Buiten- en binnenlucht

De natuurlijke samenstelling van lucht is zuurstof (ongeveer 21%), stikstof (78 %), andere gassen (CO2,...), pollen, bacteriën, stof,... Wij ademen dus een vreemde cocktail in, die met kennis van zaken gedoseerd is en een bron van leven vormt. Elke wijziging van dit mengsel kan kleine tot heel grote gevolgen hebben voor onze gezondheid.
Elke stof die rechtstreeks of onrechtstreeks door de mens in de omgevingslucht wordt gebracht en die schadelijke gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de mens of voor het leefmilieu, wordt een “luchtverontreinigende stof”genoemd. De kwaliteit van de omgevingslucht kan worden gedefinieerd op basis van de concentratie van deze verontreinigende stoffen. Ze dekt met name twee verschillende noties: de kwaliteit van de buitenlucht (buiten de gebouwen) en de kwaliteit van de binnenlucht (in de gebouwen).


De impact van de vervuiling op onze gezondheid wordt duidelijker

Het milieu waarin wij leven, werken en ons ontspannen, is een bepalende factor voor onze gezondheid en ons welzijn waarvan het belang moeilijk in cijfers uit te drukken is. Verschillende studies, die zijn opgenomen in het NEHAP (Nationaal Actieplan Milieu en Gezondheid), tonen echter aan dat de luchtvervuiling, zowel buiten als binnen, een relatief zware impact heeft op onze gezondheid.

De resultaten van verschillende recente epidemiologische studies suggereren bijvoorbeeld dat het dagelijkse aantal ziekenhuisopnames dat toe te schrijven is aan cardiovasculaire aandoeningen, verband houdt met de concentratie van bepaalde luchtverontreinigende stoffen (stof, ozon,...). Een andere studie oppert dat de langdurige blootstelling aan fijne (PM10) en zeer fijne deeltjes (PM2.5) kan worden beschouwd als het grootste gezondheidsrisico van de vervuiling door de omgevingslucht. In deze studie wordt gesteld dat elk jaar 102.000 tot 368.000 overlijdens van personen van 35 jaar en ouder, met woonplaats in een Europese stad, zouden kunnen worden toegeschreven aan een langdurige blootstelling aan deze stoffen.

Anderzijds kan de gezondheid van elkeen ook worden beïnvloed door de graad van vervuiling, het type van verontreinigende stof, de blootstellingsduur, de gevoeligheid van de persoon, zijn algemene gezondheidstoestand, zijn leeftijd enz. Kinderen, bejaarden en mensen die lijden aan luchtweg- of hartaandoeningen zijn gewoonlijk het gevoeligst voor vervuiling en dus het snelst getroffen.


naar volgende onderdeelterug naar boven

Gevolgen

Fijn stof in de lucht kan leiden tot gezondheidsklachten en zelfs tot voortijdige sterfte. Bij ongeveer 1.700 tot 3.000 sterfgevallen per jaar speelt de relatie tussen voortijdige sterfte en het inademen van fijn stof een rol. Dit blijkt uit epidemiologische studies van het Nederlands Aërosol Programma, waarin RIVM, TNO, ECN en IRAS van de Universiteit van Utrecht samenwerken.

Fijn stof draagt bij tot hart- en longziekten, acute en chronische bronchitis, en astma. Wie in Nederland binnen 100 meter van een drukke snelweg woont, of binnen 50 meter van een drukke stadsweg, leeft door de uitstoot van fijn stof gemiddeld een jaar korter dan mensen die wat verder van de snelweg vandaan wonen. Ongeveer vijf procent van de Nederlanders loopt op deze manier een verhoogd risico, maar in steden is dat aantal hoger (10 procent in Amsterdam).

De drie categorieën fijn stof werken elk anders op het lichaam:
- de deeltjes kleiner dan 10 en 2,5 micrometer verschillen van elkaar, omdat ze tot verschillende diepte de luchtwegen binnendringen, met de ingeademde ademlucht.
- de deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer stimuleren waarschijnlijk de bloedklontering, wat een verklaring zou kunnen zijn voor een hoger aantal hartziekten langs drukke wegen.

