't Begrip 'Zeeuws'
Het Zeeuws
is een Friso-Frankische streektaal. Samen met het West- en Frans-Vlaams vormt
zij een apart cluster zuidwest-Nederlandse dialecten. Jacob van Maerlant
onderscheidde al een aantal 'Dietse' (streek-)talen en het Zeeuws is er daar,
zo blijkt onder meer uit de proloog van zijn Sinte Fransiscus Leven, één van:
Men moet
om de rime te souken
Misselike
tonghe in bouken:
Duuts,
Diets, Brabants, Vlaemsch, Zeeus;
Walsch,
Latijn, Griex ende Hebreeus
(Misselike tonghe = verschillende talen)
Zeeuws werd
toen dus gespeld als 'Zee(u)s(ch)' en was als begrip gangbaar ter aanduiding
van de taal van de Vlaamse kust. Daar verstond men tot ongeveer begin
vijftiende eeuw het hele eilandrijke kustgebied van Oostvoorne tot voorbij
Duinkerke onder. Toen de Brugse rederijker Cornelis Everaert in 1526 in zijn
stuk 'Ghewilligh Labuer ende Volc van Neeringhe' een zeeman opvoerde 'sprekende
de Zeeusche taele', bedoelde hij daar waarschijnlijk die kusttaal mee ("in
neghen deeghen comme ic geveerren"). In die tijd was Zeeuws dus een wat
breder begrip dan nu.
Tegenwoordig,
nu streektalen en minderheidstalen volop in de belangstelling staan, zijn
steeds meer mensen van mening, dat het Zeeuws, net als het Nedersaksisch en het
Limburgs, als zelfstandige streektaal erkend zou moeten worden. Het Europees
Handvest voor Streek- of Minderheidstalen biedt daar meer dan voldoende
mogelijkheden voor. Op provinciaal niveau is daarover overleg gevoerd en een
officieel verzoek tot erkenning door de Provincie Zeeland aan de
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken zal niet lang meer op zich laten
wachten.
De
discussie over de vraag of die erkenning op een of andere wijze ook voor het
Frans- en West-Vlaams zou moeten gaan gelden, moet nog op gang komen.
Dialecten en
kenmerken
Het Zeeuws
is onder te verdelen in een aantal dialectgroepen: Svores (Oostvoorne en
omgeving; Sv op de kaart), Goereês (G), Flakkees (Ofl), Fluplands (St.
Philipslands; Phi), Thools (T), Schouws (Sch), Duvelands (D), Noord-Bevelands
(NB), Zuud-Bevelands (ZB), Walchers (W), West-Zeêuws-Vlaoms (of Cezands; ZVW)
en Land-van-Axels (LvA).
De dialecten van het
Land van Hulst, het oostelijkste deel van Zeeuws Vlaanderen, en een aantal
Zeeuws-Vlaamse grensdorpjes zijn geen Zeeuwse (Friso-Frankische), maar
Oost-Vlaamse (Frankische) dialecten.
Binnen de
diverse regiolecten hebben de meeste plaatsen een eigen dialect. Maar steeds
meer van die plaatselijke dialecten vervlakken. Meestal zijn alleen de
dialecten van 'gesloten' gemeenschappen nog duidelijk van de dialecten van
omringende plaatsen te onderscheiden (Ouddorp, Bruinisse, Yerseke, Arnemuiden,
Westkapelle, Eede). Aan sprekers is nog wel steeds duidelijk te horen uit welke
streek ze komen en kan binnen grotere streken als Flakkee, Zuid-Beveland en
Schouwen bestaan regionale verschillen. Die verschillen zijn bijna altijd
oost-west georiënteerd.
Een aparte
plaats binnen het Zeeuws wordt ingenomen door het burger-Zeeuws van Middelburg
en Vlissingen (en tegenwoordig ook Oost- en West-Souburg), dat bijzonder sterk
verschilt van die van het omringende Walcherse plattelandsdialect. De dialecten
van andere steden en stadjes als Zierikzee, Goes, Veere, Tholen, Oostburg, Axel
en Terneuzen wijken veel minder van de omringende plattelandsdialecten af.
De genoemde regiolecten laten naar het zuiden toe steeds meer
Vlaamse kenmerken zien. Is op Schouwen een zomer in Zeeland nog gewoon een
'zomer in Zeêland', vanaf Walcheren en Zuid-Beveland wordt dat een 'zeumer'. En
op het qua vocabulair iets noordelijkere Zuid-Beveland eet men 'aerebemezen' of
'aerebezems', op Walcheren zijn dat 'frinzen' of 'frenzen' (van het Franse
'fraises').
Het dialect van midden en westelijk Zeeuws-Vlaanderen lijken sterk op het
West-Vlaams van 'sjuust over de grenze'. Enige opmerkelijke verschil is het
ontbreken van de oe-uitspraak van de Nederlandse ou in Zeeuws-Vlaanderen. En de
woordenschat van Zeeuws-Vlaanderen is veel meer 'verhollandst' dan die van het
West-Vlaams.
