normale prijs, alleen de kleine flesjes water bleken nu opeens een dollar per stuk te kosten. Dit terwijl wij nog gevraagd hadden naar een grote fles water en ze in plaats hiervan met een viertal kleine flesjes aan kwamen. We worden omringd door een viertal serveersters die ons boos aankijken en erop staan dat we de rekening betalen. Maar 4 dollar voor een litertje water is toch een beetje duur.
Na enig overleg zet Loes haar "white face" (boze gezicht) op. We leggen een redelijk bedrag op tafel en lopen onder luid protest weg. De enige juiste manier denk ik.. Toch kijken we nog een paar keer achterom als we wegfietsen.
In Takeo nemen we een kamer in het guesthouse bij het meer. Midden in het meer ligt de eens zwaar bewaakte woning van broeder nummer twee. De tweede man van de Rode Khmer. Hij was zo paranoide dat hij (naar verluid) allerlei onderaardse gangen, kamers en vluchtroutes heeft laten maken voor het geval de vijand zou komen. Steeds als er een nieuw stuk was aangebouwd liet hij de architect vermoorden. Een mooi verhaal maar in hoeverre dit waar is? In de reisgids lees ik dat hij inmiddels (net als andere Rode Khmer boeven) in de gevangenis in Pnom Penh zit te wachten op zijn proces. De luxe villa die we vanuit ons hotelraam zien is inmiddels een politiebureau geworden en helaas niet toegankelijk voor toeristen.

Dag 106, dinsdag 17-01-2006 (L)
Takeo - Pnom Phen (75 km)

Zonder ontbijt er vandoor, maar dat is over het algemeen geen probleem hier. Overal langs de weg staan wel kraampjes waar je iets te eten kunt scoren en meestal is het nog lekker ook. Dus langs de weg ontbeten met gefituurde banaantjes en cola (mijn favoriet, mijn smoes is dat je er goed op fietst ;-) Wat later zien we zelfs een stalletje dat broodjes pate verkoopt, zoiets kun je gewoonweg niet voorbij fietsen! Dus even later, na wat handen en voeten werk en nadat onze fietsen zijn goedgekeurd natuurlijk, krijgen we aan een gedekte tafel een bord met brood en een bord met pate met vork en mes en wijnglazen (geen idee waar ze die vandaan hebben gehaald) en kunnen we prinsheerlijk aanvallen. Daarna toch echt weer verder en naderen we al snel Pnom Penh, weer langs de inmiddels bekende vissersdijkjes met de bijbehorende padaeklucht. Eigenlijk valt de drukte in de stad wel mee, de wegen ernaar toe lijken drukker. Eerst het 'gele Okay pislucht guesthouse' bekeken maar toch maar doorgefietst naar het brandschone witte Springguesthouse. Is wel fijn als je ergens langer blijft.
Na het douchen op naar het postkantoor. Samen achterop een moto en flink wat van de stad gezien, bleek dat de moto niet wist waar het postkantoor was. Met de kaart erbij kwamen we er wel uit waar het postkantoor zou moeten staan en gelukkig stond het daar ook. En toen konden we de brieven/pakket openmaken, leuk! Weer genoeg om de tijd puzzelend en lezen door te komen ;-)
Daarna nog even het Nationaal museum bekeken, waar veel Angkor stukken te bewonderen zijn. De beelden verliezen voor mij in dit museum hun grandeur. Misschien omdat we Angkor gezien hebben of misschien omdat de beelden uit de omgeving zijn gehaald, of misschien wel allebei. Maar de tuin was heerlijk om in het zonnetje te zitten tot sluitingstijd!


Dag 107, woensdag 18-01-2006 (F)
Pnom Penh (dag 1)

