Mijn Adres:

Telefoon: 010-4767929

E-mail: R.A.A.P.M.Boenne@student.hro.nl

Guggenheim museum


Voorwoord | B   i   l   b   a   o | Guggenheim museum

algemeen | Guggenheim museum | Guggenheim museum vervolg | Bibliogafie Frank O. Gehry

                         Algemene gegevens




                 Het Guggenheim museum staat in het culturele district, waar ook het Museo de Bellas Artes, de Deusto-universiteit en de Opera staan, op een plek van 32.700m˛ die voorheen werd ingenomen door een fabriek en een parkeerterrein aan de oever van de rivier de Nervión. Met de grondwerken begon men in oktober 1993 en in de zomer van 1997 is het geopend. Het museum is ontworpen in samenwerking met het Guggenheim Museum in New York ontworpen en is het derde museum wat deze naam draagt. In het museum is er 10.500m˛ aan tentoonstellingsruimte, 2500m˛ aan openbare ruimte, een 50 m hoog atrium, een auditorium, een restaurant en een café gevestigd.

De kosten van dit complex met een vloeroppervlak van 24.000m˛ wordt geschat op $100 miljoen. Een sculpturale metalen dakvorm, die op een "metalen bloem" lijkt, werd ontworpen met een driedimensionaal computerprogramma voor de luchtvaartindustrie, 'Catia'. Het dakvorm maakt het complex tot een samenhangend architecturaal geheel. De bouwmaterialen zijn onder meer titanium, kalksteen en glas. De grootste ruimte van het museum is een bootvormige galerij van 130 bij 30 m, die losstaat van de steunpilaren. De meeste expositiezalen zijn 6 m of hoger. In combinatie met het atrium is het gevoel van ruimte hierdoor enorm.


De opening in 1997

Omdat het gebouw is betaald door de Baskische gemeenschap, maar de Guggenheim Foundation de kunstwerken levert en de bedrijfsuitvoering verzorgd, ziet de ETA dit museum het liefst alleen in handen van de Basken, met de Guernica van Picasso als nationaal bezit. Om dit te benadrukken hebben ze de opening proberen te verstoren met een (verrijdelde) aanslag.

Gelukkig heeft dit museum een jaar na opening aangetoond een dergelijke spectaculair bouwwerk het toerisme en het culturele leven inderdaad nieuw leven in kan blazen.


Voor vervolg zie pagina 2.