Wat doen wij?

Door naar de volgende pagina. Terug naar de vorige pagina.

Wat doen wij? Wat deden wij?



Onze werkgroep zet zich in voor BEHOUD EN HERSTEL van insecten
in het bijzonder voor de in Zeeuws Vlaanderen voorkomende vlinders en libellen;
  • DOOR ONDERZOEK
    • Onderzoek dagvlinders in O.Z.Vlaanderen (1986-1988)
    • Onderzoek oranjetip (1992)
    • Onderzoek koninginnenpage (1992-1994)
    • Onderzoek invasie distelvlinder (1996)
    • Onderzoek invasie oranje luzernevlinder (1996)
    • Onderzoek eikenpage (1997-1998)
    • Onderzoek dagvlinders in Zeeland (1998-2003)
    • Onderzoek libellen in Zeeland (1998-2005)
    • Onderzoek Vijfvlek-sint-jansvlinder (2000-heden)
    • Onderzoek vlinders op dijken Westerschelde en gasdam in Saeftinghe (2000-2003)
    • Onderzoek literatuur over vlinders in Zeeland (2002-heden)
    • Onderzoek nachtvlinders in Zeeland (2007-heden)

  • DOOR AKTIE
    • Aktie Tip de oranjetip
    • Aktie Maak van uw tuin een vlindertuin
    • Aktie Gefaseerd maaibeheer

  • DOOR MEDEWERKING
    • Trekvlinderonderzoek
    • Doorgeven vlinderwaarnemingen

  • DOOR SAMENWERKING
    • Met de vlinderstichting
    • Met andere werkgroepen
    • Met beheerders van natuurgebieden en wegbermen

  • DOOR VOORLICHTING EN EDUCATIE
    • Door het geven van excursies
    • Door publicaties in regionale dagbladen en verenigingsblad
    • Door dialezingen voor scholen en verenigingen
    • Door stands op natuur- en milieumarkten

Terug naar het begin van de pagina.


Jaarverslag Insectenwerkgroep 2011.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2010.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2009.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2008.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2007.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2006.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2005.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2004.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2003.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2002.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2001.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 2000.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 1999.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 1998.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 1997.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 1996.
Jaarverslag Insectenwerkgroep 1995.
Terug naar het begin van de pagina.



VERSLAG 2011 INSECTENWERKGROEP DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP (OOST) ZEEUWS VLAANDEREN

Verslag Joop de Bakker en Eddy Taelman

blad 1 blad 2 blad 3 blad 4 blad 5 blad 6 blad 7

Terug naar het begin van de pagina.





VERSLAG 2010 INSECTENWERKGROEP DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP (OOST) ZEEUWS VLAANDEREN

Verslag Joop de Bakker en Eddy Taelman

blad 1 blad 2 blad 3

Terug naar het begin van de pagina.





VERSLAG 2009 INSECTENWERKGROEP DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP (OOST) ZEEUWS VLAANDEREN

Verslag Joop de Bakker en Eddy Taelman

Distelvlinder

Distelvlinder massaal op trek in 2009 (foto Joop de Bakker)


2009 gaat de boeken in als het jaar van de distelvlinder. Door een fenomenale voorjaarstrek trokken in mei duizenden vlinders noordwaarts. Een record aantal distelvlinders is in onze regio en waarschijnlijk in grote delen van Nederland genoteerd.
Ook een andere trekvlinder, de oranje luzernevlinder was in onze regio nog nooit zo talrijk aanwezig.
Komt het door de stijgende temperatuur door de klimaatsverandering? Waarom was de atalanta en de gamma-uil dan in lage aantallen aanwezig? Waarom was de distelvlinder vorig jaar met 90 vlinders dan zo zeldzaam? Het mysterie van de vlindertrek is moeilijk te doorgronden. Om een verklaring te geven is nog veel onderzoek nodig.

We noteerden in onze regio 22.780 distelvlinders en 2.035 oranje luzernevlinders op een totaal van meer dan 60.000 waarnemingen. Gelukkig geven die aantallen aan 2009 een positief gevoel.

In 2009 hebben we weer veel tijd besteed aan het nachtvlinderonderzoek.
Bijna dagelijks stond de vlinderval aan in Lamswaarde, wat resulteerde in de vangst van ca 2.900 macro-nachtvlinders van 182 soorten.
T.o.v. 2008 werden van 81 soorten minder en 55 soorten meer vlinders gezien en 22 soorten bleven gelijk.
Toch werden dit jaar nog 24 nieuwe soorten voor deze plaats genoteerd, waaronder het purperuiltje, een zeer zeldzame trekvlindersoort voor Nederland, tevens nieuwe soort voor Zeeland.

Veel vlinders werden gefotografeerd en zijn te zien bij diavoorstellingen of presentaties van de werkgroep of op onze site http://people.zeelandnet.nl/jdbakker/ .
In Oost Zeeuws Vlaanderen werden door ons ook regelmatig nachtvlinders gevangen in het bos te Clinge (5163 macro-nachtvlinders van 223 soorten) en bij de fam. Fortuin te Ossenisse (2317 macro-nachtvlinders van 151 soorten). Dit alles in het kader van het grote nachtvlinderonderzoek dat in Zeeland wordt gehouden en dat in 2013 afgerond zal worden met de uitgifte van een nachtvlinderatlas.

Roodkopwinteruil

Roodkopwinteruil nieuw voor Zeeland (foto Joop de Bakker)


Te Clinge werd een roodkopwinteruil gevangen, een nieuwe soort voor Zeeland. Een foto van de vlinder stond in de regionale kranten.

We schonken weer aandacht aan de lijst van regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten.
Op de lijst staan: het oranjetipje, het groot dikkopje, het hooibeestje, het koevinkje, de vijf-vlek-sint-jansvlinder, de zuringspanner, het boterbloempje, de metaalvlinder, citroenvlinder, bruin blauwtje, landkaartje, koninginnenpage en kleine vos.
Bedroefd melden wij u dat de citroenvlinder niet meer werd gezien. Het koevinkje deed het wat beter met een paar mooie populaties in de buurt van Absdale.
De vijfvlek-sint-jansvlinder was op de bekende vliegplaatsen in lage aantallen present. Vooral rond Hulst gaat de soort achteruit. Gelukkig is er in de kanaalberm bij Westdorpe nog een goede populatie met ca 200 vlinders.

Als bijzondere waarneming noteerden wij een melding met foto van de keizersmantel uit Axel. Dit is een vlinder die in Nederland als uitgestorven te boek staat omdat er geen vaste populaties meer zijn.
Ook werden er twee kleine parelmoervlinders gezien in het waterwingebied van Evides te Clinge.

Sommige algemene standvlinders kregen een plusje, andere volgen de dalende trend. In 2009 staan volgens ons in de min: oranje zandoogje, zwartsprietdikkopje, kleine vos en dagpauwoog.
Wij zijn benieuwd of onze inheemse dagvlindersoorten nog dieper zijn weggezakt dan de laagste stand in 2008. Het zou ons niet verbazen.

Andere insectensoorten die wij ook volgen zijn de libellen. Vuurlibellen werden wat minder gezien. De 17 plasrombouten en de zeldzame bruine glazenmaker werden met vreugde genoteerd. De meikevers werden in lagere aantallen gezien, maar dat heeft te maken met de 3-jarige cyclus. Ook werd te Ossenisse en Clinge een voor Nederland zeldzame kever ontdekt. De oeveraaskever (Necrodes littoralis) zat daar in de lichtval.

We hielden een vlinderexcursie met 44 deelnemers in het kunstbos te Axel voor de Christelijke Basisschool de Hille uit Terneuzen.
We werkten mee aan de Vijfde Landelijke Nachtvlindernacht van de Vlinderstichting met een excursie in het bos van Clinge met 10 deelnemers.
We waren present met onze stand op de Natuur- en Milieumarkt te Axel, bij de opening van de tuinvlindertellingen van Nederland en België te Clinge en op de verlichte boerderijenroute op de boerderij van de fam. van Esch aan de Rietstraat bij Hulst.
We gaven diavoorstellingen over vlinders voor Groei en Bloei, voor welzijnsorganisatie Aan_Z te Axel en voor de gidsen van Saeftinghe in Emmadorp.
We zijn een dag op stap geweest in Oost Zeeuws Vlaanderen met een enthousiaste groep IVN-gidsen uit Apeldoorn die bij ons op stage kwamen.
Ook waren we bij een bijeenkomst van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland in Wilhelminadorp over nachtvlinders en gaven we een presentatie over de resultaten van ons onderzoek in onze regio.
We hadden een positief overleg met de mensen van RWS over het maaibeheer van de bermen bij de sluizen en langs het kanaal Gent-Terneuzen.

Tot slot nog onze mening over de beherende instanties. Wie de bloemdijken vol met marjolein voor 1 augustus maait of wie de zeedijken zo vaak klepelt dat er geen bloeiende plant meer staat of wie beschermende planten en zeldzame vlindersoorten geen kansen biedt krijgt van ons de gele kaart.

Iemand die zich inzet voor behoud en herstel van vlinders en daar in de praktijk aan werkt en bijdraagt krijgt van ons, weliswaar symbolisch, de gouden vlinder. Onze gouden vlinder gaat naar Alex Wieland werkzaam voor het Zeeuwse landschap in de waterwingebieden van Evides voor zijn inzet voor behoud en herstel van de vlinders en natuurwaarden in onze regio. We hopen dat er in 2010 een opvolger zal zijn voor deze prijs.

