Ruimte geven
| |||||||||||||||||||||||||||||
De eerste uitbreiding
Het eerste, in februari en maart,
uitkomende broed vervangt de dan dode winterbijen. Als in april
de temperatuur stijgt en er steeds meer te halen valt wordt het
broednest steeds groter gemaakt. Het gevolg: de volken groeien,
eerst langzaam en dan steeds sneller. Goed verzorgde volken
beginnen begin april al te groeien, mits februari en maart
aanhoudend mild waren. Die sterke groei kan tot half juni
aanhouden, als de volken niet in zwermstemming komen. Begin
april komen ongeveer 500 jonge bijen ter wereld, eind april
zelfs 1000 of meer, dag in dag uit.
Bijen hebben meer plaats nodig dan broed.
Op iedere kant van een volledig uitgebouwd Zanderraam bevinden
zich 3200 werkstercellen waarop zich ongeveer 1000 bijen kunnen
ophouden, als ze dicht bezet zijn. Dit is zelden het geval. Een
straatje geldt als gevuld, als zich op beide raam zijden, 1000
bijen ophouden. Een wekelijkse toename van 7000 tot 10.000
jonge bijen vult makkelijk 7 to 10 straatjes. Op die manier
wordt het in een bijenkast snel te druk, zeker als het volk
maar in één kamer zit, maar ook, als het volk in
twee kamers overwinterd heeft. Over het algemeen is omstreeks
de tijd van de kersenbloei de eerste uitbreiding nodig, bij
volken die in een kamer overwinterd hebben iets vroeger dan bij
volken, die sinds augustus in twee kamers zitten.
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
Op de eerste uitbreiding volgt in mei een
tweede en eventueel een derde, als de volken in
één kamer overwinterd hebben. Voor iedere
uitbreiding zijn 4 á 6 uitgebouwde ramen en 6 á 4
ramen met waswafels nodig. Er zijn dus voor ieder volk 8 tot 12
ramen met waswafels nodig. Later nog meer voor het maken en
verzorgen van jonge volken en het onderbrengen van eventuele
zwermen.
Wie nog maar pas met bijen houden begonnen
is en nog geen uitgebouwde ramen bezit moet uitsluitend met
waswafels uitbreiden. Hij heeft geen andere keus.
Alleen volken die gezond en sterk uit de
winter komen zijn geschikt om voorjaarshoning mee te winnen.
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
Als, omstreeks de kersenbloei, de kamers
70% bezet zijn en er per kamer 3 verzegelde broedramen zijn kan
op 2-kamer volken een honingkamer
(een broedkamer boven een koninginnerooster) en op 1-kamer volken een tweede broedkamer gezet worden.
Later als de voormalige 1-kamer volken er
aan toe zijn, krijgen ze ook een honingkamer.
Het uitbreiden moet op tijd gebeuren. Als
er al een brede voedselkrans is aangebracht wordt die als het
eind van het nest beschouwd en wordt een opgezette honingkamer
niet of nauwelijks meer aangenomen.
Om de bijen toch naar boven te krijgen
worden vaak broedramen in de honingkamer gehangen. Dit is
onnatuurlijk en fout.
Raakt bij een grote en aanhoudende dracht
de honingkamer gevuld (en verzegeld) dan is het aangewezen om
een tweede honingkamer onder de eerste te schuiven.
| |||||||||||||||||||||||||||||
een volk op 70%
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het bouwraam
Een bouwraam is een leeg raampje, dat
voornamelijk in voorjaar ingezet wordt. Als het in of net aan
de rand van het broednest gehangen wordt, bouwen de bijen er
hoofdzakelijk grote cellen bestemd voor darren in. De koningin
gaat er direct eieren in leggen. Sterke volken hebben maar
enige dagen nodig, om het bouwraam uit te bouwen en te
bebroeden, zodat het darrenbroed al 2 weken na het inhangen van
het bouwraam volledig gesloten is.
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het meervoudige nut van een bouwraam:
* Het dient als zwermstemmingsbarometer.
Een
voorspoedige uitbouw is een teken, dat alles in orde is. Het
volk heeft een goede moer en
wil (nog)
niet zwermen. Zodra de zwermstemming de kop op steekt, wordt
het bouwen gestaakt.
* Het
vertraagt de zwermdrift.
Als het
raam na 20 dagen (voordat de darren uitkomen!) uitgesneden of
tegen een leeg raam
gewisseld
wordt, blijft het volk bouwen en broed verzorgen. Zolang een
volk bouwt of bouwen
(en
larven verzorgen) kan, zal het niet zwermen.
* Het
dient als varroaval.
In
darrenbroed houden zich meer varroamijten op en worden er meer
nakomelingen geboren.
Met het
uitsnijden van het darrenbroed worden die verwijderd, wat de
varroapopulatie in een
volk
aanmerkelijk remt.
Als je de
darren laat uitlopen bereik je het tegendeel.
* De
uitgesneden darrenraat levert zuivere was.
* Waswafels worden netter uitgebouwd, zonder darrenraat.
| |||||||||||||||||||||||||||||
Volken die in 2 kamers overwinterd hebben
krijgen een bouwraam. Uit de bovenste kamer wordt, aan de minst
bevolkte kant, een kantraam verwijderd. Dit raam wordt (ook als
het vol voer is), in de extra opgezette kamer van een
éénkamervolk geplaatst. Het volgende raam,
meestal bevat het honing en stuifmeel, wordt naar de rand
geschoven en in het ontstane gat, wordt een bouwraam gehangen.
Nadat je de 1-kamer volken een extra kamer,
met daarin een bouwraam, gegeven hebt kun je alle volken, wat
de bouwramen betreft, op dezelfde manier behandelen. In welk
ritme het darrenbroed uitgesneden en tegen nieuwe bouwramen
gewisseld wordt, hangt af van het weer, de haal mogelijkheden
en de varroa-besmetting.
Als in het vorige jaar de varroabestrijding
uitsluitend met mierenzuur gedaan is, moet je bij ieder
bijenvolk twee bouwramen inzetten, die afwisselend geoogst
worden. Je verwijderd iedere 10 dagen een darrenbroedraam zodat
ieder raam 20 dagen in de kast blijft.
Als in het begin van de winter de volken
nog met oxaalzuur behandeld zijn, kun je je tot
één bouwraam beperken. De darrenraten moeten dan
om de 3 weken verwijderd worden.
Bij de inzet van bouwramen moet je je
consequent aan de gestelde termijnen houden. In de zwermtijd
(mei en juni) wordt het met de regelmatige zwermcontroles
verbonden.
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
De 1-kamer volken krijgen bij het ruimte
geven ook een bouwraam, dat in de tweede kamer op plaats 2 of 9
komt. Het raam kan weliswaar ook meer in het midden worden
geplaatst maar dan loop je de kans, zeker bij zwakkere volken,
dat er naast darrenraat ook werksterraat wordt gebouwd,
waardoor het latere uitsnijden van het darrenbroed bemoeilijkt
wordt. Daarom kun je het beste voor plaats 2 of 9 kiezen, ook
als het broednest plaats 3 of 8 nog niet bereikt heeft.
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
Toestand van een op één kamer
overwinterd volk
voor en na de uitbreiding
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||