Welkom op de vogelsite van

Conny en Ruud

Rosella (Platycercus eximius)
D: Rosellasittich - GB: Eastern rosella

 

GESCHIEDENIS
Met betrekking tot de naam Rosella leven er twee theorieën.
De eerste gaat er vanuit dat de naam Rosella is afgeleid van Rosehill, een buitenwijk van Sydney, waar ze voor het eerst werden waargenomen. Hierdoor kreeg de vogel de naam van Rosehill-papegaai. In de loop van de tijd werd deze naam door de Australiërs verkort tot Rosehiller en uiteindelijk verbasterde de naam tot Rosella.

De tweede theorie veronderstelt dat de naam Rosella op een schrijffout berust. Oorspronkelijk, zo wordt vermoed, zijn deze parkieten naar Rosetta, de echtgenote van een bekende pionier in de geschiedenis van Zuid-Australië, genoemd. Doordat in
deze tijd alleen nog maar met de hand geschreven werd, kon het gebeuren dat in het handschrift tt werd aangezien voor ll.
In plaats van Rosetta werd de vogel daardoor dus met de (verkeerde) naam Rosella opgescheept.

De naam Rosella wordt nu als groepsnaam gebruikt omdat er, zoals we nu weten, veel verwante soorten bestaan.

Voor wat betreft het in gevangenschap houden van deze vogels is bekend dat reeds de Engelse gedeporteerden al Rosella's in "kooien" en "volières" hielden. Gelukkig weten we nu dat Rosella's totaal ongeschikt zijn als kooivogel en dat ze in ruime volières dienen
te worden gehouden.

Eén van de Rosella's, de Brown Rosella, is genoemd naar de botanist Robert Brown, die hem in 1820 ontdekte en beschreef.


Omstreeks achttienhonderd moet het de Geelbuik Rosella zijn geweest, die als één van de eerste Rosella's werd ingevoerd in Europa.
De Pennant Rosella werd zo rond 1861 in Europa ingevoerd, de Stanley Rosella in 1864 en de Brown Rosella in 1899.
Al deze vogels werden ingevoerd in Engeland en ondergebracht in de Londense dierentuin.
De eerste broedresultaten in Europa worden beschreven van de Pennant Rosella, die voor het eerst in 1874 werd gekweekt in Frankrijk bij een kweker met
de naam Vaselle.  

In Nederland werden de eerste kweekresultaten behaald in 1885. Ik veronderstel dat het ook hier kweekresultaten met de Pennant Rosella betrof.

In vergelijking met de grasparkiet, waarvan we aannemen dat die rond 1850 in Nederland is ingevoerd, mogen we veronderstellen dat de Rosella een tiental jaren later in Nederland moet zijn ingevoerd.

Maten en gewichten Lengte: 31 cm. – Gewichten: man 97-120 gram, pop 90 gram. – Ringmaat: 5,4 mm.

Omgeving en gedrag
Rosella’s komen voor in savannes met bos, in open bos, in bomen langs waterlopen en rond graanvelden en in boomgaarden, parken en tuinen. Daarmee komen ze dus ook in de buitenwijken van steden en dorpen. Het zijn in zekere zin cultuurvogels, die zijn te vinden in een groot deel van de meer vruchtbare streken van Zuidoost-Australië. Buiten de broedtijd vormen ze kleine groepen; die kunnen zich soms uitbereiden tot honderd of meer exemplaren. Ze zijn vrij plaatsgebonden en zoeken veel op de grond naar voedsel. Veel mannen kunnen erg agressief zijn. Ik heb zelf lange tijd een man gehad waar geen pop het bij uit kon houden; vaak vluchtten die uit angst het broedblok in. Hij jaagde er steeds zo achter aan dat er van voortplanting geen sprake was.