THIRZA

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Zwangerschap van mijn mama

Toen papa en mama in mei 2001 een roze streep op de zwangerschapstest zagen komen waren ze erg blij. Papa geloofde eerst niet dat ik er aan zat te komen. Mama was nog erg fit en ging naar fitness en tai-bo en ze werkte nog fulltime. Ook bij de pret echo (foto 1, foto 2, foto 3)rond de 21ste week leek ik het nog prima naar mijn zin te hebben en alles was goed. Er was dus geen enkel wolkje voor de zon. Het veranderde zo rond de 23ste week dat ik bij mama in de buik zat. Ik groeide zo hard dat het net leek of het allemaal niet zo goed paste. Mama dacht dat het er allemaal bij hoorde, maar ik kreeg toch een heel krap plekje. Ik was wel zo slim om gelijk met mijn hoofdje naar de uitgang te gaan liggen. Dat er niet meer zo veel plaats voor mij was kan liggen aan het feit dat oma het DES hormoon heeft gehad, toen ze mijn mama verwachtte. Dat weet niemand zeker, want alle papieren waar het in zou kunnen staan zijn weg. Het werd steeds zwaarder voor mama en toen Sinterklaas aan kwam op 24 november kon ze niet eens de stoet bijhouden. Twee dagen later reed mama naar huis uit haar werk en toen kreeg ze erge krampen in haar buik. Thuis broek uit en even liggen en de pijn zakte weg en had ik weer wat meer ruimte. Nog twee dagen later, op 28 november werd mama wakker en ontdekte dat ze vruchtwater verloor. Toen ging ze toch maar even naar de dokter en die stuurde mama gelijk door naar het ziekenhuis. Daar moest ze blijven. Ze gingen kijken of er geen infectie in mijn zwemwater gekomen was (gelukkig niet) en mama kreeg medicijnen om te voorkomen dat ik te vroeg zou komen.

 

De bevalling

Zaterdagochtend 1 december om 7.20 uur voelde mama opeens een plons vruchtwater. Het vlies was nu echt stuk en de gynaecoloog werd erbij geroepen. Het ging nu dus echt gebeuren, na nog maar 29 weken en 4 dagen in mama's buik te hebben gezeten. De hele tijd hadden de doktoren gezegd dat mama naar het Sophia kinderziekenhuis moest als ik zou komen, maar nu ging dat niet door, want de deur stond al 6 cm open. Papa werd gebeld en mama werd al naar de verloskamer gebracht. Toch heeft het nog wel tot 11.25 uur geduurd voordat ik er uiteindelijk uit kwam. Ik klonk als een heel jong katje toen ik net geboren was en dat was een goed teken. Gelukkig hadden papa en mama al een naam voor mij: Thirza. Papa mocht de navelstreng doorknippen en héééél even mocht ik bij mama op haar gezicht liggen. Ze namen me mee en papa ging natuurlijk ook gelijk met mij mee. Mama kreeg beschuit met roze muisjes. Ze mocht van de gynaecoloog gelijk naar huis.

 

