Aanvulling No 3: Migratie naar Oostelijk Flevoland 07-04-2005
 
Op een dag in juni 1961 kreeg ik bezoek op mijn boerderij van 2 heren die mijn boerderij wilden bezichtigen en om een algemeen gesprekje te voeren. Tegen het einde van het bezoek werd mij duidelijk waarom deze heren een gesprek met mij hadden gewild.

Aan mij werd de vraag gesteld of ik en mijn vrouw er voor voelden de boerderij op Noord Beveland in te leveren en een boerderij in Oostelijk Flevoland wilde aanvaarden om daar opnieuw te beginnen in de pas enkele jaren drooggevallen polder in het IJsselmeer.Dit in verband met de op handen zijnde ruilverkaveling op Noord-Beveland.Ik moet toen wel een poosje sprakeloos zijn geweest om de inpak van zo een beslissing te kunnen bevatten. Direct werd mij gezegd dat een beslissing door mij in overweging kon worden genomen, en zij begrepen wel dat ik overleg moest plegen met mijn vrouw, schoonouders die eigenaar van de boerderij waren en nog een hele boel andere factoren moest laten meewegen.Verder werd mij gevraagd of ik mij wilde oriënteren in de nieuwe polder, voorlichtingsdagen wilde bezoeken en wilde inschrijven op de komende verpachtingen, ook al had ik nog geen kans omdat de ruilverkaveling nog in voorbereiding was en pas bij een stemming de beslissing zou vallen.

Daar ik in het bestuur van de Landbouwvoorlichting Noord-Beveland zitting had werd ik ook op de hoogte gehouden van de activiteiten van de voorbereidingen van de ruilverkaveling.De voor en nadelen van de migratie werden afgewogen zover wij het konden overzien.Matty was direct voor omdat wij nog niet over elektriciteit en waterleiding beschikten.De gebouwen oud waren en voldeden niet aan de eisen des tijds om een modern landbouw bedrijf te beheren. Zonder elektriciteit was toen voor een moeder met 4 kleine kinderen een groot gemis.De sociale contacten moesten in het nieuwe land worden opgebouwd en de vraag of wij zouden wennen met buren die uit alle windstreken kwamen was dikwijls aan de orde.Daar kwam nog de vraag bij of ik vanwege de gezondheid het wel aan kon omdat in de voorgaande jaren de A griep niet aan mij voorbij was gegaan en hartklachten had gegeven.Maar al bij al leek het ons een geweldige uitdaging om in zo`n mooie nieuwe polder een bedrijf te starten.De beslissing voor toelating lag bij de Rijksdienst IJsselmeerpolders die ressorteerde onder Domeinen van de minister van financiën.Voor iedere boerderij die uitgegeven werd waren wel 10 tallen kandidaten, dus de toelatingseisen konden zij zeer streng toepassen.

De volgende tijd kregen wij voorlichting en ontstonden de eerste contacten met andere sollicitanten en werden de kavels bezocht die werden uitgegeven.In 1962 zouden 225 bedrijven worden uitgegeven waaronder 50 in eeuwig durende erfpacht waar de pachter zelf zijn gebouwen moest stichten.De verpachting werd als volgt verdeeld: Vrije sollicitatie 25 % Pioniers 25 %(mensen die vanaf het begin aan de ontginning hadden deelgenomen zelfs al in de Noord Oostpolder)en 50 % voor mensen uit verkavelingen, stadsuitbreiding en andere onteigeningen voor algemeen belang.

