Permaloog, algemene beschrijving
<<terug naar de startpagina
PERMALOOG INLEIDING

Deze pagina geeft een algemene beschrijving van het systeem.

PERMALOOG
pagina 1, Inleiding
pagina 2, Besturingsschema's
pagina 3, Praktische uitwerking
Een artikel over Permaloog staat in Rail Magazine nummer 208 van oktober 2003


Het idee achter Permaloog is: Permanent spanning op de baan en toch analoog rijden.


In de rusttoestand, dus bij stilstaande trein, staat op de spoorbaan een blokvormige wisselspanning van ongeveer 20 kHz. De gelijkstroommotor reageert hier niet op, maar gloeilampen doen het uitstekend op deze voeding, en na gelijkrichting aan boord van de loc ontstaat een gelijkspanning waarmee elektronische schakelingen gevoed kunnen worden.


Als de loc vooruit moet rijden worden tussen de HF pulsen langere positieve pulsen tussengevoegd, de rijpulsen. De motor reageert hier wel op. De frequentie van de rijpulsen kan variëren tussen 20 en 100 Hz, de lengte van de rijpulsen kan variëren tussen 2 en 10 ms.


Als de loc achteruit moet rijden gebeurt hetzelfde maar dan met negatieve rijpulsen.


De schakeling aan boord van de trein kan er als volgt uitzien:

Gloeilampen kunnen direct met de stroomafname worden verbonden, voor een gloeilamp maakt het niet uit of de spanning positief of negatief is, en ook de snelle wisseling van 20 kHz is geen probleem.

Gewone motoren met een ijzeren anker kunnen over het algemeen ook direct worden aangesloten. Bij klokankermotoren (Faulhaber type) moet er een smoorspoel tussen. Deze motoren hebben nl. een zeer lage zelfinductie. Daardoor gaat er te veel HF stroom door de motor lopen, waardoor de motor veel te warm wordt.

Hier is ook een schakeling toegevoegd die zorgt voor het omschakelen van de frontseinen van de loc. De schakeling bestaat uit een bruggelijkrichter met afvlakking en een flip-flop met twee transistors. Als de loc vooruit rijdt is de stroomafname rechts positief en daardoor zal transistor T1 open gaan, de LED's voor gaan dan branden. Als de loc stopt blijft de flip-flop in deze stand staan. De seinen blijven dus branden, ook bij stilstand van de loc.
Als de loc achteruit gaat is de stroomafname links positief, de transistor T2 wordt open gestuurd en de LED's achter gaan branden.



Werkt het ook? Ja het werkt, en met de juiste frequentie en lengte van de rijpulsen werkt het zelfs uitstekend. Als laatste aanpassing is de rijregelaar van Marten Weistra toegevoegd. Deze regelaar is beschreven in RailHobby nr. 10 van 1984. Dit blijkt zelfs voor Faulhaber motoren een sublieme regelaar te zijn die loc's echt kan laten kruipen.

Tot slot volgen hier nog wat foto's van de testopstelling:


Dit is een overzicht van de testopstelling. Op de witte plank de stuurschakeling, bestaande uit de HF oscillator, de rijpulsgenerator, de mixer en de eindversterker. Op de achtergrond het testspoor met de loc.
Een close-up van de stilstaande testloc. Midden op de printplaat de gloeilamp, rechts de brandende frontseinen. Helemaal links de frontseinen achterzijde, deze zijn uit. Links van de gloeilamp de bruggelijkrichter en de afvlakelco. Rechts van de gloeilamp de flip-flop. Onder de brandende LED's is de smoorspoel te zien die in serie staat met de motor


<<terug naar de startpagina
laatste wijziging van deze pagina: 31 augustus 2003