Problematisch is verder dat fijn stof maar langzaam doordringt in het lichaam. Dit wil zeggen dat zelfs als de wettelijke normen voor stofdeeltjes in de lucht niet worden overschreden, er toch gezondheidsproblemen kunnen ontstaan

Effecten op de gezondheid

Langdurige blootstelling aan fijn stof kan leiden tot problemen met de gezondheid en mogelijk zelfs voortijdig overlijden. Ziekten die kunnen ontstaan of verergeren door fijn stof zijn hart- en longziekten, bronchitis en astma.

De kleine zwevende deeltjes komen bij inademing diep in de longen terecht. Grotere deeltjes worden door de neus vastgehouden en uitgescheiden via het slijmvlies. Naar schatting stierven in Nederland in 2004 1700 tot 3000 mensen vroegtijdig door de acute effecten van het inademen van fijn stof. De langetermijneffecten omvatten nog een groter aantal mensen, men denkt dat 10.000 tot 15.000 personen vroegtijdig (enkele maanden tot maximaal enkele jaren te vroeg) overlijden. In Nederland overlijden jaarlijks 145.000 mensen (alle doodsoorzaken bij elkaar opgeteld) [1]. Een sterfte van 15.000 mensen door fijn stof betekent dat meer dan 10% van alle sterfgevallen in Nederland door fijn stof wordt veroorzaakt. Men ziet door fijn stof tevens een toename van luchtwegklachten, hoesten, benauwdheid, verminderde longfunctie en meer ziekenhuisopnames. Eind 2005 is wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd, dat een direct verband aantoonde tussen een chronische blootstelling aan een middelmatige concentratie PM2.5 en aderverkalking, bij muizen.

Enkele risicogroepen zijn extra gevoelig voor fijn stof, bijvoorbeeld ouderen, kinderen en mensen met luchtwegaandoeningen. Echter, uit de milieujaarbalans 2005, van het RIVM, blijkt dat er voor fijn stof géén veilige ondergrens is. Wat dat betreft is fijn stof te vergelijken met asbest en radioactieve straling, waarvoor ook geen veilige ondergrens bekend is.


Dankzij effectief nationaal en Europees beleid zijn de emissies van primair fijn stof sinds 1980 sterk afgenomen. In de periode 1980 – 1998 is de emissie gedaald met circa 55%. De industrie heeft zeer grote reducties van circa 70% gerealiseerd. Deze zijn voornamelijk terug te voeren op procesaanpassingen en de plaatsing van stoffilters. Door verbetering van verbrandingsprocessen bij personen- en vrachtauto’s zijn ook de emissies in de transportsector sterk gedaald. Het Europees en nationaal verzuringsbeleid heeft bovendien gezorgd voor een daling van de emissies van secundair aërosol.

Diagram: Bijdrage van de belangrijkste bronnen aan de emissie van fijn stof in Nederland 2002

 

leeg naar bovenLuchtkwaliteit
18.000 doden door fijn stof
Geplaatst op 17.06.2005 om 06:00:16 uur | 557 bekeken | Gezondheid | WWW.NIBURU.NL | print

Elk jaar sterven 18.000 Nederlanders tien jaar te vroeg door fijn stof in de lucht. Het is een reëel cijfer waarop de politiek moet reageren, vinden deskundigen, al zijn er onzekere factoren. Tijdens de presentatie van de Milieubalans, een maand geleden, meldden deskundigen dat jaarlijks 18.000 Nederlanders ongeveer tien jaar te vroeg overlijden als gevolg van fijn stof. Dat is 13% van alle 142.000 sterfgevallen. Anders gezegd: één op de acht Nederlanders sterft te vroeg door vuile lucht.

Het bericht veroorzaakte veel publiciteit, waarin naast afgrijzen ook ongeloof doorklonk. Zoveel sterfte, alleen door fijn stof? En dat terwijl de Europese lucht de afgelopen decennia alleen maar schoner is geworden! In 1952, ja, toen vielen tijdens de beruchte Londense wintersmog in enkele dagen duizenden doden extra, puur door de giftige mist die als een sluier boven de stad hing. Maar zulke drama's zijn allang verleden tijd.