Wat de geloven betreft moest de bevolking van Flevoland een afspiegeling zijn van het Nederlandse volk.De voorlichtingsdag werd zeer druk bezocht en bij het aanschouwen van zoveel belangstelling schatten wij onze kansen wel lager in. Door de zeer lange en strenge winter van 1962/63 liep de bouw en de hele kolonisatie van de polder grote vertraging op en werd de uitgifte gehalveerd en waren wij er niet bij en bleef mijn sollicitatie gehandhaafd.Ondertussen hield ik op de boerderij met het bouwplan rekening met de kans dat wij de komende jaren zou moeten verhuizen Weer een jaar later in 1963 een nieuwe sollicitatie ronde waarop later bericht kwam dat de beoordeling nog niet had plaatsgevonden en er geen toewijzing kon plaatsvinden.Op 23 oktober1963 was ik met mijn werk bezig op het land(bieten laden met de riek).Toen er een volkswagen het erf op kwam rijden.Daar stapten 2 heren uit die naar mij op het land kwamen.Mijn eerste indruk was dat het vlaskopers waren, maar zij stelden zich voor als medewerkers van de Rijksdienst IJselmeerpolders. De heer Jan Vries en de heer Feenstra van de sociaal economische dienst van de Rijksdienst IJsselmeerpolders , en vroegen of ik even tijd had voor een gesprekje met hun.Ik liet mijn werk in de steek en nodigde hen mee maar de boerderij waar wij in huis een rustig gesprek konden voeren en Matty voor een kop koffie kon zorgen.Wij kregen zeer diepgaande gesprekken en ik probeerde zoveel mogelijk over de nieuwe polder te weten te komen in de veronderstelling dat zij voorlichting kwamen geven, daarom liep het gesprek flink uit, De Vries stelde de vragen en de ander noteerde de antwoorden.Maar na een paar uur sprak J.Vries dat hij met mij klaar was en wilden zij een gesprek met Matty hebben en kreeg ik toen pas in de gaten dat wij eigenlijk getest werden of wij wel geschikt waren voor de polder.Toen ik dat besefte ging mijn hart toch wel in mijn keel kloppen en was ik dankbaar dat ik zo vrijmoedig in gesprek was geweest.Zij wilden alles op mijn bedrijf bekijken en ik kan alleen maar zeggen dat wij een fijne bijeenkomst hadden gehad, wat beide heren veel en veel laten toen wij in de polder woonden bij ontmoetingen nog beaamden.

Wij waren als goede kennissen uit elkaar gegaan, en bij het afscheid sprak Jan Vries tot ons, Tot ziens in de Polder.’” Dat wij wat korter bij het vuur kwamen te zitten konden wij merken aan de manier waarop het hooft sociaal economische dienst gegevens over ons gezin, financiën, boerderij, sociale contacten, waaronder inzet voor het vereniging leven enz. werden verzameld. Bij het gesprek was ook aan mij gevraagd of ik mijn sollicitatie wilde wijzigen.

Ik had mijn voorkeur uitgesproken voor een pachtboerderij omdat op een erfpacht bedrijf de gebouwen zelf moeten worden gesticht, dus moest er veel meer geld worden geïnvesteerd en daar had ik geen behoefte aan omdat daar een grote portie onrendabel inzat.Schijnbaar dachten velen er ook zo over en was de eeuwig durende erfpacht moeilijker te plaatsen.Ik was wel bereid om op erfpacht in te schrijven mits ik een overzicht zou krijgen van die bedrijven waar op dit moment nog geen pachter voor was..Zij zouden dat met de directie bespreken. En na een week kreeg ik een overzicht van de bedrijven waarvoor de rijksdienst nog geen pachter voor in petto hadden, waardoor mijn keuze bewuster kon plaatsvinden In juni 1964 werd de toewijzing bekend gemaakt en was ik wederom er niet bij.

Een nieuwe uitgifte kwam in augustus en wederom gingen wij op verkenning in de polder.In feite gingen wij er al een beetje afstand van nemen en vroegen wij ons af of het niet beter was onze energie op ons bestaande bedrijf te gebruiken en de hele rompslomp van solliciteren en verhuizen maar achterwege te laten.Zelf had ik wel naar Canada of de USA willen emigreren, maar daar voelde Matty niets voor. 10 oktober 1964 werd er een briefkaart bij ons bezorgd van de Rijksdienst IJsselmeerpolders met het verzoek om op 15 oktober 14.30 uur met mijn vrouw kennis te maken met het hoofd van de sociaal economische dienst de heer Lindenbergh op zijn kantoor in gebouw Flevo Menno van Coehoornsingel in Zwolle.