Terug naar het begin van de pagina.



VERSLAG 2008 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP (OOST) ZEEUWS VLAANDEREN

We noteerden 29.180 waarnemingen van 339 dag- en nachtvlindersoorten en deze gegevens gaan naar de Vlinderstichting, Trekvlinderonderzoek Nederland en terreinbeherende instanties. De gegevens van de nachtvlinders worden gebruikt voor de nachtvlinderatlas van Zeeland, die in 2013 zal verschijnen.

In 2008 hebben we veel tijd besteed aan het nachtvlinderonderzoek. Bijna dagelijks stond de vlinderval aan in Lamswaarde, wat resulteerde in de vangst van ca 5000 nachtvlinders en meer dan 200 nachtvlindersoorten. Veel vlinders werden gefotografeerd en zijn te zien via onze site http://people.zeelandnet.nl/jdbakker/ . In Oost Zeeuws Vlaanderen werden op acht plaatsen regelmatig nachtvlinders gevangen en op naam gebracht. We verleenden assistentie bij de vlinderval in de bossen van de Clinge. In de nacht van 25 op 26 juli bleven we een nachtje bij de val en noteerden 134 vlinders van 57 soorten., waaronder een aantal zeldzame soorten voor Zeeland. Regelmatig deed Eddy Taelman de lamp aan voor een extra controle.

We hielden een vlinderexcursie in het kunstbos te Axel waaraan 15 personen deelnamen.
De geplande excursie in de waterwingebieden van Evides ging wegens slechte weers-omstandigheden niet door.
We werkten mee aan de Vierde Landelijke Nachtvlindernacht van de Vlinderstichting. De 13 deelnemers waren getuige van de grote verscheidenheid van nachtvlindersoorten.
We waren present op de imkers-dag te Emmadorp waar we veel complimentjes kregen over het tentoongestelde materiaal in onze stand.
Ook stonden we met een stand op de natuurwerkdag voor de jeugd op het Jagertje te Hulst.
We gaven een diavoorstelling over vlinders voor twee klassen van de Moerschansschool te Hulst.
We waren present op de landelijke dag van de Vlinderstichting in Wageningen en op een vlindersymposium te Brussel.
Ook waren we bij een bijeenkomst van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland in Kapelle.
We waren op de radio en TV met de dennenboktor en gaven een reactie aan de schrijvende pers over het dramatische slechte vlinderjaar.

We schonken weer aandacht aan de lijst van regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Op de lijst stonden al: het oranjetipje, het groot dikkopje, het hooibeestje, het koevinkje, de vijf-vlek-sint-jansvlinder, de zuringspanner, het boterbloempje en de metaalvlinder.
Aan de lijst kunnen worden toegevoegd citroenvlinder(4), bruin blauwtje(38), landkaartje(21), koninginnenpage(29) en kleine vos(11). Bijna alle soorten, met uitzondering van de metaalvlinder, waren in lagere aantallen dan 2007 present. Ook de vijf-vlek-sint-jansvlinder was op de bekende vliegplaatsen in lage aantallen present. Bij de sluizen van Terneuzen en de rotonde van Sluiskil telden we 4 jaar geleden nog honderden trifoli’s, nu resp. 9 en 1 vlindertje. Gelukkig vonden we aan de oostzijde van het kanaal nabij Westdorpe nog een goede populatie met ca 140 vlinders en in de Schommeling bij St Jansteen ontdekte Eddy Taelman een nieuwe vliegplaats met maximaal 20 vlinders.

Metaalvlinders

De metaalvlinders deden het goed in 2008 (foto Joop de Bakker)


In het najaar van 2007 werden er weer rupsen van de koninginnenpage gevonden of aangeboden. De rupsenopvang leverde in mei/juni 12 koninginnenpages op.
In de loop van het jaar werden slechts 29 vlinders genoteerd. Toch verzamelden wij in de maanden augustus en september 39 rupsen, wat resulteerde in 21 poppen. Bij derden werden nog eens 69 rupsen genoteerd. Het relatief grote aantal rupsen zou erop kunnen duiden dat de koninginnenpage toch talrijker heeft gevlogen dan dat het aantal waargenomen vlinders zou doen vermoeden.

Als bijzondere waarneming noteerden wij een kleine ijsvogel(vlinder) die in Terneuzen gezien werd gezien door mevr. A. Neve.

Heidewortelboorder Wederikdwergspanner

heidewortelboorder (foto A. Baaijens)...................................wederikdwergspanner(foto J. de Bakker)


In het waterwingebied te Clinge werden de heidewortelboorder (nieuw voor Zeeland) en de wederikdwergspanner (laatste waarneming in Zeeland in 1959) gezien. Hier werden ook 12 nesten van de eikenprocessierups door een bestrijdingsbedrijf opgeruimd.

De meeste algemene standvlinders volgen de dalende trend. Gelukkig was het, op de linie te Hulst en in de waterwingebieden van Evides, een goed jaar voor de eikenpage en het bruin zandoogje en van de kleine vuurvlinder telden we in de waterwingebieden van Evides in de 3e week van september 285 vlinders. De gehakkelde aurelia was vooral in het najaar op rottend fruit beter present dan in 2007.

Ook veel trekvlindersoorten waren in zeer kleine aantallen present, zoals de kolibrievlinder (30 waarnemingen), getekende gamma-uil (27), distelvlinder (90), oranje luzernevlinder (2), windepijlstaart (2) en de doodshoofdvlinder(1). De atalanta (1008) en de gamma-uil (677) werd nog het meest gezien. Er waren geen waarnemingen of meldingen van de gele luzernevlinder en van andere zeldzame trekvlinders.

2008 gaat bij onze werkgroep de boeken in als een slecht jaar voor de dag- en trekvlinders. Vooral de eerste helft van het jaar werden er weinig dagvlinders (dv) gezien. In het tweede halfjaar was er een licht herstel in enkele natuurgebieden. De resultaten van het landelijke monitorings-onderzoek moeten nog bevestigen of dat ook elders het geval was.

grafiek 2007-2008

Het aantal nachtvlinders (nv) was op een vaste vanglocatie te Lamswaarde vooral in juli, augustus en september veel lager dan in 2007



Andere insectensoorten die wij ook volgen zijn de libellen. Hier kunnen we positief over berichten. Er werden veel vuurjuffers en vuurlibellen waargenomen. Ook de smaragdlibel is, na de baggerwerkzaamheden, weer gezien. Er werd weer een mierenleeuw gemeld uit Hulst.
De meikevers kwamen op de bekende plaatsen in minder grote aantallen dan in 2007 te voorschijn. In de vlinderval in de bossen van Clinge zaten op 10 mei 47 meikevers. Ook werden er enkele zeldzame kevers, boktorren en spinnen ontdekt.

Driehoornmestkever

De driehoornmestkever werd gezien te Clinge (foto Joop de Bakker)


We zagen in 2008 lichtpuntjes in het beleid van beherende instanties. Zo werkt het waterschap Zeeuws Vlaanderen volgens de gedragscode opgesteld door de Unie van waterschappen en houdt rekening met de zwaarder beschermde soorten van de flora en faunawet, althans op papier. Het beheer, met name het maai-, berm- en slotenbeheer, is ons een doorn in het oog. Welke soorten kunnen de aanslagen door de kaalslagen nog overleven? We wachten maar af wat er in 2009 nog zal rondvliegen.

Namens de werkgroep
Joop de Bakker
Terug naar het begin van de pagina.



VERSLAG 2007 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

We noteerden circa 35.800 waarnemingen van ca 300 dag- en nachtvlindersoorten en deze gegevens gaan naar de Vlinderstichting, Trekvlinderonderzoek Nederland en terreinbeherende instanties.

In 2007 hebben we veel tijd besteed aan het nachtvlinderonderzoek t.b.v. de nachtvlinderatlas van Zeeland, die in 2012 zal verschijnen. In Oost Zeeuws Vlaanderen werden op een zestal plaatsen regelmatig nachtvlinders gevangen en op naam gebracht. Bijna dagelijks stond de vlinderval aan in Lamswaarde, wat resulteerde in de vangst van ca 7000 nachtvlinders en meer dan 200 nachtvlindersoorten. Veel vlinders werden gefotografeerd en alle vlinders werden daarna weer vrijgelaten. Bij de waargenomen vlinders waren 14 zeldzame soorten.

Populierenblad

Het zeer zeldzame populierenblad (Gastropacha populifolia) werd op 18-6-2007 waargenomen te Lamswaarde.
(waarneming en foto Joop de Bakker) en dat is enigste waarneming in Nederland in de periode 2000-2007.


We hielden een vlinderexcursie in het Axelse bos voor de mensen die eigenlijk voor de paddestoelenexcursie waren gekomen, die een dag eerder, door de droogte en daardoor de afwezigheid van paddestoelen, was afgelast.

We werkten met een open excursie mee aan de Derde Landelijke Nachtvlindernacht van de Vlinderstichting. De 6 deelnemers waren getuige van de grote verscheidenheid van nachtvlindersoorten.

We waren present met een stand op de natuur- en milieumarkt in Axel en op de natuurwerkdag op het Jagertje te Hulst. We gaven diavoorstelling over libellen en vlinders voor de Katholieke Vrouwenbond te Hulst en voor de KOB in Terneuzen en ook hier stonden we met een stand.

