Geschiedenis

Als kleine jongen (in de eind vijftiger, begin zestiger jaren) al was ik bezig met vliegers bouwen van papier, latjes en touw. De latjes kwamen uit de timmermanswerkplaats van mijn vader, eerst stiekem maar later stonden er altijd een paar in de hoek klaar. Het vliegerpapier uit het kantoorboekhandeltje van mijn Goese oma ( dat kostte altijd wel wat zeuren) en de touwtjes stal ik uit de overall van mijn vader, die er altijd een paar metseltouwtjes in had zitten en de volgende dag zaten er weer van die einden touw in. Hij vertelt nog wel eens dat hij ’s morgens vaak op zoek moest naar metseltouw. Dan werd ik, denk ik, in alle vroegte wel eens verwenst. Dat zal hij ’s avonds ook wel eens bij mij uitgemeten hebben, maar daar is heel erg weinig van blijven hangen. Aan elkaar knopen die touwen en vliegeren maar. Ik kan me daar heerlijke middagen van herinneren. U kent het, denk ik, wel: gras tussen lat en papier om de vlieger in evenwicht te krijgen. Staart eraan en eraf. Gras aan de staart en er weer af. Papiertjes naar boven sturen. Gebroken touwen weer repareren. Ook de vlieger diende, na een bruuske landing, nogal eens geplakt te worden met behangerslijm en krantenpapier. Kortom de middagen waren zo om. Toen ik groter werd en in Goes naar school ging, is het vliegeren op de achtergrond geraakt.

Pas met onze opgroeiende kinderen is het vliegeren weer teruggekeerd. We begonnen met eenvoudige eenlijners (Knoop kites enz.) op het strand van Cadzand. De oudste wilde al snel wat meer, want hij vond er al snel niets meer aan als de vlieger eenmaal in de lucht stond te pronken. Dan stond pa te vliegeren en zoonlief speelde in het zand. We hebben toen een bestuurbare, diamantvormige, vlieger gekocht met een laaaannnnnggggge staart die in een prachtige krul de vlieger volgde. Dat heeft hem heel erg geboeid. En …. de vliegerkoorts kreeg ook mij weer te pakken. Al snel daarna kochten we een Delta-Hawk (HQ) voor wat meer trekkracht. Hij vond het steeds spannender worden en ik eigenlijk ook. Van het een kwam het ander. Door de jaren heen kochten we de ene vlieger na de andere! Ik voelde me steeds meer aangetrokken tot het stunt- en balletvliegeren. Mijn zoon en dochter gaan steeds meer voor de trekkracht van de vliegers. Onze jongste zoon voelt zich het meest aangetrokken tot allerlei tricks. Maar wonder boven wonder, ze vliegeren alledrie nog steeds. Het zijn nu jonge twintigers. De een leent ze van pa en twee kopen er zo nu en dan zelf een vlieger bij. Ze doen hun pa na! Dat is met diverse andere dingen niet gelukt, moet ik zeggen (o.a. niet roken).

Ook in de zomer vliegerfestivals bezoeken, begint een vast ritueel te worden. Ook komen dan vanzelf de Zeeuwse Vlieger Vrienden in zicht. Het Internet heeft op vliegergebied voor mij zeker meer mogelijk gemaakt. Het zoeken naar vliegersites, sites van liefhebbers en bouwtekeningen resulteerden in oktober 2003 in een lidmaatschap van de Z.V.V.