Gedichten
geschreven 16 februari |
|||
De
Stilte De stilte welt Terwijl
de slang vervelt Doe
ik me weer anders voor Alleen
mijn vrienden hebben dat door De leegte groeit Terwijl
mijn hart dood bloeit Ik
lijk zo vrolijk Want
ik doe zo olijk De mensen lachen En
ik lach mee Terwijl
ik voel dat ik innerlijk jank En veel liever thuis zou zitten op de bank
|
|||
Wie
ben ik Ik hoor je stem Ik
weet wie jij ben Ben
alleen vergeten Hoe ik zou moeten heten |
|||
De
eenzaamheid De eenzaamheid Langzaam
raak je al je vrienden kwijt Ze
bellen wel Maar
als je vertel Hoe
je je werkelijk voelt Snappen
ze niet wat je bedoeld Het
is niet uit te leggen Maar
straks kunnen ze naar mijn lichaam dreggen Want
dan ben ik vergaan Opgehouden
te bestaan |
|||
Ik
sta op Ik sta op Krijg
pijn in mijn kop Mijn
hart doet zeer En
dat iedere keer Als de dag begint Vraag
ik me af wie er wint De
nood om te leven Of de moed om de pijp aan
maarten te geven |
|||
Pijn 8
jaar pijn is
verdomme niet fijn ik
wil niet meer leven kan
nergens meer om geven waar
heb ik dit aan verdient wat
heb ik fout gedaan wat
is er mis gegaan wanneer haal ik nou eens die moed vandaan
|
|||
Ik
zou niet moeten miepen Ik zit hier nu te typen Ik
zou niet moeten miepen Ik
heb hulp gezocht En
hulp gekregen Men zou willen dat ik dit had
verzwegen Maar
ik moet het van me af schrijven Als
ik in leven zou willen blijven Het is voor mij de enige manier Om
te zeggen wat ik denk Om
uit te drukken wat ik voel En
hoe ik dat precies bedoel Ik zal me wel beter gaan voelen Maar
heb helemaal nog geen doelen Om
naar toe te werken Zodat
ik zou merken Dat
het weer beter zou gaan Maar tis beter als dat gedicht
nu is gedaan |
|||
Ik
ben niet alleen Er zijn er genoeg die om mij geven Het
is dan ook voor hen dat ik doorga met leven Als
zij er niet waren Dan
was mijn geest al lang aan het varen In die grote zee Om
in die immens grote haven Mijn
plaats in te nemen In
een van die graven Maar ze helpen me er doorheen Ik
kom er wel overheen Althans
dat hoop ik Anders
geef ik geen kik En stopt mijn rikketik
|
|||
De
droom De vermoeidheid slaat toe Ik
ben best wel moe Ik
ga zo slapen Want
ik begin te gapen Ik beland in dromenland Wat
is hier aan de hand De
ellende van de buitenwereld Is
ook hier naar binnen geslopen Ik kan alleen nog maar hopen Dat
ik zo ontwaak Nog
een keertje gaap En dan verder kan met mij leven Ik
begin al weer te beven Als
ik denk aan die droom Over
die ene boom Met zijn vastgeroeste wortels Niet
meer kon ontsnappen aan het verdriet Terwijl
het regent dat het giet Please
wrede wereld Vergeet mij niet
|
|||
Geluk
of pech Ik hoor een gitaar Weet
alleen niet waar Is
dit de hemel of de hel Doe
nu niet zo flauw en vertel Waar ben ik beland Zo
met mijn polsen in het verband Heb
ik niet diep genoeg gesneden
|
|||
Niemand Niemand weet wat ik voel Heb
totaal geen doel Het
lijkt goed te gaan Maar
dat is mijn 2de bestaan Niemand ziet wat ik denk Bescherm
mijn gedachten als een tank Niemand
mag weten Wat
er van binnen allemaal wordt aangevreten U bent de enige die weet Wat
allemaal in mij omgaat En
ik hoop dat u
|
|||
De
zon De zon gaat langzaam onder In
de verte hoor ik gedonder Het
lijkt op gevloek Weldra
valt het doek Dan doet de nacht zijn intreden En
zijn de spoken tevreden Dan
gaan zij dolen Misschien
zelfs blowen Maar voordat het zo ver is Ik
weet heus wel wat īt tis Bijna
mogen ze gaan Het
is hier niet ver vandaan Het duistere nadert snel Het
wordt vannacht weer een hel Weer
een hele nacht wikken en wegen En
slechte dingen van mijn lijstje proberen af te vegen Ik weet dat je me niet geloofd Maar
het lijkt alsof het spookt in mijn hoofd Ik
denk dingen die ik niet wil weten Ik wil deze depressie zo snel mogelijk vergeten
|
|||
Wat
ik wil Wat ik wil Is
die pil In
een keer Zonder
lijden Naar de hemel rijden |
|||
God Ik wil dood Ik
ben wel groot Maar
mijn hart is klein En
doet ontzettend veel pijn Je ziet het niet aan mij Af
en toe lijk ik wel een kei Zo
hard voor mezelf Soms maak ik dan een grap Terwijl
ik van binnen dan jank Ik
heb dan ook totaal geen dank
|
|||
Het
woud De nacht is donker De
nacht is koud Ik
loop in een donker woud Ik loop op een pad Of
iets wat er ooit op leek was dat Ik
ben de weg verloren In
de ochtend gloren De zon begint te schijnen Het
enige wat ik wil is verdwijnen In
plaats van hier weg te kwijnen En
dan ooit weer verschijnen Maar dan vol geluk En
met lach naar het leven kunnen kijken En
dat al het verdriet dan gaat wijken Als
ik langs kom Wederom In
dat bos Met
mijn hond los
|
|||
vorige |
Tijd De klok tikt door Het
is al weer 5 minuten voor Het
einde van deze dag Waarvan
ik zoveel had verwacht Voel me nog steeds niet goed Maar
ik moet Doorgaan
met deze weg Gewoon
puur uit lef Om te durven leven Ik
heb nog zoveel liefde te geven Maar
moet dan eerst iemand ontmoeten En
dan even groeten En
dan misschien wel akelig om te doen Die
eerste zoen
|
volgende |