Aantal sprekers
Uit een drietal regionale onderzoeken (Evenhuis 1995; Riemens 1995; Menheere
1988) is af te leiden dat in heel Zeeland waarschijnlijk nog zo'n 60% van de
Zeeuwse bevolking het Zeeuws actief beheerst en zich (in van persoon tot
persoon verschillende mate) van die taal bedient. Van de overige 40% heeft
zeker de helft enige passieve of actieve kennis van de taal. Goeree, Schouwen
en Duiveland, het uiterste westen en oosten van Zuid-Beveland, de westpunt van
Walcheren en West-Zeeuws-Vlaanderen kennen de hoogste percentages
dialectsprekers. Positieve uitschieters zijn dorpen als Bruinisse, Arnemuiden
en Westkapelle (met zelfs meer dan 90% Zeeuwstaligen onder de jongeren) en de
meeste West-Zeeuws-Vlaamse dorpen (met name Hoofdplaat, Breskens en
Schoondijke).
In West-Vlaanderen spreekt bijna 90% van de gehele bevolking nog (bij voorkeur)
West-Vlaams (ruim 1 miljoen sprekers). In Frans-Vlaanderen is de situatie maar
weinig doorzichtig. De meeste ouderen kennen het Frans-Vlaamse dialect nog wel
en gebruiken dit, afhankelijk van de situatie, meestal naast het Frans. Bij de
overige bevolking is de kennis van het Vlaams vrij beperkt. Er zijn schattingen
die spreken van 20.000 sprekers, maar de betrouwbaarheid van die gegevens is
onbekend.
Er is in Frans-Vlaanderen echter een behoorlijke belangstelling voor cursussen
Nederlands. De verwachting is dan ook, dat het Nederlands er wel nooit helemaal
zal uitsterven en dat het Frans-Vlaamse dialect hoe langer hoe meer
voorbehouden blijft aan een zeer kleine groep geïnteresseerden die de moeite
hebben genomen de streektaal, al dan niet via een cursus, aan te leren.
Het totaal aantal sprekers van Zeeuws/West-Vlaams/Frans-Vlaams
ligt, inclusief de sprekers in een aantal enclaves in vooral Noord- en
Zuid-Amerika (Michigan, Detroit, Brazilië) op ongeveer 1,5 miljoen.
Activiteiten
De meeste
actieve belangstelling voor het Zeeuws vind je in de Zak van Zuid-Beveland,
waar tal van schrijvers, dichters, vertellers, toneelgroepen en muzikanten
vandaan komen. Vooral 's-Heerenhoek is wat dat betreft een echte 'brandhaard'.
Op
Walcheren wonen de meeste 'stille' genieters: vertelavonden worden er
buitengewoon druk bezocht en er worden relatief zeer veel publicaties in en
over het dialect gekocht. Walcheren telt echter maar weinig schrijvers en
vertellers en al helemaal geen streektaalmuzikanten.
Vooral in
westelijk Zeeuws-Vlaanderen is de belangstelling voor het Zeeuws nog niet
groot, waarschijnlijk omdat de taal daar nog wel het minst bedreigd wordt. Het
aangrenzende West-Vlaanderen laat datzelfde beeld nog veel sterker zien.
In Frans-Vlaanderen is de belangstelling, gezien de druk die daar op het
voortbestaan van de taal staat, vergelijkbaar met die in midden- en
noord-Zeeland.
Infrastructuur
De
'infrastructuur' van het Zeeuws is, in vergelijking met andere streken, nog
zeer beperkt. Het Zeeuws kent een uitvoerig woordenboek Zeeuws-Nederlands, maar
een (zak-)woordenboek Nederlands-Zeeuws ontbreekt bijvoorbeeld. Er zijn maar
weinig bijbelgedeeltes in het Zeeuws vertaald, er is nog geen algemeen
geaccepteerd spelsysteem, er zijn geen cursussen of lesprogramma's in of over
het Zeeuws beschikbaar, er wordt door de regionale media nog maar mondjesmaat
aandacht aan de taal besteed, er is nog maar één Zeeuwstalig tijdschrift (Noe),
er is geen Zeeuwse streektaalfunctionaris en er verschijnt maar weinig serieuze
literatuur in en over de taal.
De enige
instanties die zich actief inzetten voor het behoud en de popularisering van de
streektaal zijn Stichting Zuudwest 7 (uitgeefster van 't tiedschrift ), de Stichting School en Dialect en sinds kort de
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek (vanouds een, zoals de naam al
zegt, vooral op dialectologisch onderzoek gerichte, wat vergrijste vereniging,
die momenteel echter hard haar best doet een nieuw weg in te slaan).
Binnen een jaar zal Zeeland echter beschikken over een heuse
Streektaalconsulent, die nieuwe initiatieven op het gebied van taalonderzoek en
-promotie moet nemen of ondersteunen en de bestaande organisaties zal moeten
bijstaan in een proces van professionalisering van hun activiteiten.
In West-Vlaanderen is de
situatie nog 'dramatischer', terwijl de kansen voor de taal er veel groter zijn
dan in Zeeland. De afgelopen tijd lijkt echter een voorzichtige kentering te
hebben plaatsgevonden, met veel landelijke media-aandacht voor het West-Vlaams,
onder andere dankzij de ongekende populariteit van de West-Vlaamse hip-hopband
't Hof van Commerce.
In
Frans-Vlaanderen neemt daar het aantal cursisten in de vrije cursussen
Nederlands (met meestal ook aandacht voor het plaatselijke 'Vlaemsch') steeds
verder toe en verschijnen er steeds meer Frans-Vlaamse opschriften in het
straatbeeld.
Omslag van een Zeeuwse dichtbundel