Watersnoodramp 1953

 Dijkherstel
 

Veerdijk en Margarethapolder Stavenissepolder Nieuwepolder
 

Veerdijk en Margarethapolder

De kleine bressen in de oostelijke havendijk (Veerdijk) en de Margarethapolder werden zonder veel moeite gedicht met behulp van zandzakken.
Ongeveer 100.000 zandzakken waren hiervoor nodig.
De Margarethapolder en de Oud-Kempenshofstedepolder waren 26 maart weer droog.
Het verdere herstel van het dijkprofiel kon nu beginnen.
Allereerst had men klei nodig om een komvormige vergaarbak te maken waarin het zand kon worden gespoten.
Met behulp van bulldozers en draglines werd een kade aangelegd. Deze kade liep binnendijks. Een tweede kade werd aangelegd ter hoogte van de buitenberm. Zodoende ontstond een vergaarbak waarin het zand kon worden gespoten.

     

De vergaarbak voor het zand. Links op de achtergrond de molen van Stavenisse

Voor het benodigde zand werd een "winzuiger" gelegd ten westen van de "witte tonne vlije". Het zand werd in zandbakken gespoten en getransporteerd naar de perszuiger ten oosten van de haven.


Door een 1000 meter lange leiding, met een doorsnede van 0,50 m, werd het mengsel van zand en water in de vergaarbak gespoten.
Het overtollige water kon via afsluitbare openingen in de kade afvloeien naar zee.
Daarna werd met klei het dijkprofiel hersteld en werd ter bescherming een kram-mat aangelegd.
Een kram-mat bestaat uit een laag stro die op een speciale manier, met behulp van stro-krammen, wordt aangebracht.
Een kram-mat beschermt de dijk tijdelijk. De natuurlijke bescherming is gras. Later groeit het gras door de kram-mat en is de natuurlijke bescherming hersteld.

In september 1953 was de dijk weer hersteld.