Over Medicijnen

Zorgvuldige omgang met medicijnen

door Dick de Scally

In 1998 kreeg de redactie van Hoofdzaken een verontrustende brief van een lezeres, waarin zij ter informatie o.a. een opsomming gaf van de medicijnen die zij dagelijks of bijna dagelijks slikte ter bestrijding van allerlei symptomen. Een waslijst! Een wandelende chemische stortkoker! Nog verontrustender was dat zij op geen enkele manier blijk gaf van enig wantrouwen tegen haar overgebruik. Ervan uitgaande dat al die medicijnen aan haar zijn voorgeschreven, moeten we ook de wenkbrauwen fronsen bij het controlerende werk van haar arts en apotheker. Gelukkig, zo blijkt uit alle brieven aan Hoofdzaken, is deze consumente een uitzondering.

Tas vol medicijnen

Zorgvuldig omgaan met medicijnen houdt in een zuinig en zinnig gebruik van alles wat de reguliere geneeskunde te bieden heeft. Iedere patiënt kent de verhalen uit zijn omgeving waarin een ander, altijd een ander, met een plastic tas vol medicijnen de apotheek verlaat. Verhalen die vaak het zicht op de werkelijkheid verhullen. Dat die tas misschien gevuld is met incontinentieluiers wordt er niet bij verteld, om aan de smeuïgheid van het verhaal geen afbreuk te doen. Feit is wel dat per jaar duizenden mensen in het ziekenhuis belanden ten gevolge van teveel of te lang medicijngebruik. Niet doordat er altijd sprake van een overdosis maar omdat teveel medicijnen of een combinatie van medicijnen sufheid kan veroorzaken. En een val van een keukentrapje is dan gauw gebeurd. Het gebruik van medicijnen, meestal slaap-, kalmeringsmiddelen en antidepressiva, leidt jaarlijks tot tientallen doden in het verkeer.

Teveel, te lang, verkeerd

Uit het bovenstaande voorbeeld van overgebruik blijkt dat de arts waarschijnlijk te lichtvaardig heeft voorgeschreven. Een huisarts krijgt het merendeel van de recepten in zijn praktijk niet onder ogen, omdat het herhalingsrecepten betreft. Die worden ingevuld en ondertekend door diens assistente. Dat is de praktijk. De behandelaar zal eigenlijk altijd met een patiënt de medicijnen moeten doorspreken over de werking, de mogelijke bijwerking(en) en het gebruik. Maar soms is daar de tijd niet voor. Dan zou de patiënt erom moeten vragen. Wat voor een arts dagelijkse kost is, kan voor een patiënt volkomen nieuw zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor het gebruik. Soms moet een kuur afgemaakt worden. Soms kan gestopt worden als de ziekteverschijnselen voorbij zijn. Sommige medicijnen gaan moeilijk met elkaar samen. Het ene geneesmiddel kan een wisselwerking hebben met het andere. Ze kunnen elkaars werking versterken of verzwakken, iets wat meestal niet gewenst is.

Controle

Met combinaties van medicijnen, de zgn. cocktails, is het dus altijd uitkijken. Dat hoeft een patiënt gelukkig niet zelf te doen; dat doet de apotheek voor hem. Aan de hand van een computerprogramma controleert de apotheker of diens assistent of de voorgeschreven medicijnen niet met elkaar vloeken. Is dat wel het geval, dan zal hij contact opnemen met de behandelaar. Of hij plakt de bekende gele sticker op het medicijndoosje. Maar de apotheker kan niet controleren of de medicijnen die u op dringend aanraden van uw goedwillende buurman (v/m) inneemt omdat ze hem (v/m) ook zo goed geholpen hebben, of die medicijnen niet de achterdeur uit= zijn. In 1996 is er een zgn. 'Ouderenweek in Uw apotheek' geweest, waarbij ouderen, want om die groep gaat het meestal, met al hun medicijnen naar de apotheek konden gaan om ze eens door te spreken. De apotheek zal het u niet kwalijk nemen als u die gang naar de apotheek alsnog maakt.