We waren present bij de uitreiking van de libellenatlas van Zeeland te Oostkapelle, bij de opening van de vlinderbar bij de watertoren te Axel en op de Vlaamse vlinderstudiedag te Mechelen. Ook waren we bij twee bijeenkomsten van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland t.b.v. het nachtvlinderonderzoek in Zeeland.

We schonken weer aandacht aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Het oranjetipje, het groot dikkopje, het hooibeestje, het koevinkje en vooral de vijf-vlek-sint-jansvlinder waren in lage aantallen present. Van de zuringspanner zagen we op 15 juni gelukkig weer 112 vlindertjes in het waterwingebied te Clinge en ook het boterbloempje werd 13 keer gezien. Van de metaalvlinder werden er op de topdag 26 vlinders geteld en dat waren er precies 100 minder dan in het recordjaar 2006.

Door de rupsenopvang konden bij de werkgroepleden 62 koninginnenpages worden losgelaten. De 1e generatie van de koninginnenpage was goed. Op 30 april werden er langs de dijk van de Westerschelde in de gemeente Hulst 52 vlinders geteld. De 2e generatie was uitgesproken slecht. Slechts 28 vlinders werden er nog genoteerd in de maanden juli en augustus en in het najaar werden er slechts 7 rupsen van de koninginnenpage gevonden.

Als de bijzondere waarnemingen noteerden wij: een keizersmantel te Hulst, een grote vos in de Braakman (C. Riemslag) en twee doodshoofdvlinders in een bijenkorf bij Emmadorp. Minder gelukkig was de beheerder van het waterwingebied te Clinge met de ca 90 nesten van de eikenprocessierups. De vlinder verspreidt zich verder door Zeeuws Vlaanderen, want in een vlinderval te Lamswaarde werden 7 vlinders gevangen.

Eikenprocessierups


De vlinder van de eikenprocessierups zat 7 maal in de vlinderval te Lamswaarde.
(waarnemingen en foto Joop de Bakker)


De algemene standvlinders, zoals citroenvlinder (19), landkaartje (23), bruin blauwtje (47), argusvlinder (54), zwartsprietdikkopje (194) en kleine vos (38)deden het, net als in 2006, matig tot slecht. Boomblauwtje, bont zandoogje en groot koolwitje hadden een redelijk tot goed jaar.

Veel trekvlindersoorten waren in kleine aantallen present. De kolibrievlinder (slechts 19 waarnemingen), gamma-uil (359), getekende gamma-uil (1), distelvlinder (244), oranje luzernevlinder (7), windepijlstaart (8) en Nomophilla noctuella (5). De atalanta werd nog het meest gezien (1241) en met de 14 waarnemingen van de gele luzernevlinder zijn we wel tevreden. We noteerden ook zeldzame trekvlinders zoals de zuidelijke grasuil (2) en een katoendaguil (1).

Andere insectensoorten die wij ook volgen zijn de libellen. Hier waren wel enkele plusjes te noteren bij de vuurlibel, de bruine winterjuffer, de bruine glazenmaker en de plasrombout. Er werd weer een mierenleeuw gemeld uit St Jansteen en de meikevers kwamen op de bekende plaatsen al half april in vrij grote aantallen te voorschijn.

2007 gaat bij onze werkgroep de boeken in als een slecht vlinderjaar. De resultaten van het monitorings-onderzoek elders in het land zullen dat ongetwijfeld bevestigen. We zagen in 2007 weinig lichtpuntjes in beleid en beheer die tot betere resultaten zouden kunnen leiden, maar ieder jaar heeft wel een verrassing in petto, hetzij een positieve of een negatieve. We wachten maar af wat het in 2008 wordt.

Namens de werkgroep
Joop de Bakker

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2006 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

We hielden een vlinder/libellen-fietsexcursie in het waterwingebied van Evides te Clinge. Tijdens onze tropische tocht konden we 12 koninginnenpages en een record aantal van 75 metaalvlinders bewonderen. Het was jammer dat we de excursie vroegtijdig moesten afbreken, omdat collega Joop Rijnders door oververhitting of uitdroging onwel werd. De excursieleider moest ter plaatse eerste hulp verlenen en zijn laatste flesje bronwater kwam goed van pas.

We werkten mee aan de Tweede Landelijke Nachtvlindernacht van de Vlinderstichting. De lichtval stond bij het pompgebouw van Evides te Kapellebrug. Met een totaal van 18 deelnemers, waaronder acht Belgen, waren we zeer tevreden over de opkomst. Onder de gevangen vlinders waren enkele zeldzame soorten voor Zeeland en zelfs voor Nederland.

We waren present met een stand op de natuur en milieumarkt in Axel, bij de open tuindag van het Ferdinandushof in Overslag, op de schaapscheerdersfeesten te Clinge en bij het jubileum-feest van de Steltkluut te Hengstdijk. We gaven een diavoorstelling over libellen en vlinders voor de Zeeuwse Katholieke Vrouwenbond te Kloosterzande en ook hier stonden we met een stand.

Enkele leden van de werkgroep namen deel aan een nachtvlindercursus van Natuurpunt, een Vlaamse instelling voor natuur- en milieu-educatie, te Sint Niklaas.
Ook waren we bij de eerste bespreking voor de nachtvlinderatlas van Zeeland die mogelijk in 2012 zal verschijnen. De dagvlinderatlas van Nederland, waar we ook aan meewerkten, verscheen in september.

Mede door ons 20-jarig bestaan besteedde de media veel aandacht aan onze werkgroep. In de regionale kranten stonden artikelen over vlinders, meikevers, coloradekevers, mierenleeuwen en tijgerspinnen. We gingen samen met Radio- en TV-Zeeland op zoek naar de koninginnenpage in Hulst en de reportage was drie dagen op de TV te aanschouwen. Bij Radio Zeeland waren we te gast in de studio voor een gesprek over de tweede nationale nachtvlindernacht en over het nachtvlinder-leven. Op de site van Luciën Noens (http://people.zeelandnet.nl/lnoens/mierenleeuw.htm) is een verslag met veel fraaie foto´s verschenen over de levenscyclus van de mierenleeuw.

We schonken weer aandacht aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Het groot dikkopje, het hooibeestje, het koevinkje en de vijf-vlek-sint-jansvlinder waren in lage aantallen present. Van de zuringspanner zagen we nog maar drie vlindertjes in het waterwin-gebied te Clinge. De koninginnenpage, de gele luzernevlinder en de metaalvlinder deden het goed en werden in onze streek in record-aantallen waargenomen.

Door de rupsenopvang konden bij de werkgroepleden 58 koninginnenpages worden losgelaten. In het najaar werden er weer rupsen van de koninginnenpage gevonden en of aangeboden aan de werkgroep. Dit resulteerde in 67 poppen, die na de winter hopelijk zullen uitkomen en zullen bijdragen aan de nieuwe generatie in 2007.

Als bijzondere waarnemingen noteerden wij: vier keizermantels (Hulst,Braakman, St Jansteen en Kuitaart), twee grote vossen (Braakman en Hulst) en drie kleine parelmoervlinders (Hulst). Zeldzame keizermantel waargenomen op 16-8-2006 in de Braakman. (waarneming en foto Kees van de Wege)

De algemene standvlinders, zoals citroenvlinder, landkaartje, bruin blauwtje, argusvlinder, zwartsprietdikkopje en kleine vos deden het matig tot slecht. De vliegtijd van het oranjetipje werd door het slechte weer tot half mei ingekort. Door de hoge temperaturen waren veel trekvlindersoorten goed present. De kolibrivlinder en de gele luzernevlinder werden de afgelopen 20 jaar in onze streek nog nooit zoveel gezien. Bij onze werkgroep kwamen ook meldingen binnen van twee doodshoofdvlinders en achttien windepijlstaarten waarvan één rups. Er werden meer oranje luzernevlinders en distelvlinders gezien dan in 2005. We noteerden ook 2x de vlekdaguil, een zeldzame trekvlindersoort. Ook was er een kleine invasie van de rouwmantel. Er werden vlinders waargenomen in Kapellebrug, Westdorpe en Terneuzen.

De smaragdlibel werd na de baggerwerkzaamheden te Clinge niet meer gezien. In Terneuzen werd er een gevlekte witsnuitlibel gezien en de plasrombout werd ook op enkele plaatsen waargenomen. Verder werden nog gezien: een veenmol te Heikant, mierenleeuwen in Hulst, Clinge, Koewacht en Heikant, een reuzenhoutwesp in Hulst, coloradekevers in Clinge en veel gestreepte wantsen en vuurwantsen vooral op de Linie bij Hulst.

2006 was een jaar met weersextremen. Wetenschappers trachten met behulp van modellen na te gaan welke effecten de verwachte klimaatsverandering op de vlinderstand zou kunnen hebben. De balans is voor veel soorten positief. Minder soorten gaan achteruit en meer soorten gaan vooruit. De vlinders lijken het weer dus mee te hebben, maar bij veel soorten zorgt het weer alleen voor lichte golfbewegingen in een neerwaartse trend. De kwaliteit van de leefgebieden moet beter worden en daar konden we in 2006 nog weinig van merken. De Europese Unie, en dus ook Nederland, heeft zich ten doel gesteld dat in 2010 de afname van de biodiversiteit moet zijn gestopt. Ondanks het ingezette natuurbeleid en de 50.000 hectare nieuwe natuur lijkt Nederland die doelstelling in 2010 niet te gaan halen. De Provincie Zeeland tracht het tij nog te keren. Met actieplannen, zoals “Natuurbeheer binnendijken” en “Van ruigtes naar parels”, geeft de provincie de komende jaren miljoenen euro’s uit voor verbetering van de kwaliteit. Of dat resulteert in meer vlinders en libellen hoort u van ons de komende jaren.