Deze gesprekken waren bij de kandidaten zeer berucht omdat de kandidaten eindelijk op de bovenste zeef waren terecht gekomen en flink aan de tand werden gevoeld. Vol spanning waren wij op de afgesproken tijd op het kantoor en werden binnen gelaten door de heer Jan Vries die wij ondertussen goed kenden. Zeer formeel werden wij in het kantoor van de heer Lindenbergh gebracht en na het voorstellen en handen schudden werden wij een stoel aangeboden.

De heer Lindenbergh bleef staan en bleef ons goed in zijn geheugen opnemen en sprak daarna de woorden”Meneer en mevrouw van der Weele ik heb U beiden hier laten komen om U een bedrijf aan te bieden:” Ik wist niet wat ik hoorde en maakte de opmerking dat dat mij nog nooit eerder was overkomen en dit niet had verwacht.Wat had U dan wel verwacht was zijn vraag.Ik zei eerlijk dat ik had verwacht dat hij mij zou doorzagen.Daar moest hij hartelijk om lachen en ontlokte hem de opmerking “Maar jou niet”.De spanning was gelijk gebroken en de rest van het gesprek verliep zowel over privé als zakelijke dingen in een ongedwongen sfeer.Ik kreeg zelfs de keuze uit 2 kavels en een week bedenktijd wat schijnbaar een unikum was. Met domeinopzichter C.J.van Abbenes als gids bezochten wij de betreffende kavels in de polder.

De keuze werden de kavels M68 en M69 aan de Spieringweg om daar ons geluk in de toekomst te vinden.Geheimhouding werd ons gevraagd en de aanbieding was onder voorbehoud dat de ruilverkaveling op Noord Beveland werd aangenomen en mijn huidige bedrijf werd ingeleverd aan de SBL (Stichting Beheer Landbouwgronden.)Geheim bleef het tot op de dag van de stemming van de ruilverkaveling opVrijdag 4 december 1964 in Kortgene. De sociaal voorlichter van de ZLM Ko Markusse had op de een of andere manier gehoord dat ik een boerderij in de Flevopolder was aangeboden en ging dat in geuren en kleuren tijdens de stemming in café de Stads Wijnkelder in Kortgene rond vertellen.Gevolg was dat al spoedig het ene telefoontje na het andere ging en de bellers van mij persoonlijk wilden weten of dat waar was.Ik kon geen ja of nee zeggen omdat ik nog steeds geen officiële bevestiging had.Sommigen kwamen bij ons aan de deur om ons een felicitatie te brengen, maar helaas moest ik het antwoord schuldig blijven. De andere morgen zaterdag 5 december nadat bekent was dat de ruilverkaveling was toegestemd kwam de post met het bericht dat ik de boerderij was toegewezen.Groot was de opluchting ondanks de voorwaarden dat ik mijn bedrijf moest inleveren.Gelijktijdig werd in de kranten in Flevoland de bekendmaking gedaan van de uitgifte met naam en adres.Wat hiervan de gevolgen zouden zijn zouden wij de komende tijd ondervinden.De telefoon rinkelde regelmatig in het weekend en s`maandag morgens om 9 uur kregen wij bezoek van de bankdirecteur van de AMRO bank uit Dronten om zijn diensten aan te bieden.Toen deze was vertrokken kwam de directeur de heer Segaar van de Raffeisenbank uit Dronten die de auto van zijn collega van de Amro had herkend en rustig had gewacht tot die vertrokken was zijn diensten aanbieden.In de loop van de dag volgden nog 2 directeuren van banken en vertegenwoordigers van olie handelaren coöperaties handelshuizen en zo meer.Je kon het zo gek niet denken of zij kwamen ons geluk wensen en wilden ons graag als klant zien.Bijzonder aardig dat sommigen een aardigheidje meebrachten voor mij, Matty en de kinderen.Deze bezoeken duurden zowat een hele week en begonnen toen wat af te zakken en wij weer wat tot ons eigen konden komen en ons verder konden beramen op de toekomst.Wij hadden intussen heel veel informatie over gehouden van de gesprekken met de mensen die wij hadden gevoerd en de vele namen die waren gepasseerd kwamen ons goed van pas.Soms moesten wij wel eens lachen b.v.stro handelaren stelde ik de vraag:

