Periodiek systeem der elementen

â à 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
1 H He
2 Li Be B C N O F Ne
3 Na Mg Al Si P S Cl Ar
4 K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
5 Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
6 Cs Ba La Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
7 Fr Ra Ac Rf Db Sg Bh Hs Mt Uun Uuu Uub Uut Uuq Uup Uuh Uus Uuo
Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Aanduiding
Naam
Atoomnummer
Gewicht (u)
Smeltpunt
Kookpunt

Legenda
Alkalimetalen Dit is een groep elementen die vrij gemakkelijk een elektron afstaat, waardoor een 1+-ion ontstaat. Zij vormen zo in het algemeen goed oplosbare zouten. De metalen in deze groep zijn zeer goede geleiders.
Waterstof neemt een speciale plaats in: het kan namelijk een twee atomig gas vormen, zoals een halogeen, maar onder hoge druk kan het zich ook gedragen als een metaal.
Aardalkalimetalen Deze groep elementen bevat alleen onedele metalen, waarvan de oxiden basisch zijn. De sterkte van X(OH)2 neemt in deze groep toe toe, naarmate het element in een grotere periode staat (de elementen vormen dus 2+-ionen).
(Overgangs-)metalen Een meestal vast materiaal, dat warmte en elektrische lading goed geleid. Metalen zijn redelijk gemakkelijk te vervormen. De overgangsmetalen zijn in 4 groepen te verdelen, afhankelijk van de elektronenschillen: 3d-overgangsmetalen (scandium - zink); 4d-overgangsmetalen (yttrium - cadmium); 5d-overgangsmetalen (lanthaan (of beter: lutetium) - kwik); 6d-overgangsmetalen (Actinide (of beter: Lawrencium) - Ununbium).
Hoofdgroep-metalen Deze metalen vormen meestal kleurloze ionen. In tegenstelling tot andere metaeln zijn er minder concurrerende oxidatietoestanden, waardoor een betere geleiding moglijk is. De Alkalimetalen en de Aardalkalimetalen worden soms ook tot deze categorie gerekend.
Lanthaniden (Veroud. Zeldzame Aarden) In tegenstelling tot de Actiniden lijken de Lanthaniden sterk op elkaar, waardoor de Lanthaniden vaak gezamelijk worden aangeduid met het symbool Ln. Zij vormen meestal Ln3+-ionen.
Actiniden Deze zijn allen radioactief en vervallen dus naar lagere elementen. Alleen Thorium en Uranium kunnen op aarde voorkomen omdat hun halfwaardetijd zeer groot is. De rest ontstaat uit het verval van deze twee en vervalt verder naar Lood. Soms worden deze elementen in het heelal aangetoond, maar op aarde kunnen transurane elementen (atoomnummer > 92) alleen ontstaan door lagere atomen te beschieten met andere atomen.
Metalloïden / semi-conductoren "Tussenelementen" geleiden warmte en elektrische lading beter dan niet-metalen, maar niet zo goed als metalen. Zij zijn ook makkelijker te vervormen dan niet-metalen, maar weer niet zo makkelijk als metalen. Zij vormen de overgang van metalliek en reducerend gedrag (lage elektronegativiteit, extreem voorbeeld cesium) naar niet-metaal en oxiderend gedrag (extreem voorbeeld fluor). Tussenelementen zijn vast bij kamertemperatuur. De metalloïden zijn meestal halfgeleiders of halfmetalen. Hun verbindingen zijn soms metalliek, soms halfgeleidend of isolerend, afhankelijk van welke andere elementen in de verbinding betrokken zijn.
Niet-metalen Dit zijn slechte geleiders van warmte en elektrische lading. Een uitzondering is grafiet: deze verschijning van koolstof geleidt elektrische lading wel. Niet-metalen kunnen slecht worden vervormd. In vaste toestand vormen zij stoffen met een molecuulrooster. De elementen Br I N Cl H O F vormen twee-atomige moleculen (bijvoorbeeld H2). Het zijn allemaal redelijk sterke tot zeer sterke (Fluor) oxidatoren.
Halogenen De Halogenen worden vaak ook tot de niet-metalen gerekend. De oxidatorsterkte neemt af, naarmate het atoom zwaarder wordt.
Edelgassen De stoffen in deze groep kunnen geen of alleen in aangeslagen toestand bindingen vormen met andere atomen. Helium en Neon komen alleen als monatomaire gassen voor, Argon kan kortdurend een binding vormen met F. Krypton, Xenon en Radon kunnen wel bindingen vormen, omdat ze nog wel lege elektronenschillen hebben.