Namens de werkgroep
Joop de Bakker

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2005 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

Naast de vlinders werden er ook weer libellen geregistreerd. We deden ook onderzoek naar het voorkomen van de vijf-vlek-sint-jansvlinder (Z. trifolii) in Zeeuws Vlaanderen.

Door de werkgroep worden de waarnemingen doorgegeven aan de Vlinderstichting, de werkgroep Vlinderfaunastiek, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de terreinbeheerders en aan de redactie van het Libellenonderzoek Zeeland.

Er stonden twee dagvlinder- en een nachtvlinderexcursies op het programma en we werkten mee aan de Eerste Landelijke Nachtvlindernacht van de Vlinderstichting. Met een gemiddelde van 14 deelnemers was de belangstelling voor de excursies wat lager dan vorig jaar. Sandra Dobbelaar liet de jeugd tijdens een insecten-doe-middag kennis maken met insecten en Lucien Calle gaf een excursie in het leefgebied van de rosse zandbij in de Westgeul in de Braakman.

We bezochten de Vlaamse vlinderstudiedag in Antwerpen. We waren present met een stand op de natuur en milieumarkt in Axel en bij de open tuindag van het Ferdinandushof in Overslag. We gaven diavoorstellingen over libellen en vlinders voor de KOB te Sas van Gent en de Fuchia-vereniging Zeeland in ’s Gravenpolder en ook hier stonden we met een stand. Op werelddierendag gaf Joop de Bakker een diavoorstelling over vlinders op de basisschool te Hengstdijk. Eddy Taelman werkte mee aan een Natuurproject op de St. Willibrordus-school te Hulst.

Er verschenen 8 artikelen in regionale kranten en in de Steltkluut stonden vijf artikelen over vlinders, libellen en de zwart-rosse zandbij. Op de site van Luciën Noens zijn veel fraaie natuurfoto´s te bewonderen en op de site van de Steltkluut verscheen een fotoverslag van de speurtochten naar de vijf-vlek-sint-jansvlinder in Zeeuws Vlaanderen. Dit verslag stond ook in de Prikkebeen, het tijdschrift van de vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland.

We schonken aandacht aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Het groot dikkopje wordt nog maar zeer zelden gezien en het hooibeestje breidt zijn areaal nauwelijks uit. Het zeldzame koevinkje was op Smidsschorre in lagere aantallen present. De zuringspanner in het waterwingebied te Clinge werd nog zeldzamer. Voor de vijf-vlek-sint-jansvlinder was 2005 een rampjaar. Veel poppen waren geparasiteerd. Van de populatie van 2004 is in Zeeuws Vlaanderen naar onze schatting nog maar 10% overgebleven.

De koninginnenpage deed het, in tegenstelling tot de meeste andere soorten, wel goed in Oost Zeeuws Vlaanderen. Op 4 augustus werden langs de dijk van de Westerschelde in de gemeente Hulst zelfs 44 vlinders geteld. Door de rupsenopvang bij de werkgroepleden en andere vlinderliefhebbers konden ca 70 koninginnenpages worden losgelaten. Er werden ca 150 rupsen van de koninginnenpage gevonden en of aangeboden aan de werkgroep. Het blijft afwachten wat dit in het voorjaar aan vlinders zal opleveren, want in 2005 waren er veel poppen geparasiteerd.

Bijzonder waren de waarnemingen van drie keizermantels, één in Terneuzen en twee in Hulst en de vangst van een witte vuurvlinder op de Liniedijk te Hulst.

De algemene standvlinders deden het zeer matig. Kleine vos en dagpauwoog toonden geen herstel.

De trekvlinders waren zeer zeldzaam in 2005. Bij onze werkgroep waren er geen meldingen van de doodshoofdvlinder, slecht drie waarnemingen van de windepijlstaart en acht van de oranje luzernevlinders en minder dan 50 waarnemingen van de distelvlinder. Kolibri, gamma en atalanta zaten zeker onder het gemiddelde. Toch noteerden we een zeer zeldzame trekvlinder , de roodstreepspanner (Rhodometra sacraria).

Tellingen moeten nog aantonen hoe het in 2005 met de libellen is gegaan, maar van enkele soorten is al bekend dat die minder werden gezien. Ook hebben we twijfels of de smaragdlibel de baggerwerkzaamheden te Clinge zal overleven.

In de gemeente Hulst werden, zoals verwacht, minder meikevers waargenomen. In Vogelwaarde werd een veenmol gevangen en in Hulst een mierenleeuw. Tijdens de vlinderexcursie te Axel werd de tijgerspin meerdere keren gezien.

Samenvattend was 2005 was voor veel vlindersoorten het slechtste jaar van de afgelopen tien jaar. Mogelijke oorzaak was het weer. Vooral mei was zeer koud en juli zeer nat. Bovendien werden in juni te Lamswaarde in een lichtval uitzonderlijk grote aantallen sluipwespen aangetroffen. Het nu gebruikelijke maaibeheer van bermen en sloten zal zeker niet bijdragen aan herstel van flora en fauna.

Toch een pluim voor de gemeente Hulst, die op ons verzoek, medewerking verleende aan het behoud van vlinders door het maaien op enkele plaatsen uit te stellen. Het door de gemeente Hulst bij de linie aangelegde vlinderveld is een succes. Er werden hier relatief veel vijf-vlek-sint-jansvlinders gezien.

Wij hopen het jaar 2006, het jaar waarin onze werkgroep haar 20-jarig bestaan viert, wat positiever te kunnen afsluiten.

Namens de werkgroep Joop de Bakker

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2004 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep waren in 2004 ook weer actief. Naast de vaste vlindertelgebieden werden er ook libellen ge-inventariseerd. Door de werkgroep werden er duizenden vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, de werkgroep Vlinderfaunastiek, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de terreinbeheerders.

We deden ook onderzoek naar het voorkomen van de vijf-vlek-sint-jansvlinder (Z. trifolii) in Zeeuws Vlaanderen. De gegevens gaan naar de provincie.

Er stonden zeven excursies op het programma, waarvan één excursie door de slechte weersomstandigheden niet door kon gaan. Met een gemiddelde van 19 deelnemers was de belangstelling voor de excursies goed te noemen. De jeugdleden lieten we met een nachtvlinderexcursie kennis maken met het nachtleven. Veel schonen van de nacht konden worden bewonderd. Peter Maas en Alex Wieland gaven een krekelexcursie in de Clingse bossen waarbij er zelfs 6 krekels werden ontdekt.

We bezochten de landelijke vlinderdag in Eede. We waren present met een stand bij de open tuindag van het Ferdinandushof in Overslag. Joop Rijnders en Joop de Bakker gaven diavoorstellingen over libellen en/of vlinders op verzoek van de KOB te Kloosterzande en voor bijenvereniging Hulst e.o.

Er verschenen, vooral door inbreng van E. Taelman, 16 berichten en artikelen in regionale kranten over vlinders, meikevers, veenmollen, mierenleeuwen en de tijgerspin. De tijgerspin stond zelfs met een kleurenfoto op de voorpagina van de Stem. In de Steltkluut stonden 3 artikelen over vlinders. Andere auteurs schreven over de klimopbij en over zeldzame libellen. Op de site van Luciën Noens zijn, naast de paddestoelen, veel fraaie foto´s over insecten te bewonderen. De site wordt vaak bezocht door binnen- en buitenlanders.

We maakten gebruik van het inspreekrecht bij de behandeling van het groenbeheerplan door de Commissie Economie & Beheer van de Gemeente Terneuzen, waar we een pleidooi voor vlinder-vriendelijk-maaibeheer hielden.

Wat de vlinders betreft blijven we aandacht schenken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Wat de dagvlinders betreft was het zeldzame koevinkje op Smidsschorre nog goed present. Het oranjetipje en de koninginnenpage deden het goed. Er werden ca honderd rupsen van de koninginnenpage gevonden en of aangeboden aan de werkgroep, waarvan een aantal rupsen is verpopt. Het blijft afwachten wat dit in het voorjaar aan vlinders zal opleveren, want in 2004 waren er veel poppen geparasiteerd door sluipwespen. Het hooibeestje breidt zijn areaal maar moeizaam wat uit. Het groot dikkopje wordt nog maar zeer zelden gezien en dreigt uit onze regio te verdwijnen. Bij de overdag actieve nachtvlinders werd de zuringspanner nog wel gezien te Clinge maar niet meer in het waterwingebied te St. Jansteen. De metaalvlinder en het boterbloempje werden in kleinere aantallen gezien. Bij de rotonde bij Sluiskil ontdekten we tot onze verbazing één metaalvlindertje. Rondom Hulst en bij het sluizencomplex van Terneuzen werden er minder trifolii´s geteld, maar we konden twee grote populaties noteren bij Oostburg (752 vlinders) en bij Sluiskil (421 vlinders).

