Brugklas Levensbeschouwing

Opdracht 4

 

Vooraf: Je hebt geleerd wat waarden zijn. Er allerlei voorbeelden van gezien. Je hebt nagedacht over de waarden die kunnen spelen achter allerlei dingen die mensen doen (bijvoorbeeld tanden poetsen of een auto kopen). Zie ook boek Standpunt blz. 30 en 31.

 

De opdracht:

A.    Geef – zo goed als je dat kunt – een antwoord op de vraag: Welke waarden zijn voor mensen in Nederland belangrijk?

B.    Vertel hoe je tot dit antwoord gekomen bent en waarom je deze werkwijze gekozen hebt.

 

Deze opdracht is in de les voorbereid. We hebben verschillende manieren besproken van hoe je deze moeilijke vraag kunt aanpakken. We hebben ook besproken welke moeilijkheden je kunt tegenkomen bij verschillende manieren en wat voordelen en nadelen kunnen zijn.

Het belangrijkste hulpmiddel dat je hebt om een zinvol/ zo goed mogelijk antwoord op de vraag te geven is: Je gezonde verstand. (En dat hebben jullie gelukkig allemaal volop!)

 

Overzicht van wat je kunt doen om een antwoord op de vraag te vinden. (en de voordelen/nadelen en moeilijkheden daarbij):

1. Vraag aan allerlei mensen om je heen welke waarden zij belangrijk vinden.

Probleem 1: De kans is groot dat mensen aan wie je het vraagt niet weten wat een waarde is of dat niet precies weten.

Probleem 2: Als mensen niet goed over de vraag nagedacht hebben, kan het zijn dat ze voor zichzelf geen goed overzicht hebben van hun eigen waarden. Ze zeggen wat hun het eerste invalt.

Probleem 3: De waarde die iemand zegt te hebben, hoeft niet de waarde te zijn, die hij in wat hij doet laat zien. (Bijv. Als ik in de klas vraag, wie er voor de waarde eerlijkheid is, steekt zowat iedereen zijn vinger op. Als ik vraag wie er nooit liegt, is er bijna niemand die zijn vinger opsteekt. Blijkbaar kunnen in een situatie andere waarden dan eerlijkheid belangrijker zijn en het achterliggende doel van wat je doet….

Probleem 4: Zelfs al zou je het aan 100 mensen kunnen vragen; dan kunnen dat toevallig allemaal mensen zijn die andere waarden noemen, dan de meeste mensen in Nederland.

 

2. Kijk in de krant, luister/kijk naar het nieuws: Dat geeft weer, wat er in Nederland speelt en wat belangrijk is voor mensen.

Probleem 1: Het is veel werk om een krant door te spitten. En morgen staan er weer hele andere dingen in….is het zo niet te veel een momentopname, die er morgen of volgende week weer heel anders zou uitzien?

Probleem 2: Hoe pak je dat dan aan? Hoe haal je uit allerlei grote en kleine berichtjes en artikeltjes de waarden van mensen in Nederland? Van wie zijn het dan de waarden...? Van de journalist die het schreef en het onderwerp koos? Van de mensen die aan het woord komen in een artikel?

 

3. Maak een lijst van waarden en laat mensen hieruit kiezen welke waarden ze het belangrijkste vinden.

Probleem 1: Hoe lang wordt die lijst? Hoe weet je dat je alle (mogelijke) waarden hebt en er geen vergeet?

Probleem 2: We hebben het in de klas gedaan en mensen gaan in zo een lijst een volgorde maken van waarden die ze meer of minder belangrijk vinden dan andere.

Blijkbaar zijn niet alle waarden (voor iedereen) even belangrijk. Iemand zegt: zonder liefde (=waarde) kan ik niet gelukkig zijn (geluk=waarde). Is geluk voor hem nu een belangrijkere waarde dan liefde? En iemand anders zegt, als je niet zelf gelukkig bent, kun je niet van anderen echt houden. Is voor die persoon liefde een belangrijkere waarde dan geluk?

Probleem 3: Krijg je zo een goed antwoord? Mensen vullen waarden verschillend in. De een denkt bij eerlijkheid aan: “niet liegen”. De ander denkt bij eerlijkheid vooral aan:”open zijn naar anderen” en een derde maakt bij eerlijkheid een uitzondering voor “leugentjes om bestwil, die niet erg zijn”.

 

4. Zoek in de bibliotheek of op het Internet naar wat anderen hierover uitgezocht hebben. Er is vast wel onderzoek naar gedaan en als je dat vindt, heb je een antwoord op je vraag.

Probleem 1: Zoeken kost veel tijd. Misschien heb je wel geluk en vind je iets of veel. Misschien vind je ook niets of weinig?

Probleem 2: Kun jij bepalen of dat onderzoek goed gedaan is en de resultaten kloppen? Of vertrouw je blind op wat anderen zeggen? Misschien klopt er van een onderzoek helemaal niets?

Anders gezegd: alle problemen die we voor alle werkwijzen noemen, zijn ook problemen waar een onderzoek tegenaan kan lopen. Zijn die onderzoekers zich daarvan goed van bewust geweest?

Probleem 3: als je het antwoord van een ander als jouw antwoord geeft, dan wil ik van jou weten dat het antwoord van die ander een goed antwoord is en waarom. Dat kun je alleen als je je gezonde verstand gebruikt om te controleren, wat die ander gedaan heeft en wat hij daaruit concludeert als antwoord.

 

5. Leg aan allerlei mensen een aantal keuzesituaties voor. Als je goede situaties bedenkt, dan blijkt uit de keuzen van mensen welke waarden (ten opzichte van elkaar) mensen belangrijker vinden.

Probleem 1: Je moet goede situaties kunnen bedenken. Je moet ervoor zorgen dat je daarin de waarden gebruikt, die (jij inschat dat) het belangrijkste kunnen zijn. Je moet ook zorgen dat je de keuzes van de mensen goed kunt uitleggen voor je vraag.

Probleem 2: In een situatie gaat het steeds maar om enkele waarden waartussen gekozen moet worden. Niet om alle waarden of alle mogelijke waarden. Daardoor zal je antwoord niet compleet zijn. (Moet het antwoord compleet zijn om goed te zijn?)

 

6. Overweeg de mogelijkheden hiervoor en ben je bewust van de problemen erbij……

Misschien kun je nog andere mogelijkheden bedenken? Maar in ieder geval: gebruik vooral je gezonde verstand! Je “weet” misschien wel meer dan je denkt!

 

Succes!