Mannen kleinzeriger?

Van de kant van artsen en apothekers wordt er alles aan gedaan om het geneesmiddelengebruik zuinig en zinnig te laten zijn. Daartoe is opgericht de Stichting Doelmatige Geneesmiddelenvoorziening, een organisatie van, voor en door huisartsen om een veilig, zinnig en zuinig medicijngebruik te stimuleren. Tijdens bijeenkomsten met 'gebruikers' geeft de stichting ook voorlichting aan patiënten en consumenten, bijvoorbeeld over zin en onzin van middelen tegen botontkalking, over middelen die bij de overgang gebruikt worden of over de wisselwerking van medicijnen. Tijdens een van de bijeenkomsten vroeg de voorlichtster: 'Wie slikken meer geneesmiddelen, mannen of vrouwen? Mannen! Waarom? Omdat die kleinzeriger zijn!' Mannen zijn hier het lijdend voorwerp.

Bijwerkingen

Zinnig medicijngebruik houdt ook in een scherp gevoel voor bijwerkingen. Het is al gezegd: medicijngebruik kost doden, gewonden en ziekenhuisopnamen. Dat stoelt op onderzoek waarbij er een direct verband tussen dat gebruik en het ongeluk is aangetoond. Tijdens dat onderzoek is alleen gekeken naar de hoofdwerking van medicijnen, niet naar de bijwerkingen. In 1993 ontstond er een behoorlijke commotie over een bijwerking van sumatriptan (Imigran). Een 47-jarige vrouw kreeg binnen een uur na een injectie met sumatriptan 6 mg een hartinfarct. Het verband met sumatriptan werd als 'zeer waarschijnlijk' beoordeeld (terwijl een landelijk ochtendblad sensatiebelust het overlijden rechtstreeks in verband bracht met de injectie). Dat het leven van duizenden migrainepatiënten dankzij sumatriptan een enorme kwaliteitsverbetering onderging, stond er niet bij. Direct na dit ongeval werd in de bijsluiter en door artsen in o.a. Hoofdzaken aangeraden om bij pijn op de borst contact op te nemen met de behandelend arts. Als de patiënt al eerder hartklachten heeft gehad moet het maken van een zgn. hartfilmpje, een ECG, het doen van een inspanningsproef of van een onderzoek naar hartziekten eigenlijk standaardprocedure zijn. Beklemdheid of een drukkend gevoel op de borst en/of in de keel zijn zeer bekende bijwerkingen van anti-migrainemiddelen. Ze zijn in het algemeen kortdurend. Hoe die pijnklachten precies ontstaan is nog onzeker.

Zweethanden

Bijwerkingen komen vrijwel altijd voor. Het is echter geruststellend te bedenken dat heel veel genoemde bijwerkingen, zoals misselijkheid, maagpijn, hoofdpijn, huidreacties e.d. zelden vaker voorkomen dan 5 procent. Bij ernstige bijwerkingen, zoals hartritmestoornissen, bloedafwijkingen, psychische stoornissen e.d. is dat getal nog eens tientallen malen kleiner. Bijwerkingen zijn afhankelijk van eigenschappen van het geneesmiddel zelf of van de eigenschappen van een patiënt. In dat laatste geval spreken artsen van individuele overgevoeligheid voor een bepaalde stof in dat geneesmiddel. Heeft zo=n overgevoeligheid zich eenmaal voorgedaan, dan blijft een patiënt daar zijn hele leven mee behept en is het zaak om samen met de behandelaar op zoek te gaan naar een ander medicijn. Ook het geneesmiddel zelf kan een ongewenste werking hebben. De slaapverwekkende werking van kalmeringsmiddelen is bekend. Het zware gevoel na inname van een anti-migrainemiddel is heel vervelend als je voor een klas staat. Zweethandjes geven op een receptie eveneens.

