TOURCLUB HULST

 

 

                              

           HUISHOUDELIJK REGLEMENT

 

 

 

1.0          Algemeen

 

1.1

Het bestuur van de vereniging bestaat uit 5 (vijf) leden.

 

1.2

Het bestuur wordt gekozen door de algemene ledenvergadering

 

1.3

De bestuursleden worden gekozen en aanvaarden de bestuursfuncties voor een periode van drie jaar.

De secretaris houdt een te publiceren rooster van aftreden bij. Aftreden bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. Tussentijds gekozen bestuursleden treden, voor wat betreft hun aftreden in de plaats van hun voorganger.

 

1.4

De namen van bestuurskandidaten dienen aan de leden van de  algemene ledenvergadering bekend gesteld te zijn.

1.5

Verkiezing bestuursleden.

Tenzij de stemming per acclamatie geschiedt wordt per vacature de kandidaat gekozen die de meeste stemmen heeft gekregen.

Wanneer bij meervoudige kandidaatstelling de stemmen staken, wordt een tweede stemronde gehouden tussen de twee hoogst geklasseerde kandidaten. Wanneer ook in dat geval de stemmen staken beslist het  lot.

 

1.6

Tussentijdse vacatures

Bij tussentijdse vacatures is het bestuur bevoegd onmiddellijk in de vacature te voorzien, met dien verstande dat de benoemde persoon zijn functie slechts mag uitoefenen tot de eerstvolgende ledenvergadering.

 

1.7

Bestuursvergadering

Het bestuur vergadert zo dikwijls als nodig wordt geacht. Van elke vergadering worden notulen gehouden, die de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd worden.

1.8

Bestuursbevoegdheid.

Het bestuur is bevoegd in elke spoedeisende aangelegenheid op te treden en legt van zijn handelingen verantwoording af op de eerstvolgende ledenvergadering. 1.9

De voorzitter

De functie van de voorzitter wordt in onderling overleg toebedeeld aan diegene, die op grond van kennis en vaardigheden in staat mag worden geacht leiding te geven aan de vereniging. Hij leidt de bestuur- resp. ledenvergaderingen en treedt op als woordvoerder.

Hij houdt toezicht op het functioneren van het bestuur en ingestelde commissies. Hij bepaalt, in overleg met de overige bestuursleden, de data voor de te houden bestuur- en / of ledenvergaderingen.

 

 


 

1.10

De secretaris

De functie van secretaris wordt in onderling overleg toebedeeld aan diegene, die op grond van kennis en vaardigheden de administratieve werkzaamheden kan uitvoeren.

Hij convoceert en notuleert de vergaderingen, voert de correspondentie, maakt jaarverslagen en rapporten en houdt zorgvuldige registratie van het ledenbestand.

1.11

De penningmeester

De functie van penningmeester wordt, in onderling overleg, toebedeeld aan diegene die op grond van kennis en vaardigheden in staat mag worden geacht het financiële beleid van de vereniging te beheersen, het beheer over de gelden te voeren, de begroting te maken en er toezicht op te houden, een financiële administratie te voeren.

 

De penningmeester presenteert zijn begroting en jaarrekening tijdens de jaarvergadering.

 

De penningmeester beheert de gelden van de vereniging en is hiervoor te allen tijde verantwoordelijk. Hij zorgt voor het innen van de contributie en alle andere financiële handelingen. Hij is verplicht nauwkeurig boek te houden van alle inkomsten en uitgaven van de vereniging.

Het boekjaar begint op 1 november en eindigt op 31 oktober van het volgend jaar.

 

Ten laatste één week voor de jaarvergadering dient hij de kascontrolecommissie, bestaande uit twee personen, die daartoe op de jaarvergadering benoemd zijn, de gelegenheid te geven om de kascontrole uit te voeren.

 

1.12

De kascontrolecommissie.

De kascontrolecommissie bestaat uit twee leden. Elk jaar treedt het langst zittende commissielid af en er wordt één nieuw lid benoemd. Men kan maximaal twee jaar achter elkaar lid zijn van de kascontrolecommissie.

Een der leden van de kascontrolecommissie dient op de jaarvergadering verslag te doen van de bevindingen tijdens de kascontrole.

1.13

De contributie.

De jaarlijks te betalen contributie verbonden aan het lidmaatschap der vereniging wordt door het bestuur vastgesteld en ter goedkeuring aan de leden in de najaarsvergadering voorgelegd.

De verschuldigde contributie dient vóór 1 januari van het nieuwe jaar te worden voldaan. Bij niet tijdige betaling wordt ƒ5.00 administratiekosten in rekening gebracht.

