Parkinson Online Nederland    

  [ Home ] [ Top ]  

De Ziekte van Parkinson


James Parkinson, arts, geboren in Londen in 1755, beschreef in 1817 de "shaking palsy" en definieerde het als een autonome ziekte. Later werden de door hem beschreven symptomen bekend als de Ziekte van Parkinson.


De ziekte van Parkinson treft zowel mannen als vrouwen; meestal zijn zij dan in de buurt van de vijftig jaar. Naar schatting zijn er op dit moment tussen de 40.000 en 45.000 mensen in Nederland die aan de ziekte van Parkinson lijden. De belangrijkste symptomen zijn: beven, spierstijfheid, bewegingstraagheid en algemene vermoeidheid. Patiënten kunnen in meerdere of mindere mate te maken hebben met elk van deze vier of met combinaties daarvan.


Het beven kan tweezijdig zijn, maar komt ook eenzijdig voor, of aan één been of één arm. Het is niet te onderdrukken. Valt men in slaap dan houdt het beven op. Het beven of schudden valt het meeste op, maar de andere symptomen bemoeilijken een normaal leven eveneens. Lopen, in beweging komen of juist stoppen, wordt moeilijk. Voeten vegen, jas aantrekken, laat staan het strikken van een das of het schrijven van een brief worden problematische handelingen. Moeilijk slikken en spreken, trage stoelgang, overmatige transpiratie, kwijlen: het zijn maar enkele van de vele zaken waarmee een parkinsonpatiënt te maken kan krijgen.


Bijzonder is, dat de ernst van de klachten zeer kan wisselen, zelfs in de loop van een dag. Dat heeft soms tot gevolg dat de patiënt niet meer serieus genomen wordt, dat hij of zij zich aanstelt, dat het zenuwen zijn. Dat is echter zeker niet het geval; de ziekte is niet van psychologische aard. Psychische spanningen kunnen overigens wel de stress vergroten en daarmee de symptomen verergeren. Depressie is ook een veel voorkomend symptoom van de ziekte van Parkinson.


De verschijnselen van de ziekte van Parkinson treden op doordat bepaalde cellen in een kern van onze hersenen, de zwarte kern (substantia nigra), een bepaalde chemische stof (dopamine) niet meer in voldoende mate aanmaken. Dopamine is een stof die nodig is om signalen van de hersenen door te geven aan onze spieren. Het is deze stof die essentieel is voor de overdracht van prikkels van zenuwcel naar zenuwcel; valt die verbinding weg, dan weten de spieren niet meer wat te doen en gaan dan willekeurig bewegen, reageren niet of langzaam op de orders van bovenaf. Het tekort aan dopamine verstoort de chemische balans in dat deel van de hersenen.


De oorzaak van de ziekte van Parkinson is nog niet ontdekt. Veroudering van de hersenen is op zich geen afdoende verklaring. Er zijn ouderen die er geen last van krijgen en er zijn ook steeds meer patiënten die er al op jongere leeftijd mee te maken krijgen. Artsen hebben vaak moeite met het herkennen van de symptomen, vooral bij de jongere patiënten. De symptomen zijn immers veelzijdig en bij haast niemand gelijk.


De medicijnen richten zich op dit moment op zowel het tegengaan van de afbraak van de dopamineproduktie als het herstel van het chemisch evenwicht. Wat zou eenvoudiger zijn dan de patiënten gewoon dopamine te geven; de tekorten zouden opgeheven worden en niemand heeft meer last. Helaas blijkt dat de lever de toegediende dopamine afbreekt, waardoor het de hersenen niet kan bereiken. Een aan dopamine verwante stof (levodopa) werd gevonden en bleek goed te kunnen werken: als het werd toegediend konden de hersenen er dopamine van maken. Bijverschijnselen verhinderden een al te enthousiast gebruik ervan; tegenwoordig schrijven de artsen vaak een combinatie voor, bijvoorbeeld: levodopa, anticholinergicum en dopamine-agonist.


  [ Home ] [ Top ]  

  Voor het laatst bijgewerkt op: 17 november 1999 ; Copyright © Hans van der Genugten