|
De hoog gewaardeerde Jaap van
der Leck werd in juli 1956 aangetrokken als trainer. Onder
zijn leiding speelde Feyenoord schitterend voetbal. De
publieke belangstelling steeg. Desondanks bracht hij de titel
niet naar de Kuip.
|
|
De Wolf, al jaren de
assistent-trainer, nam in 1958 de taken van Jaap van der Leck
over. De Wolf schreef veel over de tactische en technische
aspecten van het voetbal.
|
|
In 1959 werd de ex-speler van
Slavia Praag en het Tsjechische nationale elftal aangetrokken.
Hij was de eerste trainer die de landstitel in het betaalde
voetbal naar de Kuip haalde. Na het kampioenschap in 1961
besloot hij trainer te worden van FC Basel.
|
|
In Nederland was Fuchs bekend
geworden als trainer van ADO, SHS en Blauw Wit. In zijn eerste
jaar haalde hij het kampioenschaal binnen. In zijn laatste
seizoen was hij verantwoordelijk voor Feyenoords eerste
Internationale succes. Pas in de halve finale van de Europacup
voor landskampioenen moesten de Rotterdammers hun meerdere
erkennen in Benfica. In de zomer van 1963 vertrok hij naar het
Amsterdamse Blauw Wit.
|
|
De opvolger van Fuchs werd de
Roemeen Norberto Höfling. De vroegere speler van onder meer
MTK Budapest en AS Roma was vanaf 1954 negenjaar werkzaam als
trainer bij Club Brugge. Höfling kon niet wennen aan de
Nederlandse mentaliteit en werd na één seizoen
ontslagen.
|
|
Als opvolger van de Roemeen
Höfling werd de Oostenrijker Willy Kment geëngageerd. Eerder
was hij werkzaam als coach van VVV, het Noorse nationale
elftal en DOS. Onder zijn leiding behaalde Feyenoord in
1965 voor het eerst de dubbel. De Oostenrijker was drie
seizoenen actief als trainer in de Kuip. Onder zijn leiding
werd de eerste buitenlandse speler (Harry Bild)
aangetrokken.
|
|
Peeters werd in 1967 benoemd tot
trainer van het eerste elftal. De Hagenaar was sinds 1960
jeugdtrainer bij Feyenoord. Van 1960 tot 1966 was hij tevens
docent aan de trainersopleiding van de KNVB. Na het behalen
van de dubbel in 1969 werd Peeters opnieuw
jeugdtrainer.
|