Welk aandeel van het geperste stro in de polder door hen verhandeld werd.De een sprak van 60 % de ander van 40 % en weer een ander van 50 %.EN DAT ALLEMAAL VOOR BEGINNENDE HANDELAREN.De toekomst zou wel leren hoe de werkelijke handel hun omzet haalden.Uitnodigingen om voorlichting bij te wonen eventueel in het nieuwe land werden ondanks de grote afstand regelmatig bezocht.Omdat wij erfpacht hadden moesten wij de gebouwen zelf stichten en ons goed laten voorlichten. Bouwvergunningen werden vanuit DEN HAAG verstrekt en om een boerderij te bouwen was meer dan een ton nodig.Dat stond Den Haag niet toe, maar men vond de oplossing door per kalenderjaar f100.000 te mogen investeren.Twee jaar voor de uitgifte werd door de Rijksdienst gesteld dat er voor een goede normale woning 35000 gulden nodig was, maar in 1966 had men daar zeker 80.000 gulden voor nodig.

Voor een schuur was gesteld 1000 gulden per ha. Maar de werkelijkheid was meestel 2 a 2 1/2 dubbele bedrag en dan was het behoorlijk uitkijken anders zat je daar zo maar met een groot bedrag overheen.De meeste erfpachters bouwden eerst hun schuur en later hun huis.Zo deden wij ook en kregen tijdelijk een woning aan de Karveelstraat no 22 i n Dronten toegewezen.Een andere kwestie was dat de verkaveling wel was toegestemd maar de verkaveling commissie nog benoemd moest worden en zolang konden wij nog geen zaken doen met de SBL.Mij werd daarom gevraagd om de boerderij op Noord-Beveland nog een jaar te beheren zodat wij 2 boerderijen hadden te bewerken en dan nog gebouwen stichten in de nieuwe polder.Voorwaar geen eenvoudige opgave.Gelukkig kon ik over een aantal zeer bereidwillige medewerkers beschikken o.a. Jan Hoogerland al 8 jaar bij mij in dienst.,zijn Zwager Pou Goulooze hij zou de komende 8 jaar bij mij in dienst treden en in mrt 1966 Dies Heuseveld die na zijn militaire dienst bij de mariniers in Aruba bij mij in dienst kwam.Deze mensen reisden mee naar de polder of werkten thuis op Noord-Beveland. In 1965 zijn wij totaal 35 x heen en weer gereden.Om op de boerderij aan de Spieringweg te verblijven huurden wij een caravan en ging Matty met ons mee om ons te verzorgen.Onze kinderen verbleven in de week bij mijn ouders en zusters Machines werden in Goes op wagons geladen en in Kampen weer opgehaald.Ook werden een aantal nog terug gehaald om op Noord-Beveland te gebruiken.Ook door mijn familie leden op Noord Beveland en in de nieuwe polder door de nieuwe buren werden wij uitstekend geholpen.Het was onvoorstelbaar dat wij zo werden geholpen en welk een grote band tussen de buren in de nieuwe buurtschap groeide.Toen wij in oktober 1965 verhuisden naar de Karveelstraat gingen Pou en later Dies bij ons inwonen.En moest Jan ergens anders werk zoeken omdat zijn vrouw het niet zag zitten om naar Dronten te verhuizen.Matty moest zodoende voor 8 personen zorgen.Daar kwam nog bij dat wij de eerste 2 jaar geweldig veel aanloop kregen van naaste familie die benieuwd waren hoe wij het stelden en dikwijls een weekend kwamen.Ook veel anderen kwamen lang, soms met bussen vol uit Zeeland

