Hierin worden de verhalen van Pygmalion, Narkissos, Tereus, Orfeus, en Helena besproken. Pygmalion, die verliefd wordt op Afrodite, een beeld van haar schept, wat uiteindelijk tot leven gebracht wordt. Narkissos, de knappe hartenbreker die door een straf van Artemis en Eros verliefd wordt op zichzelf. Tereus die verliefd wordt op de zuster van zijn vrouw, die met een list mee lokt, hoe alle drie lijden onder de liefde, hoe de zoon slachtoffer wordt, en hoe Afrodite een eind maakt aan de treurige geschiedenis. De verdrietige Orfeus, die zijn vrouw uit de onderwereld mag ophalen, als hij op de weg naar boven niet omkijkt, en hoe hij als hij weer boven de aarde komt toch omkijkt, en zijn vrouw voor altijd verliest. Helena, die door Afrodite aan Paris beloofd was, maar getrouwd was met Menelaos. Hoe Paris haar schaakte, en zo een oorlog ontketende.
Niet alle verhalen zijn even mooi, maar ze zijn wel allemaal op de Imme Dros manier beschreven, moderne taal verwerkt met de letterlijke vertaling. Dit levert een aparte stijl op die de verhalen heel leesbaar maakt, maar toch iets van de oorspronkelijke stijl bewaart. Dit bijzondere taalgebruik komt ook terug in andere boeken van Imme Dros.
<< terug