Midden in een vrolijk lichtgeel geschilderde kamer staat een stalen bed. Het zonlicht schijnt naar binnen. Aan de muur hangt een groezelige zwartwit foto van iets dat in de verte lijkt een mens, geketend. De foto is hier dertig jaar geleden gemaakt, tussen deze vier muren en bij dit verroeste bed.
Tijdens het regime van de Rode Khmer tussen 1975 en 1978 werden in deze kamer duizenden mensen gemarteld en tot valse bekentenissen gedwongen. Vervolgens ging het per truck naar een stuk land net buiten de stad waar ze werden doodgeknuppeld.
Zo draaide deze vernietigingsmachine dag in dag uit door. Mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden, niemand werd gespaard. Het meest bizarre aan het geheel is misschien nog wel dat de bewakers en ondervragers vrijwel allemaal op een gegeven moment zelf verdacht werden door het paranoide regime...en dus ook "geruimd" moesten worden.
De tot gevangenis omgebouwde school (vandaar die vrolijk lichtgeel geschilderde muren) waar dit alles zich afspeelde is nu het Tuol Sleng genocide museum. Een wrange nagedachtenis aan een van de meest bizarre periodes in de Cambodjaanse geschiedenis.
Van alle gevangenen werd destijds bij binnenkomst een foto genomen. Welke doel de Rode Khmer hiermee had is mij tijdens het bezoek niet echt duidelijk geworden. Het gaf in iedergeval een behoorlijk naar gevoel om in het museum langs deze rijen angstige gezichten te lopen. Ook het idee dat ik al leefde toen deze mensen werden vermoord is voor mij (hoe naief het ook klinkt) moeilijk te bevatten.
's Middags brengen we een bezoek aan het executieveld net buiten de stad. De details zijn eigenlijk te gruwelijk om echt te bevatten. Maar als je dagelijks honderden mensen moet doodknuppelen ontstaat er wel een zekere efficientie.
Aan het eind van de middag zijn we met een grote zak M&M's op de hotelkamer gaan zitten om weer een beetje bij te komen. Wat een waanzin. Waar lopen de mensen nu nog mee in hun hoofd rond. En de grap is nog wel dat er in heel Cambodja maar 13 geregistreerde psychiaters werken.


Dag 108, donderdag 19-01-2006 (L)
Pnom Penh (dag 2)

Op naar het Royal Palace, helaas is het grootste gedeelte vandaag gesloten vanwege buitenlands bezoek. Door het hek inderdaad veel vlaggen en strakke uniformpjes (compleet met geweer) gezien. Dan maar een 'goede' shake bestellen bij een restaurantje waar straatkinderen werken. Ook gesloten vanwege een grote groep (wel weer fijn om te weten dat het goed loopt). Tsja, dan maar shoppen! Er is een markt waar ze allerlei dure merken heel goedkoop verkopen (worden hier gemaakt). Altijd grappig om te snuffelen natuurlijk! Wat sokken en souveniers rijker stappen we weer achterop bij de moto die ons naar het hotel brengt.
Tijdens het eten valt de stroom uit, gebeurt vrijwel iedere dag. Een kwaliteitsrestaurant heeft voor dat geval een noodaggregaat. Wij zitten daar dus niet maar krijgen wel een gezellig waxinelichtje!

Dag 109, vrijdag 20-01-2006 (F)
Pnom Penh (dag 3)

Toen we bij het koninklijk paleis aankwamen lag de rode loper al uit. En nadat we de troonzaal en de collectie boedhabeelden en koninklijke kleding hadden gezien werd duidelijk waarom. De koning zou die middag hoog bezoek ontvangen. Er werd ons duidelijk gemaakt dat we het paleis moesten verlaten wat we geen straf vonden. Het geheel zag er een beetje vervallen uit. Zo zaten er in de muurschilderingen af en toe beoorlijke gaten. Een gat was echter wel weer mooi. Het gat zat precies in de kruin van een geschilderde boom en precies in het gat had een musje zijn nest gemaakt. Hedendaags werk dus!
Na de lunch wachte ons, net als een paar dagen geleden, weer een onverwachts hoge rekening. Dit keer bleek het prijsje van de menukaart te zijn afgevallen en was het gerecht van Loes een stuk duurder geworden. Er werd echter met zo'n stelligheid (en zonder excuses) gereageerd op Loes protest dat ze er een rood hoofd van kreeg. Het werd dus weer een "weglopertje" maar dit keer ging het restaurant personeel op de valreep toch nog akkoord.

Dag 110, zaterdag 21-01-2006 (L)
Pnom Penh (dag 4)

De laatste dag in Pnom Penh, ideaal om het dagboek bij te werken en om een fietsvoervoorraadje in te slaan. Als ik na een half uur eindelijk de compu aan de praat krijg en na een paar regels het geval er weer mee stopt heb ik er wel weer genoeg van. Tijd voor een ommetje...Met een moto die net gestart was op zoek gegaan naar kaarten, zonnebrand en supermarkt. Wel handig, hij weet de goedkope winkeltjes te vinden. Zijn kennissen blij met weer wat omzet en ik blij met het goedkope tourtje door Pnom Penh. Daarna Floris weer opgezocht in het internetcafe en na geconstateerd te hebben dat ik nu giga achterloop met typen een lekker restaurantje uitgezocht.

