LUCTOR ET EMERGO
"IK WORSTEL EN KOM BOVEN"
Wapen
'Luctor et Emergo': ik worstel en kom boven. Zo luidt de spreuk onder het Zeeuwse wapen, voorstellende een leeuw, worstelend met de golven. De relatie tussen afbeelding en tekst schijnt overduidelijk. Maar schijn bedriegt. De oud-rijksarchivaris in Zeeland, dr. P. Scherft, heeft in de tweede helft van de twintigste eeuw een studie gemaakt naar hoe het werkelijk zit met wapen en spreuk van Zeeland.

Het staat vast dat de Zeeuwse leeuw niet uit de golven oprijst. Eigenlijk bestaat het Zeeuwse wapen uit twee gedeelten: de bovenste helft toont een 'klimmende leeuw', voor de helft afgebeeld, en de onderste helft zes golvende banen, 'de zee'. Het geheel suggereert - ten onrechte - een leeuw die strijd levert tegen de woelende baren. Vroeger was die suggestie nauwelijks aanwezig. In de vormgeving van het wapen waren leeuw en golven door een strakke lijn gescheiden.

Nu de suggestie van de worstelende leeuw niet blijkt te kloppen, betekent dit ook dat 'Luctor et Emergo' een andere bedoeling moet hebben gehad. Om te beginnen is de spreuk veel jonger dan het wapen. In 1585 - het ging toen slecht met de strijd tegen Spanje - lieten de Zeeuwse staten (met politieke bijbedoelingen) een penning slaan met aan de ene kant de tekst 'Autore Deo, favente Regina' (door het gezag van God en de gunst der koningin) en aan de andere kant 'Luctor et Emergo'. Deze teksten moeten als een geheel worden beschouwd: Door het gezag van God en de gunst der koningin (Elizabeth van Engeland) worstel ik en kom ik boven. Het 'worstelen der Zeeuwen' slaat dus in oorsprong niet op de strijd tegen het water maar op die tegen Spanje.

'Luctor et Emergo' komt voor op veel oude munten als devies van de moed en vastberadenheid van Zeeland en ook op een wandtapijt met een afbeelding van Willem van Oranje en het Zeeuwse wapen. De traditionele vorm van het wapen is bij Koninklijk Besluit van 4 december 1948 officieel vastgesteld.
Geen dierder plek voor ons op aard,
Geen oord ter wereld meer ons waard,
Dan, waar beschermd door dijk en duin,
Ons toelacht veld en bosch en tuin;
Waar steeds d'aloude Eendracht woont,
En welvaart 's landsmans werk bekroont,
waar klinkt des Leeuwen forsche stem;
'Ik worstel moedig en ontzwem!'
Het land, dat fier zijn zonen prijst,
En ons met trots de namen wijst,
Van Bestevaer en Joost de Moor,
Die blinken zullen d'eeuwen door;
Waarvan in de historieblaên,
De Evertsen en Bankert staan,
Dat immerhoog in eere houdt,
den onverschrokken Naerebout.
Gij, Zeeland, zijt ons eigen land,
Wij dulden hier geen vreemde hand,
Die over ons regeeren zou,
Aan onze vrijheid zijn wij trouw.
Wij hebben slechts één enk'le keus:
'Oranje en Zeeland!' da's de leus!
Zoo blijven wij met hart en mond,
Met lijf en ziel: goed Zeeuwsch goed rond.


Bij de Zeeuwse bibliotheek is meer informatie beschikbaar over het Zeeuws volkslied, inclusief een geluidsfragment.
ZEEUWS VOLKSLIED
Vlag
Een deel van het wapen, het schild en de kroon, komt voor in de Zeeuwse vlag, die verder bestaat uit vier blauwe en drie witte golvende banen. De vlag is in 1948 ontworpen en op 14 januari 1949 officieel door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Over het ontwerp is nogal wat te doen geweest: moest het een vlag zijn die gedachten opriep aan de nationale driekleur, moesten juist de Zeeuwse kleuren worden geaccentueerd, was het verantwoord het wapen in de vlag op te nemen? Uiteindelijk kozen GS voor een ontwerp dat was ingediend door het toenmalige statenlid jhr. mr. T.A.J.W. Schorer. Aanvankelijk bestond er voorkeur voor een vlag van zes banen: drie blauwe en drie witte. Het statenlid won het pleit door te stellen dat een zeven-banige vlag evenwichtiger is en dat een donkere baan aan onder- en bovenkant beter afsteekt tegen de lucht.
Zeeuws Wapen
Bron: website van de Provincie Zeeland.                   http:// www.zeeland.nl