Het zou kunnen dat je het aardpunt verkeerd hebt gekozen?

De J-antenne heeft een stralend element van een halve golf. Er is een spannings maximum aan beide uiteinden. Dus de impedantie, aldaar zo in de orde van 5 kohm, willen we met een kwartgolf transformator (het tweebenige stuk) naar 50 ohm brengen. In de praktijk doen we dat met een kwartgolf-stub die aan één zijde is afgesloten. Daar is de stroom het grootst en de impedantie bij kortsluiting 0 ohm. Op enige afstand is er een impedantie van 50 ohm te vinden alwaar we de coaxkabel op aansluiten. Die afstand is afhankelijk van de lijnimpedantie van de kwartgolf-stub, vandaar dat men in de praktijk even moet zoeken.

Maar als we de onderkant van de antenne verbinden met een metalen mast en we kiezen met de mantel van de aangesloten coax een ander aardpunt hebben we het niet goed gedaan. Er kan  maar één aardpunt zijn.
Dus daar waar de mantel van de coax wordt verbonden met de antenne behoort ook het bevestigingspunt van de mast te zijn.

Een oplossing voor het aansluiten van een coax kabel op de stub waarbij de aansluiting op de stub hoger is dan het aardpunt (0 ohm) en waar toch de mantel wordt aangesloten op het aardpunt is toch mogelijk, zie de tekening. Eigenlijk is het een één op één transformator die van a-symetrisch naar symmetrisch gaat. De transformator heeft bijna1,5 winding. Het is dezelfde methode om een gebalanceerde VHF/UHF versterker aan te sluiten op een a-symmetrische kabel.

73 Jeroen, PE1MWB