Dag 111, zondag 22-01-2006 (F)
Pnom Penh - Svay Rieng (124km)

Om 04:30 gaat de wekker en een uurtje later fietsen we in het donker de stad uit. Op de brede boulevards is nog maar weinig verkeer. Wel zien we veel joggers en mensen die rek- en strekoefeningen staan te doen. Het is heerlijk koel.
Tegen de tijd dat het licht wordt hebben we de laatste buitenwijken achter ons gelaten. Het begint drukker te worden op de weg en de lucht ziet er voor het eerst sinds tijden weer eens dreigend uit. We voelen af en toe een druppel regen. Vandaag is de laatste dag dat we langs de Mekong rivier fietsen, een raar idee na zoveel tijd. Terwijl we de kilometers wegtrappen moet ik regelmatig denken aan onze wilde Mekong boottocht naar Xieng Kok en aan al die andere keren dat we de rivier op ons pad tegenkwamen. Het lijkt een eeuwigheid geleden. Bij de veerpont wordt ik ruw uit mijn dromen gehaald door een horde verkopers. Allemaal willen ze dat blikje cola en dat pakje kauwgom aan me verkopen. Als we ze hebben gekocht komt de tweede horde naar ons toe, de bedelaars. Ik geef mijn halfvolle blikje cola aan een tandenloos oud vrouwtje, dat vervolgens smakelijk begint te lachen. Veel tanden kan ze niet meer verliezen door de cola en ze neemt een grote slok.
De wind steekt op als we over een dijkje verder rijden. Een vlakke horizon en eindeloze rijstvelden. We rijden nu een van de armste provincies van Cambodja binnen en merken dat meteen aan het rustige verkeer. Vlak voor Svay Rieng wordt Loes aangesproken door een tweetal studenten die hun Engels willen oefenen. Ze staan erop dat ze ons naar een hotel brengen en even later staan we voor het duurste hotel van de stad dat eigendom blijkt te zijn van de hooofdcommissaris van politie (een aardige bijverdienste). In de LonelyPlanet zoeken we de budget mogelijkheden op en fietsen hier even later met onze twee vrienden naartoe. Dan komt de aap uit de mouw. Ze willen geld zien voor hun "gidswerk". We kunnen hier natuurlijk niet op ingaan en poeieren ze af met een hoop vriendelijke woorden en schouderklopjes.

Dag 112, maandag 23-01-2006 (L)
Svay Rieng - Saigon (120km)

Dit keer waren we zelfs eerder wakker dan de hoteleigenaar, gebeurt niet vaak! Maar we moesten hem toch wakker maken om bij de fietsen te kunnen. De 'stad' uitgefietst en de velden in. Landschap is niet bijzonder: vlak, open, bruine rijstvelden en dunbewoont. Het is dan ook een van de armste gebieden van Cambodja. Hier is ook weer flink gevochten, we zien veel herdenkingsmonumenten. Al met al een beetje een troosteloos gebied. We kopen maar een zout en dunbelegd broodje voor de dubbele prijs, goede dag voor de verkoper.
De grensovergang gaat dit keer heel snel. Als we binnenkomen en in de rij gaan staan worden we daar direct weer uitgehaald en vullen Vietnamese uniformen ons formulier in. Dat begrijpen we niet helemaal aangezien deze mensen geen Engels kunnen lezen en spreken en dus niet zoveel van ons paspoort begrijpen. Dat blijkt ook wel, Floris heeft bijvoorbeeld als achternaam 'Nederlandse'. Maar later wordt het ons wel duidelijk waarom de uniformpjes ons uit de rij haalden en ons formulier invulden...voor deze goede en snelle service moeten we een dollar pp betalen. Nou ja, ze doen er in ieder geval iets voor. De vorige keer moesten we gewoon dollars afgeven, waarschijnlijk voor de glimlach van de douanebeambte. En nu hebben we volgens mij ook nog meer stempeltjes gekregen ;-)
De eerste kilometers doen nog Cambodjaans aan maar al snel veranderen de krama's, paardenkarretjes en bruine rijstvelden in conical hats, motoren en groene rijstvelden. We fietsen duidelijk een rijker land binnen. We zien steeds meer mensen en steeds meer bedrijvigheid. Als we Saigon in fietsen worden we werkelijk tureluurs van alle brommertjes en doof van alle verschillende (gashoorn)toeters. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren voordat we in het centrum zijn, wat een grote stad! Zolang we met de stroom mee fietsen is het wel te doen. Maar als je verdwaalt en over moet steken heb je toch wel een probleem hier. We waren dan ook erg blij dat iemand in vloeiend Amerikaans/Engels ons vroeg waar we naar toe wilden en ons achterop een brommertje de weg wees. De avond vooral doorgebracht op een balkon van een cafe, urenlang met grote ogen naar het verkeer op een willekeurig kruispunt gekeken. En verbaasd over de menukaart, er is hier zelfs een baguette Guda cheese te krijgen!