Watersnoodramp 1953

 De ramp in overige kernen van Tholen

Sint Annaland Sint Philipsland Poortvliet

            

                                                   
 

Poortvliet

Bron: Verslag van Waterschap Poortvliet aan Gedeputeerde Staten van Zeeland.
          Politechnisch tijdschrift jaargang 1953

In de zeedijk van de Klaas van Steenlandpolder ontstond op 1 februari in de morgen tussen 3 en 5 uur een doorbraak ter hoogte van de uitwateringssluis.
Een tweede doorbraak ontstond tussen dijkpaal 19 en 20. Hier stond een Duitse bunker uit de tweede wereldoorlog.
De doorbraak bij de uitwateringssluis groeide snel uit tot een stroomgat. Aanvankelijk was de diepte van het gat nog maar 1,50 m beneden N.A.P. maar 5 februari 's avonds was het al 3,20 m beneden N.A.P.
's Morgens 6 februari was het gat al uitgediept tot 5.70 m beneden N.A.P.
De Klaas van Steenlandpolder liep dan ook zeer snel onder water.
Daarna stroomde het water over de binnendijken de Poortvlietpolder en de polder Nieuw-Strijen binnen.
In de binnendijk tussen de Klaas van Steenlandpolder en de Poortvlietpolder onstonden 2 doorbraken die uitgroeiden tot stroomgaten.
Het ene gat was ter plaatse van het elektrisch gemaal en het andere 250 m daar vandaan.
Hierdoor liepen de Poortvlietpolder en Malland onder water. Omdat de Poortvlietpolder een grote polder was, bereikte het water slechts een hoogte van 1 m boven N.A.P.

Dijkherstel.

Direct na de ramp begon men met mannen uit Poortvliet, Scherpenisse enz. met het dichten van de kleinste doorbraak in de binnendijk bij het elektrisch gemaal.
Dit gebeurde met behulp van kleizakken en het was een succes.
Op 5 februari werd door ca. 700 man de doorbraak tussen dijkpaal 19 en 20 gedicht door middel van kleizakken.
De dichting van het stroomgat bij de uitwateringssluis was veel moeilijker. Het heeft tot 14 februari geduurd voordat dit gat definitief gedicht was.
Aan de dichting van de doorbraken zijn in totaal 700.000 zakken met grond verwerkt.