Toch klopt ons getal, schrijven de onderzoekers van het RIVM en het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) in een rapport dat ze komende week publiceren. Het document bevat de wetenschappelijke rekensom achter het cijfer. Conclusie: die 18.000 doden vormen op dit moment de best mogelijke schatting van de sterfte door chronische blootstelling aan fijn stof. Maar, benadrukken de onderzoekers, de onzekerheden zijn fors en de onderliggende aannames talrijk.

Dat laatste komt vooral door het gebrek aan langlopend milieukundig gezondheidsonderzoek. De deskundigen hebben hun schatting daardoor moeten baseren op slechts twee Amerikaanse studies: de enige die aan hun strenge criteria voldeden. De studies laten zien dat mensen in gebieden met veel luchtvervuiling een relatief korte levensverwachting en slechte gezondheid hebben. Neemt de hoeveelheid fijn stof toe met 10 microgram per kubieke meter lucht, dan stijgt de sterfte met zo'n 4 procent.

"Onze eerste aanname is dat de Amerikaanse bevindingen kloppen", zegt dr.ir. Erik Lebret, hoofd van het centrum voor milieu en gezondheid van het RIVM. "De tweede aanname is dat je dit onderzoek mag vertalen naar de Nederlandse situatie."

Dat laatste is bepaald niet vanzelfsprekend, want het karakter van fijn stof verschilt per regio. Fijn stof is een verzamelterm voor alle deeltjes kleiner dan 10 micrometer. Aard en herkomst maken veel uit: deeltjes uit verbrandingsprocessen -meestal kleiner dan 2,5 micrometer- zijn schadelijker dan de grotere deeltjes die bij mechanische processen zoals slijtage vrijkomen.

Bovendien hechten zich allerlei chemische verbindingen aan de fijn-stofdeeltjes in de lucht. Hierdoor kan de chemische samenstelling sterk veranderen. In een gebied met veel vieze gassen is fijn stof dus navenant bedreigender voor de gezondheid dan elders.

Omdat de onderzoekers over niets beters beschikten, hebben ze dus de Amerikaanse gegevens vertaald, ervan uitgaande dat in Nederland ongeveer 35 microgram fijn stof per kubieke meter in de lucht hangt. Via vele omrekenfactoren komen ze vervolgens tot een schatting van 180.000 DALY's. DALY's -Disability Adjusted Life Years- staan voor het aantal gezonde levensjaren dat verloren gaat doordat mensen ziek worden of sterven. De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat met name hart- en longpatiënten gemiddeld tien jaar eerder doodgaan. Dat betekent voor Nederland 18.000 doden per jaar.

"In eerste instantie schrik je van zo'n getal", zegt dr. Leendert van Bree, programmaleider gezondheid effecten en -risico's bij het MNP. "Maar het is de simpele uitkomst van een rekensom. Het risico komt redelijk dicht in de buurt bij dat van andere factoren die de gezondheid bedreigen, zoals een slechte voeding of leefstijl.'' Roken is erger; dat veroorzaakt in Nederland waarschijnlijk twee keer zoveel slachtoffers.

De onderzoekers beamen dat je hun schatting eerder moet opvatten als ruwe indicatie dan als exact getal. Maar de beschuldiging dat ze een ongefundeerd paniekverhaal de wereld insturen, werpen ze verre van zich. Hun schatting is juist voorzichtig, stellen ze. "In werkelijkheid zou het probleem van fijn stof nog groter kunnen zijn dan wij aangeven", licht Van Bree toe. "Want wij kijken alleen naar de sterfte, terwijl daar meestal een lange periode van ziekte aan voorafgaat (zie kader). We hebben die extra ziektelast niet meegeteld, omdat daar nog onvoldoende over bekend is."

Goed, 18000 doden dus. Hoeveel daarvan kunnen we met een strenger milieubeleid voorkomen? De onderzoekers hebben twee scenario's doorgerekend. Als we de huidige concentratie fijn stof van 35 microgram per kuub terugbrengen naar 20, zouden we grofweg 7500 doden besparen. Gaan we terug naar 10, dan raken we nog eens ongeveer 5000 doden kwijt.

