Zo brak  na een tamelijke rustige nacht de Maandag 30 oktober aan.
Met angst en beven zagen we de dag tegemoet, vooral daar het nogal mooi weer was. De hele morgen suisden de jagers boven ons hoofd af en aan. verder niets. 's Middags tegen 1 uur begon het lieve leven weer. Juist na het eten. Twee zware Lancasters vlogen alsmaar boven het dorp rond. We wisten wat het betekende. Een kwartier later kwamen de zwermen weer aanzetten. Het viel deze keer erg mee. Alleen de Baustelle was het doel. Weer zagen we de eitjes er uitvallen. een paar uur lang. Ontzettend laag vlogen ze. Er werden tijdbommen gegooid. Dat is nooit zo angstig. Valt er soms een  bij je in de buurt, dan heb je nog tijd genoeg om weg te gaan. Bij honderden kwamen de bommen naar beneden tot op 1 km van ons af.
Rustig zag ik ze staande in de achterdeur vallen. Je voelt bijna al van te voren waar het op gemunt is. Na een paar uur begon het te knallen. Rook en vuurzuilen stegen honderden meters hoog, tot in de late avond toe zaten we te schudden van de ontploffingen. we aten er deze keer geen sneetje minder om.
Later bleek dat ook deze bommen weinig of niets bereikt hebben.

Dinsdag 31 oktober Ook nu zagen we met angst en beven het daglicht komen. Het was haast een opluchting dat het betrokken en mistig was. Het bleef die dag dan ook zeer rustig. Aan de andere kant vonden we dat ook weer jammer, want zo kwamen we er nooit. Zo kon het blijven duren en we wisten dat Walcheren aan de beurt was. De overkant moest nu al vrij zijn  en er deden zelfs geruchten, de ronde over landingen op Zuid- Beveland. Landingen die vlot verliepen. Ik ben deze dinsdag nog weer naar huis geweest om van alles te halen wat we bij Francke nodig hadden. Slechts een enkele jager kwam af en toe over ons vlot. We haalden wat we de eerste tijd dachten nodig te hebben, want het ging zo goed bij Francke dat we besloten deze winter daar te blijven. We sliepen in de bedstee in de voorkamer, niet vermoedende zelfs dat na 2 dagen alles daar plat in puin zou liggen.

Zo brak woensdag 1 november aan, die in verschrikking niet onder zou doen voor de afgelopen zondag.
Dit is n.l. de dag van de landingen. 's Morgens om 6 uur bij Vlissingen en om 10 uur in 't gat bij Westkapelle. In de morgen werden we gewekt door het gefluit van enkele laag overvliegende granaten. De lucht was betrokken en het was een koude westenwind.. Op straat stonden ongeveer half negen enkele schooljongens die beweerden dat er vele schepen op zee waren. We klommen op het dak bij Adriaanse en terwijl er steeds meer granaten overfloten en dichtbij ontploften, zagen we inderdaad ter hoogte van Westkapelle een aantal schepen. Één ervan ontzettend groot. Het bleek later de " Warspite"  één der grootste Engelse slagschepen.


De zware Duitse batterij in Domburg zagen we doorlopend vuren. Één schip zagen we zelf zinken. Ze kwamen niet nader, ze schenen te aarzelen. Onze spanning was haast niet te dragen. Nu moest het gebeuren of zou het misschien mislukken. Dat kon, dat mocht niet, de Scheldemond moest toch open. Al het geschut op de kust begon te vuren. De schepen antwoorden. De granaten vlogen in alle richtingen. Het werd gevaarlijk op straat. Er deden hardnekkige geruchten van landingen voor.
Tot half vier hebben we bij Francke op de grond in het keukentje gezeten. Het regende nu granaten. Dat gefluit en gesis vergeet je nooit. Als ze echt geland waren moesten ze nu al wel haast in Zoutelande zijn, dan moest je nu toch wel horen vechten. Het enige wat we hoorden was het steeds groeiend geluid van meer en meer granaten en zware ontploffingen. Vliegtuigen waren er bijna niet in actie. Zou dit alles nog maar het voorspel zijn.. Een Duitse Pool vertelde ons dat ze absoluut geland waren. We geloofden het niet meer. Dat juist maakte het voor ons zo moeilijk te dragen. Al deze dodelijke verschrikking en dan nog geen landing? We wisten niet meer wat we denken moesten. De bussen melk stonden bij Francke vol achter het huis. niemand dacht aan melk halen. Af en toe aten we een hap droge gort met stroop die Bets nog gekookt had. Frans hield zich goed, de kinderen van Francke ook. Maar wat moest er van komen, een beschieting van het dorp volgepropt met mensen die nergens heen konden.

