5. Geelbuik Rosella (Platycercus caledonicus)
De algemene lichaamskleur van de Geelbuik is goudgeel.
Beide seksen hebben een gele kop die enigszins bruin beschaduwd is. De vogels bezitten blauwe wangvlekken, een rode voorhoofdsband en blauwe vleugelranden. Ook de onderzijde van de staart is blauw gekleurd. De rugveren zijn overwegend zwart met een enigszins groene omzoming. De stuit is olijfgroen van kleur.
De ogen zijn bruin, de snavel geelgrijs en de poten grijsbruin.
De vogels zijn ongeveer 38 tot 40 cm. groot.
Van de Geelbuik zijn een paar belangrijke zaken op te merken. Zo is hij de grootste van alle Rosella's en heeft hij een minder opvallend gevlekte rug dan de overige soorten. Verder blijkt het gedrag van de Geelbuik af te wijken van de overige soorten.
De wetenschappers vermoeden dan ook dat de Geelbuik Rosella de primitiefste soort onder de Rosella's is en nog het dichtst staat bij de papegaai, de soort waar de Rosella's van afstammen.
Bij een oppervlakkige beschouwing doet de Geelbuik Rosella denken aan de Strogele Rosella. Er zijn echter een paar belangrijke verschillen, te weten:
- de Geelbuik Rosella is groter van formaat dan de Strogele.
- de Geelbuik Rosella is overwegend geelgroen en warmer van kleur dan de Strogele.
- de rug- en vleugeltekening is bij de Geelbuik Rosella beduidend minder opvallend.
- de nek en rugveren zijn bij de Geelbuik Rosella enigszins groen omzoomd, terwijl
deze bij de Strogele Rosella geel omzoomd zijn.
- beide soorten hebben een ander leefgebied.
Geslachtsonderscheid:
De kop van de man is aanzienlijk breder en forser van bouw dan bij de pop.
Hetzelfde geldt voor de snavel.