Uit Zuid Beveland kwam een bus uit een gebied waar een ruilverkaveling in voorbereiding was, Boeren van landbouw organisaties uit Zeeuws Vlaanderen, Tholen, Schouwen Duiveland enz.Opgeteld hadden wij in 1965/66 . 265 personen te gast op onze boerderij in aanbouw..Niet niks,vooral omdat het werk op het land die jaren verschrikkelijk tegenzat vanwege de vele regens en vroege strenge winter.In het voorjaar van 1965 en 1966 kon men in de nieuwe polder maar niet aan zaaien en poten toekomen, pas half mei zouden de aardappels onder slechte omstandigheden worden gepoot.In aug moesten de aardappels worden doodgespoten vanwege de phytophtora.Dus lage opbrengst en de zomertarwe plat tegen de grond vanwege voetziekte en schot.Hoge droogkosten lagere prijs. Op 11 nov.1965 viel de winter in met 11 graden vorst en een ooster storm.Nog enkele ha`s suikerbieten kregen wij die dag nog met moeite van het land.Ja, de winters waren wel wat anders dan in het door de zee verwarmde Noord-Beveland Soms dachten wij dat wij naar Rusland waren verhuisd.Ook ijzel en sneeuw waren ons deel.Het ploegwerk werd in jan/februari pas afgemaakt onder niet al te gunstige omstandigheden.Ook de inmiddels in aanbouw zijnde schuur liep grote vertraging op, In de begin periode hadden wij kennis gemaakt met onze toekomstige buren van de Spieringweg en Haringweg

Onze overburen Arie en Klaske de Graaf met hun 3 zoons en 1 dochter geboren in Noord-Holland en Friesland , pioniers en hadden in de Noord-Oostpolder hun boerderij ingeleverd voor een nieuw bedrijf aan de Spieringweg. Derk en Janna Jansen met 1 zoon en1 dochter afkomstig uit Vorden. Roef en Minnie.Meinders met 2 zoons en 2 dochters.Afkomstig uit Nieuw Buinen Joost en Greet Geling met 4 zoons en 3 dochters afkomstig uit Oude Pekela. Anko en Froukje Boezeman 1 zoon en 1 dochter afkomstig uit 2 Exloermond Roef en Marchien Bakker 2 dochters afkomstig uit Nieuwe-Pekela Louwie en Marie Huybrechts Noord Oostpolder geboren in Rijen 3 zonen 1dochter Eb en Jannie Brink uit N.O.P. geboren Finsterwolde.met 2 zoons Arend en Ans van Linge 1 zoon en 1 dochter uit Goedereede geboren ergens in Drente. Zij waren vergaard uit alle streken en wat het geloof betreft een afspiegeling van het Nederlandse volk zoals de regering had beslist.

In de loop der jaren zal blijken dat wij het bijzonder goed met onze buren hadden getroffen wat betreft vriendschap en behulpzaamheid en medeleven wanneer er tegenslag was in het gezin met ziekte of andere tegenslagen.Wij leerden heel veel van elkaar en beseften maar al te goed dat wij elkaar hard nodig hadden om de poldergemeenschap op te bouwen.Vooral de mensen uit Drente en de achterhoek hadden de nabuurschap hoog in hun vaandel staan. De eerste 2 jaren waren spreekwoordelijk tropenjaren. Normaal werken in het land was er niet bij, Regenbui na regenbui belemmerden zaaien en oogsten, het leek erop dat er niets goed kon gebeuren.In het voorjaar1966 was eindelijk de schuur klaar en konden wij de bestrating leggen en het zo heel hard nodige kavelpad.Dagen lang haalden wij in samenwerking met de buren zand van een depot in de buurt.Omdat het zo nat was zakten de wagens regelmatig weg in de zachte bodem en was het soms een heel karwei de zaak weer los te krijgen een keer is het gebeurd dat met 7 trektoren een wagen moest worden losgetrokken.Het was eigenlijk geen doen maar omdat men wegens de nattigheid toch niets anders kon doen ging men er stug mee door.

