Franz Pleus


Kleine gids voor de Grote Stad
De kinderalmanak voor kinderlozen

Kleine gids voor de Grote Stad

Enige richtlijnen voor overleving in de Grote Stad

Inleiding

Een verhuizing van de Provincie naar de Grote Stad brengt nogal wat veranderingen met zich mee. Aanvankelijk zult u de indruk krijgen dat van niets wat u ziet chocola te maken valt. Maakt u zich echter geen zorgen, met enige nuttige tips zult u het echt wel redden.

Het straatbeeld

Wat allereerst opvalt, is dat er in Amsterdam inderdaad erg veel Amsterdammertjes staan. Hoed u echter voor een veel gemaakte beginnersfout: noem deze géén Amsterdammertjes, men zal u onmiddellijk als Provinciaal herkennen, en u zult geen pot meer kunnen breken. Hou het daarom eenvoudigweg op 'paaltje'.
Al snel wordt u geconfronteerd met de zogenaamde 'Junk' (uitspraak: voor intellectuelen djunk, voor het volk sjunk), herkenbaar aan werkloze-achtige kledij, een grease-look kapsel, en het feit dat hij u òf vraagt om een rijksdaalder voor een 'broodje', òf dringend zijn moeder moet bellen, maar zonder kleingeld zit. Nooit geven! Waar een rijksdaalder zit, daar zit meer! In het gunstigste geval komt u ervan af door het afstaan van uw portemonnee, maar waarschijnlijker is het dat hij uw Provinciale karakter doorheeft en u volgt naar huis of auto, om deze te plunderen. Nee, een Junk heeft geen geld nodig, in Amsterdam zijn alle verdovende middelen gratis, dat weet een kind.
Een figuur dat veel op de Junk lijkt, maar doorgaans beter gekleed gaat, is de 'Pusher'. Hij mompelt doorgaans iets onverstaanbaars, en dat is uw redding! U heeft hem niet gehoord, en kijkt snel op uw horloge, of wuift naar iemand in de verte. Kijk hem nooit aan, want anders bent u de volgende week verslaafd.
Tot uw verbazing zult u al snel opmerken dat er in Amsterdam overal treinen door de straten rijden. Men noemt deze trams. Waarom men deze onhandige toestellen nog gebruikt, weet niemand. U kunt ze daarom het beste negeren, want als men uw verbazing opmerkt dan valt u door de mand.
Binnen enige dagen zult u iemand hebben opgemerkt met een mes in de hand. Let op, het gaat hier niet om een ambulante aardappelschiller! Hij is op zoek naar een lichaam om zijn mes aan te slijpen. Doe alsof u hem niet ziet, doorgaans zoeken deze mensen elkáár wel op, en slijpen zo gezamenlijk de messen, die zo aan twee kanten snijden.
Ziet u iemand met een muziekinstrument, dan heeft u met een uitkeringsgerechtigde te maken; bij de sociale dienst zijn allerlei fluiten, gitaren en trommels gratis te bekomen. Geef deze mensen geen geld! Hilariteit zal u ten deel vallen!
Tot slot bevinden zich, verspreid door de stad, personen, veelal wit geschminkt, die niets zeggen, en zich gedragen of ze motorisch gestoord zijn. Meestal staat er een kring van toeschouwers omheen. Allemaal Provincialen of toeristen. Dat wilt u niet zijn, dus loopt u in rechte lijn door, ook al loopt u de 'artiest' hierbij omver. Niemand maakt u wat, want ú bent een wereldburger!

Taalgebruik

Bent u behept met een dialect, dan gaat u een zware tijd tegemoet, men zal u onmiddellijk als Provinciaal herkennen. Het beste kunt u snel een cursus volgen. Tot die tijd moet u proberen zoveel mogelijk verschillende dialecten door elkaar te spreken, zodat men denkt dat u geen Provinciaal bént, maar deze juist op de hak wilt nemen.
Bent u eenmaal het ABN machtig, dan weigert u te spreken met iedereen die zich van dialect bedient. "Behalve de mensen met een Amsterdams dialect" zult u wellicht lachend opmerken. Weer een beginnersfout! De ware Wereldburger is natuurlijk niet de Amsterdamse autochtoon. Van de oorspronkelijke bevolking is slechts 10% een Metropolist, de rest is ook Provinciaal. Het vervelende is, dat u de eerste maanden niet in staat zult zijn het onderscheid op te merken. Mijd ze veiligheidshalve allemaal. De Wereldburgers onder hen zullen het begrijpen, die spreekt u later nog wel, en met de rest heeft u hoegenaamd niets van doen.
Een aparte situatie doet zich voor als iemand u in een vreemde taal aanspreekt. Herkent u betreffende taal, en is het geen Duits, ga hier dan toe over, kent u de taal niet, spreek dan Engels. "Moeten deze mensen dan geen Nederlands leren?" zult u zich misschien afvragen. Dan heeft u het zaakje duidelijk niet door! In de Provincie integreren buitenlanders, hier niet. Anders zou men het multi-cultureel imago snel kwijt zijn! Spreekt men overigens Duits, dan stelt u zich op als bij de Pusher.

