Gedichten
geschreven 18 februari |
|||
De
molen Ik begin meer te malen Al
die gedachten in mijn hoofd gaan draaien De
molen is weer aan het werk En
het is dat ik dat zo goed merk Ik zou willen slapen Maar
ik kan alleen maar gapen Mijn
ogen vallen dicht Maar
als ik ze open doe is het nog steeds geen licht Mijn hoofd begint te tollen Maar
nog steeds zou ik mezelf willen mollen Die
gedacht blijft maar in mijn hoofd dwalen Ik weet niet of ik de ochtend ga halen
|
|||
Het
is stil op de gang Het is stil op de gang En
ik ben bang Dat
er niemand is Die
ik teveel mis Als ik dood zou zijn Want
daarmee is er een einde aan de pijn Er
zijn misschien wel mensen die mij zullen missen Maar
dat is enkel gissen Want wat kan ik bieden Ik
ken maar enkele lieden Ben
maar een eenzame ziel Die niemand zou missen als hij viel
|
|||
Diep
bedroeft Diep bedroefd zit ik voor het raam Ik
vind er geen bal meer aan Ik
heb geen uitdaging meer De
vorige verloor ik keer op keer Ik heb de wil verloren Tijdens
de ochtendgloren Om
door te gaan In
dit lichaam Ik zie alle pijntjes En
vergeet de geintjes Ik
doe het er niet om Het gebeurt gewoon, ik weet ook niet waarom
|
|||
Geen
titel 2 Het gordijn gaat open En
ik blijf hopen Misschien
is het vandaag de dag Dat ik weer leven mag
|
|||
Horizon Ik staar naar de horizon En
vraag me af waarom Ik
de dood niet vrees Waarom
ben ik er zo graag geweest Het leven heeft zo weinig te bieden Terwijl
er zoveel over wordt gezongen in lieden Wat
zien die mensen in het leven Wat
heeft het hun gegeven Ben ik de enige die het ziet Weten
de mensen het dan niet Er
is zoveel ellende in wereld Al die misère die langzaam op ons neer nevelt
|
|||
Er
heerst een spanning Er heerst een sfeer Ik
voel hem keer op keer En
het doet mij zeer Iedere
keer weer Ik weet niet precies wat het is Maar
er is iets mis Het
is te merken aan iedereen Of
voel en zie ik het alleen Het is akelig stil En
ik voel de wil De
dag duurt lang En
ik ben bang
|
|||
Open
haard Het vuur brandt Er
staat een vaas op de rand Hij
dreigt te vallen En
uit elkaar te knallen Het vuur wakkert aan Ik
kan mijn medemens niet meer verstaan Ik
het ´t niet begrepen En
begin schaamteloos te gapen Ik kan praten Maar
voel me verlaten Niemand
luistert echt naar wat ik zeg En
dat is mijn pech
|
|||
Sigaret Ik steek een sigaret op Ik
weet het ik neem een gok Dat
ik minder lang zou leven Maar
anders ga ik beven Ik inhaleer de rook En
heb een te grote pook Misschien
leef ik zelfs minder Dan een ordinaire vlinder
|
|||
Kaars Ik hou mijn hand boven een kaars Ik
lap de regels aan mijn laars Het
vuur brandt Een
gat in mijn hand Maar ik ga door Ik
pak een glasscherf En
kerf In
mijn polsen Ik heb een doodswens Ik
ga op zoek naar de grens Van
het bestaan En
ga er dan voorbij staan
|
|||
Waarom
wil ik dood Waarom wil ik dood Ik
verdien mijn eigen brood Ik
heb een eigen huis Wat
ik zo nu en dan kuis Ik heb een lieve hond Ze
ligt voor me op de grond Ik
heb vrienden die om me geven Waarom
wil ik niet leven
|
|||
vorige |
De
leegte in mij De leegte in mij Ik
voel me absoluut niet vrij Maar
waar ben ik aan gebonden Heb
ik zelf regels verzonnen Ik kan me niet uiten Alleen
af en toe eens fluiten Een
of ander deuntje fluit ik dan Terwijl
ik helemaal niet fluiten kan Er is niemand die mij begrijpt Die
ziet hoe ver het probleem reikt Ik
sta hier eenzaam Op grote hoogte, van iedereen vandaan
|
volgende |
|