1800-1990
Het verval van de vesting en opkomst Industrie
De Fransen bezetten Sas van Gent en startten met de ontmanteling
van de vesting. Op 20 juli 1814 werd Zeeuws-Vlaanderen opnieuw verenigd met de
provincie Zeeland. Sas van Gent is toen bevrijd door de Russen van de Fransen.
Met ernst wordt dit feit genoemd in de geschiedenisboeken, maar in werkelijkheid
is het een eigenaardige geschiedenis geweest met die "belegering". De toenmalige
Franse commandant van Sas van Gent had zijn hart verloren aan een Nederlandse
schone en was weinig krijgslustig gestemd. Hij had aan Graaf Beyhaloff van de
Don, die met zijn Kozakken in Gent verbleef, doen laten weten dat de overgave
van Sas met weinig bloedvergieten kon gebeuren. De kolonel zette daarop een
krijgsplan in elkaar en nodigde de Gentenaars uit de inneming van Sas van Gent
te komen bijwonen. De vrije schippers van Gent waren er als de kippen bij om
wapens te eisen om aan de belegering deel te nemen. Dit goede voorbeeld werd
gevolgd door talrijke Gentenaren uit de volksbuurten, omdat er aan werken niet
gedacht werd vanwege de naderende `feestdag`. Omstreeks half negen
īs morgens
van de 18e februari 1814 vertrok dit zonderlinge leger uit Gent om ongeveer 250
Kozakken te volgen die reeds eerder op weg waren gegaan. De Russische ruiters
trokken enkele malen rond het Sas waar voorwaar nog enkele kanonsschoten klonken.
Veel moeite wilde men zich blijkbaar niet getroosten, waarop al spoedig de witte
vlag van de overgave werd gehesen. Deze overgave schijnt eervol te zijn geweest
daar de bevelhebber en zijn officieren hun degen mochten behouden en de
manschappen met pak en zak de vesting mochten uittrekken. Tot de oorlogsbuit
behoorde een grote hoeveelheid wijn en jenever. Daarvan is dagen later dankbaar
gebruik gemaakt bij de feestelijkheden die later in Gent gehouden
werd ter ere van de Russische Keizer.
Na het vertrek van de Fransen werd op 21 juni 1816 bij
Koninklijk besluit de vesting opgeheven en stelselmatig gesloopt. Tussen 1930 en
1935 werd als laatste bastion Zeeland gesloopt. (gelegen op het eind van de
Vredestaat) Van de vesting zoals beschreven in deze historie is niet veel
overgebleven. De in 1680 door Becker aangelegde vestingwerken, gebouwd in
aarde volgens het principe van het Nieuw-Nederlands Stelsel, werden afgebroken. De bastions waren
voorzien van schouderhoeken en teruggetrokken flanken welke bestonden uit twee
geschutsgalerijen boven elkaar: de hoge en lage flank.
Dat alles is terug te zien in de getekende kaart die in 1750 door Anthony
Hattinga is gemaakt. (zie foto detail)
Ook de Sasse Vaart neemt af in belangrijkheid omdat er langzaamaan schorren komen te liggen in het vaarwater richting Sas van Gent. Tengevolge van deze verlanding worden er ook nog enkele schorrengronden ingedijkt. Onder de namen van Nieuwe polder van Sas van Gent en de Eugeniapolder. De Sasse Vaart verzand verder en verder en schepen kunnen moeilijker Sas van Gent bereiken en daardoor de handel op Gent.
Ook de Belgische opstand van 1830 is aan Sas niet onopgemerkt voorbijgegaan. Op 17 oktober van dat jaar, īs avonds om 6 uur, trok een orderloze bende onder leiding van Ernest Gregorie, zich noemende commandant en chef van de expeditie in het noorden van Vlaanderen, de gemeente binnen. Ondanks alle mooie beloften hem gedaan, weigerde de toenmalige burgemeester Van Frankenberg en Proschlitz zijn eed en trouw aan de Nederlandse Koning te verbreken ook de overige gemeentebestuurders weigerden iedere medewerking. Na de publieke kas te hebben geplunderd verlieten de mannen op 29 oktober Sas van Gent weer. Eerst op 30 November 1830 werd het wettig gezag in ere hersteld en pas op 11 januari 1831 werd de burgercompagnie door regelmatige Nederlandse troepen vervangen.
Het kanaal heeft het lot van Sas van Gent telkens bepaald, dat
blijkt door de loop van de geschiedenis telkens weer. Het ziet er naar uit dat
dit altijd zal blijven plaatsvinden, Sas van Gent is er mee vergroeid en daarmee
er een onvervreemdbaar geheel mee gaan vormen.
De thans gekende bloei is voornamelijk te danken aan de doorbreking van het
kanaal naar Terneuzen, in de jaren 1825-1827, op initiatief van
Koning Willem I door de inmiddels bedijkte Braakman. Toen de afmetingen van
kanaal en sluizen spoedig onvoldoende bleken voor de steeds toenemende
scheepvaart, werden in 1882-1885 belangrijke veranderingen aangebracht. In 1902
werd in Sas van Gent de toentertijd grootste sluis van Nederland gebouwd. Een
van deze sluizen is nu nog te zien in de Sasse promenade en ook opgenomen in de
wandelroute de Schepentrekker.
Hiermee wordt aangetoond dat Sas van Gent met het doortrekken en
verbreden
van het kanaal de vesting verder ontmanteld. Ook een belangrijk feit wat
meespeelde met de verder ontmanteling was de gezondheid voor de Sasse inwoners.
Dat vinden we terug in raadstukken opgemaakt in of rond 1890. Daar wordt
geschreven; nu de gemeente eigenaar is geworden van de wallen is men terstond
begonnen met het slechten van deze wallen, dit alles komt ten goede aan haar
bewoners nu er weer zuivere lucht in de gemeente komt. Dit alles wordt gedaan om
te voorkomen dat met het binnenkomen van zoveel vreemde schepen ook
besmettelijke ziekten mee kunnen komen. Tevens bekomen wij nu ook een betere
afwatering voor onze gemeentelijke riolering en tevens kunnen wij de schadelijke
mesthopen laten verdwijnen.
Hiermee was definitief het einde gekomen aan de eens zo prachtige vestingstad
Sas van Gent, vanaf nu nog slechts een industriestad. Eind 1800 komen de
volgende fabrieken zich in Sas van Gent vestigen juist om dat hier voldoende
grond aan een doorgaand vaarwater ligt. Een glasfabriek, fosfaatfabriek, twee suikerfabrieken,
stijfselfabriek, walsenmolen-meelfabriek en diverse
textielfabrieken. Vermoedelijk ben ik er nog een paar vergeten maar het geeft
aan hoe belangrijk Sas van Gent werd als bedrijvenplaats. Ook deze fase
is Sas van Gent alweer kwijt, eind 20e eeuw zijn vele hiervoor genoemde
bedrijven vertrokken en gesloopt.
Nu is ook de zelfstandigheid van deze plaats opgeheven en opgegaan in groot Terneuzen.
Toch heeft Sas van Gent u nog voldoende te bieden. Het is een dynamisch stadje
gebleven met industrie maar evenzo gezellige terrasjes en pittoreske geveltjes.
U kunt er gezellig winkelen of, zo u wilt, uitrusten in een fraai park.
Daarom zijn er nog steeds enkele zaken, die het verleden van deze mooie plaats laat zien, zichtbaar.
Daarvoor neem ik jullie mee in mijn wandeling door Sas volg maar