| |
HERINNERINGEN AAN DE MEIDAGEN VAN 1940
A.
Dingemanse uit Middelburg was een jongen van 10 jaar toen de oorlog uitbrak
Hij woonde destijds op een boerderij in Biggekerke.
Hij zette zijn herinneringen aan de meidagen van 1940 op papier in het kader
van
een initiatief van de PZC.
Bram Dingemanse 1945
Als jongen van toentertijd 10 jaar woonde ik met mijn
ouders en zuster op een boerderij waar nu de 'Kaasboer' is gevestigd te
Biggekerke. Op de late avond van de 9e mei hoorde ik vliegtuiggeronk; het klonk
wat vreemd, maar ik dacht er verder niet bij na. Op de morgen van de 10e mei
werden we toch wakker van vliegtuiggeronk. Wij sliepen op de zolder. Door het
dakraam zagen we Duitse vliegtuigen, donker van kleur met de witte militaire
herkennings kruisen er op. Mijn ouders kwamen net terug van van het melken
en zeiden:
"t Is vast oorlog, de Duitsers komen!"
We hadden toen geen radio, zelfs geen elektriciteit of telefoon. De krant was
toen nog een avondblad.
Toch maar op de fiets naar school. Aangekomen op het dorp
bleek de school gesloten. Overal stonden groepjes mensen te praten en enkelen
die radio hadden bevestigden de bange vermoedens. De dorpsgenoten spraken met angstige
gezichten over familie, buren en bekenden die sinds de mobilisatie in het
Peelgebied gelegerd waren.
Bij de smidse waren Hollandse soldaten bezig met een reparatie aan een
vrachtwagen. Ze hadden helmen op en geweren bij zich, wat op mij veel indruk
maakte.
Naar het land
Weer thuis moest ik met mijn vader naar het land. Suikerbieten dunnen. We kwamen
onderweg een vrachtauto tegen met "foute"burgers er op. Deze werden
opgebracht door Hollandse soldaten. Mijn vader kende enkele mensen ervan.
Het was prachtig weer, de Duitse vliegtuigen vlogen heel hoog en blonken in de
zon.
Later op de middag kwam er een formatie heel laag over de duinen aanvliegen. We
doken weg, maar de arbeiders van het bedrijf van mijn grootvader, riepen naar
ons dat deze vliegtuigen niet gevaarlijk waren. Het bleken Engelse toestellen te
zijn, voorzien van ringen als militaire herkennings tekens. Later in de oorlog
hoorden we als jongens duidelijk het verschil in vliegtuigen: de Duitse hadden
een zwaar doorslaand, de Engelsen een lichter egaal motorgeluid.
Op de 1e Pinksterdag stonden we in de namiddag met een aantal mensen te praten
en keken naar de op gang komende stroom vluchtelingen uit Vlissingen die uit
veiligheidsoverwegingen het eiland inkwamen. Met afgeladen handkarren, melkboerwagens,
bestelauto's, eigenlijk alles wat rijden kon en te voet, bepakt en gezakt,
kwamen ze voorbij. We stonden op de oude tramlijn, toevallig tegenover een
perceel bouwland dat de veldnaam
"t Oorlogsschip" droeg, waarschijnlijk zo genoemd door de vorm. Op een
gegeven moment klonken er een paar schoten vlakbij in de met meidoornheggen
omringde weilanden. In een oogwenk waren we thuis. 's Nachts hoorden we geregeld
luchtafweergeschut en zoeklichten flitsten aan en uit.
De volgende dag kregen we mensen uit Souburg en Vlissingen in huis en schuur.
Als kinderen vonden we dit wel leuk. Die middag kwamen een aantal soldaten van
de kustwacht, gelegerd in Dishoek, met geweren in de aanslag door de boomgaard
op zoek naar Duitse parachutisten die zich in de omgeving zouden schuil houden.
Wij dachten gelijk aan die schoten van de vorige middag, Zouden dat
parachutisten geweest zijn? Die avond gingen we toch met angstige gevoelens naar
de wei om te melken, want die lag in dezelfde hoek.
Geruchten
In de volgende dagen gingen de wildste geruchten over het verloop van de strijd
en over het lot van het Zeeuwse regiment infanterie dat in Oost -Brabant
gelegerd was. De uitdrukking "in de pan gehakt " werd gebruikt. Ik had
daar rare voostellingen van. Vrijdag 17 mei hebben we staan kijken naar brandend
Middelburg. Het silhouet van de Lange Jan was duidelijk zichtbaar tussen de rode
gloed en oplaaiende vlammen, wat een angstig gezicht was. Toen mijn moeder
's maandags de was van de bleek haalde, was deze geheel bevuild met roetdeeltjes
afkomstig van brandend Middelburg.
Op één van de dagen erna, ik weet niet meer precies welke, ging het gerucht
dat er Duitse soldaten op het dorp waren. Mijn vader zei: "ga maar eens
kijken." Toch wel een beetje bang fietste ik naar het dorp. Achter de
boerderij van Krijger hoorde ik stemmen en motorgeronk. Met al mijn verzamelde
moed ging ik kijken en zag een troep zwaar bewapende, in camouflagepakken
gestoken Duitse soldaten met zware motoren, sommigen met zijspan. Anderen lagen
half uitgekleed in het gras. Ze hadden plezier, rookten sigaretten en dronken
uit hun veldflessen. Ik was gerustgesteld, het leken zo op het oog toch gewone
mensen! Toen ik naar huis reed, reden enkele motoren met veel bravoure en
snelheid mij voorbij richting Zoutelande.
Bevrijding
Het zou vier en een half jaar duren voor ik de Engelse commando's door de
Langstraat, bij de bevrijding van Zoutelande op 2 november 1944, zou zien lopen.
Een bange, maar voor ons jongens ook wel enerverende tijd die naarmate men
ouder wordt dikwijls in gedachten komt.
A. Dingemanse
Messerschmitts
Me.110 Foto
Vlissingsche Courant, 10 mei 1940
Zoutelande 60 jaar
bevrijd.
Home
|