Ze trouwt op 21-jarige leeftijd, op 26 april 1866 te Goes, met de koopman Marinus Dekker. Hij is afkomstig van Wemeldinge.

Het echtpaar gaat in Wemeldinge wonen, en Maria gaat werken als winkelierster.

Uit dit huwelijk worden tien kinderen geboren, waarvan er acht de volwassen leeftijd bereiken: Neeltje (1867), Paulus (1868, na 10 weken overleden), Agatha (1869), Pieter (1870), Paulus (1872, na 16 maanden overleden), Paulus (1874), Jacomina (1877), Adriaan (1879) en de tweeling Maria en Adriana (1882).
Twee van haar zoons, Paulus en Adriaan, en twee van haar dochters, Jacomina en Maria emigreren naar de U.S.A.. Ze vestigen zich in Grand Rapids, Michigan.

Maria Geense werkt op latere leeftijd ondermeer ook als baker (kraamverzorgster).
In de familie ging het verhaal dat ze een soort zesde zintuig had. Zo had ze een sterk voorgevoel van de verwonding die haar zoon Pieter Dekker in de Atjeh-oorlog opliep. Hij werd daar door een klewang in zijn schouder getroffen.

In februari 1894 verhuizen ze met de jongste kinderen van Wemeldinge naar Kloetinge. Twee jaar later, in april 1896, verhuizen ze opnieuw, nu naar Goes (bevolkingsregister Kloetinge).

De laatste periode van haar leven is Maria Geense ziekelijk, en ze wordt tegelijkertijd met haar jongste dochter Adriana verpleegd in het huis van Adriana en haar man Kees de Graaff aan de Voorstad te Goes. Zij hebben daar een kuiperswinkel.

Zij overlijdt vijf dagen na haar dochter Adriana, op 25 april 1910 te Goes, 65 jaar oud.