Adviezen

 
1. De adviezen met betrekking tot de nota wonen zorg en welzijn samengevat

2. Overwegingen van de Seniorenraad tot deze adviezen



 
1. De adviezen met betrekking tot de nota wonen zorg en welzijn samengevat
 

De adviezen van de Seniorenraad voor de gemeente met betrekking tot de nota wonen zorg en welzijn en het groeiboek woonservicezone op een rij:

Advies 1:
Omschrijf duidelijke doelen, laat alle betrokkenen deze doelen onderkennen, zorg dat er geen "verborgen doelen" zijn.- De centrale rol van de gemeente ligt in het afstemmen van de behoefte op de vraag, in een krachtenveld tussen woningbouw, zorgaanbieders. en wat verzorgings- en verpleeghuizen betreft ook centrale overheden.

Advies 2:
De eventuele financiële gevolgen voor de zorgvrager zijn door de gemeente onderkend. Wij stellen ons op het standpunt dat deze plannen geen financiële gevolgen mogen hebben voor de zorgvrager met name met een minimum inkomen. We vragen de gemeente dan ook dit aspect nauwkeurig te bewaken. De gemeente moet tevens de zorgverleners vragen de extra fte's en de daarmee gepaard gaande extra kosten inzichtelijk te maken.

Advies 3:
Betrek tevens de verpleeg- en verzorgingshuizen bij het plannen van strategische locaties en behoudt voldoende intramurale capaciteit. Overweeg om een 5e zuil professioneel geriatrische kennis in te bouwen. Naast kleinschalige woondusters moeten er grote wooncomplexen naar voorbeeld van Ter Reede worden geëntameerd, bijvoorbeeld opwaarderen van Hof ter Veste naar dit model.

Advies 4: De rol van de gemeente dient nauwkeuriger omschreven te worden. Ook de verantwoordelijkheden van de verschillende zuilen moet worden omschreven. Er moet gezocht worden naar meer stuurmechanismen. Leg zorgleveranciers de plicht op om. de basiszorg die ze kunnen leveren duidelijk te omschrijven en te garanderen naar de zorgvrager, of leg die taak neer bij het zorgkantoor.

Advies 5:
Betrek andere leveranciers en met name ook vrijwilligersorganisaties bij invulling van de zuil welzijn. Besteedt aandacht aan de bereikbaarheid voor bezoek. Faciliteer het transport. Zoek strategische locaties.

Advies 6:
Door de gemeente moet nauwkeuriger omschreven worden onder welke condities men voor een bepaald type woning in aanmerking komt. De gemeente moet onderzoeken of woningen ook betrokken kunnen worden door samenwonenden, waarvan slechts 1 persoon een indicatie heeft en wat er gebeurt indien de partner met een indicatie wegvalt.

Advies 7:
Stel vaste evaluatiemomenten. Bewaak deelrapportage zodanig dat ze passend zijn binnen de gestelde doelen.

Advies 8:
We adviseren dringend de gemeente om een professioneel vergelijkend onderzoek uit te laten voeren naar tevredenheid van bewoners en personeel en naar verschillen in kwaliteit van zorg en welzijn tussen grootschalige en kleinschalige woonvormen.

Advies 9:
Start zo spoedig mogelijk met het bouwen van rolstoeldoorgankelijke woningen met voldoende berging voor hulpmiddelen (scootmobiel ed.).

TopNaar begin van de pagina 




 

2. Overwegingen van de Seniorenraad tot deze adviezen 

Eerste advies van de Seniorenraad met betrekking tot de nota "Wonen Zorg en Welzijn" en het groeiboek "De Woonservicezone" van de gemeente Middelburg.

1. Wat wil men bereiken:
In de twee notities is geen paragraaf opgenomen waar de doelstellingen van het plan duidelijk worden omschreven. Deze zijn hier en daar in de tekst te vinden. Als we ze op een rij zetten, komen we tot het volgende lijstje:
In het kader van de landelijke modernisering van de AWBZ en/of door de gemeente aangegeven:

Met name de termen 'meer marktwerking' en het 'scheiden van wonen en zorg/ vraaggestuurde zorg' verontrusten ons. Immers tot nu toe zijn de resultaten van marktwerking in de nutssector niet erg succesvol geweest. En het scheiden van woning en zorg doet denken aan het gebeuren bij de NS, waar spooronderhoud en treinen werden gescheiden!

Minder regelgeving: de huidige situatie is zodanig dat, wanneer zorgvragers voor een wozoco (verpleeghuiszorg) kiezen, de administratieve last voor de zorgvrager groot is. Dit punt komt verder niet aan de orde, moet dus nog groeien! Vraaggestuurde zorg: wat houdt dit in? In feite wordt de vraag meestal geformuleerd in samenspraak met professionals (artsen, paramedici, verzorging, RIO). De vraag wordt door hen vertaald naar zorgbehoefte en de meest adequate en goedkoopste oplossing wordt gehonoreerd.
De zorgvrager heeft vervolgens de vrijheid om de zorgaanbieder te kiezen. Op het gebied van wonen krijgt de zorgvrager meer invloed op woonomgeving en woonsituatie.Vraaggestuurde zorg is dus in feite: afstemmen van aanbod op de vraag, rekening houdend met de wensen van de zorgvrager in de mate van het mogelijke. De rol van de gemeente is om dat afstemmen te bewaken. Dit leidt tot:

2. De financiële kant:
Het scheiden van wonen en zorg betekent dat het deel wonen voor rekening van de zorgvrager komt.. We hopen dat het niet de bedoeling is om de modernisering van de AWBZ te gebruiken als een bedekte bezuinigingsoperatie. Het kleinschalig zorg verlenen betekent dat er per product meer personeel ingezet moet worden. Dus meer fte's. Kunnen de zorgverleners aangeven waar ze deze extra loonkosten vandaan willen halen en om hoeveel extra fte het gaat?