Eerste Weken

Nu begon mijn strijd voor overleven. Ik kreeg een slang in mijn keel voor de beademing en allerlei plakkertjes op mijn kleine lijfje. Ik werd gewogen en gemeten: 1525 gram en 40 cm lang en de omtrek van mijn hoofdje slechts 28,3 cm. Kijk maar even op een meetlint, dan kun je je voorstellen dat het erg klein is geweest. Voordat ik op reis ging in een ambulance naar Rotterdam kwamen mama en papa nog even bij mij kijken. Laat in de middag kwamen ze pas weer bij mij kijken in het Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. Mama mocht jammer genoeg niet bij mij in het ziekenhuis blijven, want ze hadden geen plaats voor een kraamvrouw op de kraamafdeling. Papa en mama mochten naar het Ronald Mac Donald huis. Dan waren ze toch nog wel dicht in de buurt en konden ze met een directe lijn bellen als er iets aan de hand zou zijn met mij. Toen papa en mama in het ziekenhuis aankwamen was het erg uitgestorven, want het was zaterdagavond. De bewakingsdienst legde uit waar ze moesten zijn en toen ze bij de afdeling 'neonatologie' op de IC kwamen moesten papa en mama hun handen twee keer wassen voordat ze bij mij mochten komen kijken. Ik lag in een glazen huisje met een enorme luier aan tot onder mijn oksels en er hing een televisiescherm bij dat soms begon te piepen. Papa en mama konden alleen maar naar mij kijken. Ze zou mij wel missen in haar buik die eerste nachten. De opa's en de oma's kwamen 's avonds ook nog even een kijkje nemen. Voor hen was het ook allemaal heel onverwacht en papa en mama waren maar net op tijd in het RMD-huis. Na ruim een dag mocht de slang van de beademing er al uit en kreeg ik een soort brilletje in mijn neus. Daar werd lucht door geblazen, zodat ik toch niet vergat om te ademen. Soms vergat ik het nog en dan gingen alle toeters en bellen af en kwam de verpleegkundige mij een tikje geven en dan ademde ik weer door. De eerste dagen kreeg ik ook voeding door een infuusje, maar al snel kreeg ik ook door een slangetje in mijn neus, een sonde heet dat, wat melk van mama. Ik moest ook een paar dagen onder een lamp liggen, omdat ik zo geel was. Dat komt omdat mijn lever nog niet zo goed werkte. Na 6 dagen was ik wel wat afgevallen. Ik woog nog 1360 gram. Na ruim een week kreeg ik medicijnen, indocid heette dat. Dat was omdat een bloedvaatje    'Ductus Botalli' genaamd, te sluiten. Dit bloedvaatje bij het hart zorgt ervoor dat voor de geboorte niet teveel bloed door de longen gaat. Na de geboorte sluit dit normaal gesproken vanzelf en kan er geen bloedstroom rechtsreeks van de aorta naar de longader gaan. Doordat ik te vroeg geboren werd bleef het open staan en was ik erg kortademig en ook snel moe. Van de medicijnen gingen alle aders in mijn lijfje samentrekken, dus ook in mijn nieren. Ik werd als een ballonnetje van alle vocht die ik vasthield. Het was heel spannend of het bloedvaatje dicht zou gaan, maar dat gebeurde niet. We moesten maar afwachten en intussen sliep ik veel en lag ik elke avond bij papa of mama op de borst. Dat heet kangoeroën. Soms moesten ze ook akelige dingen doen, zoals bloed prikken in mijn hiel en de slijm wegzuigen uit mijn neusje. Ik kreeg een heel klein speentje om het zuigen niet te verleren. Toen ik nog maar 17 dagen oud was zijn mijn oren getest. Dat doen ze als je slaapt. Nou dat was bij mij natuurlijk geen probleem en ze waren allebei goed. Mijn pop (Aha heet die) was mijn dekentje in de couveuse, maar na 3 weken kon ik al een truitje aan (maat 40). Mijn eerste Sinterklaasfeest, Kerstfeest en Oud en Nieuw heb ik in het Sophia kinderziekenhuis gevierd. Met kerst mocht ik uit de couveuse in een warmtebed. Vaak was ik daarin verdwenen onder de dekens. Na een maand besliste ik zelf al welke kant ik op wilde kijken. Ik kon mijn hoofdje toen prima optillen. De dokters hoopten dat de Ductus nog dicht zou gaan en zolang ik maar bleef groeien en niet aan de beademing hoefde deden ze verder niets. En zo ging het dus tot de dag aanbrak dat ik weer terug mocht naar het streekziekenhuis. Ik groeide heel goed. Op 6 januari, na een maand en 5 dagen woog ik al 2100 gram. Dus na een laatste echo van de cardioloog, de specialist voor hartjes mocht ik op 9 januari met de ambulance naar het streekziekenhuis. De dokters hadden besloten dat ik eerst nog meer zou moeten groeien voordat ze een operatie gingen doen om de Ductus met een klemmetje dicht te maken.

 

Terug in het streekziekenhuis

Nadat de oogarts nog even mijn ogen had bekeken mocht ik dus na 5½ week terug naar het streekziekenhuis. Daar was het erg rustig. Ik lag zelfs helemaal alleen toen ik er aan kwam. Al snel mocht ik van een warmtebedje naar een echt baby bedje. Drinken ging erg moeilijk. Ik was zo moe, omdat ik meer bloed moest verpompen dan normaal door mijn lichaampje. Mama heeft het wel altijd geprobeerd, dag in dag uit, 4 keer per dag, maar het lukte mij niet om de vereiste hoeveelheid te drinken. Die 'vereiste hoeveelheid' werd ook steeds meer, want groeien deed ik wel hoor. Op 1 februari 2002, ik was toen precies 2 maanden oud, woog ik maar liefst 2945 gram. 28 januari was ik terug geweest naar het Sophia kinderziekenhuis (weer met de ambulance). De dokter daar had gezegd dat ze de operatie gingen doen, maar ze wisten nog niet precies wanneer. Ze maakten alvast een röntgenfoto van mijn  hartje en prikten bloed. Mama kwam vier nachtjes bij mij slapen om hele dagen helemaal alleen voor mij te zorgen. Het was ook best ingewikkeld allemaal: sondevoeding, medicijnen voor mijn hartje, extra ijzer, zouten enzo. Toen ik mijn eerste DKTP prik nog in het ziekenhuis had gehad mocht ik de volgende dag met papa en mama mee naar huis. Dat was op 7 februari 2002, 2 maanden en 6 dagen was ik.

 

De eerste keer thuis.