In het voorjaar 1966 zou de aannemer beginnen met de bouw van de woning.Beloofd was dat hij zou beginnen in maart maar dat werd 14 juli.De boorpalen en het fundament werden gestort.Maar daarna werd de bouw in de steek gelaten omdat de aannemer een vrieshuis voor de firma Beemsterboer in Harderwijk moest bouwen.Waarvan de bouw door de bouwpolitie in maart was stil gelegd omdat de vereiste vergunningen ontbraken.Eind juli waren de vergunningen in orde en daarom liet hij bij mij de bouw in de steek.Wij waren onwetend van zijn problemen en iedere keer dat ik de aannemer aan de telefoon had kreeg ik te horen dat de vloerdelen niet leverbaar waren, dat geen metselaar te krijgen was enz In de zomer beloofde hij dat er na de bouwvak vakantie zou worden begonnen.Maar na de bouwvak vakantie gebeurde er niets . De bouwkeet stond er nog steeds en met alles op te ruimen was er een bekistingplaat van 75 x 300 cm achtergebleven en in de keet stond nog een bus rode menie. Met grote letter schilderde ik op het bord: Dit huis wordt gebouwd door N.V. ------ Emmeloord is al bezig sinds april. En plaatste het bord duidelijk vanaf de weg zichtbaar voor het fundament op woensdag 17 aug. rond de middag.Bij onze overburen was een andere firma aan het bouwen en het personeel daarvan gingen tussen de middag eten in de kantine op het werkkamp in Dronten.Deze mensen ontmoeten daar hun collega’s van mijn aannemer en maakten hun bespottelijk met de bouw van onze woning.Een ander toeval was dat een paar maanden eerder mijn aannemer de laagste inschrijver was voor de bouw van een woonwijk van 49 huizen in Dronten.Toen de gunning uitbleef verzamelde de directeur van de firma al zijn moed bij elkaar en liet zich aandienen bij het hoofd van de rijksdienst IJsselmeerpolders om te informeren waarom de gunning zo lang op zich liet wachten Naar ik later van ambtenaren heb mogen vernemen was het antwoord van de hoge ambtenaar.Meneer om 1 huis bij van der Weele aan de Spieringweg te bouwen is U al sinds april bezig en nog steeds bent U nu niet verder dan het fundament, Hoe kunnen wij U met zo`n reputatie 49 huizen gunnen.De aannemer was schijnbaar nog niet op de hoogte van het geplaatste bord, Maar bij de Rijksdienst waren ze al goed geïnformeerd.

