tamboers en pijpers van het korps mariniers.
Hoewel het begrip tamboerkorps dus nogal vaag is en moeilijk algemeen geldende regels voor de samenstelling er van kunnen worden gegeven, leidde de overweging dat een tamboerkorps zelfstandig moet kunnen optreden toch tot een tweetal voorwaarden:
Om zoveel mogelijk te voldoen aan deze voorwaarden en rekening houdend met de nog steeds van kracht zijn de oude regels: tamboers en klaroenblazers bij de infanterie en trompetters bij de bereden wapens, werden in de bezettingen opgenomen; een grotetrom.twee tenor(pauken) trommen en soms bekkens.
Tamboerkorps van het wachtschip Hr.Ms.Jacob van Heemskerck te Vlissingen
1963
o.l.v. Korporaal Tamboer M.C. Vuijk
Vooral in 1950 heeft daarin een evolutie plaatsgevonden, mede door mensen als
Martin Schneider lid van de Koninklijke Militaire Kapel,
die een complete drumbandmethode samenstelde.
Ook Jan Tesink eveneens lid van de Koninklijke Militaire Kapel die het concertsysteem (Tesinksysteem) bij de tamboerkorpsen introduceerde en later, door een zich geleidelijk voltrekkende toevoeging van melodische slag- en blaasinstrumenten waar dirigenten, instructeurs en muzikanten van de koninklijke landmacht zoals Sandri Egberts, P. van Bruggen, H.J. Jansen, Theo Smits, Krijn Smits en vele anderen een belangrijk aandeel hebben gehad, ontstonden talrijke variaties, die uiteindelijk hebben geleid tot formaties die samengevoegd werden onder de noemer "Drum en Showbands".