 

2.0           Klassementen

 

2.1          Algemeen

 

2.1.1     Het verenigingsjaar kent twee seizoenen, t.w.

      - het zomerseizoen van 1 maart tot en met 31 oktober

      - het winterseizoen van 1 november tot en met de laatste dag van februari

 

2.1.2     Tourclub Hulst kent voor zowel het zomer- als het winterseizoen een klassement

 

2.1.3     Voor beide klassementen stelt het bestuur een prijs beschikbaar.

 

2.1.4     Het toerboekje of stempelkaart moet op aangeven van het bestuur binnen tien dagen bij het bestuur van de vereniging ingeleverd zijn, voor het opmaken van de / het klassementen. De boekjes die na deze termijn zijn ingeleverd, worden niet in de uitslag opgenomen.

2.1.5     Voor beide klassementen geld dat het bestuur in uitzonderlijke gevallen anders kan bepalen.
Indien mogelijk moet dit voor aanvang van de rit kenbaar worden gemaakt aan de leden.

 

2.2          Zomerklassement

 

2.2.1     Het zomerprogramma wordt goedgekeurd door de voorjaarsvergadering en is onderverdeeld in een punten- en een kilometerklassement.


 

2.2.2     Puntenklassement

Voor de in het zomerprogramma vastgestelde zondagochtendritten wordt een (1) punt toegekend. De zondagochtendrit is slechts geldig als er minimaal zes (6) leden deze rit gereden hebben. Rijdt men op zondagochtend een rit elders, welke genoteerd wordt in het toerboekje, dan wordt ook een (1) punt toegekend. Tijdens het Paas- en Pinksterweekeinde kan men zowel op zondag als op maandag rijden. Voor beide dagen wordt een (1) punt toegekend. Het is dus mogelijk tijdens zo’n weekeinde 2 punten te vergaren. Het bestuur kan aan bepaalde ritten extra punten toekennen. Welke ritten dit betreft zal worden medegedeeld tijdens de Algemene Ledenvergadering voorafgaande aan het seizoen.

 

2.2.3     Kilometerklassement

            Voor het kilometerklassement gelden alle ritten welke genoteerd staan in het toerboekje.

            Voor elk zondagochtendrit wordt 60 km toegekend.

            Voor sterritten geldt het NTFU reglement, behalve voor enkele nader aan te geven ritten welke gelden voor de Zeeuwsvlaamse sterrittencompetitie, waaraan een waarde wordt gegeven aan het begin van de competitie door het bestuur.

 

2.2.4     Voor beide klassementen geldt dat men op zondagochtend minimaal 30 km bij de groep moet rijden om punten of kilometers te vergaren. Hij of zij die de volgwagen verzorgt telt mee voor beide klassementen.

2.3          Winterklassement.

 

Het winterseizoen kent slechts één klassement.
Voor het winterseizoen stelt het bestuur een programma samen, dat besproken wordt op de najaarsvergadering. Voor alle ritten genoteerd op de stempelkaart krijgt een deelnemer 1 punt.
Voor alle evenementen behorende tot het programma zoals vastgesteld op de najaar vergadering
2 punten. Op het eind van het seizoen is hij / zij met de meeste punten winnaar. Bij gelijk aantal punten zijn er meerdere winaars

 

 

3.0          De Volgauto

 

3.1          Het reglement voor de volgauto geldt alleen voor de normale zondagochtendritten van het zomerprogramma.

 

3.2          De volgauto dient om bij pech een deelnemer die lid is van de vereniging te voorzien van een reservewiel en / of reparatiemateriaal, om kleine mankementen te verhelpen.

 

3.3          De volgauto heeft te allen tijde E.H.B.O. materiaal bij zich voor eventuele ongevallen.

 

3.4          De bestuurder van de volgauto dient zich op de hoogte te stellen van de te rijden route.

 

3.5          De volgauto blijft steeds achter de laatste deelnemer rijden.

 

3.6          Bij achteropkomend verkeer, of ander gevaar, dient de bestuurder van de volgauto 2x te claxonneren

 

3.7          Het rijden van de volgauto geschiedt op toerbeurt en op vrijwillige basis. Het bestuur maakt voor aanvang van het zomerseizoen een  toerbeurtschema. Voor het rijden van de volgauto wordt geen vergoeding gegeven.

 

3.8          Personen die in het schema zijn opgenomen, doch de betreffende zondag om wat voor reden ook, niet kunnen rijden, dienen zelf voor een vervanger te zorgen.

 

3.9          De volgauto dient de reservewielen, gereedschapskist, pomp en EHBO - trommel e.d. mee te nemen. Deze artikelen moeten voor aanvang van de rit worden opgehaald  en na afloop van de rit worden  terugbezorgd bij de materiaalbeheerder. Iemand die materiaal van de club gebruikt, dient dat zelf weer om te ruilen bij de volgautochauffeur of bij de materiaalbeheerder

 

3.10        De volgauto rijdt alleen bij een minimale deelname van 6 (zes) fietsende leden.

 

 

 

 

 

Hulst, 05 november 1999