|
PE1MWB
projecten
|
|
|
|
©
PE1MWB Overname van artikelen alleen NA toestemming
(meestal heb ik geen bezwaar voor HAM-radio
doeleinden) |
|
|
ACCU
Afschakelaar
Zodra we buitenshuis in het veld gebruik maken van
elektriciteit is een loodaccu vaak onze leverancier. Echter de
afgifte is eindig en we zullen de aangesloten apparatuur op tijd
moeten afschakelen.
Bij gebruik van apparatuur die wat langer
wordt aangesloten zal een automaat voor de afschakeling zal
moeten zorgen. |
De voorgestelde Accu Afschakelaar is instelbaar
tussen 10 en 13.6 volt. Zo kun je afschakelen op voltages waarbij de
accu nog een zekere restcapaciteit heeft om bijvoorbeeld bij een
autostartaccu nog de motor te kunnen laten starten.
Let op! Moderne auto's met
intelligente dynamo's (zoals die met Euro 5 motoren) hebben een zeer
varierende auccuspanning. Het gebruik van deze afschakelaar tijdens het
rijden in dergelijke auto's zal resulteren in veelvuldig af en aan
schakelen van een op de Accu-afschakelaar aangesloten apparaat.
|
D1 is een instelbare zenerdiode. Als de
ingang van D1 hoger is dan de interne 2,5 V referentiespanning
zal D1 meer in geleiding komen. De minimale spanning over D1 is
2 V en de minimale stroom die door D1 moet lopen is 0,4 mA en in
off-state is de stroom zelfs enkele μA.
T1 is een P-hexfet met een Ron 0,02 ohm. Bij voldoende spanning
tussen de gate en de source komt T1 in geleiding. Om de
steilheid te vegroten is T2 toegevoegd.
Bij voldoende accuspanning zal de ingang van
D1 hoger willen worden dan 2,5 V. D1 komt daardoor in geleiding
en bij voldoende stroom zal ook T2 en T1 worden opengestuurd. R5
zorgt voor meekoppeling die het proces versnelt.
Als de accuspanning zakt tot een met P1 in te stellen spanning
zal de stuurspanning voor D1 lager willen worden dan 2,5 V en de
sturing wegnemen. T1 zal gaan sperren en het aangesloten
apparaat afschakelen. |
De led D2 geeft een mooie indicatie. Als het
apparaat is afgeschakeld brandt het nog zwak. Is het ingeschakeld
dan brandt het volledig. In het overgangsgebied zie je de
intensiteit veranderen, dat vergemakkelijkt het afregelen.
Afregelen is hier eigenlijk ijken. Niet meer dan het noteren van de
spanningen waarbij de het apparaat afschakelt. Sluit een 12 V
autolamp aan op de uitgang en een variabele voeding op 14,5 V op de
ingang. Verlaag steeds de voedingspanning en noteer de waarde bij
een bepaalde stand van P1 waarbij het apparaat de lamp afschakelt.
Let op: Veel voedingen zijn niet zo stabiel. Dat houdt in dat de
voedingspanning na dat de lamp is afgeschakeld weer wat hoger wordt.
We noteren juist de spanning net voor de de lamp wordt afgeschakeld.
S1
is normaal niet nodig. Als de afvalspanning hoog is ingesteld zal de
inschakelspanning boven de voedingspanning vallen. Met S1 kun je dan
handmatig inschakelen. Dat is alleen nodig als je P1 eenmaal afgeregeld
niet wil verdraaien (bijvoorbeeld tijdens het ijken).
|
De bouw. Voor de schakeling is een
printje ontworpen. Maar wie de kunst verstaat kan dit vast
ook op een expirimenteer print monteren. P1 is een potmeter
met 6mm as. Daar op plaats je een mooie knop met pijl
aanwijzing.
Voor T1 kun je ook een IRF4905 gebruiken.
T1 geeft nauwelijks warmte af. Maar een koelvaantje of
montage op de metalen kast zorgt voor voldoende koeling bij
ongunstige omstandigheden.
D1 een TL431 vindt je vaak in een oude
PC-voeding. |
In de schakeling is geen zekering opgenomen. Als je de
accuvoeding al betrekt via een zekering is dat ook niet
nodig. Elke elke zekering en elke steker verlaagt
enigszins de spanning, want de stromen zijn hoog. Dus in
die zin moet je zuinig zijn. Sluit je het apparaat
direct aan op de polen van een accu dan is een
zekeringhouder opnemen in de voedingskabel wel
aanbevolen. En gebruik ook goede stekers, bijvoorbeeld
PP30.
73 Jeroen, PE1MWB |
|