Gewenste bijwerkingen

Soms zijn bijwerkingen gewenst. Minoxidil bijvoorbeeld is een geneesmiddelen om de bloeddruk te verlagen. Een van de bijwerkingen bij vrouwen is haargroei op het gezicht. Geen leuke bijwerking, als vrouw. Voor mannen echter kan minoxidil ingezet worden als middel tegen kaalheid! Een ander voorbeeld is propranolol. Het middel heeft een bloeddrukverlagend effect en reguleert bepaalde hartfuncties, waardoor het hart wordt beschermd tegen een te grote activiteit. Toen migrainepatiënten dit middel gebruikten, ontdekte men als bijwerking dat de frequentie en de hevigheid van migraine-aanvallen verminderden. In de neurologie is propranolol nu een geaccepteerd middel als profylactisch middel voor migraine. De bijwerking is bijna de hoofdwerking geworden. Een ander voorbeeld is het aspirientje. Aspirine heeft een bloedverdunnende werking. Diezelfde werking kan dus ook hart- en herseninfarcten voorkomen. Die ontdekking werd pas negentig jaar na de introductie van aspirine gedaan!

Acceptatie

Patiënten schijnen nogal eens terughoudend te zijn in het melden van bijwerkingen. Daar zijn verschillende redenen voor. Als een patiënt een bijsluiter heeft bestudeerd en een daarop vermelde bijwerking bij zichzelf herkent, zal berusting eerder voorkomen dan melding bij de behandelaar. De bijwerking is immers al genoemd. In de bijsluiter moeten alle bijwerkingen vermeld worden die ooit tijdens het onderzoek bij de ontwikkeling van een medicijn zijn geregistreerd. Maar niet alle bijwerkingen zijn tijdens dat onderzoek aan het licht gekomen. Als dus artsen geheel onafhankelijk van elkaar de vermoedelijke bijwerking aan een centrale instantie doorgeven en die instantie gaat op onderzoek uit, dan kan dat gevolgen hebben. Bijvoorbeeld een waarschuwing op de bijsluiter of heel af en toe het verbod om het medicijn nog langer te verkopen. Een andere reden is dat de patiënt de bijwerking op de koop toe neemt. Bijwerking, en wat dan nog? Als een geneesmiddel levensnoodzakelijk is, is de acceptatie van bijwerkingen groter dan bij een 'gewoon' geneesmiddel. Dus vindt de patiënt dat hij niet moet 'zeuren' als het antibioticum, het anti-astmamiddel of het bloeddrukverlagende medicijn ook nog ongewenste effecten heeft. Bijwerking? En wat dan nog?! Ook bestaat de mogelijkheid dat een patiënt veronderstelt dat de bijwerking van zijn geneesmiddel onderdeel is van zijn ziektebeeld en die bijwerking dus niet meldt.

Melding

Het is zinnig bij het gebruik van nieuwe medicijnen of medicijnen die u voor het eerst gebruikt extra op bijwerkingen te letten. Als een bijwerking niet in de bijsluiter genoemd staat, is een melding bijna een verplichting, niet alleen tegenover uzelf, maar ook tegenover andere (aanstaande) gebruikers. Ernstige vermoedens van bijwerkingen dienen altijd gemeld te worden aan de behandelend arts. Dat geldt ook als u veronderstelt dat er een wisselwerking bestaat tussen verschillende medicijnen die u gebruikt. Schroom mag daarbij niet aan de orde zijn. De eerstaangewezene voor de melding van bijwerkingen is uw arts of specialist. Zij melden vermoedens van bijwerkingen aan de Stichting Lareb, het landelijk meldingssysteem voor bijwerkingen, dat sinds 1996 door de overheid formeel is ingesteld om meer over bijwerkingen van geneesmiddelen te weten te komen.

Geneesmiddelen zijn soms niet te vermijden. Dat hebben ze met bijwerkingen gemeen. Geen werking zonder bijwerking. Geen aardigheid zonder narigheid. Maar door een zinnig en zuinig gebruik van geneesmiddelen is een heleboel narigheid te voorkomen.

Uit het blad "Hoofdzaken" van de NVvMP, nr 4, 1999

Terug naar Medisch

Terug naar de Migrainerubriek