Honingoogst
honing.jpg
Allereerst wordt de (rijpe) honing ontzegeld. Daarvoor zijn verschillende gereedschappen in gebruik. Het makkelijkst gaat het met hete lucht, afkomstig van een föhn (2000 W). De hete luchtstroom wordt op 10 cm afstand over het raam bewogen. Tussen het celdeksel en de daaronder liggende honing bevindt zich een luchtkussentje, dat door de hete lucht uitzet en het dekseltje eraf schiet. De honing in de ontzegelde cellen blijft onaangetast.
Ontzegelen met hete lucht gaat alleen bij nieuwe raten. Op bebroede raten ontbreekt het luchtkussentje onder het deksel.
Bij het verwerken van de honing moet alles zo schoon en zuiver mogelijk zijn.  
Na het slingeren blijft de honing een paar dagen staan. Tijdens die tijd klaart de honing. De wasdeeltjes komen naar boven en kunnen later afgeschuimd worden. Deze afschuimhoning kan gevoerd worden.
Na het afschuimen kan de honing direct in potjes of in emmers opgeslagen worden. Dit laatste is aangewezen als de honing later tot
cremehoning geroerd moet worden.
Bloemenhoning kan het beste voor hij in potjes gedaan wordt, geroerd worden. Door het roeren wordt verhinderd dat de honing hard en groot uitkristaliseerd. Het roeren kan in de opslagemmer gebeuren. Eerst zolang wachten tot de honing troebel wordt. Door het roeren (met een geschikt apparaat) worden de zich vormende suikerkristallen kapot gemaakt en fijn verdeeld. Dit roeren wordt verschillende keren herhaald, tot de honing zo stijf is, dat hij zich nog laat afvullen.
schleudern15.jpg
honigsieben18.jpg
entdeckeln13.jpg
ontzegelen met de ontzegeltang
Om te voorkomen dat de raten breken: langzaam aanslingeren!
zeven
Als de honing in emmers opgeslagen wordt, moet hij vaak weer vloeibaar gemaakt worden. Omdat de honing nooit hoger dan 40 °C verwarmd mag worden, moet hier zeer goed op gelet worden.  Maak bijvoorbeeld gebruik van een thermostatische douchekraan.
Als de honing geroerd moet worden, wordt er net zolang verwarmd tot de troebele fase bereikt is.
Hier valt nog meer te lezen over honing en  honingoogst