Voorjaarscontrole


Omstreeks de reinigingsvlucht kan de voedselvoorraad gecontroleerd worden d.m.v. een simpele gewichtscontrole.
In het voorjaar beginnen de volken steeds meer te broeden. Daarmee neemt de voedselconsumptie enorm toe en de voedselvoorraad evenredig af. Voedsel wordt vooral voor verwarming gebruikt. Het broednest moet op 35 graden gehouden worden!

Voedselcontrole: 
Door de kast aan de achterkant op te tillen en met een unster het gewicht af te lezen, kan eenvoudig vastgesteld worden of een volk nog voldoende voer heeft. Een unster moet hetzelfde aangeven als bij een lege kast die met 10 kg gevuld is.
Is het minder dan moet er bijgevoerd worden:
  • Met voedselramen (eventueel van volken die genoeg hebben)
  • of met een plak voederdeeg (van 1 kg ) dat op de bijen gelegd wordt.
Na de reinigingsvlucht, op een warme dag met een temperatuur boven de 15 graden, wordt het tijd voor een grondige controle.

1.    Schone bodem (dode bijen verzamelen en noteren)
2.    Bedrijvigheid vaststellen en noteren (aantal bijen per minuut, pollen e.d.)
3.    Koningin aan de leg? (van bovenaf kijken,eerst wat rook, of er goed werksterbroed is)
4.    Noteren volksterkte (dit ten opzichte van het gemiddelde)
5.    Bij twijfel (veel dode bijen, relatief veel voer, weinig pollen verzamelaars e.d.) een uitgebreide controle

Zwakke, maar gezonde volken, kunnen gescheiden door een koninginnerooster voor 4 á 5 weken boven een sterk volk gezet worden. Lees meer





Houd om roverij zoveel mogelijk te vermijden de vlieggaten klein.
Bij aanhoudend  regenachtig en koud weer, de voedselvoorraad in de gaten blijven houden.
De lichtste volken zijn meestal het sterkst omdat ze meer voer nodig hebben om hun broed te verwarmen.
Eventueel een voerraam van een volk dat genoeg heeft geven.
Pas in april saneren.
Alles goed noteren!