3. Intramuraal versus extramuraal:

De functie van de huidige verpleeg- en verzorgingshuizen komt nauwelijks aan de orde. Ze lijken te worden vervangen door type B en A woningen.
Men dient zich echter terdege te realiseren dat intramurale zorg een meerwaarde blijft behouden ten opzichte van extramurale zorg. Met name op het gebied van welzijn, bereikbaarheid van welzijn, en medische/ paramedische geriatrische expertise. Het is dan ook beter om te zoeken naar een model waarbij deze extra's effectief extramuraal aangewend kunnen worden, dan om intramuraal te vervangen. Een samenwerkingsmodel dus. Hiertoe zou o.a. een 5de zuil medische/ paramedische diensten toegevoegd kunnen worden aan het extramurale systeem. Bovendien zal er een groep zorgvragers blijven waar geen andere opvang voor mogelijk is. Ook moeten mensen de keuze kunnen maken of ze intramuraal of extramuraal willen wonen. Niet iedereen wil en kan de regie over zijn leven voeren.
Kleinschalig wonen is ook te realiseren in een groot conglomeraat (voorbeeld: Ter Reede). Dan kan wel elk type zorg aan huis worden geleverd en hoeft men dus niet meer te verhuizen. Het personeelsbestand is minder kwetsbaar, kosten beter beheersbaar en de organisatie is duidelijker. Daarenboven is de zuil welzijn beter bereikbaar.
Verzorgingshuizen en verpleeghuizen kunnen geïntegreerd worden in het systeem als zorg:kruispunten en activiteitencentra.

4. De positie van de gemeente:
De positie van de gemeente wordt vaag weergegeven. Men wil in plaats van dirigent, regisseur worden. Het is niet duidelijk wat het verschil is. Toch is het erg belangrijk dat de eindverantwoordelijkheden voor de verschillende pijlers duidelijk zijn. Wanneer zoals ons is gebleken, Zorgstroom aangeeft de zorg in een setting van 24 tot 30 eenheden onvoldoende te kunnen leveren, moet de gemeente dat accepteren als een gegeven. De pijlers hebben hun eigen professionele verantwoordelijkheid.
De stuurmechanismen die de gemeente tot haar beschikking heeft zijn: bestemmingsplan en subsidies. Dat lijkt onvoldoende.
De zorgleveranciers moeten de plicht krijgen om de basiszorg die ze leveren, te omschrijven en te garanderen naar de zorgvrager toe Op die manier kan ook de angst van bv. de cliëntenraad weggenomen worden dat zorg onder de maat geleverd wordt

5. De pijler welzijn.
De pijler welzijn kan niet alleen door het SWOM worden ingevuld. Ook verpleeg- en verzorgingshuizen en de gemeente hebben de nodige kennis in huis om dit in te vullen.
Onderschat niet de rol die vrijwilligersorganisaties op dit gebied kunnen spelen. Zij zijn tot op heden nog niet betrokken bij de plannen.
De producten die buitenshuis aangeboden worden, betekenen een belemmering voor de minder mobiele bewoners. Men moet zich immers verplaatsen of verplaatst worden. Ook voor bezoek moet er parkeergelegenheid zijn.

6. De pijler wonen.
Ouderen lopen nog steeds de kans om te moeten verhuizen: van woning type D naar type B naar type A, mogelijk daarna toch nog intramuraal. Dat betekent dat het niet juist is om het te doen voorkomen alsof dit plan het meerdere keren verhuizen oplost.
Het dient mogelijk te zijn dat samenwonenden waarvan slechts een van de twee een indicatie heeft, een woning betrekt. Ook moet duidelijk zijn wat er gebeurt indien de geïndiceerde partner wegvalt.

7. Het groeiplan.
De gemeente heeft ervoor gekozen om het plan te laten verlopen als groeiproces. Dat betekent dat er een tijd~ad met op tevoren vastgestelde tijdstippen een evaluatie gemaakt zal moeten worden, waarna eventueel aanpassingen gedaan kunnen worden. Het maken van deelrapporten houdt tevens in dat nauwkeurig bewaakt moet worden of deze passen binnen het algemene raamwerk.

8. De vraag.
Uiteraard is het niet mogelijk om alle ouderen in Middelburg naar hun mening te vragen omtrent deze plannen. Maar het moet wel mogelijk zijn om onderzoek te laten doen naar de tevredenheid bij bewoners en personeel in kleinschalige intra- en extramurale voorzieningen versus grootschalige woonvormen in combinatie met verpleeghuiszorg. Daarbij dient men ook te betrekken een vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van zorg en de bereikbaarheid van de sector welzijn. Van een dergelijk onderzoek, mits goed opgezet, moet veel geleerd kunnen worden. Wij achten de SVRZ in staat om een dergelijk onderzoek uit te kunnen voeren binnen redelijke termijn. Immers, het is een grote organisatie met meerdere kleinschalige projecten, die al enige tijd functioneren, verspreid over Zeeland.

9. Tot slot.
In Middelburg is er een ernstig tekort aan levensloopbestendige woningen voor ouderen. Daarom juichen we de voortvarendheid van de gemeente toe. Ondanks onze bedenkingen pleiten we ervoor om zo snel mogelijk te gaan bouwen!

 

 

TopNaar begin van de pagina