OKTOBER 1944
Zondag 1 oktober, was
het zeer druk in de lucht. We waren niet op ons gemak .
Maandag 2 oktober,
omstreeks 10 uur zagen we plotseling dat Zoutelande begon leeg te lopen.
Een ieder trok gepakt en gezakt naar Meliskerke. De radio had gewaarschuwd om de
kust te verlaten daar er hevige bombardementen op komst waren. In allerijl
pakten we de fiets van Bets vol en de kinderwagen werd ook volgeladen en daar
waren we weer bij Flach. De Samuelsen namen er nu ook hun intrek. Frans hield
zich onder al deze omstandigheden zeer kalm. Het bleek dat heel Zoutelande was
leeggelopen. Flach had zijn radio weer voor de dag gehaald en 24 uur lang beluisterden
wij elke uitzending de waarschuwing van de geallieerden. Dezelfde
avond werden de waarschuwingen op papier bij duizenden uit vliegtuigen naar
beneden geschoten, aan het overstromings gevaar hechten we niet veel
waarde. Meliskerke ligt immers zeer hoog.
We voelden ons op Meliskerke nogal op ons gemak. Maar als we fietsen hadden
gehad waren we misschien wel naar Zuid-Beveland gevlucht.
Maar de Sloedam passeren was meer dan gevaarlijk. Daar schoten de jagers haast
dag en nacht. Dinsdag
3 oktober 1 uur cirkelden er steeds zware bommenwerpers (Lancasters RAF)
boven ons hoofd rond. we zagen de afweergranaten springen en moesten in huis
voor de scherven.
Om 2 uur kwamen ze opzetten, bij 20 of 30 tegelijk. We vluchten met os drieën
in een klei schuilkeldertje in de klei. Vlak boven onze hoofden soms, lieten ze
de zware bommen los.
Ze gierden over ons heen. Meestal lag ik in de ingang van de kelder en
bracht rapport uit van wat ik zag. Als 't iets minderde wilde Frans ze ook zien.
Als 't heel erg was ging hij bidden.
't Bleef maar duren, 2 volle uren lang +/- 3 km. van ons af vielen ze, de knapen
van 6 ton. We dachten dat ons laatste uur geslagen was. De grond leek soms een
schip in de storm. We zweten van angst. Maar na een uur begon dat zelfs te
wennen en toen begon ik te snappen dat alle bommen op een punt vielen en dat
ééne punt was het zwakste stuk van de Westkappelse zeedijk.
Het was meer dan vreselijk om dit bombardement hier te zien.
Reeds diezelfde avond zagen we vanaf het balkon het water langzaam het eiland
binnenstromen.
De meeste mensen waren in Westkapelle gebleven. Maar wel 200 slachtoffers
vielen, verdronken in de schuilkelders.
In Zoutelande en Meliskerke geen slachtoffers. De spanning steeg bij 't uur. We
voelden dat de bevrijding ging komen. Maar hoe? De
volgende dagen rees het water doch zeer langzaam. Naar ons idee veel te langzaam
want het water moest de gehate Moffen wegjagen. Het viel ons tegen. We dachten
dat het eiland in een paar dagen zou volstromen. Maar op Meliskerke zou het
nooit komen. Dat lag te hoog.
Wie anders praatte werd uitgelachen. Intussen hadden de Moffen het in hun hoofd
gehaald het water tegen te houden met een dam dwars door het eiland.. Daartoe
werden alle mannen tot 65 jaar opgevorderd. Er kwam niemand. Toen werden we door
soldaten opgehaald. Er was maar één persoon gevonden. Dat was ik! Ik zat nl.
in een schuilkeldertje en werd door een officier en een soldaat met een geweer
eruit gehaald. Even buiten Meliskerke heb ik een hele middag met een schop op
m'n eentje staan kijken , af en toe uitgekafferd door een Duitse officier tot
vermaak van de jeugd.. De
volgende dagen ging de veldpolitie er zich mee bemoeien en toen kwam er
langzamerhand meer.
