Aanvulling No 1: Colijnsplaat 29-05-2003
 
Daar mijn roots grotendeels in Colijnsplaat liggen ligt het voor de hand dat ik daar eerst mijn aandacht op vestig. Mijn voorouders zijn zeer waarschijnlijk inwoners geweest van het eiland Noord-Beveland dat op 5 November 1530 door de ST-Felixvloed werd getroffen en het eiland een prooi werd van de zee.

Zeer waarschijnlijk zijn er van verdronken en anderen verspreiden zich over de eilanden er omheen. In de 90`er jaren van de 16 eeuw werd er besloten om met de bedijking te beginnen Vele malen waren de plannen uitgesteld vanwege de 80 jarige oorlog die in Zeeland zijn sporen achterliet. In 1598 werd er begonnen met de drooglegging van de plaat van Colijnsplaat en 25 Juni werd vermeld dat de dijk rond de Oud-Noord Bevelandpolder gesloten was. Op 19 September was de eerste verpachting van landbouwgronden en van heinde en verre kwamen de mensen om in het nieuwe gebied hun brood te gaan verdienen.

De 14`e generatie voor mij streek neer in de omgeving van Kats om daar in de landbouw te beginnen. Gemakkelijk was dat niet. In 1602 werd het eiland Orisant dat tussen Colijnsplaat en Schouwen-Duivenland was gelegen ingedijkt in opdracht van de 2 oudste kinderen van Willem van Oranje :Filips Willem en Maria van Nassau en ook daar kwamen voorouders van mij te wonen. (Van de Vrouwelijke kant.) In 1603 brak er een pest epidemie uit op het eiland Orisant en in het pas bewoonde Colijnsplaat. Hele families werden het slachtoffer van deze dodelijke ziekte. Het eiland Orisant raakte er door ontvolkt en in Colijnspaat en Kats overleefden het maar een enkeling.

Er waren ook veel mensen voor de ziekte weggevlucht en die keerden veel later terug wanneer zij alsnog niet de ziekte hadden meegenomen. De oogsten gingen verloren omdat er geen mensen meer waren om het werk te doen. De gevolgen voor de overgebleven bevolking waren verschrikkelijk. Armoede en hongersnood. Vooral Orisant werd in 1608 heel zwaar door de honger getroffen. De dijken werden verwaarloosd en de zee nam keer op keer grote stukken van het eiland weg. In 1622 kon het eiland Orisant als verloren worden beschouwd. Waar toen het eiland was gelegen komen nu in de Oosterschelde grote diepten voor van wel 20 meter.

Langzaam kwamen de dorpen Kats en Colijnsplaat tot ontwikkelingen en waren mijn voorouders door de eeuwen heen daar in de landbouw gemeente en kerkbesturen werkzaam. Mijn eigen herinneringen aan Colijnsplaat begingen in 1935 toen ik naar de kleuterschool en later naar de lagere school werd gestuurd. ( Ja letterlijk gestuurd want ik had een heerlijk vrij leven thuis midden in de polder en aan de zeedijken. De school ervaart ik als een gevangenis). De fietstocht naar de school was 5 km en met een straffe oostenwind recht in het gezicht was voor de peuter een zware opgave, vooral in de winter.

Toch had ik er geen hekel aan om in dit mooie dorp te verblijven. Vooral de Voorstraat met zijn mooie bomen vond ik prachtig en vooral handig als de dorpsveldwachter op ons loerde wanner wij weer eens een balletje hadden getrapt. Voetballen in de straat of op het schoolplein van ten strengste verboden. De haven van Colijnsplaat maakte het dorp zo interessant. Alle producten uit de landbouw gingen per schip van het eiland af, stro, vlas aardappel en in het najaar de suikerbieten met de vele bieten schepen. Ook had Colijnsplaat 3 Beurtschippers die op Rotterdam Middelburg Goes enz voeren.

Op school kwamen dan de kinderen van de schippers wat altijd tot zeer interessante gesprekken leide. Ook herinner ik mij nog zeilschepen voor bietentransport naar de suikerfabrieken met hun stugge zeilen die met teer waren behandeld. Soms hadden zij motoren op het dek staande met overbrengingen naar een schroef langszij. Regelmatig moesten de geladen schepen wachten op hoog water om te kunnen varen. De wachttijd gebruikten vele varensgezellen in de 3 café`s bij de haven. Soms vertoefden zij daar wel eens te lang dat goed voor hen was en zagen wij de dorpsveldwachter Slager met aan de arm een wankel op de benen staande schipper aan boord brengen. Wij waren altijd benieuwd of het hem lukte deze personen veilig op het schip te krijgen. Soms gingen de vrouwen van de schippers behoorlijk tekeer. De veldwachter was dan weer blij dat het schip weer zonder averij de haven uit voer. De arbeid op de haven was geweldig zwaar. De mensen droegen vanuit de ruimen van de schepen zakken met kunstmest van 100 kg. Steenkolen in zakken en niet te vergeten het laden van de suikerbieten in de schepen met manden en kruiwagens.

Zeer harde werkers waren zij en vooral de ploeg werkers die op de haven OESTERPUT werkten en die ik in mijn jonge jaren zeer heb weten te waarderen toen ik als knechtje van 16 jaar bij mijn vader in dienst was en bieten naar de haven moest brengen met paart en wagen. Zij hadden niet voor niets de naam van: DE GOUDEN PLOEG.Misschien kom ik nog wel eens met een beschrijving van de Oesterput er op terug. ,maar nu hou ik het bij Colijnsplaat Tientallen wagens door paarden getrokken reden in het najaar af en aan naar de haven om hun bieten in de schepen te brengen. Allen over de weegbruggen, er waren er in die tijd 2.

Ook waren er 3 hoefsmeden die het altijd druk hadden.2 waren er in de Voorstraat en het geluid van het slaan op de aambeelden klonk constant door de straten van morgens vroeg tot laat in de avond. Ook de reuk van verschroeide hoeven bij het passen van de hoefijzers bleef in de straten hangen. Wanneer het te nat was om op de akkers met de paarden te werken werden de boerenknechten met de paarden naar de smeden gestuurd om van nieuwe ijzers te worden voorzien en stond de Voorstraat vol met paarden en werkten de smeden onder hoogspanning.

Ja de herinneringen aan dat mooie dorp zo ik in mijn kinderjaren heb leren kennen zijn bijzonder mooi. Na de oorlog verdwenen de paarden en werden vervangen door tractoren. De beurtschippers zijn verdwenen en alle landbouw producten worden met grote vrachtwagens van het eiland naar hun bestemmingen gebracht. Met de Delta werken werd de landbouw haven gedempt en werd het uitzicht over de Oosterschelde belemmerd door een stevige nieuwe dijk met daar achter een vissershaven en jachthaven. Deze geven het dorp compensatie..In plaats van paarden staat nu de Voorstraat vol met hardhouten palen en auto`s.

De middenstand is grotendeels verdwenen, waren wij vroeger een eiland, nu kan men het eiland over dammen en bruggen aan alle kanten verlaten of inkomen. In 1956 werd er in de haven een record gehaald met het verladen van de honderdste coaster die in dat voorjaar werd verladen en dat werd gevierd door de hele bevolking van Colijnsplaat en de varensgezellen. Ja dat was Colijnsplaat op zijn best. Wil je foto`s van het dorp bekijken van nu en die mooie oude tijd ga dan eens kijken op Goes Foto Atlas.

Ik wens U veel kijk plezier. Wissenkerke 19 Mei 2003