Sex

Was u vanuit de Provincie misschien gewend geraakt aan een seksueel leven op een laag pitje, in Amsterdam liggen de zaken compleet anders. Letterlijk iedereen is uit op sex. Tijdstip en plaats zijn onbelangrijk. Wees duidelijk en direct, daar is men dol op. Ziet u iemand die ook maar een spoor van aantrekkelijkheid heeft, dan zegt u meteen waar het op staat. Er dient sprake te zijn van sex! Is een knal voor uw hoofd uw deel, dan heeft u het wel bijzonder slecht getroffen. In dat geval heeft u te maken met een verdwaalde feministe uit de Provincie. Het beste kunt u haar zo snel mogelijk aangeven bij de Erotiekpolitie. Cellentekort? Maakt u zich geen zorgen, voor dit soort types is er altijd wel een kamertje vrij!

Aangepast gedrag

In Amsterdam is eigenlijk alles aangepast gedrag. Behalve . . . normaal gedrag! Doet u zich dus als het even kan voor als een malloot, nee, u wórdt niet gearresteerd! Men zal u prijzen als u af en toe een banaan in uw oor steekt, uzelf in aluminiumfolie wikkelt, op Camp-sloffen over straat gaat, of een hoed van paardepoep opzet; zo integreert u lekker door!
In uitgaansgelegenheden is normaal gedrag overigens uitdrukkelijk verboden. Voor u het weet wordt u aan de mafkezencontrolewacht uitgeleverd, en riskeert u een forse boete en repatriëring naar het platteland.

Verkeer

Verkeersregels kent men in Amsterdam eigenlijk niet. U moet zelf even bekijken hoe u zich op moet stellen. Schreeuwen, schelden en toeteren zijn beproefde middelen. Personen die een zekere zwakte uitstralen laat u nóóit voorgaan, ook al gaan ze door het groene licht, ze vragen er zelf om! Dat is meteen ook één van de grote voordelen van Amsterdam; de mythe van de mens als sociaal wezen is hier volstrekt niet in zwang; wie het recht neemt, die heeft het!

Cultuur

Toen u nog in de Provincie woonde vroeg u zich misschien wel eens af waarom u zoveel belasting moest betalen. In Amsterdam krijgt u het antwoord. Bakken met geld worden hier over de balk gesmeten onder het motto 'cultuur'. In elk huizenblok bevindt zich een theater, op elke hoek een bioscoop. Gaat u bij iemand op bezoek, en heeft u het adres fout genoteerd, dan is de kans groot, dat u bij een museum uitkomt.
Deze instellingen hebben in feite één gemeenschappelijke eigenschap: slechts de beheerders begrijpen wat er zich afspeelt. Dat er toch steeds veel bezoekers komen, komt door een voortdurende toestroom van Provincialen en toeristen. U dient zich hier dus verre van te houden.

Prettige tijd!

U ziet het, met een beetje voorbereiding wordt uw tijd in de grote stad een waar feest! Succes!

© Franz Pleus 1996

De kinderalmanak voor kinderlozen

De baby op straat

Misschien heeft u zich, met een ontspannen wandeling door het centrum van uw bloedeigen stad in het hoofd, wel eens afgevraagd waarom er zo vaak een stralende moeder met u oploopt, met in haar vrolijk gekleurde kinderwagen een krijsende baby, terwijl deze moeder in uw ogen niets onderneemt om deze situatie te beëindigen. Wel, het gaat hier om het, door moderne wetenschappers sterk noodzakelijk geachte uiten van het kind. 'Maar dat lawaai dan? En heeft betreffende moeder hier dan geen last van?' zult u zeggen. Nee, de moeder heeft hier geen last van, die haalt halfwekelijks een speciale injectie op het consultatiebureau, waardoor ze het gewauwel van het kind niet opmerkt. Weigert u de situatie te tolereren, dan bent u strafbaar volgens de richtlijn medeverantwoordelijkheid succesvolle opvoeding aller kinderen. U bent, volgens dezelfde richtlijn, zelfs verplicht liefdevol te glimlachen naar moeder of kind, afhankelijk van de, na enige oefening, op te merken behoefte van een van de twee, op straffe van het inleveren van een kilo duimdrop bij de dichtstbijzijnde crèche.

