| |
Abraham GRIEP (1764-1833)
Schipper en graanhandelaar
te Hansweert en Waarde |
doopinschrijving van Abraham Griep,
in het doopboek van Hoedekenskerke
|
Abraham Griep wordt
geboren op 29 april 1764 te Hoedekenskerke, als oudste zoon van Cornelis
Griep en van
Jacoba Steketee. Een week later, op 6 mei van dat jaar, wordt hij
gedoopt in de Nederlands Hervormde kerk van Hoedekenskerke, en vernoemd
naar zijn grootvader van vaderszijde. Getuige bij de doop is zijn
grootmoeder, Johanna de Bad.
Hij krijgt nog drie broers, Marinus, Janus en Jacob. Zijn vader Cornelis
Griep is schipper te Hoedekenskerke.
Hiernaast een foto van de Nederlands
Hervormde Kerk te Hoedekenskerke, vanuit het zuiden gezien. In dit kerkje
is Abraham Griep gedoopt.
(Uit: Hoedekenskerke, dorp tussen zeedijk en zaaidijk, door J. de Ruiter)
|
VAN
HOEDEKENSKERKE NAAR HANSWEERT
Abraham brengt het eerste
gedeelte van zijn jeugd in Hoedekenskerke door. In 1770 , als hij zes jaar
oud is, verhuist het gezin naar Hansweert. Daar wordt in 1771 ook zijn
jongste broer, Jacob, geboren.
Op 19 februari 1787, hij is dan 22 jaar oud, trouwt hij te Kruiningen met
de uit Oudelande afkomstige Maria Goosen.
Zij is geboren op 3 september 1762 als dochter van Jan Hubrechtse Goosen
en Crina Marinusse Wisse. Als ze tevoren, op 1 februari, het trouwgeld
betalen, wordt hij als "schipperszoon" en zij als
"dienstbode" genoteerd.
In 1789 doet hij belijdenis in de
Nederlands Hervormde kerk te Kruiningen; hij is actief lid van die
gemeente.
Abraham volgt de familietraditie,
en net als zijn vader en grootvader gaat hij werken als schipper.
|
|
EN VAN HANSWEERT NAAR WAARDE
Abraham en Maria krijgen, te Hansweert
(Kruiningen) zeven kinderen: Cornelis (1788, na drie maanden
overleden), Cornelis
(1789), Krijna (1791), Jan (1793), Jacoba
(1797), Francina (1798) en Marinus (1800).
Op 14 december 1809 komt Maria Goosen,
op 47-jarige leeftijd, te overlijden
Vier jaar later treedt Abraham Griep
opnieuw in het huwelijk. Hij trouwt op 25 juni 1813 te Kruiningen met de elf
jaar oudere Helena (Lena) Janse Stevense. Zij
is circa 1753 in de Mairepolder (Krabbendijke) geboren als dochter van Jan Stevense en Neeltje
Jacobse, en al twee maal weduwe: eerst van Laurens Hendrikse Kok, overleden in
1798, daarna van Leendert Dominicus.
Op 22 juni 1813 laten ze voor de
notarissen Jan Soetebier en Leonard de Fouw te Goes een "Contrât de
Mariage" opstellen: "Abraham Griep, weduwnaar van Maria Goossen,
koopman van bedrijf, als zoodanig gepatenteerd blijkens patent afgegeven door
den Heer Maire van Kruiningen den dato den April agttien hondert dertien, van de
derde klasse nummero een [etc.], wonende te Kruiningen, & Lena Janse
Stevense, landbouweresse, weduwe van Leendert Dominicus, wonende te
Krabbendijke"
Het echtpaar gaat géén gemeenschap van goederen aan, en bepaalt dat, mocht
Abraham Griep eerst overlijden, Lena Stevense het vruchtgebruik van 500 ponden
vlaams (=6349 francs 20 centimes) krijgt.
Abraham woont dan in de gemeente Kruiningen, wijk A no. 16, b.d.g. oost Mattheus
van Loo, west Louis Jacobusse, zuid de erven van Foort de Back en noord de
straat (GA Goes, acte no. 2468).