Lager kan haast niet, denken Lebret en Van Bree. Want 10 microgram per kuub is gelijk aan de hoeveelheid fijn stof uit de natuur. Dit stof, onder meer afkomstig uit zeezout en uit de Sahara, krijgen we nooit weg. Hier horen grofweg 5000 doden bij, en daar zitten we dus voor eeuwig mee opgescheept. Alhoewel... De onderzoekers vermoeden dat het natuurlijke stof minder schadelijk is dan het fijn stof afkomstig van verkeer en industrie. In dat geval zouden we met het terugdringen van het industriële stof meer winst behalen dan de rekenmodellen nu aangeven.

Zulke onduidelijkheden rechtvaardigen de vraag of de huidige richtlijnen voor fijn stof niet voorbarig en zelfs onnodig schadelijk zijn voor de economie. In de wereld van het transport en de wegenbouw wordt niet voor niets geklaagd over de strenge milieuregels, die bijna elke infrastructurele verbetering in ons land zouden blokkeren. "Milieunormen zijn een politieke afweging", reageert Lebret. ",Daar gaan wij niet over. Het enige wat wij steeds roepen is dat we op dit moment geen veilige grens voor fijn stof kunnen aangeven. Dat betekent dat er ook onder de norm van fijn stof effecten optreden. Dus hoe meer je het terugdringt, hoe beter. Het is vervolgens aan de politiek om onze behoefte aan mobiliteit en economische groei af te wegen tegen onze behoefte aan gezondheid."

Toch hebben de wetenschappers wel degelijk kritiek op de huidige normen, omdat deze alleen betrekking hebben op de totale massa van het fijn stof. Naar het aantal deeltjes wordt niet gekeken. Ook niet naar de individuele grootte ervan, en al evenmin naar de gassen die eromheen hangen, terwijl de schadelijkheid vermoedelijk juist in die laatste twee aspecten schuilt.

Lebret en Van Bree zouden daarom, naast de bestaande norm voor deeltjes kleiner dan 10 micrometer, graag een extra norm geïntroduceerd zien voor deeltjes van minder dan 2,5 micrometer. Ook het bestuur van de Europese Unie lijkt daarvoor te voelen.

Daarnaast pleiten de deskundigen voor snelle invoering van het dieselfilter, omdat dieselauto's grotendeels verantwoordelijk zijn voor de fractie van het allerfijnste en dus schadelijkste stof.

Ook een verlaging van de maximumsnelheid zou effectief zijn. En verder zou er meer aandacht moeten komen voor de zogeheten hotspots: zwaarbelaste gebieden, zoals woonwijken langs snelwegen, waar de milieunormen geregeld worden overschreden. Met een betere verkeerscirculatie zouden zulke gebieden al enorm geholpen zijn. ,,Op de totale volksgezondheid maakt dat niet veel uit", relativeert Van Bree. "Maar je verdeelt de last op een rechtvaardigere manier over de bevolking."

Beleidsmakers kunnen volgens Van Bree goed uit de voeten met dit soort adviezen, ook al zitten er nog vele gaten in de kennis. "We weten op dit moment onvoldoende om het probleem zeer gericht, liefst per bron, aan te pakken. Maar daar mag je niet uit concluderen dat we beter tien of vijftien jaar kunnen wachten. Integendeel. Met die 18.000 doden heb je iets in handen waarvan je direct kunt zeggen: dit moeten we niet accepteren."


Bron: Zorg Krant


14/06/2006
Licht in de kassen van AgroCare mag


 

De provincie kan niets doen aan het
licht dat uit de kassen komt van
AgroCare in Rilland.

Een van de omwonenden heeft gevraagd
om maatregelen, omdat de kassen niet
voldoende afgeschermd zouden zijn en
omdat er veel meer licht uit de kassen
komt, dan afgesproken was.

Maar volgens het dagelijks
provinciebestuurder voldoet het
bedrijf aan de regels die gesteld zijn
in de vergunning


 

 

 

 

Index