Zaterdag 28 oktober 1944   Helder weer dus - bommen.
Ditmaal was het de 'Baustelle' halfweg Westkapelle ongeveer 2 km van ons weg. Dit duurde 2 uur. Daarna de Noord duinen tussen Domburg en Westkapelle. Een uur lang zagen we het vuur metershoog opspuiten. Het donderde van de ontploffingen. Soms werd het donker bij ons van de rook. We zagen alles duidelijk bij Francke in de tuin. Je zag de bommen als eieren uit de machines vallen. Dan zagen we even later het vuur opspatten. De duinen werden omgeploegd. Pas in de avond voelden we ons weer veilig. Weer een dag voorbij zonder ongelukken. Hoe lang nog? Wanneer zou Zoutelande nu de beurt krijgen? Het antwoord op deze vraag kwam reeds de volgende dag en zóó dat we het nooit zullen vergeten.


Pagina uit het originele dagboek, 29 oktober 1944

Die Zondag 29 oktober, de laatste Zondag onder de Moffen. Het was één der vreselijkste dagen van ons leven. W e waren niet in de kerk want het was veel te onrustig in de lucht. Bovendien begonnen we door het water en het lange wachten en de vele bombardementen zelf ook onrustig en ongedurig te worden. Om 11 uur kwamen de eerste monsters langzaam opzetten. Voorop, als loodsmannetjes gingen een paar twee- motorige gevechtsjagers, de hele morgen reeds gonsden de spitfires af en aan. Het was zaak om dicht bij huis te blijven. Boven de 'Baustelle' werden de eerste kerstbomen uitgezet. Zwaar werden de stellingen daar onder handen genomen. Weer zagen we eitjes er duidelijk uitvallen, 14 aan elke kant van de machine. De grond schudde van de zware ontploffingen. Het vuur vloog tientallen meters hoog. Dit duurde een uur lang. Aan eten dacht niemand. Tegen 12 uur werden er nieuwe kerstbomen uitgezet ten noorden van het dorp. Het leek voor ons of ze op het dorp werden uitgezet. Ongeveer bij het kerkhof. Later bleek dat het meeste vuur daar in zee was gevallen. De meesten werden onrustig, vreesden een bombardement op het dorp. Het vreselijke was nu dat we feitelijk niet weg konden van de duinen, die gebombardeerd moesten worden. Het water stond haast tot aan de Duinweg. Na de kerstbomen, die de doelen aangeven, heb je meestal nog 5 minuten om het doel te verlaten. Met honderden trokken we de Duinweg in en maakten de grootste fout die bestaan kon! Kinderwagens, fietsen alles wat lopen kon liep het dorp uit naar..........? Meteen vielen de bommen aan de noordkant van het dorp. We liepen tot we er bij neervielen, bij eindjes Frans dragend die af en toe zachtjes huilde. We dachten te gaan tot Huis ter Duin, dat was Rode Kruis ziekenhuis geworden. We passeerden van Vulpen met de kinderwagen, de angst was op alle gezichten te lezen.

Terwijl we doodop nog voortzeulden viel het magnesium vuur plotseling tussen ons in, en op de droge stroken weiland die zwart van de mensen waren. Dat betekende binnen 5 minuten een bombardement op de Duinweg. We holden nog tot even voorbij pension Victoria, daar was een zijweggetje. Daar gingen we met tientallen naar toe. Daar had je het water. De vrouw van L.Dekker haalde ik uit het mijnenveld dat ons omringde. Aan het einde van het weggetje lag een vlot. Dat vlot was ons eindpunt. Daar gierden ze reeds naar beneden. De eerste op ongeveer 6 meter van ons vandaan in de modder. Het modderwater golfde over ons heen. De schare was doodstil enkele baden. Flach zat op zijn hurken bij ons op de rand van het vlot.  Het leek een aardbeving en modderregen. Ons laatste ogenblik was gekomen. In wanhoop zette ik Frans op mijn nek en sprong in het water en riep Bets. " We moeten van die duinen weg" , dat was onze laatste kans.
Tot mijn middel ging ik in het water, en zeulden verder door sloten van modder, een 1000 meter verder naar een boerderijtje dat ongeveer droog lag. Hoe we er, tussen de bommen door en onder mitrailleurvuur der tientallen jagers, gekomen zijn is me een groot raadsel. Dat onze zondagse kleren dropen, dat we rilden van de kou, we dachten er niet eens aan. Met ongeveer 15 personen kwamen we bij het boerderijtje. Het gezin van Ds.Vreugdehil was er ook bij. Alles was gesloten. De jagers en bommenwerpers suisden over ons. We moeste in de schaduw blijven hoewel de zon scheen, want in het zonlicht zien de jagers je bewegen.
Lang stonden we stil tegen een muur. Na een uur durfden we ons weer wat bewegen. We begonnen te rillen in onze natte kleren. Nog werd er gevlogen. Maar de aanval zelf verplaatste zich iets verder van het dorp af. Met een vlot kwamen er een paar van het dorp, kijken wie daar zaten. Na enige tijd besloten we met het gezin van L.Verschuur samen terug te keren naar het dorp. We zagen er tegen op . We dachten er vreselijke dingen te zullen zien.

Met Frans op mijn nek baggerden we terug. Nu zoekende naar de ondiepste plaatsen. We moesten door een sloot. Iemand verloor een schoen. Er stonden brandende huizen. Eindelijk waren we weer op de Duinweg. Die was omgeploegd . We moesten steeds door en om zeer diepe bomgaten Het huis van Roze was verbrand.. Overal staken kapotte kabels uit de gaten omhoog. Klein Schothorst lag plat. De Braamhof van  Samuëlse stond met de strooien kap op de grond. Overduin van v.Vulpen en de Bongerd waren in bomgaten veranderd. Het Pauwtje was verbrand. De Bleek en Beijenhof waren plat. Zo sukkelden we naar het dorp. Nieuwenhuize, Oude Francke en de Visser lagen ook plat. 

* Het onbegrijpelijke wonder was dat er slechts 2 vrouwen het slachtoffer waren geworden. Dat snapte niemand. Op het weitje waar ook Stoffel van Sluijs met zijn gezin waren, lagen wel 200 mensen. Het weitje was omgeploegd en slechts één dode!
Bij de Franckes werden we met gejuich ontvangen. We hebben ons daar verschoond en op geknapt een daarna gegeten. Toen was het avond. We hebben geleerd dat je met bombardementen nooit in huis moet blijven, maar ook niet te haastig gaan lopen. In het dorp hadden de achtergeblevenen ook in doodsangst gezeten. Maar de kom van het dorp was door de bombardeurs netjes overgeslagen. Veel pannen en glasschade wel, maar verder was er weinig gebeurd.. Bij onze kost baas Francke was ook alleen pannen en glasschade. We waren nu zeker wel door het oog van een naald gekropen. Maar nog was het einde niet. Nog waren we niet bevrijd. Wat waren ze van plan? Wat stond ons nog te wachten?

* Omgekomen bij het luchtbombardement van 29 oktober 1944
Willemina Boogerd                66 jaar
Tannetje Koppejan-Vehage     58 jaar

Bevrijding 1 november

Inhoud