Eens werd ik met Verschuur samen van de weg opgepikt door de MP in een
vrachtauto geladen en tewerkgesteld. Velen werden naar een kamp in Souburg
gebracht. Als voorbeeld werd er één doodgeschoten.
Het waren erge dagen, ze duurden bar lang vooral omdat we er niets deden. Ook de
Moffensoldaten die tussen ons gezet waren deden niets. De meesten waren
anti - Nazi. Allen informeerden steeds wat we dachten van het water. Ze hebben
allen watervrees. We leefdendaar ook steeds in angst voor de jagers die elke dag
op kwamen nemen of 't werk vorderde. Schieten deden ze niet. Ze doken wel laag,
soms lagen we een hele middag in de sloot. Ook maakten we daar in het veld nog
een paar zware bombardementen op de kust mee, vlak bij Dit
duurde zo tot Zaterdag 7 oktober. Het water steeg zeer langzaam.
Het leven op Meliskerke was tamelijk goed. Er waren veel noodslachtingen en zeer
veel bekenden van Zoutelande waren er. Het werken voor de Moffen lieten we na
enige dagen achterwege. Maar het lastige was dat je nooit op de weg kon
komen zonder gevaar van te worden opgepikt. Het water boezemde ons niet veel
vrees in, maar in ons huis namen we toch zachtjesaan maatregelen om één en
ander naar boven te brengen. Overdag durfde ik niet naar Zoutelande vanwege de
Moffen. Bets ging nogal eens en sleepte dan kleine dingen vast naar boven.
We dachten in ons huis misschien wel eens wat water te kunnen krijgen. Op deze
Zaterdag werd de Nollendijk ten noorden van Vlissingen en de dijk bij
Ritthem kapot gegooid. Bij Ritthem moesten de mensen vluchten zonder iets mee te
kunnen nemen. In enkele uren stond daar 2 meter water. Woensdag
11 oktober werd met een zwaar bombardement de dijk bij Veere stuk gegooid.
Nu waren er vier gaten. Nog dachten we dat we bij Flach hoog en droog zaten. Het
water kwam ons zelfs te langzaam.
Het moest toch de Moffen verjagen! Steeds kwam het echter hoger. We hoopten dat
Meliskerke ingesloten zou worden, dan zouden de Moffen er wel weggaan. Er kwamen
er echter steeds meer. Die waren uit het water gevlucht. Vaak met kanonnen en
al. Sommigen dachten er over naar Zoutelande terug te keren. Daar kon je altijd
naar de duinen vluchten. M'n tuin stond al onder water. We besloten tot iedere
prijs op Meliskerke te blijven tot de vijand verdreven was. De angst voor de
bommen was groter dan de watervrees. Dinsdag
17 oktober gingen verschillende Zoutelanders terug. Er was voor allen geen
plaats meer in Meliskerke dat nu rondom in het water stond. Deze dag weer
springvloed en werd de dijk bij Westkapelle weer onder handen genomen. het was
weer een verschrikkelijk bombardement. We waren echter niet erg bang. De zware
verkenners die vooruit gingen deden ons al snappen dat het weer om de dijk ging.
Dit bombardement deed de deur dicht. De volgende morgen kon je niet meer naar
Zoutelande . Van Vulpen en Joh. Kodde hebben de rest van onze spullen omhoog
gezet. Na een uur gingen ze er al tot de knieën in 't water. Ze hebben
ons een grote dienst bewezen. het water steeg in Meliskerke zichtbaar. Het
naderde de tuin van Flach. De dames Samuelse vertrokken op het nippertje op de
fiets. Wij besloten met Flach om te blijven. Desnoods zouden we boven gaan
wonen. 'sAvonds om
10 uur op Woensdag 18 oktober stond het water op de drempel en de
volgende morgen stond het al 25 cm in huis. Steeds dachten we de hoogste stand
bereikt te hebben, steeds kwam het hoger. Velen verlieten met kano's het dorp en
vluchten naar de duinen. De " overkant" was intussen " klaar
" . We
snapten heel goed dat Walcheren nu aan de beurt was.
Meliskerke, Torenstraat in het water.
Vervolg
Oktober Dagboek Inhoud |