Zo begon onze laatste nacht, 2 november 1944.
Niemand die ik sprak geloofde meer aan een landing. Gewapend met onze kleine koffer en een paar dekens kwamen we heelhuids bij Dekker terug.
Daar in de huiskamer op de stenen vloer hebben we ons met ongeveer 12 personen voor de nacht ingericht. Enige matrassen werden op de grond gegooid en onder de dekens lagen dan de kinderen, soms gingen de vrouwen ook wat liggen. De mannen bleven zitten en lopen. ieder was gekleed, de kachel brandde en Dekker sprak zijn laatste pakje goeie thee aan. Af en toe eten we een stuk brood. De kinderen sliepen weinig, Frans helemaal niet.
De ganse nacht werden we beschoten, ongeveer 10 granaten per kwartier, soms sloegen ze vlakbij ons in. Vaak liep ik even naar buiten als het even wat rustiger werd . Eens hoorde ik een granaat inslaan, een hevig gekraak en daarna gillen van mensen. De scherven vlogen ons om de oren. Ieder ogenblik dachten we dat ons huisje getroffen zou worden.
Een nacht om nooit te vergeten. Bij het licht van de maan zag ik een groot gat in het kerkdak.
* De nacht heeft verscheidene slachtoffers geëist.
Één huis stond in brand. De straten lagen bezaaid met pannen en glas. Op het laatst wisten we niet meer wat we doen moesten. De één wilde naar een bunker de ander durfde er niet door. De bunkers waren propvol. We voelden ons verloren. Hoeveel dagen kon zo'n beschieting wel niet duren? 

's Morgens om een uur of vijf in de schemer liep ik er alleen uit om andere raad te verschaffen. Aan een landing geloofde nu zeker niemand meer!
Het was nu iets rustiger. Op straat kwam ik de Heer en Mevr. v.d. Kevie tegen. Ook zij waren moedeloos, wisten niet waarheen. Ze wilden eens gaan kijken wat er nog van het Vroonhuis, hun bezit, stond. We waren  het roerend eens dat we " nergens meer waren". Het Vroonhuis lag grotendeels in elkaar, daar achter was een officiers bunker. v.d. Kevie besloot om te vragen of we daarin mochten schuilen. Hij kwam naar beneden met de boodschap dat we boven in de uitzichtbunker mochten. Die was zeer safe! Ik vloog mee de duintop op om te zien of er voor Bets en Frans ook plaats was. Nou daar was meer dan genoeg plaats. Die mocht ik halen maar meer niet. En vlug want een nieuwe zware beschieting die wel de hele dag kon duren werd elk ogenblik verwacht.
Op de terug weg kwam ik langs de z.g. Rode -Kruis bunker. Daar gevraagd voor de Franckes. Ja, die mochten daar in. Om de één of andere reden wilden ze echter niet mee. Ik vloog terug, en ik begrijp zelf nog niet hoe ik met Bets, Frans en de koffer zo gauw in die bunker ben gekomen. De Moffen (10) waren geen Moffen meer. Totaal veranderd, de ontvangst was gewoon hartelijk, we kregen hete koffie en knäckebröd en sigaretten zoveel we wilden. Ons werd ook medegedeeld dat de bunker zeer veilig was. Er was de vorige dag nog een bom van 500kg zonder schade opgevallen. We voelden ons nu wel 1000 pond lichter! Ons werd openlijk verteld dat dit voor ons wel de laatste oorlogsdag zou zijn want dat de Tommy's al half weg tussen Zoutelande en Westkapelle zaten.

* Omgekomen tijdens de beschietingen op Zoutelande 1-2 November

Frans Dekker                                14 jaar                         
Jacobus Pieter Simonse                   7 jaar        
Willem Verhage                             38 jaar
Job Wisse                                     35 jaar
Willem Ovaa                                  39 jaar                         
David Louws                                   63 jaar
Christina de Korte                          71 jaar
Elisabeth de Kam                            20 jaar
Maatje Wilhelmina Boogaard             3 jaar
Jakob Flipse                                   19 jaar
Maria de Visser-Janse                     67 jaar

 

Laatste Oorlogsdag

Inhoud