| |
Zoutelande na de
bevrijding
Doodvermoeid en ook dood gelukkig dat we er door gekomen waren, kropen we al
vroeg in de bunkerkribben, maar helaas kenden we de daar aanwezige carbidlampen
niet en stikten bijna in het carbidgas en kregen zware hoofdpijn. We besloten
dat de bunker veel te donker en te benauwd was, en dat er in de morgen een ander
huis gezocht moest worden. Dat was niet zo eenvoudig, ik begon op de duinen bij
'Zandvlucht',alleen op de duinen was enige kans. Maar alle huizen waren daar
absoluut onbewoonbaar geschoten, ten slotte vond ik in het 'Streefkerksehuis'
een paar kamers die me geschikt leken. Door het rieten dak zaten we in ieder
geval droog. Geen enkel huis had meer pannen. Bets erbij gehaald en die was er
direct vóór. We vonden z.g. voorzetramen die nog heel waren en nu was het voor
elkaar.
Alleen de kamers leken een paardenstal. We hebben een paar dagen zo hard gewerkt
dat we bijna de hele eerste Zondag op bed hebben gelegen.
We richten alles in met spullen die zomaar in de duinen lagen, want we hadden
niets en in het huis zelf was ook beslist niets. Kopjes en borden, pannen en
schalen lagen zomaar voor het oprapen. Alles spullen uit de verwoeste pensions.
Dekens hadden we, bedden waren er in overvloed. Direct al de eerste dag werd het
gezellig want het hele gebouw liep vol met Engelse Commandotroepen. Ze sliepen
zomaar op de vloer ook in de woonkamer, in alle holen in de duinen sliepen ze
ook al!
We hadden weinig te eten, maar ze gaven ons ongevraagd meer dan genoeg. Ook had
ik de eerste tijd genoeg sigaretten. 's Avonds ging Frans op zijn klompen in pyjama
alle zalen en kamers rond " Good Night" zeggen. Hij bracht dan veel
snoep en chocolade mee terug. We hielpen ze ook zoveel mogelijk. Bijna elke dag
kwamen er anderen en allen vertelden ze weer over de slechte landing in
Westkapelle. Dat ging zo ruim 14 dagen toen verdwenen ze zachtjes aan naar
Vlissingen en Middelburg.
"Streefkerksehuis"
Ondertussen ging het in
ons ' waterhuis' niet best.
Alles zag er zeer verwaarloosd uit. Daarom besloten we onze spulletjes boven uit
het huis te halen. Dat was een reuze zwaar werk, je moest met een bootje en dan
door het bovenraam. De eerste tijd ging het niet, want men vocht om de boten en
hulp werd er door niemand verleend. Velen deden de ganse dag niets. De
kankergeest brak door. Later na maanden is dat geluwd.. We hebben weken gezwoegd
om onze 2 kamers behoorlijk in orde te krijgen en langzamer hand is dat ook
gelukt. Een soort kookketel haalden we samen in een grote mand uit een
bunkergangetje. We woonden er erg mooi met prachtig uitzicht maar het heeft lang
geduurd voor we er aan wenden alles +/- 50 meter tegen de duinen omhoog te
slepen. Ook was het eerst wat griezelig met z'n drieën in zo'n groot huis te
slapen met zoveel kamers waar geen ruit meer inzat. Geen deur kon ook op slot,
maar alles went tenslotte. Van dorpszijde hadden we weinig belangstelling. Ieder
was meer dan druk met zich zelf en de weinigen die geen schade hadden hielpen
niemand. Maar langzamer hand is het dorp weer in zijn gewone doen gekomen, voor
zover dat kon in zo'n waterdorp. Ook zelf raakten we op dreef vooral nu er een
groot deel van onze eigen meubelen in de kamer stond. Adrie van Levina heeft nog
geholpen de grote linnenkast in en uit elkaar te halen, die dient nu als
dressoir. Veel zijn we kwijt geraakt, dingen die nooit meer te vervangen zijn.
Veel kleinigheden ook waar je gemak van had.
Meer dan dankbaar moeten
we zijn, dat we het levend en gezond hebben afgebracht, en de 21e november begon
de school weer.
Inhoud
|