De granaten ploften vlak achter het keukentje waar we lagen. Het was echt niet meer te houden. Van een korte pauze maakten we gebruik om naar de schuur te vluchten. Daar werden we van 3 kanten door hooi en stro ingesloten, misschien veiliger voor de scherven. Een houten schuur, velen waren naar de Duitse bunkers gevlucht maar wij zaten er nog al ver vandaan. Ze zaten propvol, je stikte er zowat. Later mochten er alleen vrouwen en kinderen in. En hoe zou het gaan als er eens gevochten werd en als de vlammenwerpers er eens opgezet werden?
Bovendien van Moffen geholpen worden tegen Engels vuur! Dat was een hard gelag. Steeds bleven de Duitse vuurmonden schieten. We hoopten toch zo dat ze tot zwijgen gebracht zouden worden. Ze hebben deze landing gemaakt tot de slechtste die ooit gemaakt is! 80% van de schepen zijn verloren gegaan.

Tegen de avond hoorden we plotseling een hevige slag, gerinkel en rook. Meteen stond onze schuur vol met mensen. P. Minderhoud had een treffer in de schilderswinkel gehad.. Allen die daar waren kwamen ongedeerd in onze schuur. De kruitdamp drong door de reten naar binnen. Na een kwartier een hevige klap. Weer gerinkel de pannen vlogen ons om de oren. Een moment zagen we niets van het stof en de rook. Er was een granaat door het dak van de schuur gevlogen. De ontsteltenis was groot. Bovenop het hooi lag een Duitse soldaat verborgen, het was een Pool. Als een haas schoot hij naar beneden. Ik vroeg wat hij er van dacht, hij haalde de schouders op en verdween in de damp. Hij was in burger. Ik heb hem niet meer terug gezien. Veel tijd om ons te bezinnen was er niet. Het stukje Langendam dat nog droog is zag er ontzettend uit. Alle huizen daar kregen treffers. nauwelijks 5 min. later kreeg de schuur  een tweede treffer. Hout en stenen vlogen ons om de oren. Het lawaai was oorverdovend . Alle mensen vluchten, een man bloedde, hij kreeg een dakpan op het hoofd.
Toen er meteen een derde granaat vlakbij insloeg liepen alle weg. Het was paniek, vrouwen huilden, kinderen gilden. Wij drieën stonden plotseling alleen in de schuur of liepen in de brokstukken. De koeien loeiden.

Ik besloot te blijven. Frans vroeg angstig: " waar moeten we nu toch heen?"
Maar al ons sjouwen en vluchten had ons nog nooit iets anders dan nadeel opgeleverd. Maar tenslotte moesten we toch weg Er kwamen steeds meer treffers in de buurt. Er was daar niemand meer , toen ik even buiten keek zag ik dat een deel van het dorp nog haast onbeschadigd was. Dwars door de tuinen besloten we daarheen te vluchten. De omrastingen waren weg, het waren al gaten en kuilen. Één keer moesten we nog in een bomtrechter dekking zoeken voor een granaat. We waren echter zo ver dat we niet meer wisten of het granaten, bommen of raketten waren die regelmatig kwamen aansuizen. We kwamen in de schuur van Chr. de Wolf. Het stond er zo vol, maar het was donker. Op de vloer lag een zwaar gewonde vrouw. In de straat was echter weinig gebeurd. De Franckes waren er niet. Het suizen en fluiten en knappen bleef maar aanhouden, maar in de schuur gebeurde niets. Plotseling hoorden we in een korte pauze dat de Franckes bij L. Dekker waren. Dat leek me, een laag huisje en vlak achter de duinen. Wij er naar toe gesneld in het donker. Zeer hartelijk werden we ontvangen. Ik ben toen met Francke nog even naar huis geweest. De kleine koffer en dekens nam ik mee.
Het voorste deel van Franckes huis stond toen nog, de achterzijde was een ruïne.
We pakten wat we grijpen konden en snelden terug.

Zo begon de laatste nacht!

Bevrijding 2 november

Inhoud