Bij de algemene standvlinders deden de voorjaarsgeneraties het goed, maar de zomergeneraties deden het zeer matig. Boomblauwtje, citroenvlinder en landkaartje hadden een zomerdip.

De trekvlinders hadden, met uitzondering van de kolibrivlinder, een slecht jaar, maar misschien waren we door de uitzonderlijke aantallen van de voorgaande jaren te veel verwend. Trekvlindersoorten zoals de windepijlstaart, doodshoofdvlinder en gele luzernevlinder werden slechts één of enkele keren gezien. Ook kregen we een melding binnen van een keizersmantel, een koningspage en een passiebloemvlinder (Julia heliconian), maar dit zullen ongetwijfeld adventieven of zwervers zijn geweest.

2004 was een minder jaar voor de libellen. Veel soorten werden in lage aantallen waargenomen. Pluspuntjes waren de waarnemingen van de bandheidelibel en de zuidelijke glazenmaker en de ontdekking van de tengere pantserjuffer in het kunstbos te Axel.

In de gemeente Hulst werden er veel meikevers waargenomen. In Clinge werd een veenmol gevangen en in Hulst een mierenleeuw. De tijgerspin werd tijdens een vlinderexcursie te Axel voor de tweede maal in Zeeuws Vlaanderen gezien.

Samenvattend was 2004 een jaar met heel wat minnen, maar toch ook met enkele plusjes.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2003 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep waren in 2003 weer zeer actief. Naast de vaste telgebieden werden er enkele nieuwe gebieden ge-inventariseerd zoals nieuwbouwwijk de Grote Kreek en het "paradijs" van George Calon.

Er werden ook vlindergegevens verzameld en verstrekt t.b.v. van de aanleg van nieuwe rijksweg N61 in West Z. Vlaanderen. Door de werkgroep werden er duizenden vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan Thinea en aan de terreinbeheerders.

We deden ook onderzoek naar de ei-afzetting en het rupsenleven van het oranjetipje en de levenscyclus van wasmotten.

Er stonden vier dagvlinder-excursies op het programma. De opkomst voor de excursies was zeer groot. Gemiddeld 42 deelnemers. Toppers waren de excursies in Axel met 64 deelnemers en Clinge met 70 deelnemers. Aan een krekelexcursie namen 13 personen deel. Men stelde vast dat de veldkrekel door plagwerkzaamheden was toegenomen.

We waren present met een stand op de Milieumarkt te Axel, bij de open tuindag bij het Ferdinandushof in Overslag, bij de opening van de vlindertuin te Clinge, op de open dag van het bijenstation te Ossenisse en op de introductieavond voor nieuwe leden.

We bezochten de landelijke vlinderdag in Eede en de Vlaamse vlinderstudiedag in Antwerpen. Ook bezochten we enkele bijeenkomsten van de vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland, waaronder de uitreiking van de Prins Bernhard Cultuurprijs en de presentatie van de Zeeuwse vlinderatlas.

Joop Rijnders en Joop de Bakker gaven diavoorstellingen over libellen en/of vlinders op verzoek van de KVO te Axel en voor de vlinderwerkgroep van het Duumpje en tijdens de open tuindag in Overslag.

Ook werkten we mee aan de laatste hoofdstukken voor de Zeeuwse vlinderatlas door het maken van soortenlijsten, waarnemerslijsten en literatuurlijsten.

We schreven berichten en artikelen voor regionale kranten, het blad Vlinders, de Prikkebeen en de Steltkluut en we waren een paar maal op Omroep Zeeland te horen.

Wat de vlinders betreft blijven we aandacht schenken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Opmerkelijk was het massaal voorkomen van het zeldzame koevinkje op Smidsschorre. Op een klein aantal bloeiende sporkehoutboompjes werden honderden vlinders geteld. De koninginnenpage en het oranjetipje deden het in onze regio goed. Ook het hooibeestje breidt zijn areaal weer geleidelijk wat uit, voornamelijk via de zeedijk van de Westerschelde.

Veel standvlinders deden het beter dan in 2002, met uitzondering van citroenvlinder, bont zandoogje, argusvlinder en groot dikkopje. Vooral de laatste soort wordt steeds minder in onze regio waargenomen.

Door het warme zomerweer waren de trekvlinders zeer goed present. Door verschillende personen werden we gebeld dat er nabij Terneuzen, bij de stoplichten ter hoogte van het ziekenhuis, wolken met distelvlinders rondvlogen. Opvallend was dat de distelvlinders begin augustus, vlak voor een tropische periode van ca 10 dagen, bijna allemaal uit onze regio verdwenen waren en eerlijk gezegd hadden we van de distelvlinder meer nakomelingen in de nazomer en herfst verwacht. Andere trekvlindersoorten zoals de oranje luzernevlinder, de kolibrivlinder en de windepijlstaart waren waarschijnlijk in record aantallen aanwezig. Na meer dan 20 jaar werden er met 100%-zekerheid weer gele luzernevlinders gezien, vooral langs de dijk van de Westerschelde. Ook werden er nog vijf andere zeldzame trekvlindersoorten waargenomen, waaronder de doodshoofdvlinder en H. peltigera.

Bij de overdag actieve nachtvlinders doet de zuringspanner en de metaalvlinder het al enkele jaren slecht. Beter ging het met het boterbloempje in het waterwingebied van Clinge. Bij het sluizencomplex van Terneuzen werden er veel trifolii´s geteld. In de bossen van Clinge werden 8 nesten met eikenprocessierupsen aangetroffen, maar deze werden, om overlast te voorkomen, vernietigd.

2003 zou wel eens een slecht jaar voor de libellen kunnen zijn. Veel soorten werden in normale of in lage aantallen waargenomen. Veel larven, die twee tot drie jaar in het water leven, zijn door verdroging van hun habitat, verloren gegaan en dat effect merken we pas de komende jaren.

Veranderingen in het klimaat hebben hun positieve en negatieve effecten, die we met belangstelling afwachten en ook de komende jaren zullen volgen.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2002 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep deden in 2002 weer veel inventarisatie- en promotiewerk voor vlinders en libellen en enkele andere insectensoorten.

Door de werkgroep werden er circa 46.600 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan Thinea en aan de terreinbeheerders.

Er stonden vier excursies op het programma. Twee dagvlinderexcursies en twee nachtvlinderexcursies. Bij geen enkele excursie waren de weersomstandigheden ideaal en met 42 deelnemers waren we dan ook tevreden.

We waren present met een stand op de Milieumarkt te Axel en waren we aanwezig bij de opening van de natte infra van de waterwingebieden van Delta Nuts.

We bezochten de vlinderstudiedag van natuur- en wegbeherende instanties te Heinkenszand. Gefaseerd maaien wordt nog weinig toegepast en bij beheerders staat de animo voor soortenbeleid op een laag pitje. Ook bezochten we enkele bijeenkomsten van de vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland.

Joop Rijnders en Joop de Bakker gaven een goed bezochte diavoorstelling over libellen en vlinders op verzoek van de Stichting Welzijn voor Ouderen te Axel.

Ook werkten we mee aan de inhoud voor de Zeeuwse vlinderatlas door het maken van soortbeschrijvingen en het inbrengen van fotomateriaal. In dit kader deden we ook een literatuurstudie naar vlinders die in ooit in Zeeland werden waargenomen.

Minder regelmatig verschenen er stukjes in de regionale kranten over vlinders, libellen en andere insecten. Joop de Bakker was een paar maal op Omroep Zeeland te horen. In het verenigingsblad verschenen diverse artikelen over vlinders en andere insecten, met onze dank aan de auteurs. In het blad Seasons verscheen een artikel van onze werkgroep over Zeeuwse Schonen en in het Zeeuws Landschap stond een artikel over de vlinders op de gasdam met fraaie foto´s van Joop Rijnders.

Wat de vlinders betreft blijven we aandacht schenken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Bijzondere aandacht was er voor de ei-afzetting van het oranjetipje en voor de rupsen van de vijfvlek- sint-jansvlinders.

Bij de standvlinders moesten we wederom bij veel soorten de neerwaardse trend vaststellen, met uitzondering van dagpauwoog, oranjetipje, bont zandoogje, landkaartje, kleine vos, koevinkje, boomblauwtje en klein geaderd witje, die het beter deden dan in 2001. Enige compensatie kregen we van de trekvlinders die vooral dankzij de distelvlinder ca driemaal meer werden gezien dan in 2001. Opmerkelijk was het vrij hoge aantal oranje luzernevlinders. In september werd enkele dagen massale vlindertrek in zuidelijke richting vastgesteld.

Bij de overdag actieve nachtvlinders doet de zuringspanner het al enkele jaren slecht. Bij het sluizencomplex van Terneuzen werd in de vliegtijd van de trifolii´s op een zeer ongunstig tijdstip gemaaid, dus ramp en ellende. We wachten af wat de gevolgen voor 2003 zullen zijn. Toch willen wij dit jaarverslag positief eindigen want in 2002 was er toch ook de vondst van de rupsen van de walstropijlstaart, de waarnemingen van een rouwmantel en enkele zeldzame nachtelijke trekvlinders zoals de H. peltigera en de M. confusa. Het is waar, het zijn allemaal exoten, maar er waren toch ook meer dan 600 icarusblauwtjes op de één km Paardendijk bij de Griete te bewonderen en er was de ontdekking van de knautiabij bij Terneuzen en van de eikenpages in Aardenburg. Het metaalvlindertje en het boterbloempje werden in het waterwingebied van Delta Nuts weer iets meer gezien. Alles kan dus ten goede keren, naar wij hopen gaat het al in 2003 weer de goede kant op.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2001 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep deden in 2001 weer veel inventarisatie- en promotiewerk voor vlinders, libellen, meikevers, mierenleeuwen, veenmollen en veldkrekels.

