De boeieraak
is een zeldzaam en vrijwel onbekend schip. Er is niet zo veel
over bekend, pas rond 1900 zijn er een paar foto's gemaakt waarop
het scheepje staat. Henri Seghers maakte er een tekening van
en dat was zo'n beetje alles wat er van het schip bekend is.
In Lekkerland werden boeieraken gebouwd, op de werf van A. Mulder.
Over de daar gebouwde schepen is praktisch niks bekend.De boeieraak is waarschijnlijk
via de grote rivieren in Zeeland verzeild geraakt. Hoewel de
naam doet vermoeden dat de boeieraak meer een boeier was, was
het een echte aak. Het
vlak is voor en achter hoogopgebrand en versmalt sterk. Voor
ligt het tegen het boeisel aan en achter tegen een grote balk
die het boeisel vervangt. De boeieraak heeft een ingewerkte voorsteven
en een scheg. Het schip is gladboordig, het laagliggende berghout
is vrij recht evenals het brede boeisel, alleen in het voorschip
gaat het wat omhoog. |
 |
Achter had het scheepje
een scheg waaraan het roer vissend was opgehangen, zodat bij
droogvallen of varen over een ondiepte het onder het schip uitstekende
roer niet beschadigd kon worden, het schoof dan langs de roerpen
omhoog. De gladboordig beplankte romp was voor de mast gedekt,
daaronder was een kleine roef. De mast stond in een mastkoker
en het tuig was bezaan. De boeieraak werd gebruikt als vrachtvaarder,
maar voornamelijk werd het scheepje ingezet voor de oestercultuur.
De boeieraak werd in Zeeland gebouwd in de Kruispolder, maar
ook te Lekkerland, bij de werf A. Mulder.
De heer Van Beijlen van het Antwerps Scheepvaartmuseum vervaardigde
een model 1:10. |