.

Wat is Minspeak?

Welkom op dit gedeelte van mijn homepage!

Op deze pagina ga ik jullie uitleggen wat het Minspeak Systeem betekent en hoe het werkt.
Minspeak is een krachtig beeldsysteem voor gebruik binnen de Ondersteunde Communicatie. Het maakt voor een groot aantal personen een snel, accurate toegang tot taal en spraak mogelijk. Het is gebaseerd op een gepatenteerd principe dat rond 1980 door Bruce Baker werd ontwikkeld. Gedurende de afgelopen jaren is het verder ontwikkeld door clinici, leerkrachten in het Speciaal Onderwijs, linguïsten en personen die van Ondersteunde Communicatie (O.C.) afhankelijk zijn. Het is waarschijnlijk de meest gebruikte visuele taal in Ondersteunde Communicatie. Het kan in principe op diverse soorten computers werken, indien de computer zo geprogrameerd is dat hij deze benadering van taal kan hanteren. Er is echter, ondanks dat het op elke computer kan werken, door Prentke Romich Company een serie op computers gebaseerde spraak/taalhulpmiddelen ontwikkeld die speciaal ontworpen werden om de voordelen van de educatieve, klinische en communicatieve kracht van deze benadering uit te buiten. Apparaten die speciaal voor Minspeak zijn ontworpen zijn de Delta Talker, de Alpha Talker, de Walker Talker, en de Liberator.

In 1980 had Bruce Baker zijn eerste kontact met personen die spraak of gebaren, in de omgang met onbekende communicatie-partners, niet succesvol konden gebruiken. Hij zag de communicatie- ondersteunende hulpmiddelen en visuele talen die in die tijd in gebruik waren en had het gevoel dat zij niet echt tegemoet kwamen aan de behoeften van de personen die er voor hun communicatie van afhankelijk waren. Het viel hem in het bijzonder op dat alle OC- gebruikers die hij tegen kwam uitermate vetraagd werden door het aantal benodigde toetsaanslagen bij hun door spellen uitgebrachte spraak.

Tel eens het aantal letters en spaties in de voorgaande zin.
Het zijn er in totaal 183.Indien een persoon een hoofd- of mondspriet zou gebruiken om elke twee seconden een letter te typen, dan zou het 366 seconden ofwel 6 minuten en 6 seconden duren om deze zin voort te brengen. Hierbij worden de mogelijke fouten niet meegeteld en worden geen pauzes ingelast. Natuurlijk zijn niet alle zinnen zo lang als de voorbeeldzin. Zinnen hebben niettemin vaak een lengte van 75 of meer toetsaanslagen. De op deze manier bestede hoeveelheid tijd en moeite in het voortbrengen van taal is niet praktisch.

Baker werd zich bewust van een aantal mogelijke benaderingen van het toetsaanslag probleem. Een enkeling suggereerde dat een linguïstisch georïenteerd predictie programma het probleem van het aantal aanslagen zou kunnen oplossen. Zo'n programma zou op zo'n manier kunnen functioneren dat het een persoon in staat zou stellen om een letter te selecteren en vervolgens een woordenlijst te lezen en bezien of het woord dat de persoon zoekt op de lijst staat.

Dit soort op computers gebaseerde systemen heeft het potentieel om het aantal toetsaanslagen te verminderen, maar dan komt een ander probleem om de hoek kijken. Wie zich kan herinneren wat hij wil zeggen indien we na elke toetsaanslag een lijst moeten voorlezen? Onze voorbeeldzin zou van iemand die een dergelijk systeem bedient vergen dat tenminste een twaalftal lijsten gelezen moet worden.

Baker was ook bekend met op afkortingen gebaseerde systemen, maar verwierp deze als een middel om het aantal toetsaanslagen te verlagen. Het probleem hierbij is, dat een gemiddelde persoon duizende woorden gebruikt. De mogelijkheid om je vele honderden afkortingen eigen te maken lijkt even overweldigend als nutteloos. Omdat er slechts 26 letters zijn, zouden de afkortingen al gauw willekeurig worden. Hoeveel woorden zijn er bijvoorbeeld die met een "w" beginnen. Er kunnen slechts 26 afkortingen van twee-letter combinaties bestaan beginnend met een "w" en hierbij zijn afkortingen zoals "wq"en "wx"inbegrepen.

Gaan werken met spelsystemen leek, zelfs wanneer zij op de kracht van computers gebasserd zijn, geen keuze die levensvatbaar was. Het is interessant om op te merken dat Baker tot deze conclusie kwam nog voordat hij merkte dat de meerderheid van de personen met onrwikkelingsstoornissen moeilijkheden had met lezen en schrijven. Hij kwam tot deze conclusie nadat hij in kontakt kwam met universitair opgeleide volwassenen die van OC- hulpmiddelen afhankelijk waren. Noch op dat moment of in de toekomst zouden deze personen in staat zijn om op zo'n niveau te funcioneren dat zij, op basis van het alfabet, communicatiehulpmiddelen met spraakuitvoer zouden kunnen gebruiken.

Klik hier om terug te gaan naar communicatie
Wordt nog verder aan gewerkt!



geschreven door: Robert V. Conti,
B.A. Gail
M. Van Tatenhove,
M.S., CCC-SLP