Door de werkgroep werden er circa 48.000 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders en aan de terreinbeheerders. Voor de uitgave van een nieuwe landelijke vlinderatlas en de uitgave van een provinciale vlinderatlas werden de laatste blinde km-blokken onderzocht in West Zeeuws Vlaanderen. De zeedijk tussen Walsoorden en Saeftinge en de Gasdam werden goed onderzocht op vlinders.

Er stonden twee excursies op het programma. Een vlinderexcursie bij het sluizencom- plex te Terneuzen met 5 deelnemers en een vlinder/libellenexcursie op de Smidsschorre te Axel met 32 belangstellenden. Ook namen we deel aan een vlinderexcursie van het Duumpje in West Zeeuws Vlaanderen waar we al rap tot excursieleiders werden gebombardeerd.

Ook was er een werkgroepdag met bezoek van vlinderdeskundige Dick Groenendijk van de Vlinderstichting naar aanleiding van het voorkomen van Zygaena trifolii in de omgeving van Hulst, waarbij biotoop en beheer onder de loupe werden genomen.

We bezochten de vlinderstudiedag aan de Universiteit van Antwerpen te Wilrijk en enkele bijeenkomsten van de vlinder- en libellenwerkgroep Zeeland waaronder een bijeenkomst over het soortenbeleid van de provincie. Ook waren we present bij een mini-symposium over het provinciale soortenbeleid in Zeeland op Neeltje Jans.

We werkten mee aan een tentoonstelling in de watertoren te Axel en waren present met een stand op de Milieumarkt te Axel en in de tent te Kuitaart op de landelijke fietsdag.

Joop Rijnders gaf een diavoorstelling over libellen voor de leden van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland te Kapelle en stelde foto´s beschikbaar voor folders en personeelsblad van Delta Nuts. Joop de Bakker gaf een drukbezochte diavoorstelling over vlinders op verzoek van de Stichting Welzijn voor Ouderen te Hulst.

Regelmatig verschenen er, vooral dankzij Eddy Taelman, stukjes in de regionale kranten over vlinders, libellen en andere insecten. Joop de Bakker was studiogast en een paar maal op Omroep Zeeland te horen. Maximaal TV promootte een vlinderexcursie.

Ook werkten we mee aan de uitgave van het jubileumboek Zeldzaam Zeeuws van Stichting het Zeeuwse Landschap met beschrijvingen over insectensoorten. In het verenigingsblad verschenen artikelen over het oranjetipje, de vijfvlek-sint-jansvlinder, de mierenleeuw, over zweefvliegen en watermonsters met onze dank aan L. Noens, A. Wieland, L. Calle en S. Dobbelaar.

Er werd ook weer aandacht geschonken aan de libellen. Vooral de waarneming van L. Calle van de maanwaterjuffer te Retranchement was zeer uitzonderlijk. Ook waren er weer waarnemingen van zeldzame soorten zoals de vuurlibel, smaragdlibel, bruine glazenmaker, plasrombout en de bruine winterjuffer.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Minder kritisch is de situatie voor het hooibeestje, waarvan de populatie op de Gasdam en aangrenzende zeedijken het goed deed met meer dan 1000 waarnemingen op een dag. Op Smitsschorre werd maar één hooibeestje meer gezien en is de populatie mogelijk ter ziele. Het is jammer dat het oranjetipje en de koninginnepage weer wat minder werden gezien dan in 2000. Ook waren er geen meldingen van de kleine parelmoervlinder, de keizersmantel en de grote vos. Heivlinders werden er dit jaar weer gezien nabij de Zwingeul in West Zeeuws Vlaanderen.

Een slecht jaar was het voor het groot dikkopje en de kleine vos en een zeer matig tot matig jaar voor het bruin blauwtje, boomblauwtje, icarusblauwtje, het vuurvlindertje en het koevinkje. Voor andere algemene vlindersoorten was 2001 een matig tot redelijk jaar.

Voor veel trekvlindersoorten was 2001 een vrij ongunstig jaar. De distelvlinder, gamma-uil, kolibripijlstaart, windepijlstaart(4 ex), Nomophilla noctuella en de oranje luzerne- vlinder(4x) werden weinig gezien en de doodshoofdvlinder werd niet gesignaleerd. Toch werden er zeldzame trekvlinders waargenomen zoals Macdunnoughia confusa (4x) en voor het eerst in Z.Vlaanderen ook een Loxostege sticticalis.

Het metaalvlindertje werd in de omgeving van Absdale (in 2000 nog max. 31 vlinders) waarschijnlijk door de vele maaibeurten wegbeheerd. Rest nog een kleine populatie in het waterwingebied van Delta Nuts. Andere zeldzame soorten zoals het boterbloempje en de zuringspanner deden het eveneens slecht.

Toch was 2001 niet allemaal kommer en kwel want bij het sluizencomplex van Terneuzen en bij de veerhaven van Breskens en in de omgeving van Hulst telden werkgroepleden relatief veel vijfvlek- sint-jansvlinders (Zygaena trifolii) en er werden ook drie sint-jansvlinders (Zygaena filipundulae) met zes vlekken waargenomen. Ook konden we nog een nieuwe vlindersoort aan de zeeuwse lijst toevoegen (Cydia aurana) en aan de zeeuws vlaamse lijst Petrophora chlorosata en Duponchelia fovealis. Ook waren er meldingen van zeldzame wespvlinders, zoals twee hoornaarvlinders en twee populierenwespvlinders en at last but not least was er de unieke vangst van een gemuteerde sint-jacobsvlinder, met gele in plaats van rode kleuren, waarvan een foto van Joop Rijnders de omslag van het tijdschrift van de Vlinderstichting sierde.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 2000 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep deden in 2000 weer inventarisatie- en promotiewerk voor vlinders, libellen en meikevers.

Door de werkgroep werden er weer duizenden vlinders geregistreerd en deze waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders en aan de terreinbeheerders. Voor de uitgave van een nieuwe landelijke vlinderatlas en de uitgave van een provinciale vlinderatlas werden veel blinde km-blokken onderzocht vooral in West Zeeuws Vlaanderen. Het gebied "de Wilde landen" bij Heikant en de zeedijk tussen Walsoorden en Saeftinge werden goed onderzocht.

Er stonden twee excursies op het programma. Eén vlinder/libellenexcursie in de waterwingebieden van Clinge en St. Jansteen voor en met onze vrienden van boven de Schelde en een vlinderexcursie bij het sluizencomplex te Terneuzen. De opkomst voor beide excursies, respectievelijk 12 en 10 deelnemers, was waarschijnlijk door de slechte weersomstandigheden aan de lage kant, maar de thuisblijvers konden in de excursie-verslagen in de Steltkluut lezen wat ze gemist hadden.

We bezochten de landelijke dag voor vlinderaars in Ede bij Wageningen. We werkten mee aan een tentoonstelling in het museum te Hulst over dieren die voorkomen in de waterwingebieden van Delta Nuts. Joop Rijnders gaf diavoorstellingen over libellen voor de leden van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland te Kapelle en tijdens de Dag van de Wetenschap in het Zwinmuseum te Cadzand. Joop de Bakker gaf diavoorstellingen over vlinders en andere insecten eveneens in het kader van de Dag van de Wetenschap in het Zwinmuseum te Cadzand en voor een groep kinderen van de Willibrordusschool te Hulst.

Ook werkten we een weekend mee aan een inventarisatie van insecten en andere diersoorten in het SBB-gebied de Weelkens nabij Clinge.

Regelmatig verschenen er vooral dankzij Eddy Taelman stukjes in de PZC en BN/de Stem over vlinders en libellen. Joop de Bakker was studiogast bij een uitzending over vlinders bij Omroep Zeeland en een paar maal op de radio van deze omroep te horen o.a. over de weekendinventarisatie en over de uitzonderlijke waarneming van de keizersmantel. Maximaal TV besteedde aandacht aan de meikevers. In het verenigingsblad verschenen artikelen van Luciën Noens over de oranjetip en wantoestanden bij het beheer van golfbanen en natuurterreinen. Joop de Bakker plaatste een oproep om vlinderwaarnemingen voor de vlinderatlas door te geven. Luciën Calle schreef een artikel over veldkrekels en Sandra Dobbelaar over de veenmol. Van Tjeerd Hoek was een mooie foto van de oranjetip te bewonderen en Maartje den Helder schreef een artikel over beheerswerken en insectendeterminatie. Er wordt gewerkt aan een homepage op internet, voor de liefhebbers te vinden onder http://people.zeelandnet.nl/jdbakker.