De zwalkende kleuter

Heeft u zich, door het veinzen van een loszittende veter of een gesimuleerde flauwte, uit het gezelschap van de vrouw met kinderkruiwagen weten los te rukken, dan zult u al snel een kleuter opmerken. Een kleuter is op straat te herkennen aan het feit dat hij sterk lijkt op een hele kleine, maar zeer beschonken man. Ogenschijnlijk valt er geen lijn in zijn beweging te ontdekken, en zijn zijn ogen op van alles gericht, maar niet op bewegende dan wel stilstaande obstakels. De in wetenschappelijke kringen gebruikelijke aanduiding 'exocet-leeftijd' geeft al aan dat het hier schijn betreft, want voor u zich in bespiegelingen kunt verliezen, is de kleine tegen u opgelopen. Ondanks eventuele pogingen het kind te ontwijken, is dit altijd uw schuld. U moet nu een blik opzetten die vol is van mededogen, het kind oppakken, en informeren naar de gezondheidstoestand van de kleine wolk. Het antwoord zult u niet kunnen verstaan door het luide geschreeuw of het immer aanwezige spraakgebrek. Met het oppakken van het kind riskeert u steevast arrestatie wegens pedofilie, maar dat zult u voor lief moeten nemen. Het betreft de tegenhanger van 'de prijs voor de honderdduizendste bezoeker'. U kunt er niets aan doen, maar de prijs valt u ten deel. Loopt onze fröbelende medemens overigens tegen een stilstaand object, zoals een lantaarnpaal op, dan is de dichtstbijzijnde volwassene schuldig (twaalf uur dienstverlening in de vorm van broodjes smeren op de lokale basisschool). Vraagt u zich af hoe deze koters dan ooit gaan leren hoe ze niet overal tegenop moeten lopen, dan mist u duidelijk de noodzakelijke romantische inslag. Dat gaat vanzelf! Op achttienjarige leeftijd wordt elk kind door onze kosmische broeders ingestraald, en het klusje is geklaard, voortaan bewegen ze zich gecoördineerd door de straten van uw gemeente.

Kinderen hebben voorrang

Welk vervoermiddel u ook kiest, waar u ook heengaat, kinderen hebben altijd voorrang, van welke kant ze ook komen. Ook al schutteren ze van links de voorrangsweg op, u moet stoppen. Zelfs als ze van boven komen, doordat ze bijvoorbeeld een niet geheel geslaagde bungee-jump van hun balkon maken, dan moet u rekenen op een langdurig verblijf in een aanzienlijk saaier kamertje dan u thuis gewend bent. Voor u zich weer van alles gaat afvragen, via dezelfde instraling als hiervoor genoemd weten ze op hun achttiende opeens wel hoe het moet. Heeft u uw reis toch zonder ongelukken weten te volbrengen, en rust u eens uit op een terrasje, dan moet u rekening houden met het volgende: is er een stoel vrij aan uw tafeltje, dan is het zeer waarschijnlijk dat hierop een kleuter plaatsneemt. Nu denkt u misschien: 'Wat krijgen we nou, opgedonderd!'. Wel, in dat geval mag u zich gelukkig prijzen dat u in het bezit bent van deze gouden almanak, want dit is absoluut niet toegestaan. Nee, de bedoeling is dat u het signaal van de rakker begrijpt, dat luidt 'ik wil hier met mijn pappa en mamma gaan zitten, jij moet weg!', waarna u, onder het uiten van de nodige verontschuldigingen opstapt, hierbij voldoende geld voor een mooie ijscoupe achterlatend. Een kinderijsje? Nee, die worden sinds 1970 nog slechts door studenten met een krappe beurs besteld. Was het vroeger in winkels gebruikelijk dat u de daar aanwezige kinderen niet meenam in uw berekening aangaande de tijd die u zou moeten wachten tot u aan de beurt zou zijn, en moesten de kinderen wachten op een verdwaalde goedzak, die na een uurtje of twee opmerkte dat de kleine sproetenkop aan de beurt was, tegenwoordig gaat die vlieger niet meer op. Op het moment dat er een kind de winkel binnenstapt, is het aan de beurt. Een onverwachte meevaller doet zich voor als er tegelijkertijd nog een kind binnenwandelt, want een robbertje vechten tussen de twee is steevast het gevolg. In de tussentijd kunt u snel uw bestelling plaatsen. Nadeel is wel dat u voor de verwondingen van beide dreumesen verantwoordelijk kunt worden gehouden.

