Inleiding
Sinds enkele jaren kennen we naast de conventionele
communicatiemiddelen ook het Internet als specifiek onderdeel van de informatie en
communicatie technologie (ICT). Kenmerken van het Internet, zoals het niet aan territoir
gebonden zijn, snelheid en relatief lage kosten, maken het mogelijk voor een ieder om
gebruik te maken van dit middel. Dit heeft tot gevolg dat een ieder met heel de wereld kan
communiceren vanuit welke locatie dan ook, op welk tijdstip dan ook. Het Internet heeft
geen gecentraliseerde structuur, nog is er een baas. Het netwerk karakter van het Internet
en het feit dat alle spelregels( indien men hier überhaupt van kan spreken) voor een
ieder gelijk zijn, maakt 'de kleine man' in principe net zo 'sterk' en zo 'machtig' als
'de grote man'. In het kader van dit onderzoeksverslag, betekent dit dat de
maatschappelijke organisaties op zich hetzelfde niveau bevinden en met dezelfde 'tools'
meedoen als bijvoorbeeld multinationals en overheden.
Het onderzoek is verricht naar aanleiding van
de vraag in hoeverre Internet de positie van de milieuorganisaties, in casu
Greenpeace(GP), versterkt en in welke vorm zich dit uit. Beginpunt van dit onderzoek is de
Brent Spar casus die zich heeft afgespeeld tussen 1995 en 1998. In 1995 krijgt Shell UK
een vergunning van de Britse overheid om het olieplatform Brent Spar te dumpen in de
Atlantische Oceaan. Het gevolg is een reeks aan protestacties van milieu-organisaties, in
het bijzonder Greenpeace (GP), rechtszaken aangebracht door Shell, onderzoeken gedaan door
zowel Shell, Greenpeace als onafhankelijke internationale organisaties, protestacties van
burgers uit verschillende EU-lidstaten, e.d. Op 29 januari 1998 deelt Shell UK mede het
booreiland niet in zee te dumpen, maar op land te ontmantelen en onderdelen van het
platform te hergebruiken.
Vragen die gesteld kunnen worden is in
hoeverre Greenpeace gebruik heeft gemaakt van het Internet om invloed uit te oefenen op
het beleid van Shell, maar ook op het beleid van de Britse, Nederlandse en Noorse
overheid. Met invloed wordt in dit geval bedoeld in hoeverre heeft het gebruik van het
Internet door GP ervoor gezorgd dat het onderwerp dumpen/ontmantelen van olieplatformen in
de Noordzee, openbaar/bespreekbaar werd? In hoeverre heeft het gebruik van het Internet
door GP bijgedragen aan het op de agenda van de diverse overheden plaatsten van dit
onderwerp? In hoeverre is het Internet gebruik door GP verantwoordelijk voor het 'succes'
behaald door GP in de Brent Spar case?
Tijdens het onderzoek zijn wij er niet onderuit gekomen ook te kijken naar de zogenaamde
'hidden agenda' van Greenpeace. Was het GP om het dumpen van de Brent Spar te doen, of was
er meer aan de hand? Opvallend is in ieder geval dat 1998 door de Verenigde Naties was
uitgeroepen tot 'Year of the Ocean'. Verder is het in verband met de impact van deze case
noemenswaardig dat er naar aanleiding van deze casus een fenomeen bestaat beter bekend als
'the Brent Spar syndrome'. Aangezien er nog verschillende booreilanden en olieplatformen
in de Noordzee aanwezig zijn, die in de komende jaren ontmanteld moeten worden, is deze
problematiek nog steeds actueel.
Om onze onderzoeksvraag te beantwoorden hebben we naast enkele telefonische interviews met
medewerkers van Shell, een medewerker van de Directie Noordzee en een medewerker van
Greenpeace-NL, enkele e-mails verzonden. De e-mails zijn verzonden aan het Ministerie van
Verkeer en Waterstaat en aan the Oil & Gas Department van de Britse overheid. De
vragen die er gesteld zijn hebben betrekking op het door de organisaties geformuleerde
doel van hun website, de beoogde effecten te realiseren door middel van de website en het
beleid rondom de website en in het algemeen het gebruik van Internet door de betreffende
organisatie. Verder hebben we de relevante websites van GP, Shell UK, de Noorse overheid,
de Britse overheid en van de Nederlandse overheid bekeken. Gelet is hier op de hoe de site
is ingedeeld, wat het taalgebruik is, waar het accent op ligt, wat de achterliggende
gedachte lijkt en wat is de gebruikte tactiek is van de betreffende organisaties.