De norm voor kortdurende blootstelling aan fijn stof wordt overschreden in grote delen van Nederland. Ondanks de dalende trend zullen er in 2005, het eerste jaar dat de norm van kracht is, nog steeds op grote schaal overschrijdingen plaats vinden.
Nederland haalt de Europese normen voor fijn stof en stikstofdioxiden niet. Hoewel de luchtkwaliteit de afgelopen decennia in Nederland spectaculair is verbeterd, sterven toch jaarlijks mogelijk 18.000 mensen voortijdig door de vervuilde lucht die ze inademen. Vooral mensen met hart- en vaatziekten zijn kwetsbaar. Ook ligt een groot aantal bouwprojecten zoals wegverbredingen en de aanleg van bedrijventerreinen en nieuwbouwwijken stil. De Raad van State heeft die plannen stilgelegd vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit.
De mens is de voornaamste luchtvervuiler. Via bronnen als het verkeer en de industrie brengen we grote hoeveelheden schadelijke stoffen in de lucht. Nederlanders worden blootgesteld aan niveaus van luchtverontreiniging waarbij gezondheidseffecten kunnen optreden. Tot deze gezondheidseffecten behoren luchtwegklachten en hart- en vaatziekten, maar ook voortijdige sterfte. Door succesvol europees en nationaal beleid is de luchtverontreining sterk afgenomen. Ondanks deze afname kunnen er bij de huidige niveau's van fijn stof, ozon en stikstofdioxide plaatselijk gezondheidseffecten optreden.
Ten tweede zorgen stikstofoxiden voor verzuring en eutroficatie (bemesting) van het grondoppervlak. Dat zit zo: in combinatie met zwaveldioxide, vormen stikstofoxiden giftige zuren, die op aarde terechtkomen door regen, mist, sneeuw of als droge deeltjes en waarvan sommige biologische mutaties veroorzaken. Zo leiden hoge concentraties NOx in de lucht tot een toename van stikstofverbindingen in het water. Met name in de kustgebieden verstoren deze de chemische balans van voedingsstoffen voor waterplanten en dieren, en leiden ze tot een versnelling van de eutroficatie (overbemesting) wat aanleiding geeft tot zuurstofafname en de vermindering van het aantal vissen en schelpdieren. Stikstofoxiden leiden dus indirect tot een verslechtering van de leefomgeving
Ten derde zijn stikstofoxiden belangrijk voor klimaatverandering. Ruwweg geldt: hoe meer stikstofoxiden, hoe meer ozon. Aangezien ozon vooral op grote hoogte (10-15 km) de warmtestraling goed kan vasthouden, zal het broeikaseffect versterken. Tegelijkertijd echter genereren stikstofoxiden, samen met waterdamp, zonlicht, en ozon, het hydroxyl (OH) molecuul. Deze stof wordt ook wel het schoonmaakmiddel van de atmosfeer genoemd omdat het zo verschrikkelijk reactief is. Een toename van gemiddelde OH-concentraties betekent dat nr. 2 en 3 van de meest vervuilende broeikasgassen (top 3: 1. Koolstofdioxide (CO2), 2. Methaan (CH4), 3. Ozon (O3)) sneller vernietigd worden, en daarmee dat het broeikaseffect verzwakt wordt. Hoe de balans precies uitslaat is op dit moment niet zeker vanwege het ingewikkelde karakter van atmosferische scheikunde met haar vele terugkoppelingen. Zo is bijvoorbeeld ozon nodig om hydroxyl te produceren dat op zijn beurt ozon weer afbreekt. Stikstofoxiden spelen hoe dan ook een belangrijke rol in het wereldwijde proces van klimaatverandering en luchtkwaliteit.
- | deeltjes met een omvang van 2,5 tot 10 micrometer (een micrometer is een duizendste millimeter). Dit zijn onder andere opwaaiend wegenstof en slijtagedeeltjes uit motoren en remmen. Deze deeltjes krijgen in de literatuur de stofduiding PM 10 (Particle < 10 Micrometer) | |
- | deeltjes met een omvang kleiner dan 2,5 micrometer (PM 2,5). Deze komen vooral uit de uitlaten van dieselmotoren (dieselroet). | |
- | deeltjes met een omvang kleiner dan 0,1 micrometer (EC, elementair koolstof). |
Fijn stof wordt in drie groottes ingedeeld:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen primair en secundair fijn stof:
Fijn stof komt uit verschillende bronnen:
Het fijn stof in de lucht boven Nederland komt voor het grootste deel uit "een" buitenland, maar toch exporteert Nederland meer dan het importeert. Het gebied van Londen, Amsterdam, Rotterdan, Antwerpen, Roergebied, is te zien als de top van een vulkaan die fijn stof produceert
door Wout Bareman
SLUISKIL - De bewoners van kanaaldorp Sluiskil maken zich zorgen over de
stof- en geluidsoverlast. Ze worden er sinds jaar en dag mee geconfronteerd en
willen nu eindelijk wel eens de herkomst weten. Daarom dringt de dorpsraad nu
aan op een onderzoek. De gemeente wil daaraan meewerken. Voorzitter A.
de Bruijne: „Door een misverstand is de indruk gewekt dat wij ons enkel zorgen
maken over de huidige activiteiten van Heros. Maar het gaat veel verder dan
alleen dat bedrijf. De afgelopen weken was de stofconcentratie in de lucht vele
malen hoger dan de normen die daarvoor gelden. Maar dan moet je toch ook naar
heel veel andere bedrijven kijken, vooral over de grens, in de Gentse
Kanaalzone.“
In het verleden drong De Bruijne (als raadslid in Terneuzen) regelmatig aan op
meer informatie over de luchtverontreiniging in de Kanaalzone. „Maar dan werd ik
telkens afgescheept met de mededeling dat dat geen zaak voor de gemeente was,
maar voor de provincie. Nou, dan moeten we nu maar bij ’Middelburg’ te rade
gaan.“ De dorpsraad neemt binnenkort contact op met milieuwethouder J. van
Schaik van Terneuzen met de vraag het verzoek aan de provincie te ondersteunen.
De Bruijne: „Het moet voor de provincie mogelijk zijn de gegevens voor Sluiskil
en omgeving uit te splitsen. Er staan her en der verspreid in de Kanaalzone tal
van meetpunten.“
Wethouder Van Schaik onderschrijft dat. Hij zou het een goede zaak vinden als de
situatie in Sluiskil in beeld wordt gebracht. „Ik woon zelf in de buurt van
Heros en ik tref m’n auto ook regelmatig onder het stof aan. Dan gaat het om
grove stofdeeltjes; fijn stof is minder zichtbaar en veel gevaarlijker.“ Hij zal
een verzoek aan de provincie ondersteunen.
Biofabrieken
Nadat de actiegroep Houd Woomongeving Koegorpsolder Leefbaar eind maart al
besloot geen bezwaar te maken tegen de komst van een biomassacentrale en een
biodieselfabriek bij Heros, gaat nu ook de dorpsraad akkoord met de bouw. De
raad gaat ervan uit dat de huidige strenge regelgeving voldoende garanties biedt
dat Sluiskil van overlast gevrijwaard zal blijven. Maar de ontwikkelingen worden
wel kritisch gevolgd. De Bruijne en de zijnen hebben de Sluiskillenaren
inmiddels opgeroepen de open dag, die Heros houdt op zaterdag 17 juni, te
bezoeken. De Bruijne: „Op ons verzoek is Heros dan in vol bedrijf, zodat de
mensen met eigen ogen én neus kunnen vaststellen hoe men er te werk gaat.“