Een kind aan de deur!

Een bijzonder netelige situatie dient zich aan op het moment dat er een kind bij u aanbelt. Uit het hakkelende verhaal kunt u over het algemeen weinig opmaken, meestal gaat het om kinderpostzegels, een sponsorloop of iets dergelijks, maar het onderwerp is van ondergeschikt belang. Het gaat om geld, en u bent verplicht dit af te geven, het argument 'ze zijn al geweest' is niet geldig! En hoeveel moet u dan geven? Dit hangt op zich van uw eigen beleefdheid af, maar houdt u rekening met het volgende: een bedrag onder een tientje is verboden, terwijl u verplicht bent om bij ieder bedrag onder de honderd gulden sterk aangezette verwensingen te incasseren. Reken nooit op dankbaarheid, want dan komt u bedrogen uit; behalve woede kennen kinderen geen emoties. Doet het zeldzame geval zich voor dat het niet om geld maar om goederen gaat (flippo's, uw oude stripverzameling, snoep), en u heeft deze niet, dan is een afgemeten 'O' uw deel. Nu stokt het gesprek, en het is aan u om dit weer op gang te brengen. Het kind verwacht namelijk uitgebreid tekst en uitleg over het hoe en waarom van de niet-aanwezigheid van de gevraagde spullen. U zult merken dat u vervolgens door de mand valt, waarna u met een rood aangelopen hoofd alsnog het vereiste materiaal overhandigt, vergezeld van een boete van honderdvijftig gulden, die u direct aan het kind voldoet. Dat lijkt veel, maar het kind mag blij zijn als het er een paar gympen voor vindt.

Het kind neemt op

Staat u in een telefooncel, en belt u iemand op die behept is met kinderen, dan is de kwalificatie 'mafketel' u op het lijf geschreven. Het kind neemt namelijk de telefoon op, de ouders kunt u dit niet kwalijk nemen, want ook hier gaat het kind voor. U verstaat het kind niet, en hoort slechts gepiep; wat het kind zegt is ook van geen enkel belang, als u zich maar onderdanig opstelt. Tijdens de eerste verwisseling van de telefoonkaart heeft u waarschijnlijk even niet door kunnen praten door al het gehannes met uw portefeuille. Dan heeft u pech, want het kind hangt op, in de veronderstelling dat het magische apparaat de geest heeft gegeven. U belt opnieuw, en na een minuut of tien beleefd vragen, krijgt u het jongere broertje aan de lijn. Heeft u tussen dit alles door nog tijd om zich af te vragen waar de ouders zich op dit moment bevinden, wel, die brengen het huis-aan-huis blad rond, teneinde het nieuwste supernintendospel te kunnen bekostigen. Nee, u bent echt niet de enige die het moeilijk heeft. Het beste kunt u zich na een beleefd 'dankjewel' in gang zetten naar een plaats waar u de ouders kunt faxen, en hierbij hopen dat daarvan geen vliegtuigje gevouwen wordt.

De oplossing

Bent u inmiddels in vertwijfeling geraakt, dan is dit weliswaar voorstelbaar, maar u mag dit niet uiten. Het enige dat erop zit is eigenlijk zelf kinderen nemen. U zult een en ander aanzienlijk beter begrijpen (op het consultatiebureau staat een leger van voorlichters voor u klaar, elk voorzien van een uitgebalanceerde stapel folders). Bovendien zullen u snel andere voordelen opvallen. Bellen er kinderen aan, dan laat u die van u opendoen. Dat kost niks! Heeft u een hekel aan uw buren? Stuur uw kinderen er veelvuldig op af, binnen de kortste keren zullen ze hun blinkende limousine die u al zo lang zeer aan de ogen doet, de deur uit moeten doen. Doen ze dit niet snel genoeg naar uw zin, dan laat u de kleintjes er een paar keer tegenop fietsen, om telkens een nieuwe mountainbike te claimen. Weten ze zich dan nog niet te gedragen, dan neemt u nog een kind, en legt dit in uw tuin te krijsen; uw buren zullen snel eieren voor hun geld kiezen en naar andere woonruimte uitkijken. Ook kunt u nog overwegen uw kinderen een paar maal tegen uw buren op te laten lopen, om ze vervolgens wegens kindermishandeling te laten opsluiten. Succes gegarandeerd!

© Franz Pleus 1996

Meer stukjes zijn te vinden op de homepage van Franz Pleus.

Terug naar Pennenvruchten
Terug naar Clara's Boekenrubriek