Dit jaar werd er veel aandacht geschonken aan de libellen. Vooral de waarnemingen van de venwitsnuitlibel te Axel, de glassnijder te Axel en St. Jansteen en de op vier plaatsen aangetroffen bruine winterjuffer waren leuke verrassingen. In de waterwin- gebieden van Delta Nuts werden een groot aantal vuurlibellen en plasrombouten waargenomen en de zwervende pantserjuffers en geelvlekheidelibellen waren er massaal aanwezig. Enkele werkgroepleden volgden een cursus over juffers en libellen te Kapelle.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Minder kritisch is de situatie voor het hooibeestje, waarvan een nieuwe populatie (max. 254 vlinders) op de Gasdam in Saeftinge werd ontdekt. Het oranjetipje werd in een groter aantal km-blokken waargenomen dan in 1999. Vooral in tuinen met judaspenning en damastbloem werden er vlinders gezien en eitjes en rupsen gevonden. De koninginnepage liet zich meer keren bewonderen, vooral langs de dijk van de Westerschelde, o.a. 13 vlinders op 18 augustus. S.O.S.-meldingen van rupsen op peeloof werden met zorg behandeld. De "ongewenste" rupsen werden opgekweekt en na verpopping werden de vlinders weer vrijgelaten. Uitzonderlijk blijft de waarneming van de kleine parelmoervlinder te St. Jansteen en van de keizersmantel te Hulst, al hoewel er vorig jaar ook één keizersmantel werd gezien in de Braakman. De zeldzame grote vos en de heivlinder werden dit jaar weer niet gezien.

Een slecht jaar was het voor het groot dikkopje en de citroenvlinder en een matig jaar voor het bruin blauwtje. Voor de eikepage, het landkaartje, de argusvlinder en het koevinkje was het een gunstig jaar. Van het koevinkje werden een paar nieuwe, vrij grote populaties, ontdekt. Het metaalvlindertje was in de omgeving van Absdale (max. 31 vlinders) goed present en bij het sluizencomplex van Terneuzen telden werkgroepleden maar liefst 546 vijfstippige sint jansvlinders (Zygaena trifolii). Toch zijn en blijven dit unieke, maar kwetsbare populaties. Voor andere algemene vlindersoorten was 2000 een redelijk jaar.

Voor een aantal trekvlindersoorten was 2000 een vrij gunstig jaar. De distelvlinder en de atalanta waren in redelijke aantallen aanwezig. De kolibripijlstaart werd regelmatig gezien en Nomophilla noctuella was, zij het maar kort, talrijk aanwezig. De oranje luzernevlinder werd vanaf juli en vooral in september en oktober (22 vlinders op 7 oktober) langs de dijk van de Westerschelde relatief veel gezien. Windepijlstaart (2 vlinders en 2 rupsen) en doodshoofdvlinder (1 dood exemplaar te Nieuwvliet) werden weinig gesignaleerd.

Samengevat zorgde een zacht voorjaar, een droge, zonnige en warme junimaand en een redelijke zomer voor een gunstig vlinderjaar, maar de natte herfst kan alle positieve ontwikkelingen te niet doen.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 1999 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De leden van de insectenwerkgroep zijn ook dit jaar weer bijzonder actief geweest.

Naast de vlinders werd er ook ruime aandacht geschonken aan libellen en meikevers.

De meikever is dit jaar met 300 waarnemingen aanmerkelijk minder gezien dan vorig jaar met 3800 meldingen.

Door de werkgroep werden er meer dan 49.000 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders en aan de terreinbeheerders.

In het kader van een uitgave van een nieuwe landelijke vlinderatlas en de uitgave van een provinciale vlinderatlas werden veel blinde km-blokken onderzocht, waarvan ook een groot aantal in West Zeeuws Vlaanderen.


Ook stonden er twee vlinderexcursies op het programma. De eerste fietsexcursie was een geslaagd evenement maar de tweede excursie ging wegens het slechte weer niet door.


Tijdens de wandelexcursies in de waterwingebieden van Clinge en St Jansteen werd door de excursieleiders ook regelmatig aandacht besteed aan vlinders en libellen, waarvoor onze dank.


Verder was de werkgroep met een stand present op:
  • de Schaapscheerdersfeesten te Clinge
  • de Natuur en Milieumarkt te Axel
  • en op Werelddierendag in de Blauwe Hoeve te Hulst


We bezochten de landelijke dag voor vlinderaars in Eede bij Wageningen en de vlinderstudiedag bij onze zuiderburen in Antwerpen.

Regelmatig verschenen er vooral dankzij Eddy Taelman weer stukjes in de dagbladen over vlinders en libellen en de in Zeeland nog maar zelden voorkomende (levendbarende) hagedis.

In het verenigingsblad verschenen artikelen over vlindervriendelijk tuinieren en over de noodzaak van gefaseerd maai- en bermbeheer, over de fietsexcursie en een oproep om vlinderwaarnemingen in de tuin door te geven.

Er werd vooral in de Waterwingebieden van Clinge en St Jansteen en rondom Hulst meer onderzoek naar libellen gedaan en er waren opmerkelijke waarnemingen van onder andere de Vuurlibel, de Smaragdlibel en de Bruine Glazemaker.

Joop Rijnders gaf een prachtige diavoorstelling over libellen op Werelddierendag in de Blauwe Hoeve te Hulst.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Kritisch blijft de situatie voor het Hooibeestje waarvan slechts enkele vlinders buiten de Axelse Vlakte werden gezien. De zeldzame Grote vos, de Kleine parelmoervlinder en de Heivlinder werd wederom niet gezien en de Koninginnepage liet zich ook maar 20 keer bewonderen.

Een slecht jaar was het weer voor het Groot dikkopje en het Bruinblauwtje.
Ook de Citroenvlinder had een slecht jaar. Voor de Argusvlinder en het Koevinkje was het een matig jaar.
Het Oranjetipje werd een lage aantallen, maar in een groter aantal km-blokken waargenomen.
Een goed jaar was het voor het Groot koolwitje, Bont zandoogje, de Eikepage en het Landkaartje.
Voor andere algemene soorten was 1999 een redelijk tot matig jaar.

Uitzonderlijk waren de waarneming van de Keizermantel in de Braakman en het voor het eerst in Nederland waargenomen Geraniumblauwtje in Waterlandkerkje en de waarnemingen van het Geelsprietdikkopje in West Zeeuws Vlaanderen.

Voor een groot aantal trekvlindersoorten was 1999 een slecht jaar. Alleen de Atalanta en de Kolibripijlstaart waren in redelijke aantallen aanwezig.

Samengevat maakte een goede nazomer er nog een matig vlinderjaar van. Een jaar waarin we wederom met berichten over de achteruitgang van de natuur en zeldzame soorten te maken kregen en waarin we weinig ombuiging van beleid en beheer mochten constateren.

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 1998 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De insectenwerkgroep is ook dit jaar weer bijzonder actief geweest. Naast de vlinders werd er ook ruime aandacht geschonken aan libellen en aan de toename van het aantal meikevers (3700 ex).

Door de werkgroep werden er ca. 36.500 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders en aan de terreinbeheerders. In het kader van een uitgave van een nieuwe landelijke vlinderatlas en de uitgave van een provinciale vlinderatlas werden veel blinde kmblokken onderzocht.

Ook werd er een vlinderexcursies en een libellenexcursie gegeven in de omgeving van Clinge.

Verder was de werkgroep met een stand present op:
  • de Natuur en Milieumarkt te Terneuzen
  • de Schaapscheerdersfeesten te Clinge
  • de Midzomerfeesten te Hengstdijk
  • en op Kinderdierendag te Hulst


Ook organiseerden we een vlinder-kleurwedstrijd voor kinderen tot 12 jaar.

We bezochten de landelijke dag voor vlinderaars in Eede bij Wageningen, waar de door ons voorgedragen Heer Blaauwendraat was genomineerd voor de Gouden Vlinder.

Regelmatig verschenen er vooral dankzij Eddy Taelman stukjes over vlinders en andere insekten zoals de meikevers en libellen in de dagbladen en waren er tvreportages over meikevers, krabben en de rups van de doodshoofdvlinder op de regionale televisie.
Lucien Calle haalde de media met de uitgave van zijn libellenrapport en een insectenexcursie op de open boerderijdag te Lamswaarde en was ook op tvZeeland te bewonderen met het insektentuintje op zijn balkon.

In het verenigingsblad verschenen artikelen over de onverwachte aanwezigheid van de Eikepage en over de resultaten van een onderzoek naar het voorkomen van de Eikepage in de gemeente Hulst.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten. Kritisch blijft de situatie voor het Hooibeestje waarvan slechts 4 vlinders buiten de Axelse Vlakte werden gezien. De zeldzame Grote vos, de Kleine parelmoervlinder en de Heivlinder werd niet gezien en de Koninginnepage liet zich ook nog maar 15 keer bewonderen. Een slecht jaar was het voor het Groot dikkopje, het Oranjetipje, het Bruinblauwtje en vooral het Icarusblauwtje. Een goed jaar was het voor het Groot koolwitje, Bont zandoogje en het Landkaartje.

Voor andere algemene soorten was 1998 een redelijk tot matig jaar.

Voor een groot aantal trekvlindersoorten was 1998 een pover jaar. Slechts 109 Distelvlinders werden er geteld en alleen de Oranje luzernevlinder was in relatief redelijke aantallen (63 waarnemingen) aanwezig.

Al met al een matig vlinderjaar met één grote verrassing namelijk het aantal van 816 regionaal zeldzame Eikepages!!!

Het slechte najaarsweer zal ongetwijfeld voor veel vlindersoorten negatief uitpakken en met angst en beven zien we 1999 tegemoet.


Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 1997 INSECTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De insectenwerkgroep is ook dit jaar bijzonder actief geweest.