De gevolgen bleven niet uit.Donderdags middags kwam de uitvoerder langs met alle excuses dat het zo lang had geduurd.En vertelde dat zijn baas graag zag dat het bord zo spoedig mogelijk werd verwijderd.Ik vertelde hem dat ik plannen had er nog een paar floodlights bij te plaatsen zodat het in de donker nog goed zichtbaar zou zijn.Hij vertrok zeer gespannen en met tranen in zijn ogen. De andere morgen om 6 uur arriveerde er een vrachtwagen combinatie uit Friesland met de vloerdelen en de chauffeur vertelde mij dat hij afgelopen nacht de auto had moeten laden.In een gesprek met hem kwam ik te weten dat er helemaal geen wachttijden voor het leveren bestonden, dat het juist zeer slap was en al 3 maanden een auto combinatie uit de belasting was gehaald wegens de slapte.Ik stond versteld dat wij zo waren belazerd.De komende dagen zou ik nog vele malen mij kunnen verbazen.De zelfde dag werden de stenen voor het terras aangevoerd.En op maandag morgen kon ik gewoon mijn ogen niet geloven.Minstens 4 metselaars en een opperman, loodgieters en elektriciens krioelden tussen en op de fundamenten.Het leek wel een mierennest, maar had wel tot gevolg dat ons huis 15 oktober onder de pannen was.Daarna ging het met de afbouw wat trager vooral de schilders waren niet vooruit te branden.Met de nodige moeite konden wij voor de Kerst de woning nog betrekken.Middags 24 december om 16 uur werd de waterleiding officieel aangesloten, dat moest eerst gebeuren alvorens de stroom werd aangesloten en daar kwam om 21 uur nog een monteur voor om de klus te klaren.Wij maakten er gelijk maar een feest van en rond 24 uur vertrok de monteur met de nodige borrels achter zijn kiezen.Nog steeds zaten wij op onze bakker te wachten en die nacht om 3.30 uur kwam hij onze bestelling afleveren. Het was een Kerst om nooit te vergeten, ook een keerpunt in ons leven.

Na 2 jaren dat wij vooral vanwege de vele regens in de opbouw periode konden wij wel zeggen dat wij veel zwarte sneeuw hadden gezien de bouw was afgerond en een normaler leven konden gaan leiden Met behulp van Pou Goulooze ,Dies Heuseveld maakten wij de schuur geschikt voor aardappel bewaring.En kavelpad in samenwerking met de buren.Nadat wij op de boerderij waren komen wonen namen de 2 jongens hun intrek in het pension van de Rijksdienst op het werkkamp van Dronten Zij konden gelukkig goed aarden maar na verloop van tijd werd hun een kosthuis bij een particulier fam. de Boer aangeboden wat hun beter aanstond.Een echtpaar zonder kinderen.Zij zouden daar nog geruime tijd in de kost zijn tot op een zeker moment Dies wilde gaan varen .In april zegde hij zijn contract op en ging varen op een mosselschip van een oom van hem in Bruinisse.In augustus trouwde een vriend van hem in Dronten en kwam eens op de boerderij kijken hoe wij het maakten.Hij liet doorschemeren dat hij spijt had dat hij was weggegaan en wel terug wilde komen in de polder Een week later signaleerden wij hem in Dronten en later hoorden wij dat hij had gesolliciteerd bij loonbedrijf Breure in Swifterband. Hij was aangenomen en zou voor de rest van zijn leven daar werken.Een poos later vierde hij zijn bruiloft met het meisje die hij op de bruiloft van zijn vriend had leren kennen.Met Pou Goulooze ging ik verder.Nadat het hele bedrijf was afgebouwd en de landbouw steeds meer gebruik ging maken van onkruidbestrijdingmiddels en de lonen steeds verder stegen werd het steeds moeilijker om een arbeidsplaats rendabel te maken.Wij spraken af dat hij rustig de tijd zou nemen om naar ander werk om te zien .Nadat hij daar in was geslaagd zette ik samen met Matty en soms met behulp van buren en loonwerker het bedrijf voort.Later hadden wij veel hulp van de leerlingen van de Hogere Landbouwschool in Dronten.Die soms met 18 man in enkele uren de gewassen schoon maakten om hun kas voor de schoolvereniging te spekken en daar hun feesten van betaalden.Wij zouden nog vele jaren met plezier het boerenbedrijf aan de Spieringweg runnen, ook onder zeer wisselende omstandig heden, Maar gelukkig kwamen er nooit meer zulke extreem natte jaren als de eerste 2 jaar.Het klimaat is er heel anders dan in Zeeland, maar ook daar raakten wij aan gewend.Ook Pou Gouloze heeft in de polder zijn vrouw gevonden en woont nog steeds in Dronten.Lang en gelukkig.

Wissenkerke 1 april 2005