Thuis was alles heel anders. Het was er koud en stil en ik was meer wakker. Papa kwam er achter dat ik soms ook heel hard kan huilen. Om wat vraagjes te kunnen stellen over het opmaken van het bedje, het vullen van kruiken, wanneer ik naar buiten kon enzo had mama een verpleegster laten komen voor een dagje. Ze had beter in het RMD Huis zorg kunnen hebben, maar ja, op dat moment weet je ook niet alles. Op Valentijnsdag heb ik voor het eerst naar mama gelachen. Dat was al snel, want meestal duurt het heel lang voordat je dat kan als je te vroeg geboren bent. Op 16 februari ben ik voor het eerst buiten geweest met de kinderwagen. Maar een heel klein stukje.

 

 

 

Weer terug in het streekziekenhuis

21 februari op controle in het streekziekenhuis na twee weken thuis. Ik was maar 30 gram gegroeid in de laatste week, dus moest ik meteen weer blijven. De datum voor de operatie was inmiddels bekend, dus hoefde ik hier niet lang te blijven. 28 februari zou ik opgenomen worden en 1 maart gingen ze de operatie doen. We spannend allemaal, want al was ik nu al twee keer zo groot geworden, ik was toch nog een klein meisje.

 

De operatie

28 maart ging ik met papa en mama naar het Sophia kinderziekenhuis terug. Deze keer kwam ik op de afdeling kindergeneeskunde te liggen. Er lagen ook veel grotere kindjes met problemen aan hun hartje. Papa en mama gingen weer in het Ronald Mac Donald huis slapen. 1 maart was de grote dag. Om 12.30 uur kwamen ze mij ophalen. Ik had een speciaal operatiepak aangekregen Papa en mama zijn nog met mij meegelopen tot de gang en moesten toen afscheid nemen. Ik werd in slaap gebracht met een prikje. Om 14.15 uur was het klaar en heeft de dokter naar papa en mama gebeld, die intussen de stad in waren gegaan om de tijd sneller voorbij te laten gaan. Alles was goed gegaan. De opening van het adertje was 7 millimeter. Dat is best wel veel en het is dicht gemaakt met een klemmetje en voor de zekerheid ook nog met een draadje. Na een eerste nacht op de IC mocht ik weer terug naar de KG. De morfine en de paracetamol werden al vrij snel afgebouwd. De operatiewond was met hechtpleistertjes bij elkaar geplakt. Ik huilde wel veel en oma kwam er achter dat ik een heel zeer mondje had, omdat er spruw in zat. Daarom moest ik een heel vies drankje, nystatine op mijn tongetje verdragen en dat vond ik helemaal niet leuk. 8 maart kreeg ik nog een paar testjes. Bij de echo hoorde de dokter nog een klein ruisje. Dat was te verwachten, want doordat mijn hartje zo hard had moeten pompen was het een beetje scheef gegroeid. Dat zou vanzelf weer goed komen. Op zaterdag 9 maart was de grote dag aangebroken dat ik met papa en mama definities naar huis mocht.

 

Definitief thuis

Eindelijk thuis.... ik paste nog in mijn wiegje. De spruw in mijn mondje was erg hardnekkig. Het komt veel voor bij kindjes met sondevoeding. Het is daarom juist vreemd dat oma het ontdekte. Op 16 maart was het feest. Het was bij opa en oma in huis en 's morgens tussen 10.00 en 12.00 uur en 's middags tussen 15.00 en 17.00 uur kwam de visite. Ik heb er eigenlijk weinig van gemerkt, want ik heb al die tijd geslapen. In het begin moest mama mij thuis ook nog wegen op zo'n ouderwetse weegschaal. Ik ben daar toen een keer af gevallen (gelukkig niet hoog) en toen heeft opa hem gelijk terug gebracht. Je kon toch niet in grammen aflezen. Eind maart ging de sonde er voor het eerst per ongeluk uit, maar het lukte mij nog niet om voldoende te drinken. Toen is de sonde er dus weer in gegaan. Op 25 maart ben ik nog op controle geweest bij de neonatologie en de cardioloog voor mijn hartje. De testjes deed ik goed en ik woog alweer 3940 gram bij een lengte van 55 cm. Bij mijn hartje was nog steeds een 'onderruisje' te horen, maar dat was niet erg. Daarna groeide ik als kool. Bij het consultatiebureau woog ik op 9 april, precies een maand uit het ziekenhuis  4410 gram. Diezelfde dag ging 's avonds mijn sonde er weer uit. Dat deed ik zelf, maar nu ging het wel goed. Op 11 april nog op controle geweest bij de oogarts in het Sophia kinderziekenhuis. Alles was gelukkig goed gekomen, dus ik hoefde daar niet meer terug naartoe.

Hoe het verder met mij is gegaan kun je lezen 'Mijn eerste jaar'.