Op verzoek van de ANWB en de Vlinderstichting werd er een vlinderwandelroute uitgezet op de Linie te Hulst.

Door de werkgroep werden meer dan 48.000 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders.

Ook werden er vijf vlinderexcursies gehouden te Hulst, Axel en Absdale. Het weer en de belangstelling (gemiddeld 24 deelnemers) waren goed.

Verder was de werkgroep met een stand present op:
  • de Schaapscheerdersfeesten te Clinge
  • de Midzomerfeesten te Hengstdijk
  • de Dag van de Ouderen te Axel
  • en op Werelddierendag in de Blauwe Hoeve te Hulst
  • en organiseerden we een vlinderkleurwedstrijd voor kinderen tot 12 jaar.


Ook gaven we dialezingen op de basisschool te Lamswaarde en voor de Katholieke Vrouwen Bond te Hulst.

We bezochten de landelijke bijeenkomst voor vlinderwerkgroepen te Culenborg en we waren ook aanwezig op de landelijke dag voor vlinderaars in Eede bij Wageningen.

Regelmatig verschenen er vooral dankzij Eddy Taelman stukjes over vlinders en andere insekten zoals de Gouden tor in de dagbladen en waren er interviews met Joop de Bakker over de vlinderroute en vlinderexcursies op Radio Zeeland te beluisteren. Lucien Calle haalde de media met de ontdekking van de uiterst zeldzame Bandheidelibel en liet de jeugd kennis maken met de insektenwereld o.a. tijdens de open boerderijdag te Lamswaarde.

In het verenigingsblad verschenen stukjes over de Oranje luzernevlinder, de vlinderwandelroute op de Linie en de vondst van de Doodshoofdvlinder te Westdorpe.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten.
Kritisch blijft de situatie voor het Hooibeestje dat in iets grotere aantallen op de Axelse Vlakte werd gezien maar buiten dit gebied werden er nog maar 2 vlindertjes gezien in de Zoutestraat bij Hulst. De zeldzame Keizersmantel en Grote vos werden niet meer gezien en de Koninginnepage liet zich ook nog maar 16 keer bewonderen.
Een matig jaar was het voor de Argusvlinder en het Koevinkje. Een slecht jaar was het voor het Groot dikkopje, het Oranjetipje, het Boomblauwtje en de Citroenvlinder. Een goed jaar was het voor het Bruin blauwtje en de Kleine vuurvlinder was in grote aantallen in het waterwingebied te Clinge en St. Jansteen te bewonderen.

Voor veel algemene soorten was 1997 een redelijk jaar. Zwartsprietdikkopje, Groot koolwitje, Oranje-, Bruin- en Bont Zandoogje, Gehakkelde Aurelia, Landkaartje, Dagpauwoog en Kleine Vos werden relatief veel gezien.

In tegenstelling tot het recordjaar 1996 was 1997 voor de trekvlinders een pover jaar. Er werden ca 29.000 Gamma's en 12.000 Distelvlinders minder gezien dan in 1996. Slechts 41 Distelvlinders werden er geteld en alleen de Atalanta was in redelijke aantallen aanwezig.

Bijzonder voor O.Z. Vlaanderen waren de ontdekking van de Eikepage en de waarnemingen van de Heivlinder en de Kleine Parelmoervlinder in het waterwingebied van Delta Nuts en een melding van de zeer zeldzame Koningspage.

De nietongevaarlijke rupsen van de Processierupsvlinders werden in onze regio niet meer gezien.

Al met al een slecht jaar voor de trekvlinders, een matig jaar voor de zeldzame soorten en een redelijk jaar voor de algemene soorten maar toch een enerverend jaar met veel verrassingen!!!

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 1996 INSEKTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

De insektenwerkgroep is dit jaar bijzonder actief geweest. Dat kwam niet alleen door de grote invasies van een aantal trekvlindersoorten maar ook door het feit dat het 10-jarig bestaan van de groep en het 40-jarig bestaan van de Steltkluut te vieren waren.

Door de werkgroep werden meer dan 60.000 vlinders geregistreerd en de waarnemingen worden doorgegeven aan de Vlinderstichting, het Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoek en aan de Beneluxwerkgroep Nachtvlinders.

Ook werden er vlinderexcursies gehouden te Hulst, Axel en Lamswaarde en werkten we mee aan de Insekten-doemiddag te St Jansteen.

Verder was de werkgroep met een stand present op:
  • de natuur- en milieumarkt te Terneuzen.
  • de Open Biobedrijvendag te Zaamslagveer
  • de Open Dag van Delta Nuts te St Jansteen
  • de Kinderdierendag te Hulst


Ook bezochten we de landelijke bijeenkomst voor vlinderwerkgroepen te Oud-Beijerland en waren we aanwezig op de landelijke dag voor vlinderaars te Wageningen, waar we bij de genomineerde werkgroepen voor de Gouden Vlinder behoorden.

Regelmatig verschenen er dankzij Eddy Taelman stukjes over vlinders en veenmollen in de dagbladen en waren er interviews over de Meikever en de invasie van de Distelvlinders op Radio Zeeland te beluisteren.

In het verenigingsblad verschenen stukjes over de Meikever, de Rouwmantel en de Distelvlinder en over de nominatie voor de Gouden Vlinder.

Wat de vlinders betreft hebben we speciale aandacht geschonken aan de regionaal zeldzame en/of bedreigde soorten.
Kritisch blijft de situatie voor het Hooibeestje dat wederom in zeer kleine aantallen alleen op de Axelse Vlakte werd gezien. Een redelijk goed jaar was het voor het Oranjetipje, het Koevinkje, het Bruin blauwtje, de Metaalvlinder en de 5-stippige St Jansvlinder. De zeldzame Rouwmantel maakte plaats voor twee zeldzame Keizersmantels en twee Grote vossen en de Koninginnepage liet zich ook nog maar tien keer bewonderen.

Voor veel algemene soorten was 1996 maar een matig jaar. Groot koolwitje, Bont Zandoogje, Argusvlinder, Gehakkelde Aurelia, Landkaartje, Dagpauwoog en Kleine Vos werden relatief weinig gezien.

Beter ging het met de trekvlinders. Uitzonderlijk waren de aantallen Gamma-uiltjes, Oranje luzernevlinders, Distelvlinders, Kolibriepijlstaarten en Nomophila noctuella's.

Bijzonder voor O.Z. Vlaanderen waren de twee waarnemingen van het zeldzame trekvlindertje Heliothis peltigera en de vondst van de rups van de doodshoofdvlinder.
Veel aandacht en publiciteit was er voor de verschijning van de niet-ongevaarlijke rupsen van de Processierupsvlinders.

Dankzij van de vlinderstichting ontvangen feromonen ontdekten we nog twee nieuwe soorten wespvlinders in onze streek.
De Wilgenwespvlinder- en de Populierenwespvlindermannetjes lieten zich verleiden door de lokstoffen en gaven hun verborgen levenswijze prijs.

Al met al een enerverend jaar voor de Insektenwerkgroep!!!

Terug naar het begin van de pagina.

VERSLAG 1995 INSEKTENWERKGROEP VAN DE STELTKLUUT /
VLINDERWERKGROEP ZEEUWS VLAANDEREN

Door de warme zomer was het een fantastisch vlinderjaar en het accent lag dan ook bij de vlinders. De grootste bijzonderheid was ongetwijfeld de grote invasie in Nederland van de Rouwmantel waarvan er in Oost Zeeuws Vlaanderen ook vijf vlinders werden gezien.

Uitzonderlijk was ook de massale aanwezigheid van 560 Atalanta's op twee percelen met bladramanas in de Braakman half juli.

Nieuw voor Zeeuws Vlaanderen was de Metaalvlinder (max 8 ex) en zeldzame soorten die gezien werden waren de 5 Stippige Sint Jansvlinder en de Kleine parelmoervlinder. Ook zeldzame trekvlinders als de Doodshoofdvlinder, Windepijlstaart en Kolibrivlinder werden gemeld.

Regionaal zeldzame soorten zoals het Oranjetipje en Koevinkje hadden een goed jaar.
Bijzonder slecht gaat het met het Hooibeestje, een vlinder die behoort tot de familie van de Zandoogjes. Vóór 1991 kwam de soort in heel Oost Zeeuws Vlaanderen voor en is sindsdien, ook in de rest van Nederland, schrikbarend afgenomen. In 1995 werden er nog maar drie vlindertjes op één plaats (Axelse Vlakte) gezien.
Ook de Koninginnepage nam verder af. Het Bruin Blauwtje is een Rode lijst soort en is ook maar op enkele plaatsen waargenomen en verdiend meer aandacht te krijgen.

Door de werkgroep werden bijna 12000 vlinders geregistreerd en doorgegeven aan de Vlinderstichting. De waargenomen trekvlinders werden gemeld bij de Nederlandse en Belgische trekvlinderonderzoekers.

Ook gaven werkgroepleden acte de précence op de landelijke vlinderdag te Ede en op de landelijke bijeenkomst voor regionale vlinderwerkgroepen te Wageningen.

Regelmatig verschenen er stukjes over vlinders en meikevers in de dagbladen en was er een interview over de vlinders op Radio Zeeland te beluisteren.
In het verenigingsblad verscheen een artikel over de Koninginnepage.

De geplande vlinderexcursie kon door slechte weersomstandigheden helaas niet doorgaan.

Terug naar het begin van de pagina.