Dit huis, een woonhuis te
Kruiningen, op het dorp, no. 16, verkoopt hij op 13 september 1814 aan
Johannes van der Bel, ontvanger der indirecte belastingen te Kruiningen. De
verkoopprijs bedraagt 1000 guldens (GA Goes, notaris Jan Dominicus Jansz., acte
no. 61)
Abraham en Lena verhuizen in 1815 van Hansweert naar het naburige dorp Waarde.
In het lidmatenregister van Waarde staat vermeld: "aangekomen van
Kruiningen 09-01-1815 Abraham Griep en Helena Janse Stevense".
Op 30 april 1816 verkoopt Abraham een "woonhuis
te Kruiningen, op Hansweert, op den dijk, gemerkt no. 93" voor 375
gulden Hollandsch aan Benjamin Jansze, arbeider te Kruiningen (Algemene
Registers Hypotheekbewaarder Goes, register van overschrijvingen 6-552, 4 mei
1816, 5e deel, folio 9). Een jaar later, op 15 juli 1817 verkoopt hij aan zijn
broer Jacob, schipper te Kruiningen, "63 roeden zaaijland, gelegen in de
Kostpolder, bij Hanswaard, b.d.g. oost Ary Iemandse, west Hubregt van Noorden,
noord den verkooper en zuid den zeedijk" voor 18 guldens (GA Goes, acte
no. 3597, notaris Jan Soetebier).
De omgeving van Waarde, circa
1856
(Grote Historische Provincie Atlas) |
Zoals de meeste
schippers in die tijd functioneert Abraham niet alleen als vervoerder, maar
handelt hij ook in de vracht die hij vervoert met zijn schip. Daarbij
blijkt hij zich niet altijd aan de geldende voorschriften en regels te
houden. In het archief van de Diaconie van de Nederlands Hervormde Kerk
van Kruiningen is het volgende opgetekend: "In 1799 ontving de
diaconie van Mr. Clement, Hoog Balliuw bewesten Schelde, wegens de Boeten
van Abraham Griep en Jacob Smit, die zij aan gem. Heer wegens 't vervoeren
van verboden granen volgens 's Lands Placaten schuldig waren en waarinne
volgens gen. Placaten de Diaconie Kr. mee in competeerde een Suivere Somma
van 125 £ 5 sch. 10 gr.
Een forse boete (circa Fl 750,-), dus de overtreding zal navenant
zijn geweest.
Ook bij de volkstelling in 1811
wordt hij "marchand de grains" genoemd. Blijkbaar is hij als
handelaar redelijk succesvol, want in datzelfde jaar koopt hij voor zijn
zoon Jan, die als schippersknecht werkt, een eigen schip. Op 15 oktober
1811 wordt voor notaris Leonard de Fouw de koop- en transportakte
gepasseerd. Hij koopt dan van Gilles de Weerdt, schipper te Waarde "le
hengst le numero sept" een schip van vijf en een halve ton, voor
het bedrag van 300 francs.
|
Op 11 juni 1827 compareert hij voor
notaris H.K.J. van den Bussche te Kruiningen. Hij koopt van Jacob Nagelkerke "drie
roeden en veertien ellen moeshof in de gemeente Kruiningen, in de hoek achter
het dorp, belendende ten oosten de weg, ten zuiden weduwe Matth. van Loo, ten
westen Pieter Foortse de Back, ten noorden Cornelis Zeevaart" voor Fl
60,- (Algemene registers Hypotheekbewaarder Goes, register van overschrijvingen
46-19)
Abraham Griep overlijdt in de ochtend
van 16 september 1833, in zijn huis (no. 78) te Waarde. De aangifte wordt gedaan
door Adriaan Dijl, 50 jaar, bakker, en Jacob Zuiderland, 43 jaar, schoolmeester,
"geburen van de overledene".
Op 21 november van dat jaar wordt in herberg "Land- en Scheldezigt" te
Bath, het huis van zijn oudste zoon Cornelis, de memorie van nalatenschap
vastgesteld. Klik hier
om de tekst te bekijken.
Bij huwelijkscontract was in 1813 vastgesteld dat, mocht Abraham Griep als
eerste overlijden, Lena Stevense het vruchtgebruik zou krijgen van een som van
3000 guldens. Dit wordt door de kinderen niet betwist.
Lena Stevense overlijdt anderhalf jaar
later, op 2 december 1834 te Waarde. Ze is dan 81 jaar oud.
Deze pagina is voor het
laatst gewijzigd op 11 juli 2007. © C. Griep. |